woensdag 18 mei 2011

Jacobus Frans Eduard Stuart

 (10 juni 1688 - 1 januari 1766), beter bekend als The Old Pretender, was een troonpretendent van het Verenigd Koninkrijk. Hij maakte aanspraak op de tronen van Engeland, Schotland en Ierland als Jacobus III en Jacobus VIII.
Zijn vader, Jacobus II van Engeland, was een koning uit het Huis Stuart die in de Glorious Revolution afgezet werd, juist omdat hij een katholieke mannelijke erfgenaam kreeg. Dit gebeurde ten voordele van Willem III van Oranje van de Nederlanden, die in zijn plaats koning van Engeland en Schotland werd. Hierna ging de lijn verder in het -protestantse- huis van Hannover.

Willem III, Stadhouder van Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel

De katholieke James III, zoals hij genoemd werd door zijn aanhangers, de Jacobieten, werd grootgebracht in Frankrijk, waar hij door Lodewijk XIV erkend was als rechtmatige koning. Ook werd hij als katholieke koning erkend door de paus.

Lodewijk XIV

Toen de protestantse tak van de Stuarts uitstierf bij de dood van koningin Anne in 1714, kon Jacobus III geen koning worden op grond van de Act of Settlement 1701, die bepaalde dat Anne moest worden opgevolgd door protestante heersers.

De troon ging over op Anne's achterneef George I uit het Huis Hannover.

James Eduard Stuart liet het er niet bij, en trof voorbereidingen tot een invasie van Schotland. Alles leek het The Old Pretender mee te zitten, en hij kreeg massale steun van de Schotten, al was die niet algemeen. Vooral de Lowlanders hadden veel liever George I.
James maakte echter fouten, en bleek geen goede leider. Ziekte maakte de ramp compleet. De opstand faalde, en James vluchtte terug naar Frankrijk.

Maria Clementina Sobieska

James trouwde met Maria Clementina Sobieska, een dochter van de Poolse kroonprins Jacob Lodewijk Sobieski.


Ze kregen twee kinderen: Karel Eduard Stuart en Hendrik Benedictus Stuart.
Karel Eduard Stuart, beter bekend als Bonnie Prince Charlie zou in de voetsporen van zijn vader treden als troonpretendent en evenmin succes hebben. Zijn bijnaam was The Young Pretender om hem te onderscheiden van zijn vader.

Prins Karel Eduard Stuart (1720-1788)


Henry Benedict Stuart

zondag 8 mei 2011

Parenteel van George I Lodewijk van Groot-Brittannië

1 George I Lodewijk van Groot-Brittannië is geboren op zondag 28 maart 1660 in Hannover. George is overleden op dinsdag 10 juni 1727 in Osnabrück, 67 jaar oud.

Notitie bij George: George werd geboren op 28 maart 1660 te Hannover. Hij had vijf jongere broers: Frederik August (1661-1691), Maximiliaan Willem (1666-1727), Karel Filips (1669-1690), Christiaan (1671-1703) en Ernst August (1674-1728). George had ook een jongere zus: Sophie Charlotte (1668-1705), zij was gehuwd met koning Frederik I in Pruisen.

George sprak Duits en had een aaneenschakeling van Duitse maîtresses. Bij een van hen, Melusine von der Schulenburg, die hij hertogin van Kendall maakte, had hij zeker drie onwettige kinderen. Toen zijn vrouw op haar beurt een verhouding aanging met de Zweedse graaf Philip Christoph von Königsmarck, verbande George haar in 1694 voor de rest van haar leven naar Ahlden (1694–1726).

Na de dood van zijn moeder, die bij wet (Act of Settlement) als troonopvolgster was aangewezen, gingen haar rechten over op George. Hij werd op 31 oktober 1714 gekroond tot koning van Groot-Brittannië en Ierland als opvolger van koningin Anna. De Hannovers waren de naaste protestantse familieleden. Zij kregen echter te maken met tegenstand van aanhangers van Jacobus Frans Eduard Stuart, de zoon van koning Jacobus II. Hun opstand liep in 1715 op niets uit.

George leerde nooit goed Engels spreken en verdeelde zijn tijd tussen Engeland en zijn gebied in Hannover, waardoor hij vaak buitenslands was. De verstandhouding met zijn zoon prins George was slecht. Die werd zelfs enige tijd van het hof verbannen vanwege een ruzie. Zijn tijdgenoten vonden de koning bovendien niet bijster intelligent. Deze feiten droegen veel bij aan ontwikkeling van de moderne parlementaire staatsvorm.

In 1721 werd Sir Robert Walpole eerste minister. Hij wordt beschouwd als de eerste echte minister-president (Prime Minister): een door de koning benoemde minister die functioneerde op basis van een parlementaire meerderheid in het Lagerhuis. George I stierf in 1727 in Osnabrück, waar hij ook werd begraven. Zijn zoon volgde hem op als George II.
Titel:
van 1698 tot 1727 keurvorst van Hannover en van 1714 tot 1727 koning van Groot-Brittannië en Ierland
George trouwde, 22 jaar oud, op woensdag 18 november 1682 met Sophia Dorothea van Celle, 16 jaar oud. Sophia is geboren op woensdag 15 september 1666 in Celle. Sophia is overleden op woensdag 13 november 1726 in Ahlden, 60 jaar oud.

Notitie bij Sophia: Zij had een verhouding met graaf Filips van Königsmarck. Haar echtgenoot scheidde van haar en liet haar in 1694 in Slot Ahlden opsluiten voor de rest van haar leven.
Kinderen van George en Sophia:
1 George II van Groot-Brittannië, geboren op woensdag 10 november 1683 in Schloss Herrenhausen, Hannover. Volgt 2.
2 Sophia Dorothea van Hannover, geboren op zondag 16 maart 1687 in Hannover. Volgt 228.
2 George II van Groot-Brittannië is geboren op woensdag 10 november 1683 in Schloss Herrenhausen, Hannover, zoon van George I Lodewijk van Groot-Brittannië (zie 1) en Sophia Dorothea van Celle. George is overleden op zaterdag 25 oktober 1760 in Londen, 76 jaar oud.


Notitie bij George: Hij was de laatste Britse monarch die buiten Groot-Brittannië was geboren. Hij stond bekend om zijn vele conflicten eerst met zijn vader, en later met zijn zoon. Aan het begin van zijn regering had hij weinig politieke macht. Die lag toen veel meer in de handen van de eerste Britse politicus die als Premier beschouwd kon worden, Sir Robert Walpole.

Koning George II werd geboren op 10 november 1683 als Georg August van Hannover. Hij was de zoon van George Lodewijk, in die tijd de erfprins van het Keurvorstendom Hannover, en van Sophia Dorothea van Celle. Koningin Anna van Groot-Brittannië, die in 1702, koningin was geworden gaf George in 1705 de Britse nationaliteit. Hij werd in 1706 ridder in de Orde van de Kousenband. En hij werd Hertog van Cambridge, Earl van Milford Haven, Burggraaf van Northallerton en Baron van Tewkesbury. In 1708 nam hij deel van de Slag bij Oudenaarde, en viel tijdens deze slag van zijn paard, maar overleefde het incident zonder ernstige schade.

Op 1 augustus 1714 stierf plotseling koningin Anna van Groot-Brittannië. Eigenlijk zou zij volgens een wet uit 1701 moeten opgevolgd worden door prinses Sophia van de Palts, een kleindochter van koning Jacobus I van Engeland via zijn dochter, prinses Elizabeth Stuart. Maar omdat Sophia twee maanden voor koningin Anna was overleden, werd haar oudste zoon George, koning van Groot-Brittannië als koning George I. Deze benoemde zijn zoon George tot Prins van Wales en graaf van Chester op 27 september 1714, kort nadat beiden in Engeland waren aangekomen.
                                             

                                                         George II als koning

George II had een ontzettend slechte verstandhouding met zijn vader, maar later ook met zijn eigen oudste zoon Frederik. Toen de prinses van Wales, Caroline, het leven schonk aan prins George Willem in 1717, bereikten de ruzies een hoogtepunt. Toen de prins van Wales zijn vader tijdens de doop van prins George Willem publiekelijk beledigde, werd hij tijdelijk gevangengezet. Later verbande de koning de prins van Wales van het St. James’s Palace, de residentie van de koning, en George I sloot hem uit van alle openbare plechtigheden. Na de dood van George I bleek dat deze plannen had gekoesterd om zijn zoon naar de koloniën te verbannen.

George van Wales deed er alles aan om zijn vader tegen te werken, ook in politiek opzicht. Zijn Londense residentie, Leicester House, werd een beroemde ontmoetingsplaats voor mensen die tegen koning George I waren, waaronder Sir Robert Walpole en Charles Townshend, tweede Viscount van Townshend. In 1720 moedigde Walpole een verzoening tussen de koning en de prins van Wales aan. In hetzelfde jaar keerde Walpole terug in de Britse politiek, hij was namelijk sinds 1717 verbannen. Het jaar 1721 stond vooral bekend om de South Sea Bubble (South Sea staat voor Zuidzee Compagnie en Bubble is een hausse). Door deze politieke tegenslag kon Sir Robert Walpole opklimmen tot de machtigste positie in de regering. Walpole en zijn Whig Party waren dominant in de politiek van koning George I. De Tories zouden pas anderhalve eeuw later aan de macht komen. Sir Robert Walpole beheerste de Britse politiek, maar doordat hij zich aansloot bij de koning verloor hij de gunst van de Prins van Wales.
Koning George II tijdens de Slag om Dettingen

Prins George van Wales volgde in 1727 als koning George II zijn vader op, die op 10 juni 1727 was overleden. George II werd op 4 oktober gekroond in de Westminster Abbey. De Duitse componist Georg Friedrich Händel kreeg de opdracht om nieuwe composities te schrijven voor de kroning (waaronder Zadok the Priest, een lied dat sindsdien tijdens elke kroning wordt gezongen). Het geruzie met zijn zoon prins Frederik bleef doorgaan, George II had zelfs plannen om zijn zoon te verbannen naar de Britse kolonies. Maar het gezonde verstand overwon, en hij besloot dit niet te doen. Omdat Walpole zich al in 1721 had aangesloten bij George I én omdat de George II Compton boven Walpole verkoos om zijn toespraken te schrijven, werd alom gedacht dat de nieuwe koning Sir Robert Walpole zou verbannen en dat hij zou worden vervangen door Sir Spencer Compton Toen echter bleek dat Sir Spencer om steun in die taak verzocht bij Walpole, opperde koningin Caroline, een vurige aanhanger van Sir Robert, de bewering dat Compton incompetent was. George II ging akkoord met zijn vrouw en Walpole en laatstgenoemde bleef aan als Eerste Minister. Vanaf dat moment steunde de koning Sir Robert vaak. De koning creëerde ’peers’ die zich hadden aangesloten bij de Whigs.

Zolang koningin Caroline nog in leven was, was de positie van Walpole veilig. Hij domineerde de binnenlandse politiek en had een grote stem in de buitenlandse politiek van de koning. George II was een voorstander van oorlog in Europa terwijl de premier in deze zaken vaak veel voorzichtiger was dan Zijne Majesteit. Vandaar dat in 1729 een vredesverdrag met Spanje werd ondertekend. In 1732 werd dankzij de Britse generaal James Oglethorpe de naar George II vernoemde provincie Georgia in Brits Noord-Amerika gesticht (ook wel bekend als de Georgia Kolonie). In 1737 stichtte hij de Georg-August-Universität Göttingen in de Duitse stad Göttingen.

De relatie tussen George en zijn zoon, de Prins van Wales, verslechterde in de jaren dertig van de 18e eeuw. Toen de Prins van Wales in het huwelijk trad met prinses Augusta van Saksen-Gotha, barstte er een openlijke ruzie uit: de koning verbande de Prins van Wales en zijn familie van het Hof in 1737.

Nadat de koning zijn zoon verbannen had, verloor hij zijn vrouw. Koningin Caroline stierf op 20 november 1737. Koningin Caroline verzocht de koning om te hertrouwen, de koning reageerde als volgt: "Non, j’aurai des maîtresses!" (Frans voor: "Nee, ik zal maîtresses nemen!"). George had toen al een onwettig kind: Johan Lodewijk, Graaf van Wallmoden-Gimborn (22 april 1736 - 10 oktober 1811). Johan Lodewijk was de zoon van Amalie von Wallmoden, gravin van Yarmouth (1704-1765). De beroemdste maîtresse van George II is Henrietta Howard, Gravin van Suffolk, een hofdame van koningin Caroline (een lady of the bedchamber).

Tegen het advies van Walpole in, nam George deel aan een nieuwe oorlog, de Oorlog van Jenkins’ Ear. De oorlog werd gevoerd tussen Groot-Brittannië en Spanje in 1739. Een groot deel van Europa werd echter in 1740 in Oostenrijkse Successieoorlog gesleurd. Op 20 oktober 1740 was Keizer Karel VI van het Heilige Roomse Rijk overleden. Karel VI had echter geen zoons en daarom had Karel VI een Pragmatieke Sanctie (1713) afgekondigd. In deze Sanctie stond dat de dochters van Karel VI recht hadden op de troon. De reden van de oorlog was dat vele landen Maria Theresia van Oostenrijk niet erkenden als de nieuwe keizerin. De oorlog tussen Spanje en Groot-Brittannië werd daarna snel een onderdeel van deze oorlog.

Zelfs Sir Robert Walpole was niet in staat om een Europees conflict van een dergelijke grootte te ontwijken. Hij moest ook in het parlement optornen tegen verscheidene politieke voorstanders van de oorlog. Die werden geleid door John, de Baron van Carteret (later Earl van Granville). Sir Robert werd uiteindelijk van verkiezingsfraude beschuldigd en ging in 1742 met pensioen, nadat hij meer dan twintig jaar als Eerste Minister had gediend. Hij werd vervangen door Spencer Compton, de eerste Earl van Wilmington. Hij was eigenlijk de eerste keuze van George II, maar dit werd toen tegengewerkt door koningin Caroline, omdat zij en Sir Robert Walpole goede vrienden waren. Lord Wilmington echter was meer een soort boegbeeld; de werkelijke macht lag in de handen van Lord Carteret. Toen Lord Wilmington in 1743 plotseling stierf, werd hij vervangen door Henry Pelham. De partij die voor deelname aan de Oostenrijkse oorlog was, werd geleid door Lord Carteret die beweerde dat wanneer Maria Theresia er niet in slaagde om de Oostenrijkse troon te bemachtigen, de Franse macht in Europa te groot zou worden. George II stemde in om meer troepen naar het vasteland van Europa te sturen, zogenaamd ter ondersteuning van Maria Theresa, maar eigenlijk alleen maar om Hannover te verdedigen. Het Britse leger had al meer dan twintig jaar niet meer gevochten in grote Europese conflicten. Tijdens die periode had de Britse regering haar leger zwaar verwaarloosd. Niettemin zond de koning zijn troepen vol enthousiasme naar Europa. George II bezocht zijn troepen ook persoonlijk tijdens de slag om Dettingen in 1743. Daarmee was hij de laatste Britse monarch die zijn/of haar troepen persoonlijk bezocht. De troepen van George II werden geleid door zijn zoon, de Hertog van Cumberland. De oorlog werd echter niet gesteund door het Britse volk, dat van mening was dat de Koning en Lord Carteret de belangen van Hannover boven die van Groot-Brittannië stelden.

De Franse tegenstanders van koning George II moedigden tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog de Jacobieten aan om een opstand tegen de koning te beginnen. De Jacobieten waren de aanhangers van de Rooms-katholieke Koning Jacobus II, die in 1689 was onttroond om vervangen te worden zijn protestantse dochter, Maria II en haar man Willem III van Oranje-Nassau. De zoon van Jacobus II, Jacobus Frans Eduard Stuart, beter bekend als de ’Old Pretender’, had tot twee keer toe een opstand geleid. De eerste in 1715 beter bekend als The Fifteen, hij was toen al gevlucht naar Frankrijk, en de tweede in 1719 beter bekend als The Nineteen maar deze opstand was zo zwak dat die amper serieus genomen werd. De zoon van ’The Old Pretender’, Karel Eduard Stuart, beter bekend onder zijn populaire bijnaam ’Bonnie Prince Charlie’, leidde echter een veel fellere opstand, in de naam van zijn vader, in 1745.

Bonnie Prince Charlie landde in Schotland in juli 1745. Vele Schotten steunden hem in zijn zaak. Al was hij katholiek, het huis Stuart was wel van Schotse afkomst. Hij versloeg de Britse troepen in september. Vervolgens probeerde hij Engeland binnen te trekken, maar daar stonden zelfs de katholieken niet positief tegen een invasie. De Franse Koning Lodewijk XV beloofde Bonnie Prince Charlie twaalfduizend mannen te sturen om daarmee de opstand te steunen, maar uiteindelijk ging dit niet door. Een Brits leger onder aanvoering van de Hertog van Cumberland dreef de Jacobitische manschappen terug naar Schotland. Op 16 april 1746 stonden Bonnie Prince Charlie en de Hertog van Cumberland tegenover elkaar tijdens de Slag bij Culloden, de laatste slag ooit gevochten op Brits grondgebied. De Jacobitische troepen werden verslagen en Bonnie Prince Charlie vluchtte terug naar Frankrijk, maar vele van zijn Schotse volgelingen werden door het Britse leger gevangengenomen en vermoord. Het Jacobitisme werd de kop in gedrukt, en er werd nooit meer een serieuze poging meer gedaan om het Huis Stuart te herstellen op de troon.

De oorlog in Europa ging ondertussen door. Uiteindelijk werd er in 1748 een einde gemaakt aan de Oostenrijkse Successieoorlog en Maria Theresia werd erkend als Aartshertogin van Oostenrijk, haar man Frans Stefanus van Lotharingen was in 1745 keizer geworden. Maria Theresia was echter teleurgesteld in Groot-Brittannië en noemde Groot-Brittannië zelfs onbetrouwbaar.

Voor de rest van zijn leven was de interesse van George II in de politiek niet echt groot en spendeerde hij er ook niet veel tijd aan. Toen de Prins van Wales plotseling stierf in 1751 volgde diens oudste zoon, Prins George, hem meteen op als Hertog van Edinburgh. De nieuwe Hertog werd niet lang daarna verheven tot Prins van Wales, kreeg daarna de positie als kroonprins en erkenning als opvolger van koning George II. Hoe dan ook, de douairière-Prinses van Wales, Augusta van Saksen-Gotha, vertrouwde de koning niet en hield prins George ver weg van zijn grootvader.

Eerste Minister Henry Pelham stierf in 1754 en werd toen opgevolgd door zijn broer, Thomas Pelham-Holles, de Hertog van Newcastle-upon-Tyne. Thomas Pelham-Holles werd op zijn beurt opgevolgd door William Cavendish, de Hertog van Devonshire in 1756. Een andere vermeldenswaardige Eerste Minister tijdens het bewind van George II was William Pitt de Oudere. William Pitt werd minister van buitenlandse zaken (in Engeland ook wel: Secretary of State for the Southern Department) in het kabinet van de Hertog van Devonshire, maar de koning was echter niet zo blij met zijn aanstelling. Dit kwam omdat William Pitt tegen de Oostenrijkse Successieoorlog was geweest, terwijl de koning juist ervoor was. Het koninklijk misnoegen werd alleen maar vergroot door de toespraken die William Pitt voerde in 1757. In april van hetzelfde jaar werd hij ontslagen, maar later liet de koning hem terugkomen. Rond dezelfde tijd werd ook de Hertog van Newcastle-upon-Tyne voor een tweede keer Eerste Minister.
De vier oudste kinderen van George II. Van links naar rechts, Prinses Anna, Prinses Caroline, Prins Frederik en Prinses Amelia

Als minister van buitenlandse zaken leidde William Pitt de Engelse politiek naar de Zevenjarige Oorlog. Deze oorlog werd ook wel gezien als het vervolg op de Oostenrijkse Successieoorlog. Maria Theresia van Oostenrijk, Aartshertogin van Oostenrijk, sloot een verdrag met de traditionele vijanden van Oostenrijk, het Russische Rijk van Tsarina Elisabeth en het Frankrijk van koning Lodewijk XV. Daardoor werden ook Rusland en Oostenrijk vijanden van Groot-Brittannië en Hannover. George II vreesde dat deze alliantie van Oostenrijk, Frankrijk en Rusland Hannover zou binnenvallen en daardoor sloot koning George II een verdrag met koning Frederik II van Pruisen. Groot-Brittannië, Hannover en Pruisen stonden tegenover de grote Europese mogendheden Oostenrijk, Frankrijk, Rusland Zweden (waar Adolf Frederik koning was) en het Keurvorstendom Saksen onder keurvorst Frederik Augustus II, eveneens koning van Polen. Daarentegen echter sloot het Koninkrijk Portugal van koning Jozef I zich aan bij Groot-Brittannië. De oorlog werd niet alleen gevoerd in Europa, maar ook in Noord-Amerika (waar de oorlog beter bekend staat als de Franse en Indiaanse Oorlog) en in India.

Geoge II stierf op 25 oktober 1760 nadat hij onwel geworden was op het toilet. Hij werd naar zijn bed gebracht en vroeg nog naar prinses Amelia, maar toen zij bij hem kwam was hij al overleden. Hij werd begraven in Westminster Abbey. Zijn kleinzoon volgde hem op als koning George III.
Heerlijkheid:
koning van Groot-Brittannië en Ierland en keurvorst van Hannover van 1727 tot zijn dood in 1760
George trouwde, 21 jaar oud, op zaterdag 22 augustus 1705 in Hannover met Caroline van Brandenburg-Ansbach, 22 jaar oud. Caroline is geboren op maandag 1 maart 1683 in Ansbach. Caroline is overleden op woensdag 20 november 1737 in Londen, 54 jaar oud.

Notitie bij Caroline: Markgravin Wilhelmina Charlotte Caroline van Brandenburg-Ansbach werd geboren in Ansbach een stad dat in die tijd in het vorstendom Brandenburg-Ansbach lag. Ze was de dochter van Markgraaf Johan Frederik van Brandenburg-Ansbach en diens tweede vrouw Eleonore van Saksen-Eisenach. Haar beide ouders stierven toen Caroline nog jong was. Ze groeide op als een intelligente, in cultuur geïnteresseerde en aantrekkelijke vrouw, en veel bekende mannen hebben ten huwelijk gevraagd.

Toen er de kans kwam om Koningin van Spanje te kunnen worden, weigerde Caroline dit aanbod, want dat betekende dat Caroline anders haar Protestantse geloof moest opgeven voor het Rooms-katholieke geloof, en dit kon zij niet doen. Niet lang daarna ontmoette zij en trad ze in het huwelijk met George Augustus, zoon van de Keurvorst van Hannover, George Lodewijk, later zou George Augustus de troon van het Koninkrijk Groot-Brittannië bestijgen als koning George II. Het huwelijk vond plaats in Hannover op 22 augustus 1705, en hun eerste kind en oudste zoon, Prins Frederick Louis, werd geboren op 1 februari 1707. Uit het huwelijk werden ook nog drie andere zoons geboren en vijf dochters.

Toen koningin Anna van Groot-Brittannië op 1 augustus 1714 stierf werd de vader van George koning als koning George I van Groot-Brittannië, Caroline’s man werd direct verheven tot Hertog van Cornwall, en werd niet lang daarna tot Prins van Wales gecreëerd, Caroline werd toen Prinses van Wales. Rond deze tijd verhuisde het paar naar Engeland.

Omdat de koning in 1694 zich had laten scheiden van zijn vrouw prinses Sophia Dorothea van Celle, was er geen koningin-gemalin in Groot-Brittannië en daardoor werd Caroline de belangrijkste vrouw in het Koninkrijk. Binnen drie jaar na hun komst naar Engeland, begon er een grote ruzie tussen Prins George en zijn vader koning George I, ten tijde van de doop van hun vijfde kind, prins George Willem in 1717. De koning, die de grootvader was van de nieuwe prins, stond er op dat Thomas Pelham-Holles, de Hertog van Newcastle-upon-Tyne de tweede peter werd van prins George Willem, in plaats van de jongere broer van George I, Ernst August van Hannover, de Hertog van York en Albany, die als favoriet diende van de Prins van Wales. Tijdens de ceremonie, beledigde Prins George de Hertog van Newcastle-upon-Tyne, een actie waarvoor hij tijdelijk gearresteerd werd, en hij werd verbannen van zijn vaders paleis St. James’s Palace, en werd verbannen van alle publieke ceremonies.

Caroline had een goede vriendschap opgebouwd met Sir Robert Walpole (een politicus). Hij was lange periodes Eerste Minister van Groot-Brittannië. Zijn invloed op de koning zorgde ervoor dat de Prins en Prinses van Wales hun positie en levensstijl konden behouden tijdens hun verbanning. Sir Robert Walpole speelde ook een grote rol in de verzoening tussen de koning, zijn zoon en schoondochter in 1720.

Koningin Caroline op jonge leeftijd

Caroline’s intelligentie was veel groter dan dat van haar man, George. Als jonge vrouw correspondeerde met Gottfried Wilhelm Leibniz, en veelzijdig Duits wiskundige, filosoof, logicus, natuurkundige, historicus, rechtsgeleerde en diplomaat en wordt beschouwd als een van de grootste denkers van de 17e eeuw, hij was vaak te zien aan het Hof in Hannover. Het huwelijk van George en Caroline was zeer succesvol, maar toch hield hij er meerdere maîtresses op na, wat eigenlijk heel normaal was voor die tijd. De meest bekende maîtresse van George was Henrietta Howard, Gravin van Suffolk. Zij was een van Caroline’s hofdames.

Caroline werd koningin-gemalin toen haar schoonvader, George I, op 10 juni 1727 overleed. In de jaren die daar op volgden waren Caroline en haar man (sinds 1727 George II) constant in gevecht tegen hun oudste zoon Frederik, prins van Wales, die was achtergelaten in Duitsland toen zij naar Engeland kwamen. Hij kwam naar Engeland in 1728, hij was in die tijd al lang volwassen (hij was 21 jaar), en hij had zichzelf zeer veel slechte gewoontes aangeleerd. Hij sloot zich aan bij de oppositie van zijn vader en diens politieke overtuigingen en toen hij getrouwd was eiste hij van het Parlement dat hij een groter jaarlijks bedrag kreeg, dat hem altijd was ontnomen. Ondanks dat Caroline persoonlijk haar nieuwe schoondochter, prinses Augusta van Saksen-Gotha had uitgekozen, was zij ervan overtuigd dat het huwelijk niet gelukkig zou worden. Het was dan ook een grote schok voor haar dat in 1736 bekend werd gemaakt dat prinses Augusta zwanger was. Een merkwaardige gebeurtenis volgde, waarbij de prins ontdekte dat zijn vrouw tijdens het begin van de bevalling uit het Hampton Court Palace in het holst van de nacht was gevlucht, om ervoor te zorgen dat de koningin niet aanwezig kon zijn bij de geboorte.

Koningin Caroline had een sterke positie, en ze werd verheven tot Bewaker van het Koninkrijk Groot-Brittannië en Zijne Majesteits Luitenant tijdens de afwezigheid van de koning, kortom Caroline regeerde als regentes het Koninkrijk tijdens de afwezigheid van haar man, als hij in Hannover was. Ook was Caroline co-erfgename van het Prinsdom Sayn-Altenkirchen, via haar moeder. Caroline’s grootmoeder regeerde als gravin over Sayn-Wittgenstein-Sayn-Altenkirchen, maar Caroline erfde nooit de titels. Haar kleinzoon, George III, werd hiervoor gecompenseerd in 1803.

Als koningin was ze voortdurend in de omgeving van artiesten, schrijvers en intellectuelen. Ze verzamelde ook veel juwelen, liet veel schilderijen maken en genoot van de kunst.

Er kwamen nog meer ruzies met haar zoon, zelfs na de geboorte van de dochter van de Prins van Wales, Prinses Augusta Charlotte in 1737, en er ontstond een volledige vervreemding tussen hen in de resterende maanden voor de dood van koningin Caroline.

Koningin Caroline stierf na complicaties van een breuk van de baarmoeder op 20 november 1737 en ze werd bijgezet in de Westminster Abbey te Londen. Georg Friedrich Händel componeerde een 10 coupletten lang lied voor de bijzetting van de koningin, The ways of Zion do mourn (Engels: Funeral Anthem for Queen Caroline). De koning regelde twee bij elkaar passende kisten, zodat wanneer de koning stierf (23 jaar later) ze samen konden liggen.

Koningin Caroline vroeg aan de koning om te hertrouwen, maar de koning reageerde als volgt: "Non, j’aurai des maîtresses!" (Frans voor: "Nee, ik zal maîtresses nemen!").

Samen met de volgende twee personen: Maria van Modena die onder andere verantwoordelijk wordt gehouden voor de Glorious Revolution en Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha die de volledige controle had over de buitenlandse politiek van koningin Victoria is het waarschijnlijk dat Caroline, Maria van Modena en Prins Albert de meest belangrijke gemalinnen en gemaal waren in de Britse geschiedenis.
Heerlijkheid:
koningin van Groot-Brittannië
Kinderen van George en Caroline:
1 Frederik, prins van Wales van Hannover, geboren op donderdag 20 januari 1707 in Hannover. Volgt 3.
2 Louise van Hannover, geboren op donderdag 7 december 1724 in Londen. Volgt 227.
3 Frederik, prins van Wales van Hannover is geboren op donderdag 20 januari 1707 in Hannover, zoon van George II van Groot-Brittannië (zie 2) en Caroline van Brandenburg-Ansbach. Frederik, is overleden op zaterdag 20 maart 1751 in London (GB), 44 jaar oud. Frederik, trouwde, 28 of 29 jaar oud, in 1736 met Augusta van Saksen-Gotha, 16 of 17 jaar oud. Augusta is geboren op donderdag 30 november 1719 in Gotha (D), dochter van Frederik II van Saksen-Gotha-Altenburg en Magdalena Augusta van Anhalt-Zerbst. Augusta is overleden op zaterdag 8 februari 1772 in London (GB), 52 jaar oud.
Kinderen van Frederik, en Augusta:
1 Augusta Frederika van Wales van Hannover, geboren op zaterdag 31 augustus 1737 in St. James’s Palace (Londen). Volgt 4.
2 George III van het Verenigd Koninkrijk, geboren op woensdag 4 juni 1738 in Londen. Volgt 35.
3 Eduard August van York, geboren op woensdag 25 maart 1739 in Norfolk House, Londen. Eduard is overleden op donderdag 17 september 1767 in Monaco, 28 jaar oud.
Notitie bij Eduard: De jonge prins werd gedoopt als prins Eduard August te Norfolk House door de bisschop van Oxford, Thomas Secker, later Aartsbisschop van Canterbury. Zijn peetouders waren koning Frederik Willem I van Pruisen (zijn plaats werd in genomen door Charles Douglas, de derde hertog van Queensberry), hertog Karel I van Brunswijk (hij werd vertegenwoordigd door Henry Brydges, tweede hertog van Chandos) en zijn tante aan moederskant hertogin Frederika van Saksen-Weißenfels (zij werd vertegenwoordigd door Lady Charlotte Edwin, een dochter van de wijlen hertog van Hamilton).

Hij kreeg de titel hertog van York en Albany en graaf van Ulster op 1 april 1760 van zijn grootvader aan vaderskant, koning George II van Groot-Brittannië. Tussen de dood van zijn grootvader op 25 oktober 1760 en de geboorte van zijn neefje, prins George Augustus van Groot-Brittannië, op 12 augustus 1762 was Eduard August de erfgenaam van de tronen van Groot-Brittannië en Ierland. Misschien om deze positie te versterken kreeg Eduard August een positie in de privy council van zijn broer in 1760.

Aan het einde van de zomer van 1767 was Eduard August op reis naar Genua en kwam hij aan in de haven van Monaco. Plotseling werd Eduard August ernstig ziek. Ondanks de goede zorg en aandacht die Eduard August kreeg stierf hij in het paleis van Vorst Honorius III van Monaco op 17 september 1767. Hij werd bijgezet in de Westminster Abbey.
4 Elisabeth Carolina van Wales, geboren op vrijdag 30 december 1740. Elisabeth is overleden op de 4e van een onbekende maand in 1759, 18 of 19 jaar oud.
5 Willem van Gloucester, geboren op donderdag 14 november 1743 in Londen. Volgt 221.
6 Hendrik Frederik van Cumberland, geboren op zondag 7 november 1745 in Londen. Volgt 223.
7 Louise Anne van Wales, geboren op zaterdag 8 maart 1749 in Londen. Louise is overleden op maandag 23 mei 1768, 19 jaar oud.
8 Frederik Willem van Wales, geboren op woensdag 13 mei 1750. Frederik is overleden op zondag 29 december 1765, 15 jaar oud.
9 Caroline Mathilde van Wales, geboren op vrijdag 11 juni 1751 in Londen. Volgt 224.
4 Augusta Frederika van Wales van Hannover is geboren op zaterdag 31 augustus 1737 in St. James’s Palace (Londen), dochter van Frederik, prins van Wales van Hannover (zie 3) en Augusta van Saksen-Gotha. Augusta is overleden op dinsdag 23 maart 1813 in Hanover Square (Londen), 75 jaar oud.
Notitie bij Augusta: Zij was een lid van de Britse koninklijke familie. Ze was een kleindochter van koning George II en een zuster van koning George III. Haar dochter, Caroline Amalia Elisabeth werd in 1795 uitgehuwelijkt aan de toekomstige koning George IV.

Haar vader was de toenmalige prins van Wales, Frederik Lodewijk, oudste zoon van koning George II en diens vrouw koningin Caroline van Brandenburg-Ansbach. Augusta’s moeder was de prinses van Wales, ook wel prinses Augusta van Saksen-Gotha.

Als een kleinkind in mannelijk lijn van de Britse monarch, kreeg zij als titel: Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Augusta Frederika van Wales bij haar geboorte. Ze was tweede in lijn van de troonopvolging, haar vader stond toen op nummer een.

In 1806 werd Augusta’s man, de hertog van Brunswijk (toen 71 jaar oud), aangewezen tot hoofd van het Pruisische leger. Frankrijk had namelijk in 1806 de oorlog aan Pruisen verklaard. Op 14 oktober van datzelfde jaar, tijdens de Veldslag bij Jena, versloeg keizer Napoleon I van Frankrijk het Pruisische leger. Op dezelfde dag tijdens de slag van Auerstadt werd de hertog van Brunswijk ernstig verwond en stierf enkele maanden later. De hertogin van Brunswijk, vluchtte vanuit haar geruïneerde paleis te Altona met haar twee zoons en haar schoondochter naar Augustenborg, een kleine stad ten oosten van Jutland.

De hertogin van Brunswijk verbleef daar samen met haar nichtje Louise Augusta van Denemarken, een dochter van haar zuster koningin Caroline Mathilde van Denemarken tot aan september 1807 toen koning George III haar toestemming gaf om terug te komen naar Londen. Ze ging wonen in Montague House, Blackheath, in Greenwich. Ze woonde daar samen een periode met haar dochter, prinses Caroline van Wales. De hertogin van Brunswijk leefde tot aan haar dood in Brunswick House, een naast gelegen woning in Blackheath. Ze stierf op 23 maart 1813 op 75-jarige leeftijd.
Augusta trouwde, 26 jaar oud, op maandag 16 januari 1764 in Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace in Londen. met Karel Willem Ferdinand van Brunswijk, 28 jaar oud. Zie 235 voor persoonsgegevens van Karel.
Kinderen van Augusta en Karel:
1 Augusta Caroline van Brunswijk, geboren op maandag 3 december 1764 in Brunswijk, Duitsland. Volgt 5.
2 Karel George August van Brunswijk-Wolfenbüttel, geboren op zaterdag 8 februari 1766 in Londen. Volgt 31.
3 Caroline Amalia Elisabeth van Brunswijk-Wolfenbüttel, geboren op dinsdag 17 mei 1768 in Brunswijk. Volgt 32.
4 George Willem Christiaan van Brunswijk, geboren in 1769. George is overleden in 1811, 41 of 42 jaar oud.
5 August van Brunswijk, geboren in 1770. August is overleden in 1822, 51 of 52 jaar oud.
6 Frederik Willem van Brunswijk-Lüneburg-Oels (de Zwarte Hertog) van Brunswijk, geboren op woensdag 9 oktober 1771 in Brunswijk. Volgt 34.
7 Amelia Caroline Dorothea Louise van Brunswijk, geboren in 1772. Amelia is overleden in 1773, 0 of 1 jaar oud.
5 Augusta Caroline van Brunswijk is geboren op maandag 3 december 1764 in Brunswijk, Duitsland, dochter van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk (zie 235) en Augusta Frederika van Wales van Hannover (zie 4). Augusta is overleden op zaterdag 27 september 1788 in Kasteel Lohde, Kullamaa, Estland, 23 jaar oud.
Notitie bij Augusta: Augusta Caroline werd geboren op 3 december 1764 als het oudste kind van Karel Willem Ferdinand, de hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel (1735-1806) en diens vrouw prinses Augusta Frederika van Hannover (1737-1813). Augusta Charlotte was de dochter van prins Frederik Lodewijk van Hannover, de toenmalige Prins van Wales en zijn vrouw prinses Augusta van Saksen-Gotha. Augusta Caroline was een achterkleindochter van de Britse koning George II en een nichtje van diens opvolger koning George III. Ze was ook de oudere zuster van Caroline van Brunswijk, die in 1795 zou trouwen met George van Wales, de latere koning George IV.

Frederik was erg gewelddadig tegenover zijn vrouw, en tijdens een reis naar Rusland in december 1786 vluchtte Augusta naar de appartementen van tsarina Catharina II van Rusland, schoonmoeder van Frederiks zuster Sophia Dorothea Augusta Louisa van Württemberg, of ook wel Maria Fjodorovna. Catharina hielp Augusta Caroline en verzocht Frederik vriendelijk om het Russische hof te verlaten. Maria Fjodorovna was woedend toen ze hoorde over de behandeling van haar broer door de tsarina.

Augusta’s vader, de hertog van Brunswijk, was minder sympathiek naar Augusta en Frederik toe. Augusta liet weten dat zij van Frederik wilde scheiden, maar haar vader verbood dit. Tsarina Catharina offreerde Augusta een van haar keizerlijke landerijen. Het kasteel Lohde in Estland werd voor Augusta Caroline opengesteld.

Augusta stierf aldaar op 27 september in 1788 op de leeftijd van 23 jaar. In 1797 trad Frederik in het huwelijk met haar nichtje, Charlotte de Princess Royal oudste dochter van koning George III van het Verenigd Koninkrijk.
Augusta trouwde, 15 jaar oud, op zondag 15 oktober 1780 in Brunswijk met Frederik I van Württemberg, 25 jaar oud. Frederik is geboren op woensdag 6 november 1754 in Trzebiatów. Frederik is overleden op woensdag 30 oktober 1816 in Stuttgart, 61 jaar oud. Frederik trouwde later op donderdag 18 mei 1797 in Londen met Charlotte Augusta Mathilda van Hannover (1766-1828), zie 38.
Notitie bij Frederik: Vanwege zijn omvang werd hij Dikke Frederik genoemd. Volgens Napoleon had god hem geschapen om te tonen hoever de menselijke huid kon uitrekken totdat hij barstte.

Frederik was van 1783 tot 1787 voor tsarina Catharina de Grote gouverneur-generaal van het Russische Finland. Hertogin Augusta kwam in deze periode (5 oktober 1828) onder onduidelijke omstandigheden om het leven in een slot in Letland nadat het echtpaar uit elkaar was gegaan. In 1797 hertrouwde Frederik in Londen met prinses Charlotte Augusta Mathilde van Groot-Brittannië en Ierland, dochter van koning George III en Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Na de dood van zijn vader werd hij op 23 december 1797 als Frederik II regerend hertog van Württemberg. Hij was machtsbewust en opvliegend, maar een vastberaden politicus. Hij regeerde op neo-absolutistische wijze en maakte een einde aan de macht van de stenden. In zijn zomerresidentie Slot Ludwigsburg te Ludwigsburg liet hij vele kamers in Empirestijl herinrichten.

In 1800 bezette het Franse leger Württemberg en Frederik en Charlotte vluchtten naar Wenen. Het jaar daarop kwam hij overeen dat Frankrijk Montbéliard zou krijgen in ruil voor Ellwangen. Op 25 februari 1803 werd hij keurvorst van Württemberg. Dankzij de Reichsdeputationshauptschluss van dat jaar (waarin het aantal Duitse vorstendommen flink werd teruggebracht) en de Vrede van Presburg van 1805 wist hij zijn land danig uit te breiden. Zijn nieuw verworven gebieden voegde hij samen in een staat met de naam Neuwürttemberg (Nieuw-Württemberg) die vanuit Ellwangen werd geregeerd. Württemberg werd meegesleept in de oorlogen van Napoleon en moest hem voorzien van hulptroepen. In oktober 1805 kwam Napoleon zelf naar Ludwigsburg om met de keurvorst te onderhandelen. Frederik zou zich hierbij zeer zelfbewust hebben gedragen.

Op 1 januari 1806 werd Frederik koning en op 12 juli werd hij lid van de Rijnbond. Zijn land werd weer flink uitgebreid en was nu bijna tweemaal zo groot als voor 1803. Württemberg was protestants maar omsloot ook grote katholieke regio’s. De koning streefde gelijke behandeling van de twee religies na. Alle gebieden werden nu samengevoegd en het bestuur werd ingrijpend gewijzigd. Frederik deed dit op op autoritaire wijze en zonder veel rekening te houden met de tradities van zijn nieuwe gebieden.

Aan de Russische veldtocht van 1812 namen 12.000 Württembergse soldaten deel, van wie er maar een paar honderd terugkeerden. In 1814 keerde Frederik zich tegen Napoleon en nam deel aan de oorlog tegen hem. De laatste jaren van zijn heerschappij werden overschaduwd door crises. Het volk eiste een constitutie, maar Frederiks voorstel werd afgekeurd. Na een kort ziekbed stierf hij op 30 oktober 1816 in Stuttgart. Hij werd begraven op slot Ludwigsburg en opgevolgd door zijn zoon Willem I.

De steden Friedrichshafen en Bad Friedrichshall zijn naar hem vernoemd.
Heerlijkheid:
als Frederik II van 1797 tot 1803 hertog, van 1803 tot 1806 als Frederik I keurvorst en van 1806 tot 1816 koning van Württemberg
Kinderen van Augusta en Frederik:
1 Willem I van Württemberg, geboren op donderdag 27 september 1781 in Lüben, Silezië. Volgt 6.
2 Augusta Sophia Dorothea Maria van Württemberg, geboren in 1783. Augusta is overleden in 1784, 0 of 1 jaar oud.
3 Catharina van Württemberg, geboren op vrijdag 21 februari 1783 in Sint-Petersburg. Volgt 23.
4 Paul Karel Frederik August van Württemberg, geboren op woensdag 19 januari 1785 in Sint-Petersburg. Volgt 24.
6 Willem I van Württemberg is geboren op donderdag 27 september 1781 in Lüben, Silezië, zoon van Frederik I van Württemberg en Augusta Caroline van Brunswijk (zie 5). Willem is overleden op zaterdag 25 juni 1864 in Stuttgart, 82 jaar oud.
Notitie bij Willem: Willem ging in 1800 als vrijwilliger in het Oostenrijkse leger en leefde daarna van 1806 tot 1812 als kroonprins teruggetrokken in Stuttgart. In 1808 trouwde hij met prinses Caroline Charlotte Augusta, dochter van koning Maximiliaan I van Beieren, maar hij liet zich in 1814 van haar scheiden. In 1816 trouwde hij met grootvorstin Catharina Pauwlona, dochter van tsaar Paul I van Rusland en weduwe van prins George van Oldenburg. Zij stierf al in 1819

Na de dood van zijn vader werd Willem op 30 oktober 1816 de tweede koning van Württemberg. Hij kondigde een amnestie af, verlaagde de belasting en stelde in september 1819 na veel discussie een grondwet in. Zijn kroning viel in een periode van sterke economische crisis (misoogsten en prijsstijgingen). De nieuwe koning stelde ter herinnering aan zijn overleden vader een ridderorde, de Frederiks-Orde (Duits: "Fiedrichs-Orden") in. Hij was zeer geïnteresseerd in landbouw en werd ook wel koning der boeren genoemd. Als gepassioneerd paardenfokker stimuleerde hij de landbouw (en dan met name de wijnbouw) aanzienlijk en kocht van zijn privé-vermogen grote lappen grond die hij als modelboerderijen liet functioneren. Koning Willem liet in het buitenland runderen en schapen kopen om die in Württemberg te fokken. Beroemd waren zijn Arabische hengsten. Hij liet in Bad Cannstatt een "tuinhuis met woongebouwen en sierplantenkassen in Moorse stijl" bouwen, de huidige dierentuin annex hortus botanicus Wilhelma.

Het revolutiejaar 1848 liet ook Württemberg niet onberoerd, hoewel er in het koninkrijk geen geweld werd gepleegd. Willem moest minister Johannes Schlayer van Binnenlandse Zaken en andere ministers ontslaan en nam mensen met meer liberale ideeën aan. Hij vaardigde een democratische constitutie uit, maar toen de revolutie was weggeëbd ontsloeg hij de liberale ministers en nam de oude regering weer aan. De grondwet van 1819 werd weer hersteld.

Willem I stierf op 25 juni 1864 op slot Rosenstein in Cannstatt. Zijn graf bevindt zich in het mausoleum (de Grabkapelle) op de Württemberg in Stuttgart-Rotenberg dat hij voor zijn tweede echtgenote Catharina Paulowna had laten bouwen. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Karel I.
Heerlijkheid:
van 1816 tot 1864 koning van Württemberg
Willem:
(1) trouwde, 26 of 27 jaar oud, in 1808 met Carolina Charlotte Augusta van Beieren, 15 of 16 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1814. Carolina is geboren op woensdag 8 februari 1792 in Mannheim. Carolina is overleden op zondag 9 februari 1873 in Wenen, 81 jaar oud. Carolina trouwde later op vrijdag 18 oktober 1816 met Frans II Jozef Karel van Habsburg-Lotharingen van het Heilige Roomse Rijk (1768-1835).
Notitie bij Carolina: Zij was het vierde kind uit het eerste huwelijk van de Beierse koning Maximiliaan I met Augusta Wilhelmina van Hessen-Darmstadt. Haar oudere broer was de latere koning Lodewijk I.

Toen Charlotte Auguste vier jaar oud was, overleed haar moeder. Vrij kort daarna hertrouwde haar vader met Caroline, markgravin van Baden. Zij kreeg een goede, nadrukkelijk katholieke opvoeding. Om te ontkomen aan een verbinding met het Huis Bonapart verbond de zestienjarige prinses zich op 8 juni 1808 met de elf jaar oudere kroonprins van Württemberg, Willem. De prinses behield haar katholieke geloof. Het huwelijk bleek een volslagen mislukking. In de acht jaar dat het duurde was de echtgenoot vaak afwezig, op reis (vaak naar Kassel waar hij een relatie had met een mooie hofdame van zijn zuster Catharina) of in een oorlog. Charlotte leefde intussen in Stuttgart, waar ze gewaardeerd werd door haar schoonouders. In 1814 verzocht het paar om ontbinding van het huwelijk vanwege wederkerige weerzin en omdat het niet geconsummeerd zou zijn. Een door koning Frederik benoemd huwelijksgerecht verklaarde het huwelijk ondanks verzet op 23 augustus 1814 voor ongeldig. Het argument dat het huwelijk om politieke redenen was gesloten en dus zonder instemming van de betrokkenen, werd door koning Frederik nadrukkelijk van de hand gewezen. De aansluitende procedure bij de Sacra Rota legde de schuld enkel neer bij de kroonprins, die een intiem samenzijn met het door hem als onaantrekkelijk beschouwde meisje had vermeden en vanaf het begin een schijnhuwelijk had gevoerd om persoonlijke vrij te zijn. Op aanwijzing van koning Frederik kreeg Charlotte tot een nieuw huwelijk een jaarpensioen van 40.000 gulden.

Op 18 oktober 1816 trouwde de prinses de twee keer zo oude Oostenrijkse keizer Frans I, die reeds drie keer weduwnaar was geworden. Als teken van een nieuw begin voerde de prinses voortaan de Duitse naam Caroline. Zij was een goede stiefmoeder voor de kinderen uit de eerdere huwelijken van de keizer en ze vergrootte door haar huismoederlijk optreden de populariteit van het Weense hof. Het harmonische huwelijk bleef kinderloos. Keizerin Charlotte zette zich in voor tal van liefdadigheidsprojecten en bleef, ook na de dood van haar man in 1835, als keizerin-weduwe een representante van het keizerlijk huis. Ze kreeg de bijnaam "moeder van de armen".
(2) trouwde, 34 jaar oud, op woensdag 24 januari 1816 in Sint-Petersburg met Catharina Paulowna van Romanov-Holstein-Gottorp van Rusland, 27 jaar oud. Catharina is geboren op woensdag 21 mei 1788 in Sint-Petersburg, Rusland, dochter van Paul I Petrovitsj van Rusland en Sophia Dorothea Augusta Louisa ( Maria Fjodorovna ) van Württemberg. Catharina is overleden op dinsdag 19 januari 1819 in Stuttgart, Württemberg, 30 jaar oud.
Notitie bij Catharina: Catharina werd geboren op 21 mei 1788 tijdens de regering van haar grootmoeder, tsarina Catharina II van Rusland. De tsarina was de moeder van Catharina’s vader en dus haar grootmoeder. Haar grootvader aan vaderskant was tsaar Peter III van Rusland. Haar grootouders aan moederskant waren hertog Frederik Eugenius van Württemberg en hertogin Frederika van Brandenburg-Schwedt. Ze had een gelukkige jeugd en haar opvoeding werd zorgvuldig uitgezocht door haar moeder. Ze kreeg de beste opvoeding die in die tijd mogelijk was. Catharina was zeer hecht met haar broers en zussen vooral met haar oudere broer grootvorst Alexander Pavlovitsj. Voor de rest van hun leven zouden de beiden een goede vriendschap blijven onderhouden. Er werd gezegd dat zij een van de weinige mensen was die Alexander onvoorwaardelijk vertrouwde en dat Catharina zijn lievelingszuster was. De brieven die Alexander naar Catharina stuurde stonden vol met verheerlijkheden: "Ik ben de jouwe, mijn hart en ziel behoort aan jou, de rest van mijn leven", "Hoe meer dagen er passeren, hoe meer ik jou lief heb" en "meer lief hebben dan ik jou lief heb is niet mogelijk". Catharina was ook haar moeders favoriete dochter.

Catharina had twee oudere broers grootvorst Alexander Pavlovitsj (1777-1825) die later tsaar Alexander I werd en huwde met prinses Louise van Baden en grootvorst Constantijn Pavlovitsj (1779-1831) hij was een periode onderkoning van Polen en hij trouwde met Juliana van Saksen-Coburg-Saalfeld. Ze had ook drie oudere zussen grootvorstin Alexandra Paulowna (1783-1801) die in het huwelijk trad met aartshertog Jozef van Oostenrijk, grootvorstin Helena Paulowna (1784-1803) die huwde prins Frederik Lodewijk van Mecklenburg-Schwerin en grootvorstin Maria Paulowna (1786-1859) zij huwde groothertog Karel Frederik van Saksen-Weimar-Eisenach. Catharina was een oudere zus van de grootvorstin Olga (1792-1795) stierf op jonge leeftijd en grootvorstin Anna Paulowna (1795-1865) zij huwde koning Willem II der Nederlanden. En ze had ook twee jongere broertjes de grootvorst en latere tsaar Nicolaas Pavlovitsj (1796-1855) hij huwde prinses Charlotte van Pruisen en grootvorst Michaël Pavlovitsj (1798-1849) hij huwde prinses Helena Charlotte van Württemberg.

Nadat de Franse keizer Napoleon I Bonaparte was gescheiden van zijn eerste vrouw, keizerin Joséphine wilde hij graag trouwen met een zus van tsaar Alexander I. Napoleon had zijn ogen laten vallen op grootvorstin Catharina en haar jongere zuster Anna. Op deze manier probeerde Napoleon de Russen voor zich te winnen. Maar toen Catharina’s familie hoorde van dit idee, waren ze vol afschuw. En de oud-tsarina, Maria Fjodorovna, arrangeerde meteen een huwelijk voor haar dochter met hertog George van Oldenburg. De Franse keizer trad later in het huwelijk met aartshertogin Marie Louise van Oostenrijk de oudste dochter van de latere bondgenoot van Rusland, keizer Frans I van Oostenrijk.

Catharina was mooi en meeslepend, en ze werd voor het eerst uitgehuwelijkt aan haar neef, George van Oldenburg, op 3 augustus 1809. Ook al was hun huwelijk gearrangeerd, Catharina was erg toegewijd aan haar man. George was de tweede zoon van Peter I, de hertog van Oldenburg en er werd gezegd dat hij zeer lelijk was. Maar Catharina was zeer aan haar man gehecht en hield zielsveel van hem. Zijn dood op 27 december 1812 aan tyfus deed haar dan ook zeer veel pijn. De weduwe Catharina reisde samen met haar broer, Alexander en zus Maria naar Engeland om daar de Prince Regent George van het Verenigd Koninkrijk te ontmoetten. Tijdens het Congres van Wenen zagen ze de Prince Regent weer.

Het was in Engeland waar Catharina kroonprins Willem van Württemberg ontmoette. Het was liefde op het eerste gezicht voor het koppel. Hoe dan ook Willem was in die tijd gehuwd met de mooie prinses Caroline Charlotte van Beieren. Maar zijn liefde voor Catharina was zo groot dat hij zich van Caroline Charlotte liet scheiden. Niet lang daarna traden Willem en Catharina in het huwelijk op 24 januari 1816 te Sint-Petersburg. Toen haar man op 30 oktober 1816 de nieuwe koning van Württemberg werd, als Willem I, werd Catharina de nieuwe koningin als koningin Catharina. Ze zette zich vooral in voor liefdadigheidswerk in haar nieuwe vaderland. Catharina richtte verschillende instanties op die opkwamen voor het goede van de gewone burgers.

Catharina stierf in januari 1819 aan erysipelas dat werd versneld door een longontsteking. Na haar dood bouwde haar man het mausoleum te Stuttgart-Rotenberg in haar naam. Na haar dood trad Willem in het huwelijk met Pauline van Württemberg.
(3) trouwde, 38 jaar oud, op zaterdag 15 april 1820 met Pauline Therese van Württemberg, 19 jaar oud. Pauline is geboren op donderdag 4 september 1800 in Riga, Letland, dochter van Lodewijk van Württemberg en Henriëtte van Nassau-Weilburg. Pauline is overleden op maandag 10 maart 1873 in Stuttgart, Duitsland, 72 jaar oud.
Notitie bij Pauline: Pauline Therese Luise groeide als de derde van vijf zusters op in Riga, waar haar vader in Russische dienst gouverneur van Lijfland was. Ook verbleef ze veel op het landgoed Wurtzau in Koerland. Vanaf 1806 woonde de familie weer in Stuttgart en Ludwigsburg en vanaf 1811 in Kirchheim unter Teck, waar haar vader rentenierde. Pauline kreeg een zorgvuldige opvoeding, onder andere muziekles van Carl Maria von Weber, die secretaris was van haar vader. Na de dood van haar vader begeleidde ze haar moeeer op een reis van een jaar naar Italië in 1817/18.

Op 19-jarige leeftijd trouwde ze op 15 april 1820 met haar neef koning Willem I van Württemberg, na de tragische dood van diens tweede vrouw Catharina. Ze werd veel vergeleken met haar belangrijke voorgangster, op wie ze ook leek. Zij heeft hier haar hele leven onder geleden, omdat het de ontwikkeling van haar eigen persoonlijkheid hinderde.

De jonge koningin vervulde haar representatieve taken goed. Zij vergezelde de koning op veel van zijn reizen. In Parijs werd ze bewonderd als de mooie Stuttgartse. Het deerde haar niet dat de koning afstandelijk was, een gevolg van een gebrekkige ontwikkeling tijdens zijn jeugd. Pas toen de koning in de dertiger jaren een vaste relatie aanging met de hof-toneelspeelster Amalie van Stubenrauch, liep het huwelijk spaak. Hoewel de schijn naar buiten toe werd opgehouden, bleef de affaire niet verborgen. Niet alleen de familie, maar ook het hof viel uiteen in twee partijen. De beide reeds volwassen dochters kozen partij voor vader. Pauline trok zich terug in de familiekring. Alleen als de koning op reis was, representeerde zij het hof. Haar laatste levensjaren bracht ze door op haar landgoed Seefeld bij Rorschach in Zwitserland.

Na de dood van Willem bleek ze onterfd te zijn. de laatste rustplaats van Willem was naast haar voorgangster. Toen ze op 72-jarige leeftijd te Stuttgart overleed, was er voor haar na een veertigjarig huwelijk slechts een eenzaam graf.
Kinderen van Willem en Catharina:
1 Marie Friederike Charlotte van Württemberg, geboren op woensdag 30 oktober 1816 in Stuttgart. Marie is overleden op dinsdag 4 januari 1887 in Stuttgart, 70 jaar oud.
Notitie bij Marie: Marie werd op de dag van de troonsbestijging van haar ouders geboren. De opvoeding van de zusjes was gedegen. Marie was een lieflijke, tedere verschijning....in hoge mate bekoorlijk, daarbij was ze door de erfenis van haar moeder zeer vermogend. Op 19 maart 1840 sloot ze een huwelijk uit genegenheid met graaf Alfred Karel Frans van Neipperg onder behoud van titel en rang binnen het koninklijk huis en onder strikt huwelijkse voorwaarden. Haar echtgenoot werd gekarakteriseerd als ontwikkeld en kunstzinnig, maar ook als eigenzinnig. De graaf zou door grove meedogenloosheid zijn onafhankelijkheid van zijn echtgenote hebben onderstreept. Het paar leefde in een kinderloos huwelijk op afstand. Marie woonde in Stuttgart samen met haar zuster Sophie in het hun eigendom zijnde Wilhelmspaleis. Zij ging in de zomer tijdelijk met haar gevolg naar het familiebezit van Neipperg in Schwaigern. In 1853 stortte graaf Alfred tijdens de gemzenjacht bij Bregenz van grote hoogte naar beneden en kreeg zodanig hersenletsel, dat hij de rest van zijn leven in een krankzinnigengesticht in Winnenden verbleef. Hij overleed daar in 1865. Het huwelijksverloop en een aangetaste gezondheid veranderden de oorspronkelijk begaafde en aardige persoonlijkheid in een ongenietbaar persoon. Maria deed in de tweede helft van haar leven veel aan liefdadigheid.
2 Sophie Frederika Mathilde van Württemberg, geboren op woensdag 17 juni 1818 in Stuttgart. Volgt 7.
Kinderen van Willem en Pauline:
3 Catharina Frederika van Württemberg, geboren op vrijdag 24 augustus 1821 in Stuttgart. Volgt 8.
4 Karel Frederik Alexander van Württemberg, geboren op donderdag 6 maart 1823 in Stuttgart. Karel is overleden op dinsdag 6 oktober 1891 in Stuttgart, 68 jaar oud.
Notitie bij Karel: Hij studeerde in Berlijn en Tübingen. Op 13 juli 1846 trad hij in het huwelijk met grootvorstin Olga Nikolajevna, dochter van tsaar Nicolaas I.

Met de dood van zijn vader werd Karel op 25 juni 1864 koning van Württemberg en werd meteen voor grote moeilijkheden gesteld. Willem I had in de strijd tussen Oostenrijk en Pruisen over de Duitse heerschappij steeds de kant van Oostenrijk gekozen en Karel zette dit beleid voort. In 1866 trok hij voor Oostenrijk ten strijde, maar werd drie weken later na de Slag bij Königgrätz in Tauberbischofsheim verslagen. Württemberg was nu aan de genade van Pruisen overgeleverd en het noorden van het land werd bezet. In augustus 1866 sloten de landen echter vrede en de koning kwam er met een schadeloosstelling van 8.000.000 gulden van af. Er werd een geheim offensief en defensief verdrag gesloten tussen Pruisen en de Zuid-Duitse staten. Op het eind van deze strijd volgde een hernieuwde roep om democratie, maar deze had geen daadwerkelijke resultaten.

Aan de kant van de katholieken en de democraten heersten er sterke anti-Pruisische sentimenten, maar Württemberg streed in de Frans-Pruisische Oorlog van 1870 wel aan de kant van Pruisen. Het werd in 1871 lid van het Duitse Keizerrijk dat werd opgezet onder de Pruisische koning Wilhelm I. Het land behield echter de controle over de eigen posterijen, telegrafie en spoorwegen en had enkele privileges wat betreft de belastingen en het leger. De tien jaar die volgden waren een periode van enthousiaste loyaliteit aan de nieuwe orde. Het volk eiste constitutionele hervormingen. Karel en zijn ministers wilden de conservatieve elementen in de regering versterken en voerden slechts enige kleine wetswijzigingen door.

Koning Karel stierf op 6 oktober 1891 plotseling. Uit zijn huwelijk met Olga werden geen kinderen geboren. Dit kwam waarschijnlijk vanwege de homoseksuele geaardheid van Karel. Daarom werd hij opgevolgd door zijn neef koning Willem II. Echter hadden Karel en Olga wel Vera Konstantinova geadopteerd. Vera was de tweede dochter van grootvorst Constantijn Nikolajevitsj en grootvorstin Alexandra Josipovna. Constantijn was een jongere broer van koningin Olga.
5 Auguste Wilhelmine Henriette van Württemberg, geboren op woensdag 4 oktober 1826 in Stuttgart. Volgt 13.
7 Sophie Frederika Mathilde van Württemberg is geboren op woensdag 17 juni 1818 in Stuttgart, dochter van Willem I van Württemberg (zie 6) en Catharina Paulowna van Romanov-Holstein-Gottorp van Rusland. Sophie is overleden op zondag 3 juni 1877 in Den Haag, 58 jaar oud.
Notitie bij Sophie: Prinses Sophie werd geboren in Stuttgart als dochter van koning Willem I van Württemberg en grootvorstin Catharina Paulowna van Rusland, een dochter van tsaar Paul I. Sophie en Willem (zoon van de zus van Catharina, Anna Paulowna) waren dus volle neef en nicht. Kort na de geboorte van Sophie overleed haar moeder, waarna ze door haar tante Catharina van Württemberg werd opgevoed. Sophie ontmoette de Nederlandse erfprins voor het eerst in 1838 nadat tot een huwelijk tussen hen beiden al was besloten door beide vaders. Prins Willem was meteen verliefd, maar omgekeerd zag Sophie niets in hem. Ze trachtte zich nog tegen het huwelijk te verzetten, maar tevergeefs. Haar vader vond Willem een uitstekende partij voor zijn jongste dochter uit zijn eerste huwelijk, en Willem wilde evenmin afzien van de verbintenis. Willems vader, koning Willem II had persoonlijke redenen om te volharden. Hijzelf had moeten meemaken hoe - in 1814 - prinses Charlotte van Wales een verloving met hem verbrak. Hij wilde niet aanvaarden dat het huis van Oranje nogmaals de schande van een verbroken verloving zou meemaken. Overigens was Willems moeder, Anna Paulowna, sterk tegen het huwelijk gekant. Zij had ten eerste altijd een moeizame relatie gehad met haar zuster, Sophies moeder, en in de tweede plaats werd in de Russisch-orthodoxe kerk een huwelijk tussen neef en nicht gezien als een bloedschande.

Terwijl hij tal van buitenechtelijke relaties aanknoopte, liet zij blijken dat ze hem haar mindere vond en zichzelf ook meer geschikt achtte als regentes. Sophie was in intellectueel opzicht veruit de meerdere van haar echtgenoot en steunde de liberale leider Thorbecke, terwijl haar man deze professor verafschuwde.
Het huwelijk was dan ook geen succes. Sophie probeerde van haar man te scheiden. Met een beroep op het landsbelang werd dit geweigerd. In 1855 werd echter tussen Willem en de Koning van Würtemberg een overeenkomst gesloten volgens welke het koninklijk paar gescheiden van tafel en bed verder zou leven. In het paleis Noordeinde had Sophie haar eigen vertrekken, en de zomers bracht de koningin door op Huis ten Bosch.

Internationale contacten
Koningin Sophie correspondeerde met diverse Europese geleerden en staatslieden en onderhield warme banden met Napoleon III, die via haar vaders zuster familie was. Zij schreef artikelen die gepubliceerd werden in het prestigieuze tijdschrift "Revue des Deux Mondes". Haar brieven aan Lady Malet werden door Hella Haasse vertaald en bewerkt, en verschenen onder de titel Een vreemdelinge in Den Haag (1984).
Haar persoonlijkheid en haar jeugd beschreef zij zelf in haar "Jeugdherinneringen in Biedermeierstijl" (1984), oorspronkelijk geschreven ten behoeve van haar goede vriend Lord Clarendon toen hij haar overleden vader als raadgever was opgevolgd.

Beschermvrouwe
Zij was een regelmatig bezoeker van Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio te Den Haag. De schilder, etser en lithograaf Andreas Schelfhout maakte zich bij haar populair door tijdens zijn bezoeken aan haar hof haar echtgenoot te parodiëren. Koningin Sophie was sinds 1871 beschermvrouwe van de Algemeen Nederlandsche Vrouwenvereniging Arbeid Adelt van Betsy Perk en de Dierenbescherming. In 1873 stelde zij een prijs beschikbaar voor een loterij ten behoeve van de bouw van de Vondelkerk, toen deze na financiële tegenslagen was stilgelegd.

Overlijden en bijzetting
Koningin Sophie overleed op 58-jarige leeftijd op paleis Huis ten Bosch. Conform haar wens werd zij niet gebalsemd (als een van de weinige Oranjes) en in haar trouwjurk gehuld, omdat volgens eigen zeggen haar leven al geëindigd was op haar trouwdag
Heerlijkheid:
prinses van Württemberg, van 1849 tot haar overlijden in 1877 koningin der Nederlanden
Sophie trouwde met Willem III Alexander Paul Frederik Lodewijk der Nederlanden. Willem is geboren op woensdag 19 februari 1817 in Brussel, zoon van Willem II Frederik George Lodewijk (de Held van Waterloo en Slender Billy) der Nederlanden en Anna Paulowna van Rusland. Willem is overleden op zondag 23 november 1890 in Het Loo, 73 jaar oud. Willem trouwde later op dinsdag 7 januari 1879 met Adelheid Emma Wilhelmina Theresia van Waldeck-Pyrmont (1858-1934).
Notitie bij Willem: Hij werd geboren in Brussel, als zoon van koning Willem II en Anna Paulowna, de zuster van de Russische tsaar Alexander I. De geboorte vond plaats in de Wetstraat, in een zijvleugel van de toenmalige Staten-Generaal van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden, nu het federale parlement van België.

Willem trad op 18 juni 1839 in het huwelijk met zijn volle nicht Sophie van Württemberg, de dochter van koning Willem I van Württemberg en Catharina Paulowna (Catharina was de zus van de moeder van Willem III, Anna Paulowna). Het werd een slecht huwelijk, mede door Willems nauwelijks verholen buitenechtelijke affaires en seksuele uitspattingen, die de New York Times ertoe brachten hem "de meest losbandige figuur van onze tijd" te noemen. De weinig tolerante en zeer ambitieuze houding van zijn echtgenote deed de rest. In 1851 werd door zijn schoonfamilie een poging gedaan het huwelijk te ontbinden. Dat mislukte, en sindsdien leefde het paar gescheiden van tafel en bed.

Tweede huwelijk
Na het overlijden van Sophie in 1877 zat Willem verlegen om een nieuwe echtgenoot. De kans leek groot dat zijn zoons ongehuwd zouden blijven, waardoor zijn dynastie zou uitsterven. Willem III’s relaties met het Amerikaanse barmeisje Elisa Parker en met Leonora d’Ambre, een Parijse operazangeres, haalden zelfs de nieuwsbladen. Laatstgenoemde zou hij zelfs serieus hebben overwogen te trouwen. Uiteindelijk wisten ministers hem te bewegen een, destijds niet meer dan gebruikelijke, adellijke echtgenote te zoeken. De eerste kandidaten voor een huwelijk met de bejaarde monarch waren zijn nicht Elisabeth van Saksen-Weimar en de Deense prinses Thyra, doch beiden bedankten voor de ee. Daarna viel zijn oog al snel op prinses Pauline, dochter van vorst George Victor van Waldeck-Pyrmont en Helena van Nassau-Weilburg. Hij overwoog haar te trouwen maar nadat de vorst ten huize van Waldeck-Pyrmont kennismaakte met het gezin klikte het meer met diens drie jaar jongere zuster Emma van Waldeck-Pyrmont, waarna zij besloten te trouwen. De 61-jarige Willem trouwde op 7 januari 1879 te Arolsen met haar. De festiviteiten voor het huwelijk werden in Nederland al snel afgebroken wegens het overlijden van ’s konings broer prins Hendrik op 13 januari. Hij zou bij het huwelijk als getuige optreden, maar moest wegens ziekte (de mazelen) verstek laten gaan.

Volgens sommigen staat het vaderschap van Willem III ter discussie; hij zou op latere leeftijd wegens syfilis geen kinderen hebben kunnen verwekken. Als natuurlijke vader van Wilhelmina werd o.a. S.M.S. de Ranitz (1846-1916) genoemd. Deze was particulier secretaris van koningin Emma en werd later bij Koninklijk Besluit als Jonkheer in de adelstand verheven. Voor deze speculaties bestaat echter geen enkel doorslaggevend bewijs en ze moeten voornamelijk beschouwd worden als reacties op het onaangename karakter van de koning. Emma zou bovendien volgens ingewijden in de Koninklijke Familie niet het type zijn geweest om haar echtgenoot te bedriegen.

Indien Willem III zonder kinderen was komen te overlijden zou hij naar alle waarschijnlijkheid zijn opgevolgd door zijn zuster Sophie, waarbij na haar overlijden zij vermoedelijk zou worden opgevolgd door haar oudste dochter Marie Anna Alexandrine Sophie van Saksen-Weimar-Eisenach, aangezien haar enige zoon al regerend vorst over een ander land was en als zodanig niet voor Nederlandse troon in aanmerking kwam. Op de manier zou het huis Reuss het Nederlands koninklijk huis geworden zijn.

Willem III had grote moeite met de beperking van de koninklijke macht zoals deze onder het bewind van zijn vader in 1848 met de grondwetswijziging van Thorbecke tot stand was gekomen. Een koning behoorde naar zijn mening ’vast als een rots’ zelf te regeren. Uit protest tegen de grondwetswijziging vertrok de troonopvolger naar Engeland, waar hij verbleef toen zijn vader in 1849 plotseling overleed. De eerste twintig jaar van zijn regering kenmerken zich door weerstand tegen de constitutionele monarchie, waarbij de koning zich overigens telkens conformeerde.

Een voorbeeld van de eigenzinnige constitutionele rol die de koning aanvankelijk speelde is de commotie rond de Aprilbeweging in 1853. Het zittende kabinet onder leiding van Thorbecke had een neutraal antwoord voorgesteld. De scheiding van kerk en staat betekende immers dat de regering geen zeggenschap zou hebben over de wens van de katholieken om zich in bisdommen te organiseren. De koning hield, toen men hem in Amsterdam een anti-katholieke petitie aanbood, een gloedvolle rede die de hoogopgelopen gemoederen overigens ook onmiddellijk deed bedaren. Toen de koning niet bereid was om op zijn weigering terug te komen om het kabinets- dus regeringsstandpunt uit te dragen, trad de ministerraad af.

Luxemburgse kwestie
In 1866 viel de Duitse Bond uiteen en kwam de Noord-Duitse Bond tot stand, waarvan Luxemburg en Limburg geen deel meer zouden uitmaken. Willem was toen bereid het groothertogdom aan keizer Napoleon III van Frankrijk te verkopen met stilzwijgende instemming van de Pruisische premier Bismarck. Toen deze transactie echter in de openbaarheid kwam, verklaarde Bismarck dat verkoop als reden tot oorlog beschouwd zou worden. Op het Congres van Londen van 1867 ter regeling van de Luxemburgse kwestie werd overeengekomen dat Luxemburg patrimoniaal eigendom van het huis (Oranje-)Nassau zou blijven, echter wel als politiek neutraal gebied. De Pruisische troepen werden dan ook teruggetrokken uit de vesting en de burcht van Luxemburg werd afgebroken. In 1868 kreeg Luxemburg ook nog een nieuwe grondwet.

Willem III was in zijn latere jaren niet geliefd, en werd (zelfs in een openlijke publicatie, een anti-monarchistische brochure) Koning Gorilla genoemd vanwege zijn bij gelegenheid boerse uitvallen. Het volk respecteerde hem wel, hoewel hij zich vaak niet koninklijk gedroeg. Willem was zijn leven lang driftig, egoïstisch en boosaardig geweest, maar door zijn grillige karakter kon hij soms ook onverwacht vriendelijk en royaal uit de hoek komen.

Voorbeelden van ’s konings onhebbelijke natuur zijn door de leden van zijn hofhouding goed gedocumenteerd. Zo liet hij lakeien een lucifer afsteken om de koninklijke sigaar aan te steken. Wanneer de lucifer brandde talmde de koning zolang dat de lakei, om brandblaren te voorkomen, de lucifer moest doven. Dat gaf de koning dan de gelegenheid om de lakei met twee weken inhouding van salaris te straffen. De hofcommissie maakte geregeld bezwaar tegen de onredelijke en kleingeestige straffen die de vorst te pas en te onpas uitdeelde. Lord Clarendon, de Britse minister van Buitenlandse Zaken, legde vast dat de koning op een receptie niets anders deed dan "op iedereen die hij sprak vitten en mopperen", maar hij vervolgt met de vaststelling "dat niemand zich daar iets van aantrok".

De consequenties van de koninklijke woedeaanvallen waren ernstiger, al werd het koninklijke bevel om de burgemeester van de residentie te arresteren en daarna te fusilleren door al zijn ondergeschikten genegeerd. Een jonge officier die een rijtuig waarin de koning incognito reed niet groette werd voor straf kromgesloten en minister van Oorlog Weitzel merkte in zijn dagboek op dat "de prikkelbaarheid van Zijn hoog oplopend karakter en Zijne autocratische neigingen met de jaren schijnen toe te nemen" en dat "in het openbaar en vooral ten aanzien van hoger en lager geplaatste officieren ergerlijke tonelen plaatsvinden die door de pers steeds met de mantel der liefde worden bedekt". Toch waren deze "zozeer bekend dat zij in het leger velen verbitterden en van de koning vervreemdden".

De gezondheid van de koning ging in oktober 1888 sterk achteruit. In mei van dat jaar liet het koninklijk gezin de drukte van Den Haag achter zich en trok zich terug in Het Loo. Daar verslechterde Willems toestand dermate dat hij niet meer in staat was om te regeren. De koning leed aan ernstige nierziekte en raakte zozeer in de war dat hij staatsstukken ging ondertekenen met zelfverzonnen pauselijke namen. Ook hield hij vanaf zijn ziekbed hele toespraken en moest er altijd iemand van de hofhouding in de buurt blijven, omdat hij bang was dat men hem in zijn slaap zou vermoorden. Zijn vrouw Emma werd daarom tenslotte op 14 november 1890 met algemene stemmen door de in verenigde zitting bijeengekomen Staten-Generaal benoemd tot regentes en op 20 november in Den Haag beëdigd. Dit regentschap duurde slechts negen dagen, want op 23 november 1890 overleed de vorst, 73 jaar oud. Het koningschap ging toen over op de tienjarige prinses Wilhelmina, waarbij Emma opnieuw tot regentes werd benoemd. Het Groothertogdom Luxemburg ging conform de Nassause "Erbverein" naar de andere linie van het Huis Nassau omdat volgens huisrecht alleen mannelijke afstammelingen erfgerechtigd waren voor Nassaugoederen (zie ook bij Salische Wet).

De bijzetting van de overleden koning op 4 december 1890 was erg ongeorganiseerd; zo stortte een tribune in en waren er te weinig koetsen en parkeerplaatsen, waardoor velen te laat waren in de kerk. Daarnaast was het steenkoud. Zonder enige waardigheid zou de kist al schommelend van de trappen de Koninklijke Grafkelder ingedragen zijn, waarna Willem III der Nederlanden zijn laatste rustplaats had bereikt. De Rouwdienst in de Nieuwe kerk van Delft werd geleid door hofprediker Cornelis Eliza van Koetsveld. Het Bätzorgel werd bespeeld door de 81-jarige organist Kersbergen. De bloemen op de baar waren van de jonge Wilhelmina : Voor vader, van zijn lieve kind.
Heerlijkheid:
Prins van Oranje-Nassau, was van 1849 tot zijn dood Koning der Nederlanden en Groothertog van Luxemburg, en van 1849 tot 1866 hertog van Limburg.
Kinderen van Sophie en Willem:
1 Willem Nicolaas Alexander Frederik Karel Hendrik van Oranje-Nassau, geboren op vrijdag 4 september 1840 in Den Haag. Willem is overleden op woensdag 11 juni 1879 in Parijs, 38 jaar oud.
Notitie bij Willem: Prins Willem was de oudste zoon van koning Willem III en koningin Sophie. Zijn roepnaam was Wiwill. Sinds 1849, na het overlijden van zijn grootvader Willem II, was hij de vermoedelijke opvolger van zijn vader.

Zijn opvoeding in Victoriaanse stijl zou desastreus blijken, al werd hem wel een scherpzinnig verstand toegedicht.

Prins Willem en zijn vader koning Willem III hadden een verre van goede relatie, culminerend in zelfgekozen ballingschap nadat de koning en de koningin de huwelijksplannen van prins Willem met gravin Mathilde van Limburg Stirum hadden afgekeurd. Vanuit het toenmalige standsperspectief was een dergelijk huwelijk een grove mésalliance. Mogelijk heeft er ook mee te maken gehad dat Willem III zelf een relatie zou hebben gehad met "Matties" moeder en prins Willem wellicht met zijn half-zus zou trouwen. Willem III zag onderwijl liever dat zijn zoon zou trouwen met een buitenlandse prinses. De tweede dochter van de Engelse koningin Victoria, Alice, was even als zodanig in beeld, maar de slechte reputatie van Prins Willem was hem reeds vooruit gesneld en de Britse vorstin zag niets in een verbintenis van haar dochter met de prins. Ook de Russische grootvorstin Maria Aleksandrovna, een dochter van Alexander II, leek een geschikte kandidate, maar ook hier kwam het niet tot een huwelijk. Deze Maria Alexandrovna zou, later - ironisch genoeg - trouwen met prins Alfred, een zoon van koningin Victoria.

Willem vertrok daarop naar Parijs waar hij zich stortte in een leven van seks, drank en gokken. De Parijse boulevardpers was gek op Le Prince de Citron, en wijdde met enige regelmaat grote scandaleuze verhalen aan zijn volgens de geruchten liederlijke handel en wandel. Op 11 juni 1879 stierf prins Willem, 38 jaar oud, totaal berooid, aan een combinatie van tyfus, een leveraandoening en uitputting. Hij zou zijn vader dus niet opvolgen, net zoals zijn twee jongere broers. Koning Willem III overleefde ook prins Alexander (1851-1884) en prins Maurits (1843-1850). Toch had hij ook in Parijs nooit geheel en al zijn statuut verloren; bij zijn baar lag een krans van ex-keizerin Eugénie van Frankrijk en één van de Engelse kroonprins Eduard. Hij werd bijgezet in de grafkelder van Oranje-Nassau in de Nieuwe Kerk te Delft op 26 juni 1879. Zijn jongere broer Alexander volgde hem op als Prins van Oranje.
Titel:
 prins van Oranje (prins der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, was sinds 17 maart 1849 de kroonprins van Nederland.)
2 Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Karel van Oranje-Nassau, geboren op vrijdag 15 september 1843 in Den Haag. Willem is overleden op dinsdag 4 juni 1850 in Den Haag, 6 jaar oud.
Notitie bij Willem: Prins Maurits ontwikkelde eind mei 1850 hersenvliesontsteking. Zijn ouders - hun relatie was op dat moment al verre van ideaal - kregen ruzie aan het ziekbed over de te raadplegen artsen. De koningin weigerde de lijfarts van de koning haar zoontje te laten behandelen. De koning ontzegde de door Sophie uitgekozen arts de toegang tot het ziekbed. De prins overleed op 4 juni 1850. Een verbitterde koningin schreef aan een van haar vriendinnen:

"Mijn kind is dood. Zelf heb ik de oogjes dichtgedrukt. Al wat me op deze aarde nog restte aan hoop en vreugde is voor altijd weg… Ik hoop dat ik gauw mag sterven. Iedere dag neemt mijn ellende toe. Ieder gezicht dat ik moet zien is me een marteling; onafgebroken heb ik het spitse gezichtje van mijn stervende kind voor ogen, hoe hij me smeekte hem te helpen, terwijl er geen enkele hulp mogelijk was…"

Op 10 juni 1850 werd prins Maurits bijgezet in de grafkelder van de Oranjes in de Nieuwe Kerk te Delft.
3 Willem Alexander Karel Hendrik Frederik van Oranje-Nassau, geboren op maandag 25 augustus 1851 in ’s-Gravenhage. Willem is overleden op zaterdag 21 juni 1884 in ’s-Gravenhage, 32 jaar oud.
Notitie bij Willem: Prins Alexander was van jongs af aan nerveus en ziekelijk. Voor zijn moeder was dat reden hem met veel zorg te omringen. Zijn vader ergerde zich daaraan. In tegenstelling tot zijn oudste broer was prins Alexander gedisciplineerd, intellectueel en las hij veel. In de periode 1871-1874 studeerde hij aan de Rijksuniversiteit Leiden, zonder ergens in af te studeren. Nadien woonde hij in de voormalige woning van Johan de Witt aan de Kneuterdijk te Den Haag. De koning, die alles financierde, wilde dat Alexander op eigen benen kwam te staan. Vandaar dat hij een eigen hofhouding kreeg. In 1876 installeerde zijn oudoom prins Frederik hem als lid van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden. Hij volgde prins Frederik na diens dood op als Grootmeester.

Bij de uitvaart van zijn moeder, koningin Sophie, in de Nieuwe Kerk te Delft raakte Alexander buiten zichzelf. Vlak voordat de kist in de grafkelder werd gedragen kwam Alexander naar voren, omklemde de kist met beide handen en bedekte het hout met kussen. Het was zijn broer Willem die hem weer in het gareel wist te krijgen. Prins Alexander bezocht zijn broer in Parijs nu en dan wanneer hij op doorreis was naar Algiers. Na het overlijden van zijn moeder in 1877 en zijn oudste broer in 1879 vereenzaamde de prins. Hij deed nog van zich spreken door twee opmerkelijke brochures: "Nadere toelichting van mijnen brief van den 17en September 1879" en "Een vermoedelijk slotwoord door Alexander, Prins der Nederlanden".

Prins Alexander stierf ongehuwd en kinderloos op 32-jarige leeftijd op 21 juni 1884 aan tyfus. Omdat zijn vader, die met zijn vrouw, koningin Emma en dochtertje Wilhelmina een vakantiereis naar Duitsland en Zwitserland maakte niet van zins was om zijn verblijf aldaar te onderbreken, werd de begrafenis alsmaar uitgesteld. De koning keerde uiteindelijk pas op 15 juli 1884 terug. Prins Alexander werd op 17 juli 1884 bijgezet in de grafkelder van de Nieuwe Kerk te Delft. Zijn halfzusje Wilhelmina was vanaf zijn overlijden de vermoedelijke troonopvolgster.

Zijn moeder, december 1876: ’Mijn tweede zoon is een voortreffelijk mens, maar hij heeft geen charme voor vrouwen, en hij voelt ook niets voor hen.’

Minister Weitzel, 20 mei 1883, in zijn dagboek na een diner bij de prins: ’Ik vond de prins geheel anders dan ik mij had voorgesteld. Hij is een zeer ontwikkeld en zeer onderhoudend man die over velerlei met kennis en oordeel spreekt en die met bescheidenheid luistert of met scherpzinnigheid inlichtingen vraagt als er onderwerpen ter sprake komen die hij niet voldoende machtig is. Men kan met hem redeneren, hij duldt tegenspraak zelfs al wordt die tot het uiterste volgehouden; hij schijnt voor overtuiging vatbaar te zijn, al geven zijne handelingen daarvan niet altijd de blijken. Het schijnt hem aan de geestkracht te ontbreken om zichzelf te dwingen; tegenover anderen, niet het minst tegen den koning, is hij volhoudend genoeg.’

Alexander is onder andere de naamgever van de Prins Alexanderpolder en daarmee van de deelgemeente Prins Alexander in Rotterdam.
In 1998 werd door de KRO de, niet op bewezen waarheid berustende, televisieserie Wij Alexander uitgezonden, die het leven van prins Alexander als onderwerp had.
Titel:
(Vanaf het overlijden van zijn broer Willem op 11 juni 1879 tot aan zijn dood was Alexander de kroonprins. Hij werd echter nooit koning, want zijn vader overleefde hem.)
8 Catharina Frederika van Württemberg is geboren op vrijdag 24 augustus 1821 in Stuttgart, dochter van Willem I van Württemberg (zie 6) en Pauline Therese van Württemberg. Catharina is overleden op dinsdag 6 december 1898 in Stuttgart, 77 jaar oud. Catharina trouwde, 24 jaar oud, op donderdag 20 november 1845 met Frederik Karel August van Württemberg, 37 jaar oud. Zie 30 voor persoonsgegevens van Frederik.
Kind van Catharina en Frederik:
1 Willem II van Württemberg, geboren op vrijdag 25 februari 1848 in Stuttgart. Volgt 9.
9 Willem II van Württemberg is geboren op vrijdag 25 februari 1848 in Stuttgart, zoon van Frederik Karel August van Württemberg (zie 30) en Catharina Frederika van Württemberg (zie 8). Willem is overleden op zondag 2 oktober 1921 in Bebenhausen, 73 jaar oud.
Notitie bij Willem: Willem trad in dienst bij het Pruisische leger in Potsdam, een functie die hem echter niet bijzonder aantrok. Toen koning Karel in zijn laatste jaren vermoeidheidsverschijnselen begon te vertonen, nam de jonge prins al representatieve taken van hem over. In 1877 trad hij in het huwelijk met Maria (1857-1882), dochter van vorst George Victor van Waldeck-Pyrmont. Dit huwelijk uit liefde met een lid van de tamelijk onbelangrijke dynastie van het staatje Waldeck-Pyrmont kon in Württemberg op weinig enthousiasme rekenen. Het paar kreeg drie kinderen, waarvan alleen het oudste, Pauline (1877-1965), in leven bleef. De in 1880 geboren prins Ulrich stierf al na enkele maanden. In 1882 stierf Marie in het kraambed, het kind werd dood geboren.

In 1886 hertrouwde Willem opnieuw beneden zijn stand met Charlotte (1864-1946), kleindochter van vorst George Willem van Schaumburg-Lippe. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren en daarom nam sinds de jaren 1890 hertog Albrecht, uit een zijlinie van de familie, als toekomstige troonopvolger deel aan de regering.

Willem werd na de dood van Karel op 6 oktober 1891 koning. Hij leefde als een burger uit de hogere middenklasse en wandelde tot in zijn laatste dagen als koning zonder bewaking of begeleiding door Stuttgart. Mannen uit het volk nodigde hij uit voor herenavonden in zijn Stuttgartse residentie het Wilhelmspalais.

Willem II stond afstandelijk tegenover de Duitse keizer Wilhelm II, aangezien hij niet veel ophad met diens militarisme. Bovendien eiste de keizer - in een tijd waarin de monarchie als staatsvorm al onder druk stond - strikte ondergeschiktheid en gehoorzaamheid van zijn onderdanen terwijl koning Willem de besluiten van zijn landdag en de meningen van zijn ministers respecteerde. De keizer wist Willems goedmoedigheid en besluiteloosheid meermaals uit te buiten. Onder Willems bescherming vond in Stuttgart een socialistisch congres plaats en in het hoftheater werden stukken opgevoerd die in andere staten verboden waren (zoals van Frank Wedekind).

In 1906 werd onder Willems bewind een grondwetshervorming doorgevoerd. De Tweede Kamer bestond niet meer alleen uit leden van de happy few, maar werd een echte volkskamer; de Eerste Kamer werd uitgebreid met leden van de adel en vertegenwoordigers van kerken, hogescholen, landbouw, industrie, handel en nijverheid. Steden kregen nu in de Tweede Kamer deels een aantal stemmen naar hun aantal inwoners. Hiervoor had elke stad evenveel stemmen, onafhankelijk van het aantal inwoners.

Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog trof de koning zwaar; met tranen in de ogen nam hij afscheid van de troepen in Stuttgart. Onder het volk heerste echter patriottische massahysterie en groot enthousiasme voor de oorlog. Het was duidelijk dat Württemberg bij de oorlog niets te winnen had, maar koning Willem zag de ontwikkelingen op fatalistische wijze aan.

Na de oorlog was het duidelijk dat de monarchie geen lang leven meer beschoren was. Op 8 november 1918 kondigden de sociaaldemocraten een massademonstratie aan. De regering deed niets en Willem ging met zijn hond wandelen in de tuin. Uit een meerderheid van de landdag werd een parlementaire regering samengesteld. Op 9 november maakte rijkskanselier prins Max van Baden het aftreden van de keizer bekend. Willem beëdigde een overgangsregering, maar diezelfde middag bezette een groep demonstranten het Wilhelmspalais. De veiligheidsdienst greep niet in, een feit waarover Willem zo teleurgesteld was dat hij diezelfde avond nog Stuttgart verliet.

De overgangsregering trad terug en op 11 november nam een groep revolutionairen onder de sociaaldemocraat Wilhelm Blos de regering op zich: die Republik ist erklärt (de republiek is uitgeroepen) luidde de proclamatie. Koning Willem II deed op 30 november troonsafstand en nam de titel van hertog van Württemberg aan. Hij stierf in oktober 1921 te Bebenhausen. Het feit dat het volk hem tijdens de revolutie niet steunde had hij nooit kunnen verkroppen en op zijn verzoek werd de begrafenisstoet om Stuttgart heen geleid. Hij werd op de Alte Friedhof in Ludwigsburg naast zijn eerste vrouw en zoontjes begraven.
Titel:
van 1891 tot 1918 de laatste koning van Württemberg
Willem:
(1) trouwde, 28 jaar oud, op donderdag 15 februari 1877 met Georgina Henriëtte Maria van Waldeck-Pyrmont, 19 jaar oud. Georgina is geboren op zaterdag 23 mei 1857 in Arolsen, dochter van George Victor van Waldeck-Pyrmont en Helena van Nassau-Weilburg. Georgina is overleden op zondag 30 april 1882 in Ludwigsburg, 24 jaar oud.
Titel:
prinses van Waldeck-Pyrmont
(2) trouwde, 38 jaar oud, op donderdag 8 april 1886 met Charlotte van Schaumburg-Lippe, 21 jaar oud. Charlotte is geboren op maandag 10 oktober 1864 in Ratiboritz. Charlotte is overleden op vrijdag 19 juli 1946 in Bebenhausen, 81 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Charlotte groeide op, op het aan de familie toebehorende kasteel te Náchod, in Bohemen. Zij legde zich toe op muziek, sport en vooral ook met de jacht. Op 8 april 1886 trouwde ze met kroonprins Willem van Württemberg, die even daarvoor weduwnaar was geworden van Maria van Waldeck-Pyrmont, een zuster van de Nederlandse koningin Emma, die hem een dochter (Pauline) nagelaten. Dit huwelijk werd door de Württembergers, even als Willems eerste echtverbintenis, gezien als ver beneden zijn stand. Charlotte werd - anders dan haar man - nooit erg populair bij de bevolking.

Het huwelijk bleef kinderloos. Haar man besteeg op 6 oktober 1891 de troon. Nadat haar man op 30 november 1918 teruggetreden was als koning, leefde het paar teruggetrokken in Bebenhausen, als hertog en hertogin van Württemberg. Charlotte zou haar man bijna zesentwintig jaar overleven. In 1944 kreeg ze een beroerte, waarna ze de laatste twee jaren van haar leven afhankelijk was van een rolstoel.
Kinderen van Willem en Georgina:
1 Pauline Olga Helene Emma van Württemberg, geboren op woensdag 19 december 1877 in Stuttgart. Volgt 10.
2 Ulrich van Württemberg, geboren op woensdag 28 juli 1880. Ulrich is overleden op dinsdag 28 december 1880, 5 maanden oud.
10 Pauline Olga Helene Emma van Württemberg is geboren op woensdag 19 december 1877 in Stuttgart, dochter van Willem II van Württemberg (zie 9) en Georgina Henriëtte Maria van Waldeck-Pyrmont. Pauline is overleden op vrijdag 7 mei 1965, 87 jaar oud.
Notitie bij Pauline: Zij was een van de oudste van de drie kinderen (en de enige die de wieg zou overleven) van koning Willem II en diens vrouw Maria van Waldeck-Pyrmont. Zij was een nichtje van de Nederlandse koningin Emma.
Pauline trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 29 oktober 1898 in Stuttgart met Friedrich Wilhelm Hermann Otto Karl VI van Wied, 26 jaar oud. Friedrich is geboren op donderdag 27 juni 1872 in Neuwied, zoon van Wilhelm Adolf van Wied en Wilhelmina Frederika Anna Elisabeth Maria Marie van Oranje-Nassau. Friedrich is overleden op maandag 18 juni 1945, 72 jaar oud.
Titel:
6e vorst van Wied
Kinderen van Pauline en Friedrich:
1 Herman Willem van Wied, geboren in 1899. Volgt 11.
2 Dietrich Willem van Wied, geboren in 1901. Volgt 12.
11 Herman Willem van Wied is geboren in 1899, zoon van Friedrich Wilhelm Hermann Otto Karl VI van Wied en Pauline Olga Helene Emma van Württemberg (zie 10). Herman is overleden in 1941, 41 of 42 jaar oud. Herman trouwde met Maria Antonia tot Stolberg-Wernigerode. Maria is geboren in 1909. Maria is overleden in 2003, 93 of 94 jaar oud.
12 Dietrich Willem van Wied is geboren in 1901, zoon van Friedrich Wilhelm Hermann Otto Karl VI van Wied en Pauline Olga Helene Emma van Württemberg (zie 10). Dietrich is overleden in 1976, 74 of 75 jaar oud. Dietrich trouwde met Antoinette-Julia Marie Ethel Amerika Thyra Gustava. Antoinette-Julia is geboren in 1902. Antoinette-Julia is overleden in 1988, 85 of 86 jaar oud.
13 Auguste Wilhelmine Henriette van Württemberg is geboren op woensdag 4 oktober 1826 in Stuttgart, dochter van Willem I van Württemberg (zie 6) en Pauline Therese van Württemberg. Auguste is overleden op zaterdag 3 december 1898 in Stuttgart, 72 jaar oud.
Notitie bij Auguste: Auguste was het derde en laatste kind uit het huwelijk van haar ouders. Zij werd beschreven als onaantrekkelijk maar opgewekt en verstandig. Op 17 juni 1851 sloot ze een genegenheidshuwelijk met de bijna even oude Württembergse cavalerie-officier prins Herman Bernhard van Saksen-Weimar-Eisenach. Deze werd in hetzelfde jaar bevorderd van ritmeester tot luitenant-kolonel. In 1853 promoveerde hij tot commandeur van de Leibgarde. Uit het harmonische huwelijk ontsproten vier zoons en twee dochters.

Het "Palais Weimar" op Neckarstraat 25 was jarenlang het middelpunt van een kunstzinnig gericht sociaal leven. In 1865 verliet prins Herman in de rang van luitenant-generaal de actieve dienst, omdat hem verdere promotie werd ontzegd. Een poging om generaal-adjudant van koning Karel te worden mislukte. Het zelfde gold voor de kandidatuur van rijksstadhouder van Elzas-Lotharingen. Bij gebrek aan andere bezigheden hield prins Weimar, zoals hij in Stuttgart werd genoemd zich bezig met sociale, vaderlandslievende en kunstzinnige verenigingen.
Auguste trouwde, 24 jaar oud, op dinsdag 17 juni 1851 met Herman Bernhard George van Saksen-Weimar-Eisenach, 25 jaar oud. Zie 283 voor persoonsgegevens van Herman.
Kind van Auguste en Herman:
1 Paulina Ida van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op zondag 25 juli 1852 in Stuttgart. Volgt 14.
14 Paulina Ida van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op zondag 25 juli 1852 in Stuttgart, dochter van Herman Bernhard George van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 283) en Auguste Wilhelmine Henriette van Württemberg (zie 13). Paulina is overleden op dinsdag 17 mei 1904 in Orte, 51 jaar oud. Paulina trouwde, 20 of 21 jaar oud, in 1873 in Friedrichshafen, Württemberg met Karel August Willem Nicolaas van Saksen-Weimar-Eisenach, 28 of 29 jaar oud. Zie 266 voor persoonsgegevens van Karel.
Kinderen van Paulina en Karel:
1 Willem Ernst Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op zaterdag 10 juni 1876 in Weimar. Volgt 15.
2 Bernard van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op donderdag 18 april 1878. Bernard is overleden op maandag 1 oktober 1900, 22 jaar oud.
Notitie bij Bernard: In 1897 stierf zijn grootmoeder Sophie van Oranje-Nassau, prinses der Nederlanden, die op dat moment kroonprinses in haar geboorteland was. Daarvoor was zijn vader de erfgroothertog, Karel August ook al overleden. Diens oudste zoon was Willem Ernst van Saksen-Weimar-Eisenach. Deze zou de troon van Saksen-Weimar-Eisenach na de dood van zijn grootvader beërven. Aangezien Bernard de tweede zoon was van Karel August, en de kroon van Saksen-Weimar-Eisenach niet droeg, werd hij van 1897 tot zijn dood in 1900 in Nederland als kroonprins gezien.
15 Willem Ernst Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op zaterdag 10 juni 1876 in Weimar, zoon van Karel August Willem Nicolaas van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 266) en Paulina Ida van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 14). Willem is overleden op dinsdag 24 april 1923 in Heinrichau, (nabij Münsterberg, Silezië), 46 jaar oud.
Notitie bij Willem: Als zoon van prins Karel August (1844-1894) volgde hij op 5 januari 1901 zijn grootvader Karel Alexander op.

Willem Ernst zette met het zogenaamde Neue Weimar het mecenaat van zijn voorgangers voort door de kunstenaars Hans Olde, Henry Van de Velde en Adolf Brütt aan zijn hof te verzamelen. Hij liet Theodor Fischer de Universiteit Jena renoveren en stelde het Weimarer Theater onder de hoede van de destijds als vernieuwer van de theatertechniek bekende Max Littmann. De uitgever Eugen Diederichs en de auteur Johannes Schlaf vestigden zich onder zijn bewind in respectievelijk Jena en Weimar. Vlak voor zijn aftreden haalde hij Wiilem Ernst de architect Walter Gropius naar zijn hof.

In 1915 heeft hij het Wilhelm-Ernst Oorlogskruis ingesteld.

Volgens de Nederlandse Grondwet was Willem Ernst als kleinzoon van Sophie der Nederlanden na koningin Wilhelmina de naastgerechtigde tot de Nederlandse troon. Toen zij begin 20e eeuw verschillende miskramen had, werd met de mogelijkheid dat hij koning der Nederlanden zou worden serieus rekening gehouden, hetgeen bij sommigen leidde tot angst voor een vergrote Duitse invloed op of zelfs annexatie van Nederland.

Daar de grondwet bepaalde dat de koning der Nederlanden geen vreemde Kroon kon dragen, meenden sommige juristen dat Willem Ernst hiermee van opvolging was uitgesloten. Andere meenden echter dat hij of zijn nakomelingen - indien Wilhelmina kinderloos zou sterven - slechts zouden moeten kiezen tussen de Nederlandse en de Weimarse troon. De geboorte van Wilhelmina’s dochter Juliana in 1909 maakte de kans op troonsbestijging door een lid van het Huis Saksen-Weimar-Eisenach een stuk kleiner en met de grondwetswijziging van 1922 - volgens welke het recht op troonopvolging werd beperkt tot nakomelingen van Wilhelmina tot in de derde graad- verdween deze geheel.

Willem Ernst deed in de Novemberrevolutie op 9 november 1918 troonsafstand. Saksen-Weimar-Eisenach werd hierop een vrijstaat en ging in 1920 op in de Vrijstaat Thüringen. Hij stierf op 24 april 1923 in Heinrichau, (gemeente Münsterberg in Silezië).
Titel:
van 1901 tot 1918 de laatste groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach.
Willem:
(1) trouwde, 26 jaar oud, op donderdag 30 april 1903 met Caroline van Reuss, 18 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Caroline: Dit huwelijk was bijna niet doorgegaan want de avond voor de huwelijksvoltrekking kregen de aanstaanden spijt, en meldden de Duitse keizer Wilhelm II dat het huwelijk werd afgeblazen. De keizer - die voornemens was dit huwelijk bij te wonen - nam hiermee geen genoegen en schreef de aanstaande bruidegom: "Wenn ich, der Deutsche Kaiser, zu deiner Hochzeit herkomme, dann kannst du am Abend vorher nicht erklären, du wolltest nicht heiraten. Dus hast mir deinem Fahneneid Treue gelobt, und ich befehle dir dass du Morgen heiratest".

Lang duurde het huwelijk overigens niet want Caroline overleed al binnen twee jaar na de trouwerij.
Caroline is geboren op zondag 13 juli 1884 in Greiz. Caroline is overleden op dinsdag 17 januari 1905 in Meiningen, 20 jaar oud.
Notitie bij Caroline: Zij was het vierde kind en de derde dochter van vorst Hendrik XXII en Ida van Schaumburg-Lippe. Zij was een oudere zuster van Hermine, die later zou trouwen met de Duitse ex-keizer Wilhelm II

Zij trouwde op 30 april 1903 met Willem Ernst van Saksen-Weimar-Eisenach, die als kleinzoon van prinses Sophie der Nederlanden (een zuster van de Nederlandse koning Willem III) na koningin Wilhelmina eerste in lijn was voor de Nederlandse troon.
(2) trouwde, 33 jaar oud, op zaterdag 21 mei 1910 met Feodora van Saksen-Meiningen, 19 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Willem en Feodora: Zij werd met dit huwelijk groothertogin. Dit mocht allemaal niet lang duren, want tijdens de Novemberrevolutie in 1918 verloor haar man de troon.
Feodora is geboren op donderdag 29 mei 1890 in Hannover. Feodora is overleden op zondag 12 maart 1972 in Freiburg, 81 jaar oud.
Titel:
groothertogin.
Kinderen van Willem en Feodora:
1 Sophie Louise Adelheid Marie Olga Carola van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op maandag 20 maart 1911 in Weimar. Volgt 16.
2 Karel August van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op zondag 28 juli 1912 in Schloss Wilhelmsthal. Volgt 17.
3 Bernhard Frederik Viktor Ruprecht Adelbert van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op zaterdag 3 maart 1917 in Weimar. Volgt 21.
4 George Willem Albert Bernard van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op donderdag 24 november 1921 in Heinrichsau. Volgt 22.
16 Sophie Louise Adelheid Marie Olga Carola van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op maandag 20 maart 1911 in Weimar, dochter van Willem Ernst Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 15) en Feodora van Saksen-Meiningen. Sophie is overleden op maandag 21 november 1988 in Hamburg, 77 jaar oud. Sophie trouwde, 26 jaar oud, op maandag 7 maart 1938 in Heinrichau met Frederik Gunther van Schwarzburg, 36 of 37 jaar oud. Frederik is geboren in 1901. Frederik is overleden in 1971, 69 of 70 jaar oud.
17 Karel August van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op zondag 28 juli 1912 in Schloss Wilhelmsthal, zoon van Willem Ernst Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 15) en Feodora van Saksen-Meiningen. Karel is overleden op vrijdag 14 oktober 1988 in Schienen am Bodensee, 76 jaar oud.
Titel:
hoofd van het groothertogelijke huis van Saksen-Weimar-Eisenach
Karel trouwde met Elisabeth von Wangenheim-Winterstein. Elisabeth is geboren op dinsdag 16 januari 1912 in Tübingen. Elisabeth is overleden in 1985, 72 of 73 jaar oud.
Kinderen van Karel en Elisabeth:
1 Elisabeth Sophie Feodora Mathilde van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op zondag 22 juli 1945 in Scheßlitz. Volgt 18.
2 Michael-Benedikt Georg Jobst Karl van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op vrijdag 15 november 1946 in Bamberg. Volgt 19.
3 Beatrice-Maria Margareta Dorothea Felicitas Virginie van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op donderdag 11 maart 1948 in Bamberg. Volgt 20.
18 Elisabeth Sophie Feodora Mathilde van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op zondag 22 juli 1945 in Scheßlitz, dochter van Karel August van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 17) en Elisabeth von Wangenheim-Winterstein. Elisabeth trouwde, 35 jaar oud, op vrijdag 10 juli 1981 in München met Mindert Diderik de Kant, 46 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1985. Mindert is geboren op maandag 6 augustus 1934 in Leeuwarden.
19 Michael-Benedikt Georg Jobst Karl van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op vrijdag 15 november 1946 in Bamberg, zoon van Karel August van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 17) en Elisabeth von Wangenheim-Winterstein.
Titel:
Michael Benedikt is het huidige hoofd van het huis van Saksen-Weimar-Eisenach
Michael-Benedikt:
(1) trouwde, 23 jaar oud, op dinsdag 9 juni 1970 in Eïmsbüttel (Hamburg) met Renate Henkel, 22 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden op zaterdag 9 maart 1974 in Düsseldorf. Renate is geboren op woensdag 17 september 1947 in Heidelberg.
(2) trouwde, 34 jaar oud, op zaterdag 15 november 1980 in Londen met Dagmar Hennings, 32 jaar oud. Dagmar is geboren op donderdag 24 juni 1948 in Pöcking.
Kind van Michael-Benedikt en Dagmar:
1 Leonie Mercedes Augusta Silva Elisabeth Margarethe van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren op donderdag 30 oktober 1986 in Frankfort aan de Main.
20 Beatrice-Maria Margareta Dorothea Felicitas Virginie van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op donderdag 11 maart 1948 in Bamberg, dochter van Karel August van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 17) en Elisabeth von Wangenheim-Winterstein. Beatrice-Maria trouwde, 29 jaar oud, op vrijdag 9 december 1977 in Londen met Martin Charles Davidson.
21 Bernhard Frederik Viktor Ruprecht Adelbert van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op zaterdag 3 maart 1917 in Weimar, zoon van Willem Ernst Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 15) en Feodora van Saksen-Meiningen. Bernhard is overleden op zondag 23 maart 1986 in Wiesbaden, 69 jaar oud. Bernhard trouwde, 26 jaar oud, op vrijdag 12 maart 1943 in Heinrichau met Felicitas van Salm-Horstmar, 22 of 23 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Bernhard en Felicitas: uit dit huwelijk een dochter en twee zoons.
Felicitas is geboren in 1920.
22 George Willem Albert Bernard van Saksen-Weimar-Eisenach is geboren op donderdag 24 november 1921 in Heinrichsau, zoon van Willem Ernst Karel Alexander van Saksen-Weimar-Eisenach (zie 15) en Feodora van Saksen-Meiningen. George trouwde, 31 jaar oud, op donderdag 5 februari 1953 in Freiburg met Gisela Jänisch, 22 of 23 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van George en Gisela: Prins George deed met dit huwelijk afstand van zijn dynastieke rechten en nam de naam Jörg Brena aan.
Gisela is geboren in 1930. Gisela is overleden in 1989, 58 of 59 jaar oud.
23 Catharina van Württemberg is geboren op vrijdag 21 februari 1783 in Sint-Petersburg, dochter van Frederik I van Württemberg en Augusta Caroline van Brunswijk (zie 5). Catharina is overleden op zaterdag 28 november 1835 in Lausanne, 52 jaar oud.
Notitie bij Catharina: Opgegroeid in Sint-Petersburg werd ze na de vroege dood van haar moeder in 1788 in Montbéliard door haar grootmoeder Frederike Sophie Dorothea opgevoed. Na haar dood in 1798 kwam ze terug bij haar vader in Stuttgart. In juni 1805 benoemde keurvorst Frederik van Württemberg haar tot abids van het adellijke vrouwensticht Oberstenfeld. Nog eind 1805 werd op aandrang van keizer Napoleon een politiek huwelijk met Napoleons jongste broer Jérôme Bonaparte gepland. Op 12 augustus 1807 werd haar huwelijk als tweede vrouw bij prokuratie in Stuttgart bekend gemaakt. Op 18 augustus werd Jérôme koning van Westfalen en op 22 augustus werd te Parijs het burgerlijk huwelijk gelosten, een dag later het kerkelijk.

Direct na het huwelijk verliet het paar Parijs richting Kassel, de residentie van het nieuwe koninkrijk Westfalen. Tijdens de afwezigheid van Jérôme gedurende de veldtocht in Rusland van 1812 was Catharina regentes. Bij de opmars van de Russsische troepen na de door Frankrijk verloren slag bij Leipzig vluchtte Catharina in 1813 naar Triëst. Ondanks de druk van haar vader zich van Jérôme los te maken hield ze haar huwelijk in stand. Na de nederlaag van Waterloo nam de koning van Württemberg zijn dochter en schoonzoon, die nu de titel graaf van Harz voerde in Württemberg op en bracht ze in de sloten Göppingen en Ellwangen onder. Omdat de geallieerden aandrongen op het neerleggen van de titels prins Napoleon en graaf van Harz, benoemde de koning ze op 1 augustus 1816 tot vorst en vorstin van Montfort. Vervolgens leefden ze in ballingschap in Oostenrijk, Italië en Zwitserland. Omdat ze waterzucht kreeg reisde Catharina van Florence naar Lausanne, waar ze in 1835 overleed.

Catharina werd na haar dood bijgezet in de kapel van Slot Ludwigsburg.
Heerlijkheid:
prinses van Württemberg en van 1807 tot 1814 koningin van Westfalen
Catharina trouwde, 24 jaar oud, op zaterdag 22 augustus 1807 in Parijs met Jérôme ( König Lustig) Bonaparte, 22 jaar oud. Jérôme is geboren op maandag 15 november 1784 in Ajaccio, zoon van Carlo Maria Buonaparte en Maria Laetitia ( Madame Mère) Ramolino. Jérôme is overleden op zondag 24 juni 1860 in Kasteel Villegenis bij Parijs, 75 jaar oud. Jérôme trouwde voorheen op zaterdag 24 december 1803 met Elizabeth "Betsy" Patterson (1785-1879).
Notitie bij Jérôme: Op last van zijn broer was hij van 1807 tot 1813 als Hiëronymus Napoleon koning van Westfalen. Als enige van de gebroeders Bonaparte speelde hij ook een politieke rol onder Napoleon III.

Hij bezocht het Collège de Juilly en begon na de staatsgreep van 18 Brumaire, na een korte tijd in de garde van zijn broer te hebben gediend, een carrière in de marine. Als marineluitenant begeleide hij in 1801 generaal Charles Leclerc, de man van zijn zuster Pauline, naar Haïti. Van daaruit zeilde hij naar Martinique en begaf hij zich, achtervolgd door de Engelsen, naar de Verenigde Staten.

In Baltimore huwde hij op 27 december 1803 de rijke koopmansdochter Elizabeth Patterson (1785-1879). Uit het huwelijk werd een zoon geboren, Jérôme Napoleon Bonaparte (1805-1870), wiens nakomelingen in Amerika zouden blijven en die in Frankrijk opzien baarde door zijn grote gelijkenis met Napoleon I. In mei 1805 keerde Jérôme terug naar Frankrijk, waar hij op bevel van zijn keizerlijke broer van Patterson scheidde.

Jérôme bevrijdde vervolgens in opdracht van Napoleon 250 Genuezen die door de dey van Algiers, Mustafa VI, in slavernij werden gehouden. Daarna leidde hij onder opperbevel van Jean-Baptiste Philibert Willaumez een eskader naar Martinique, van waaruit hij eind 1806 terugkeerde. Inmiddels tot prince français benoemd (24 september 1806), maar zonder opvolgingsrecht, leidde hij in de strijd tegen Pruisen met Dominique Vandamme het 10e legerkorps in Silezië. Hij trok op 6 januari 1807 Breslau binnen en veroverde meerdere vestingen.

Jérôme sloot in augustus 1807 een nieuw huwelijk met prinses Catharina van Württemberg (1783-1835), de dochter van koning Frederik I van Württemberg. Enige maanden later kreeg hij in navolging van zijn broers Jozef - koning van Napels - en Lodewijk - koning van Holland - een troon. Napoleon benoemde hem op 1 december 1807 tot koning van het nieuwe koninkrijk Westfalen, dat was samengesteld uit onder meer het voormalige hertogdom Brunswijk, Hessen-Kassel en delen van Hannover en Pruisen. Als koning leefde hij met veel pracht en praal, goedmoedig, maar onbekommerd om het wel een wee van zijn volk. Zijn verkwistende levensstijl, gecombineerd met Napoleons steeds groter wordende eisen, ruïneerden ’s lands financiën. Zijn bijnaam König Lustig dankte hij aan de enige Duitse woorden die hij sprak, het dagelijks herhaalde Morgen wieder lustig. In het dialect van Noord-Hessen leeft zijn naam in de vorm Schrohm voort als aanduiding voor een schalk of rokkenjager.

De koning verleende zijn land een op Franse leest geschoeide grondwet. De regionale rechtsverschillen, de voorrechten van adel en geestelijkheid en de lijfeigenschap werden afgeschaft en Frans recht en bestuur ingevoerd. De potentieel heilzame invloed van deze maatregelen werd tenietgedaan door de hoge belasting en de drukkende dienstplicht. Ook veroorloofde Napoleon zich willekeurige ingrepen in zijn Westfaalse satellietstaat. De malaise provoceerde verschillende opstanden tegen het bonapartistische regime, met name in 1809 te Marburg, onder Wilhelm von Dörnberg, en in Maagdenburg.

Jérôme nam in Napoleons strijd tegen Oostenrijk van 1809 deel aan de inval in Saksen en kwam in 1812 als aanvoerder van het 4e legerkorps naar Polen. Door zijn nalatigheid kon Pjotr Bagration zich op 6 augustus met Michael Andreas Barclay de Tolly verenigen, waarvoor Napoleon hem terugstuurde naar Westfalen. Aleksandr Tsjernysjov verdreef Jérôme op 30 september 1813 uit zijn hoofdstad Kassel. Hij keerde voor korte tijd terug, maar vluchtte toen hij vernam van de afloop van de Volkerenslag bij Leipzig opnieuw en nu definitief zijn land, zij het met enige miljoenen in contanten en vele kunstschatten. De geallieerden hieven het koninkrijk terstond op.

Na de Eerste Vrede van Parijs (1814) verbleef Jérôme enige tijd in Zwitserland, vervolgens in Graz en sinds 1815 in Triëst. In 1815 tot pair benoemd, steunde hij Napoleon gedurende de Honderd Dagen en streed hij in de slagen bij Ligny en Waterloo. Na Napoleons definitieve nederlaag ging hij naar Zwitserland en vervolgens naar zijn vrouw in Ellwangen. De koning van Württemberg verleende hem op 1 augustus 1816 de titel vorst van Montfort.

Hij leefde sinds 1816 in Oostenrijk, sinds december 1819 weer in Triëst, sinds 1821 in Schönau bij Wenen en sinds 1827 in Rome. Na zijn verbanning uit de Kerkelijke Staat in 1831 leefde hij eerst in Lausanne, daarna meestal in Florence en sinds 1840 in België. In 1847 kreeg hij toestemming naar Frankrijk terug te keren. Nadat zijn neef Lodewijk Napoleon (Napoleon III) in 1848 tot president was gekozen, werd hij gouverneur van de Invalides en maarschalk van Frankrijk. Bij de troonsbestijging van zijn neef (1852) werd hij erkend als Frans prins van den bloede met het predicaat Keizerlijke Hoogheid en als mogelijk troonopvolger en werd hij president van de senaat. Hij sloot in 1853 een derde morganatisch huwelijk met Giustina Pecori-Suárez (1811-1903) en stierf in 1860.
24 Paul Karel Frederik August van Württemberg is geboren op woensdag 19 januari 1785 in Sint-Petersburg, zoon van Frederik I van Württemberg en Augusta Caroline van Brunswijk (zie 5). Paul is overleden op vrijdag 16 april 1852 in Parijs, 67 jaar oud.
Notitie bij Paul: Zijn jeugd bracht de broer van de latere koning Willem Ien grootvader van koning Willem II aanvankelijk in Rusland door, waar zijn vader in de rang van luitenant-generaal tot gouverneur-generaal van Finland werd benoemd. Na de dood van zijn moeder in 1788 trok Paul met zijn vader eerat naar Zwitserland (Monrepos bij Lausanne) en vervolgens naar Bodenheim bij Mainz.Pas in 1790 kwam hij naar Württemberg omdat zijn vader in Ludwigsburg ging wonen en daarna al snel erfprins van Württemberg werd. Tussen 1796 en 1799 moest de familie wegens de oorlogen met Frankrijk het land meermalen verlaten. Van 1799 tot 1803 werd de prins door hofmeesters en leraren opgeleid. Reeds in 1799 kreeg hij zijn eerste kolonelspatent. Tijdens zijn studie hield hij zich voornamelijk bezig met militaire wetenschappen, maar ook met politiek, filosofie en geschiedenis.

Op 28 september 1805 vond in Ludwigsburg het huwelijk plaats met Catharine Charlotte van Saksen-Hildburghausen, dochter van Frederik van Saksen-Hildburghausen en van Charlotte Georgine Louise van Mecklenburg-Strelitz. De meerdere dagen durende bruiloftsfeesten van 28 tot 30 september werden abrupt afgebroken door de Franse inval in het keurvorstendom Württemberg.

In 1806 kocht Paul een huis in Cannstatt, waar hij zich met zijn gezin vestigde. Nog in hetzelfde jaar (voor de uitbraak van de oorlog met Pruissen) verliet hij in het geheim Württemberg en begaf zich in de legerplaats van de hertog van Brunswijk om aan Pruissische zijde tegen Frankrijk te strijden. Zijn vader koning Frederik, die aan de Franse zijde aan de oorlog deelnam, verzocht de Pruissische koning vergeefs om de terugkeer van de prins. Pas in 1808 keerde Paul terug naar Württemberg, waar hij zich met zijn vader verzoende. Reeds spoedig daarna groeiden er nieuwe spanningen tussen vader en zoon. Zo was Paul in 1812 niet bereid tegen Rusland ten strijde te trekken. Tijdens de wapenstilstand van 1813 trad hij tegen de wil van zijn vader in Russische dienst en maakte daar de bevrijdingsoorlogen mee (o.a in 1814 als bevelhebber van de Anhalt-Thüringse divisie van het 3e legerkorps onder Karel Augustus van Saksen-Weimar). Na het sluiten van de vrede verliet hij de Russische dienst in de rang van luitenant-generaal, maar hij keerde ondanks oproepen van zijn vader niet terug naar Württemberg. Een verzoek van Paul aan de keizer van Oostenrijk om in Oostenrijkse dienst te mogen treden werd afgewezen.

Ook na de dood van zijn vader in 1816 bleef de verhouding van Paul met het regerende huis gespannen. Zo waren er van 1817 tot 1819 geschillen met zijn broer koning Willem I over de huiswetten, de apanageverhoudingen en de constitutionele strijd in Württemberg. Een verzoek van de prins aan de Duitse Bondsdag om hem te steunen tegen koning Willem werd afgewezen.

Intussen ontstond er ook een gespannen verhouding met zijn vrouw, zodat hij zich in 1818 informeel van haar scheidde.

Zijn vrouw woonde sindsdien in haar geboortestad Hildburghausen. Een verzoek van Paul om een formele scheiding werd in 1823 door koning Willem afgewezen. De kinderen bleven aan het koninklijk hof in Ludwigsburg en Paul ging in Parijs wonen, waar hij een relatie aanging met de uit Spanje stammende katholieke Engelse lady Magdalena Chimenez Suttingham. Uit deze relatie stamt waarschijnlijk de dochter Pauline Chiminez (geboren 1818 in Parijs, overleden 1905 in Parijs). Na de dood van zijn vrouw in 1847 trouwde hij Magdalena morganatisch.

In Parijs, waar Paul sinds 1817 in een hotel een de Place de Vendôme woonde, verkeerde hij aan de hoven van de Bourbons, de Orléans en de Bonapartes. Dat hij een goede reputatie had blijkt uit het feit dat hij in 1830 op de lijst stond met kandidaten voor de Griekse troon. Zijn financiën waren daarentegen niet op orde. Van 1821 tot 1826 had hij problemen met schuldeisers.

In zijn latere jaren oriënteerde Paul zich op het katholicisme onder invloed van zijn dochter Pauline de Montessuy, haar moeder en een Jezuietenpater. Zijn overgang tot het katholicisme op 30 januari 1852, enige maanden voor zijn dood op 16 april 1852 werd eerst geheimgehouden en zijn protestante familieleden pas op zijn sterfbed meegedeeld.

Paul had in zijn testament zijn beide dochters uit het eerste huwelijk tot erfgenamen benoemd. De rechtmatigheid van zijn overgang tot het katholicisme werd door zijn schoonzoon hertog Willem van Nassau aangevochten. De zaak zorgde in Württemberg voor enige opschudding omdat sommigen van mening waren dat het erfrecht van zijn zoons op de troon waren aangetast. Deze zineswijze bleek juridisch niet houdbaar.
Paul trouwde met Catharine Charlotte van Saksen-Hildburghausen. Catharine is geboren op zondag 17 juni 1787 in Hildburghausen. Catharine is overleden op zondag 12 december 1847 in Bamberg, 60 jaar oud.
Notitie bij Catharine: Nadat prins Paul van Württemberg, de jongste zoon van koning Frederik I van Württemberg en van Augusta Caroline van Brunswijk-Wolfenbüttel in 1805 het hof te Hildburhausen schriftelijk om haar hand had gevraagd, volgde een korte verlovingstijd. Op 28 september 1805 vond de sluiting van het huwelijk in Ludwigsburg plaats.

Sinds 1806 woonde Charlotte in Canstatt, waar haar echtgenoot een huis had gekocht. Zij regelde zelf de hofhouding omdat prins Paul als officier voortdurend afwezig was.In 1813 verliet ze met man en kinderen Württemberg, waarna ze in verschillende plaatsten verbleven (het laatst in Parijs). Na de informele scheiding in 1818 vestigde Charlotte zich in een haar behorend huis in Hildburghausen. Zij leefde daar teruggetrokken, terwijl haar man in Parijs een nieuwe relatie aanging. Haar kinderen bleven aan het koninklijk hof te Ludwigsburg. De laatste jaren van haar leven bracht ze door in het koninklijk Beiers slot te Bamberg (haar zuster was de echtgenote van koning Lodewijk I van Beieren). Hier stierf ze op 12 december 1847.
Kinderen van Paul en Catharine:
1 Helena Charlotte van Württemberg, geboren op vrijdag 9 januari 1807 in Stuttgart. Volgt 25.
2 Frederik Karel August van Württemberg, geboren op zondag 21 februari 1808 in Comburg. Volgt 30.
25 Helena Charlotte van Württemberg is geboren op vrijdag 9 januari 1807 in Stuttgart, dochter van Paul Karel Frederik August van Württemberg (zie 24) en Catharine Charlotte van Saksen-Hildburghausen. Helena is overleden op zondag 2 februari 1873 in Sint-Petersburg, 66 jaar oud.
Notitie bij Helena: Elena werd geboren als prinses Frederika Charlotte Maria van Württemberg, oudste dochter van prins Paul van Württemberg en diens vrouw Catharine Charlotte van Saksen-Hildburghausen. Haar grootouders aan vaderskant waren koning Frederik I van Württemberg en diens vrouw koningin Augusta Caroline van Brunswijk. Op jonge leeftijd woonde Charlotte in Parijs, samen met haar vader en jongere zuster Pauline. Hun huis was heel bescheiden vergeleken naar koninklijke standaarden, en het was in Parijs waar Charlotte studeerde onder vele intellectuele mensen.

In 1822 werd Charlotte uitgehuwelijkt aan grootvorst Michaël Pavlovitsj van Rusland. Er werd gezegd dat Charlotte een buitengewoon meisje was, ontzettend slim en erg volwassen voor haar leeftijd, ze was namelijk 15 jaar. Michaël was duidelijk verrast door haar schoonheid en haar zelfverzekerdheid, en tijdens een receptie gehouden speciaal voor haar, charmeerde ze alle gasten door haar conversaties. In 1823 bekeerde ze zich tot de Russisch-orthodoxe Kerk, en kreeg ze de naam Elena Paulowna. Op 20 februari 1824, trouwde het koppel in Sint-Petersburg en gingen ze wonen in het Mikhailovski Paleis. Toen de keizerin-moeder, Maria Fjodorovna, stierf op 5 november 1828, verkregen Michaël en Elena het Pavlovsk Paleis en gingen ze er vaak op bezoek. Het huwelijk tussen Michaël en Elena was niet erg gelukkig: Michaël had maar één passie in zijn leven, het leger, en daardoor negeerde hij Elena. Desondanks hadden ze vijf kinderen.

Elena was een goede vriend van haar schoonbroer, tsaar Alexander I van Rusland en zijn vrouw keizerin Elisabeth Alexejevna, en ze werd ook snel bevriend met de verlegen Marie van Hessen-Darmstadt (ook wel Marie Alexandrovna), de vrouw van de latere tsaar Alexander II. Toen haar man stierf op 9 september 1849, werd zij een weldoener van enkele liefdadigheidsorganisaties en van de kunsten. Ze stichtte de Konservatorija im. N.V.Rimskogo-Korsakova in Sint-Petersburg. Later stichtte ze ook een groep zusters die waarschijnlijk de voorlopers waren van het Rode Kruis in Rusland.

Elena stierf op 2 februari 1873 op 66 jarige leeftijd.
Helena trouwde met Michaël Pavlovitsj van Rusland. Michaël is geboren op donderdag 8 februari 1798 in Sint-Petersburg, zoon van Paul I Petrovitsj van Rusland en Sophia Dorothea Augusta Louisa ( Maria Fjodorovna ) van Württemberg. Michaël is overleden op zondag 9 september 1849 in Warschau, 51 jaar oud.
Notitie bij Michaël: Het Michailovski-paleis in Sint-Petersburg werd tussen 1819 en 1825 voor Michaël Pavlovitsj en Maria Fjodorovna gebouwd door de architect Carlo Rossi. Het gebouw is nu het Russisch museum.

Michaels achter-achter-achter-kleinzoon, titulair groothertog Georg Borwin van Mecklenburg, is de pretendent van de tronen van Mecklenburg-Schwerin en Mecklenburg-Strelitz.

Grootvorst Michaël Pavlovitsj van Rusland, het besluit sprak van "Michiel Paulowitz", werd op 19 november 1818 tot Grootkruis in de Militaire Willems-Orde benoemd. Hij was ook Ridder van het Gulden Vlies.
Heerlijkheid:
grootvorst van Rusland
Kinderen van Helena en Michaël:
1 Marie van Rusland, geboren in 1825. Marie is overleden in 1846, 20 of 21 jaar oud.
2 Elisabeth Michajlovna van Rusland, geboren op vrijdag 26 mei 1826 in Sint-Petersburg. Volgt 26.
3 Catharina Michajlovna van Rusland, geboren op dinsdag 28 augustus 1827 in Sint-Petersburg. Volgt 27.
4 Alexandra van Rusland, geboren in 1831. Alexandra is overleden in 1832, 0 of 1 jaar oud.
5 Anna van Rusland, geboren in 1834. Anna is overleden in 1836, 1 of 2 jaar oud.
26 Elisabeth Michajlovna van Rusland is geboren op vrijdag 26 mei 1826 in Sint-Petersburg, dochter van Michaël Pavlovitsj van Rusland en Helena Charlotte van Württemberg (zie 25). Elisabeth is overleden op dinsdag 28 januari 1845 in Wiesbaden, 18 jaar oud.
Notitie bij Elisabeth: Zij was de eerste echtgenote van Adolf van Nassau, die in 1890 groothertog van Luxemburg zou worden. Zij huwden in 1844, en kregen een dochter, die bij haar geboorte op 27 januari 1845 overleed. Elisabeth stierf een dag later, amper 18 jaar oud. Zij was een dochter van Michaël Pavlovitsj van Rusland, zoon van tsaar Paul I van Rusland, en van Helena Charlotte van Württemberg.
Elisabeth trouwde, 17 jaar oud, op woensdag 31 januari 1844 met Adolf van LUXEMBURG, 26 jaar oud. Adolf is geboren op donderdag 24 juli 1817 in Wiesbaden, Biebrich. Adolf is overleden op vrijdag 17 november 1905 in Slot Hohenburg, 88 jaar oud.
Notitie bij Adolf: Adolf was de zoon van hertog Willem van Nassau en Louise van Saksen-Altenburg (1794-1825), dochter van Frederik van Saksen-Altenburg. Bij de dood van zijn vader op 30 augustus 1839 werd hij hertog van Nassau. Op 31 januari 1844 huwde hij grootvorstin Elisabeth, de dochter van grootvorst Michaël Pavlovitsj van Rusland en een nicht van tsaar Nicolaas I, die echter reeds een jaar later stierf. Te harer nagedachtenis liet hij in Wiesbaden een Russisch-orthodoxe kapel oprichten.

Hij regeerde op conservatieve wijze, maar zag zich in het revolutiejaar 1848 op het allerlaatste moment - voor zijn slot stond een woedende menigte van 30.000 mensen - genoodzaakt de zogenaamde "negen eisen der Nassauers" in te willigen en een Kamer van Afgevaardigden met algemeen kiesrecht in te voeren. Hij zette zijn beleid op meer liberale wijze voort en schreef in 1849 Frederik Willem IV van Pruisen zelfs een nederige brief waarin hij deze verzocht de hem door het liberale Frankfurter Parlement aangeboden Duitse keizerskroon te aanvaarden. Later zette zich echter weer een conservatieve periode in waarin Adolf veel van zijn liberale maatregelen terugdraaide: de landdag werd ontbonden, de pers gemuilkorfd en het recht op vergadering en vereniging beperkt.

Nassau was Oostenrijks gezind en in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 verklaarde Adolf Pruisen dan ook de oorlog. De overwegend liberale Kamer weigerde echter geld beschikbaar te stellen en op 15 juli moest de hertog vluchten. Pruisen bezette op 18 juli Wiesbaden en beschouwde Nassau na de overwinning als oorlogsbuit. De formele annexatie van het hertogdom vond plaats op 8 oktober.

Willem III, koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg, liet na zijn dood op 23 november 1890 slechts een dochter na. Deze Wilhelmina volgde hem in Nederland op, maar door de in Luxemburg van kracht zijnde Nassause huisbepalingen kon zij geen groothertogin worden. Derhalve ging de Luxemburgse kroon over op Adolf, hoofd van de Walramse linie van het Huis Nassau. Hij had zich reeds in 1889, toen Willems gezondheidstoestand zeer slecht was, bij de Luxemburgse premier Paul Eyschen als regent aangeboden. Toen Willem III dit vernam, zond hij vanaf zijn sterfbed een telegram aan Adolf van Nassau-Weilburg, waarin hij hem erop wees dat hij het prefereerde om pas na zijn overlijden te worden opgevolgd.

De opvolging van Adolf te Luxemburg was niet het gevolg van de Salische wet zoals vaak gedacht, maar van een Salische structuur zoals die door de overgebleven takken van het huis Nassau in de Erneuter Erbverein van 1783, bevestigd in 1815 was overeengekomen. De opvolging van Adolf heeft in die zin nog aan een zijden draad gehangen. Hij kon immers van zijn kant de verdragsbepalingen niet meer nakomen door het verlies van zijn erflanden aan Pruisen. Koning-groothertog Willem III voelde zich om die reden ook niet meer aan het Huisverdrag gebonden. Door de inspanningen van koningin Emma der Nederlanden, oomzegger van hertog Adolf, en de politieke elite in Nederland is het verdrag uiteindelijk toch gehonoreerd.

De reeds 73-jarige Adolf hield zich in het liberale Luxemburg afzijdig van de dagelijkse politiek en schoof in 1902 zijn zoon en troonopvolger Willem (IV) Alexander als stadhouder naar voren. Hij besteedde zijn tijd aan het uitbreiden van de kunstcollectie in zijn paleis in de stad Luxemburg en aan de restauratie van het slot Berg, dat sindsdien de residentie van de groothertogelijke familie is. Hij bracht het grootste deel van zijn tijd echter niet in Luxemburg door, maar op zijn slot Hohenburg in de Beierse Alpen. Hij stierf daar op 17 november 1905 en werd opgevolgd door zijn zoon Willem IV.

Adolf verwekte bij zijn eerste echtgenote Elisabeth Michajlovna een dochter (1845), die echter de dag van haar geboorte stierf. Bij zijn tweede echtgenote (23 april 1851), Adelheid Marie van Anhalt-Dessau, een nicht van Leopold IV van Anhalt, had hij vijf kinderen:

Willem IV Alexander (1852-1912), groothertog van Luxemburg
Frederik Paul Willem (1854-1855)
Marie Bathildis Wilhelmina Charlotte (1857-1857)
Frans Jozef Willem (1859-1875)
Hilda Charlotte Wilhelmina (1864-1952), gehuwd met Frederik II van Baden
27 Catharina Michajlovna van Rusland is geboren op dinsdag 28 augustus 1827 in Sint-Petersburg, dochter van Michaël Pavlovitsj van Rusland en Helena Charlotte van Württemberg (zie 25). Catharina is overleden op zaterdag 12 mei 1894 in Sint-Petersburg, 66 jaar oud.
Heerlijkheid:
Russische grootvorstin uit het Huis Romanov.
Catharina trouwde, 23 jaar oud, op zaterdag 8 februari 1851 met George August van Mecklenburg-Strelitz, 27 jaar oud. George is geboren op zondag 11 januari 1824 in Neustrelitz. George is overleden op dinsdag 20 juni 1876 in Sint-Petersburg, 52 jaar oud.
Notitie bij George: Door zijn huwelijk kreeg George August een carrière in het tsaristische leger, waarin hij de rang van generaal bereikte.
Kinderen van Catharina en George:
1 Nicolaas van Mecklenburg-Strelitz, geboren in 1854. Nicolaas is overleden in 1854, geen jaar oud.
2 Helene van Mecklenburg-Strelitz, geboren op vrijdag 16 januari 1857 in Sint-Petersburg. Volgt 28.
3 George Alexander van Mecklenburg-Strelitz, geboren in 1859. Volgt 29.
4 Karel Michael van Mecklenburg-Strelitz, geboren in 1863. Karel is overleden in 1934, 70 of 71 jaar oud.
Notitie bij Karel: gaf in 1918 zijn - inmiddels theoretische - rechten op de erfopvolging op.
28 Helene van Mecklenburg-Strelitz is geboren op vrijdag 16 januari 1857 in Sint-Petersburg, dochter van George August van Mecklenburg-Strelitz en Catharina Michajlovna van Rusland (zie 27). Helene is overleden op vrijdag 28 augustus 1936 in Remplin, 79 jaar oud. Helene trouwde, 33 of 34 jaar oud, in 1891 met Albert van Saksen-Altenburg, 47 of 48 jaar oud. Albert is geboren op vrijdag 14 april 1843 in München, zoon van Eduard Karel Willem Christiaan van Saksen-Altenburg en Louise van Reuss. Albert is overleden op donderdag 22 mei 1902 in Serrahn, 59 jaar oud. Albert is weduwnaar van Maria Elisabeth Louise Frederika van Pruisen (1855-1888), met wie hij trouwde op woensdag 6 mei 1885 in Berlijn, zie 242.
Notitie bij Albert: Hij was de oudste zoon uit het tweede huwelijk van Eduard van Saksen-Altenburg met Louise van Reuss oudere linie, dochter van Hendrik XIX Reuss.

Van 1861 tot 1865 was hij luitenant in het Vijfde Pruisische Ulanenregiment, daarna trad hij in dienst van het leger van tsaar Alexander III van Rusland, als generaal à la suite. Albert raakte bevriend met de tsaar en was vaak te gast bij het hof in Sint-Petersburg. In 1885 trouwde Albert met prinses Marie van Pruisen, die in 1878 was getrouwd met de toen al bejaarde prins Hendrik der Nederlanden, maar al vijf maanden later weduwe was. Na zijn huwelijk keerde Albert terug naar Pruisen, waar hij bij de Pruisische cavalerie eveneens de rang van generaal à la suite kreeg. Nadat Marie hem twee dochters had geschonken, overleed zij. Hierop hertrouwde Albert in 1891 met Helene van Mecklenburg-Strelitz, een dochter van George August van Mecklenburg-Strelitz en Catharina Michajlovna van Rusland. Met haar kreeg hij geen kinderen.
29 George Alexander van Mecklenburg-Strelitz is geboren in 1859, zoon van George August van Mecklenburg-Strelitz en Catharina Michajlovna van Rusland (zie 27). George is overleden in 1909, 49 of 50 jaar oud. George trouwde met Natalia Vanljarskaya. Natalia is overleden.
30 Frederik Karel August van Württemberg is geboren op zondag 21 februari 1808 in Comburg, zoon van Paul Karel Frederik August van Württemberg (zie 24) en Catharine Charlotte van Saksen-Hildburghausen. Frederik is overleden op maandag 9 mei 1870 in Stuttgart, 62 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik volgde de obligate militaire loopbaan. Op 15-jarige leeftijd werd hij tot ritmeester 2e klas benoemd. Vanaf zijn 21e jaar, toen hij tot ritmeester 1e klas werd benoemd, volgde de benoemingen op grond van zijn afkomst in het bijbehorende tempo. In 1830 majoor der ruiterij, in 1832 luitenant-kolonel der infanterie, in 1833 kolonel der infanterie, een jaar later generaal-majoor der ruiterij en in 1841 tenslotte luitenant-generaal der ruiterij. Daarmee was voorlopig het hoogtepunt bereikt. In 1865 bevorderde zijn zwager koning Karel hem tot generaal der cavalerie en benoemde hem tot commandeur van het Württembergse legerkorps. Tijdens de oorlog tegen Pruisen van 1866 werd hem het commando over het Württembergse legerkorps (de VIII Legerkorps van de Duitse Bond) echter niet toevertrouwd. Hij was tijdens de oorlog slechts gedelegeerde bij het Oostenrijkse hoofdkwartier.

Op grond van zijn afstamming was Frederik lid van de Eerste Kamer en hij nam sinds 1833 regelmatig deel aan de zittingen. Sinds 1865 was hij lid van de Geheime Raad.

Op 20 november 1845 trouwde hij tegen de wil van zijn vader zijn nichtje Catharina, dochter van koning Willem I van Württemberg en van Pauline van Württemberg. Hun enig kind, Willem (1848-1921), zou later de laatste koning van Württemberg worden.

Tot zijn woningen behoorden zijn paleis in Stuttgart en het jachtslot Kataharinenhof bij Oppenweiler. De jacht was zijn grote hartstocht. Bij een jachtongeval veroorzaakte een glassplinter een wond aan zijn gezicht. Deze wond groeide later uit tot een gezwel, waardoor hij blind werd en waaraan hij tenslotte zou overlijden.
Frederik trouwde, 37 jaar oud, op donderdag 20 november 1845 met Catharina Frederika van Württemberg, 24 jaar oud. Zie 8 voor persoonsgegevens van Catharina.
Kind van Frederik en Catharina: zie 8.
31 Karel George August van Brunswijk-Wolfenbüttel is geboren op zaterdag 8 februari 1766 in Londen, zoon van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk (zie 235) en Augusta Frederika van Wales van Hannover (zie 4). Karel is overleden op zaterdag 20 september 1806 in Antoinettenruh, 40 jaar oud.
Notitie bij Karel: Hij was de zoon van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk en Augusta Frederika van Hannover, prinses van Groot-Brittannië en Ierland.

Hij trouwde op 14 oktober 1790 met Frederica Louise Wilhelmina van Oranje-Nassau, de dochter van stadhouder Willem V van Oranje-Nassau en Wilhelmina van Pruisen. Willem V had toestemming verleend voor het huwelijk als beloning voor zijn vader, die het Pruisische leger in 1787 leidde tegen de Patriotten in Nederland en de stadhouder herstelde in zijn macht. Het huwelijk bleef kinderloos. Karel was zwakbegaafd en werd later vrijwel geheel blind. Tot zijn dood zestien jaar later werd hij door zijn vrouw verzorgd. Hij stierf kort voor zijn vader op 20 september 1806, zodat die na zijn dood op 10 november van datzelfde jaar werd opgevolgd door Karels jongste broer Frederik Willem (1771-1815). Zijn broers George (1769-1811) en August (1770-1820) waren ook zwakbegaafd en werden vanwege hun handicap gepasseerd in de troonopvolging.
Karel trouwde met Frederica Louise Wilhelmina "Loulou" van Oranje-Nassau. Frederica is geboren op woensdag 28 november 1770 in Den Haag, dochter van Willem V Batavus van Oranje- Nassau en Frederica Sophia Wilhelmina van Pruisen. Frederica is overleden op vrijdag 15 oktober 1819 in Amsterdam (NL), 48 jaar oud.
Notitie bij Frederica: "Loulou" en haar man bleven kinderloos. Karel stierf op 20 september 1806. De prinses voegde zich daarna weer bij haar naar Engeland gevluchte familie. Toen die in januari 1814 weer terug kon naar de Nederlanden, trok ook Louise naar Haarlem, en kocht een buitenhuis, genaamd Zorgvliet, niet ver van haar moeder, die op het Landhuis Welgelegen woonde.
32 Caroline Amalia Elisabeth van Brunswijk-Wolfenbüttel is geboren op dinsdag 17 mei 1768 in Brunswijk, dochter van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk (zie 235) en Augusta Frederika van Wales van Hannover (zie 4). Caroline is overleden op dinsdag 7 augustus 1821 in Londen, 53 jaar oud.
Notitie bij Caroline: In 1796 huwde Caroline met haar volle neef George, Prins van Wales (1762-1830), de latere koning George IV van het Verenigd Koninkrijk en Hannover. Het huwelijk, gearrangeerd wegens financiële moeilijkheden van de bruidegom, bleek meteen een ramp te zijn. Toen de prins zijn toekomstige echtgenote voor het eerst zag (enkele dagen voor het huwelijk) reageerde hij geschokt en vroeg terstond om een glas cognac om te kunnen bekomen. Al gauw bleek dat de echtelieden enorm verschilden. De prinses stond bekend om haar lichtzinnigheid, slechte hygiëne en gebrek aan tact. De prins was uiterst verfijnd, kunstzinnig en gesteld op luxe. Het kan dan ook een wonder genoemd worden dat het echtpaar er niettemin in slaagde een dochter op de wereld te brengen: Prinses Charlotte van Wales. Na een paar weken huwelijk scheidde het echtpaar van tafel en bed.

Tot haar dood in 1821 vocht Caroline onvermoeid voor haar rechten als Prinses van Wales en later, vanaf 1820, als koningin. Ondanks de steun van haar schoonvader George III liep haar reputatie te veel schade op en werd haar de toegang tot haar dochter gaandeweg door haar echtgenoot en schoonfamilie ontzegd. Aangezien de Britse koninklijke familie op dat moment niet populair was, besloot Caroline in te spelen op de gevoeligheden van de Britse bevolking en zorgde ze er op die manier voor dat ze een geduchte tegenstander bleef van de Prins van Wales, die haar hoe langer hoe meer begon te verachten. Toen George in 1811 prins-regent werd en besloot om verder te blijven regeren met de Tories onder leiding van Spencer Perceval en nadien Lord Liverpool, sloot Caroline een politiek verbond met de Whig Partys, de liberalere oppositiepartij.

Na het huwelijk van haar dochter in 1816 voelde Caroline zich overbodig en aangezien de Londense society haar in navolging van de Prins Regent begon te weren, besloot ze een rondreis te maken in Europa. Ze haalde al gauw de internationale pers door haar lichtzinnig gedrag en vermeende affaire met haar Italiaanse majordomo, hetgeen haar reeds precaire situatie nog meer schade berokkende. Ze besloot na de troonsbestijging van haar echtgenoot in 1820 terug te keren. George, die de aanwezigheid van zijn vervreemde echtgenote onverdraaglijk vond, besloot zijn huwelijk te annuleren wegens overspel (deze maatregel kan ironisch genoemd worden: George IV had voor zijn huwelijk met Caroline reeds een morganatisch en onwettig huwelijk gesloten met de katholieke Maria Fitzherbert en nam zelf de huwelijkstrouw allesbehalve serieus). Het schandaal culmineerde in een ophefmakend proces in het Britse Hogerhuis. Het proces berokkende de koning en regering veel schade dus werd besloten om de wet ter annulering van het ongelukkige huwelijk niet naar het Lagerhuis te sturen (de wet was met een kleine meerderheid door het Hogerhuis goedgekeurd). De koningin en Whigs triomfeerden en werden overal toegejuicht door de Britse bevolking (vooral bij de lagere bevolkingsklasse was "Queen Caroline" uitermate populair). Dit ophefmakende hoofdstuk kreeg nog een staartje: tijdens de kroning van George IV werd Caroline de toegang tot de ceremonie ontzegd. De koningin droop teleurgesteld af en stelde vast dat zelfs de steun van "John Bull" was afgenomen. Ze overleed enkele weken later. Volgens haar wens werd ze begraven in haar geboorteland Brunswijk.
Caroline trouwde, 27 of 28 jaar oud, in 1796 met George IV van het Verenigd Koninkrijk, 33 of 34 jaar oud. Zie 36 voor persoonsgegevens van George.
Kind van Caroline en George:
1 Charlotte Augusta van Wales, geboren op zaterdag 7 januari 1797 in London (GB). Volgt 33.
33 Charlotte Augusta van Wales is geboren op zaterdag 7 januari 1797 in London (GB), dochter van George IV van het Verenigd Koninkrijk (zie 36) en Caroline Amalia Elisabeth van Brunswijk-Wolfenbüttel (zie 32). Charlotte is overleden op donderdag 6 november 1817 in Claremont House (Esher, Surrey), 20 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Zij was de dochter van de prins van Wales, de latere koning George IV en diens vrouw Caroline van Brunswijk. Haar ouders hadden een bijzonder slecht huwelijk en leefden na de geboorte van hun dochter feitelijk gescheiden. Charlotte zag haar moeder nauwelijks. Als enig kind van de Britse troonopvolger leek zij aangewezen om haar vader als monarch op te volgen.

In 1814 was zij enkele maanden verloofd met de Nederlandse prins Willem (de latere Koning Willem II), maar zij verbrak de verloving. Op 2 mei 1816 trouwde ze met Leopold van Saksen-Coburg, de latere koning van België. Leopold was hierbij aangemoedigd door zijn schoonbroer en beschermheer, de Russische tsaar Alexander I, die een Brits-Nederlandse dynastieke unie wilde beletten.

Tijdgenoten meldden dat Leopold en Charlotte een gelukkig echtpaar vormden. Op 5 november 1817 beviel ze, na een bevalling die vijftig uur had geduurd, van een doodgeboren zoon. Een dag daarna overleed ze zelf aan de gevolgen. De verloskundige pleegde later bij het kraambed van een andere vrouw zelfmoord.

Haar dood leidde tot grote onzekerheid over de erfopvolging. Overhaaste huwelijken van haar ongetrouwde ooms waren het gevolg.
Heerlijkheid:
Prinses
Charlotte:
(1) begon een relatie, 16 jaar oud, in december 1813 met Willem II Frederik George Lodewijk (de Held van Waterloo en Slender Billy) der Nederlanden, 20 of 21 jaar oud. De relatie werd verbroken in mei 1814.
Notitie bij de relatie van Charlotte en Willem: Van december 1813 tot mei 1814 was Willem verloofd met de Britse kroonprinses Charlotte Augusta, dochter van de latere koning George IV. Zij verbrak de verloving, en huwde later met Leopold van Saksen-Coburg.
Willem is geboren op donderdag 6 december 1792 in Den Haag, zoon van Willem Frederik van Oranje-Nassau der Nederlanden en Frederica Louisa Wilhelmina ( Zij werd ook wel Mimi genoemd) van Pruisen. Willem is overleden op zaterdag 17 maart 1849 in Tilburg, 56 jaar oud. Willem trouwde later op woensdag 20 december 1815 in Sint-Petersburg met Anna Paulowna van Rusland (1795-1865).
Notitie bij Willem: Willem (roepnaam "Guillot") werd geboren in Den Haag als zoon van de latere koning Willem I en van Wilhelmina van Pruisen. Na de vlucht in 1795 van zijn grootvader stadhouder Willem V en de uitroeping van de Bataafse Republiek trokken zijn ouders met hun driejarige eerst naar Engeland en daarna naar Duitsland.

Zijn jeugd bracht Willem door aan het hof van de koning van Pruisen waar hij een militaire opleiding kreeg en diende in het Pruisische leger. In Spanje diende hij onder Wellington in het Engelse leger. In 1813 keerde hij met zijn vader terug naar Nederland. In 1815 werd hij troonopvolger. Hij nam dienst in het leger toen Napoleon uit Elba ontsnapte en nam als Engels generaal deel aan de Slag bij Waterloo, waaruit hij licht gewond, en in de ogen van sommigen zelfs als de "held van Waterloo", terugkwam. Bij de herdenking van de slag in 1865 maakte Multatuli deze gedachte belachelijk in zijn satire De zegen Gods door Waterloo. De latere koning heet hier Prins Willem de Groote van Oranje.

Van december 1813 tot mei 1814 was Willem verloofd met de Britse kroonprinses Charlotte Augusta, dochter van de latere koning George IV. Zij verbrak de verloving, en huwde later met Leopold van Saksen-Coburg. Willem II trad daarop in februari 1816 in het huwelijk met Anna Paulowna, dochter van Paul I van Rusland.

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Na de hereniging van de Nederlanden werd hij o.a. minister van defensie in de regering van zijn vader. Hij verbleef echter meestal in de Zuidelijke Nederlanden in Brussel, ook in de halve jaren dat de regering zetelde in Den Haag (er was immers een beurtrol voor Brussel en Den Haag). Daar kwam hij in 1816 in contact met Franse revolutionairen die de Bourbonmonarchie wilden afzetten en een burgerlijk bestuur wilden invoeren, en Zuid-Nederland bij Frankrijk wilden voegen. Willem werd de kandidaat van deze rattachisten om Lodewijk XVIII op te volgen. Willems zwager, tsaar Alexander I, kwam echter via zijn zuster dit plan te weten en lichtte koning Willem I in. Die was razend, en vader en zoon leefden vervolgens in onmin.

Willem had zijn les niet geleerd. In 1820 ontdekte de Franse regering weer een complot tegen Lodewijk XVIII waar Willem een rol in speelde. Met diplomatieke heksentoeren kon Willem I een rel vermijden.

In 1829 werd Willem benoemd tot vicepresident van de Raad van State en voorzitter van de ministerraad, wat hij zou blijven tot zijn troonsbestijging in 1840. In deze functies was hij ook formeel de belangrijkste adviseur van Willem I.

Belgische Revolutie
Willem hield zich koest, maar de relatie met zijn vader werd er niet beter op. Toen in 1830 de Bourbonmonarchie viel en Karel X werd vervangen door de burgerkoning Lodewijk Filips voelde Willem zich gepasseerd. Franse agenten organiseerden echter relletjes in augustus, en toen Willem I troepen stuurde naar Brussel om de orde te herstellen, zette hij zijn zoon aan het hoofd daarvan. Die kwam echter weer onder invloed van de rattachisten en uiteindelijk zorgde een reeks van gebeurtenissen ervoor dat Willem op 16 oktober 1830 de onafhankelijkheid van België uitriep (nadat het Voorlopig Bewind reeds op 4 oktober had verklaard dat dit zou gebeuren). Hij splitste het leger in noordelijke en zuidelijke regimenten, waarbij de noordelijke zich moesten terugtrekken tot boven de Rijn.

In de chaos die op dit machtsvacuüm volgde, grepen Luikse en Franse milities de macht in de rest van België. Sommige "zuidelijke" bevelhebbers bleven trouw aan Willem I, zoals generaal Wilmars van het garnizoen van Luxemburg, en kolonel Dibbets in Maastricht. Ook de bevelhebber van Namen, generaal Jozef van Geen, bleef trouw, maar trok zich terug naar Antwerpen en later naar Tilburg en Eindhoven. Kolonel Ledel bleef ook trouw aan Willem I en verdedigde Zeeuws-Vlaanderen.

Toen generaal David Hendrik Chassé Antwerpen bombardeerde na een schending van het staakt-het-vuren door de revolutionairen, verklaarde het Voorlopig Bewind als wraak Prins Willem en alle overige Oranje-Nassaus voor eeuwig vervallen van de troon. Willem trok zich uiteindelijk terug en zijn vader aanvaardde in 1839 de onafhankelijkheid.

Willem II
Op 7 oktober 1840 besteeg hij de troon als Willem II. Onder zijn koningschap was de macht van de vorst al minder dan voordien. De revoluties van 1848 en 1849, waarin Lodewijk Filips I van Frankrijk werd afgezet en andere Europese vorsten met geweld tot concessies werden gedwongen deed hem nu ook vrezen voor zijn eigen troon. De koning verklaarde daarop tegenover zijn ministers dat hij in één nacht van conservatief geworden was tot liberaal. Dit was vooral de verdienste van de liberaal Thorbecke, die de nieuwe grondwet bijna volledig zelf had geschreven; deze grondwet was voor die tijd al wel een grote verbetering.

Willem II hield van bouwen. In Engeland had hij, tijdens zijn studie aan de Universiteit van Oxford, belangstelling gekregen voor de "Gothic revival". Hij liet de voorgevel van Paleis Kneuterdijk van Daniël Marot vervangen door de huidige classicistische voorpui[2] en bouwde een groot neogotisch gebouwencomplex achter zijn paleis aan de Kneuterdijk in ’s-Gravenhage.

Het te bouwen paleis, kasteel Vaeshartelt in Limburg, werd nooit voltooid en van een nieuw paleis in Tilburg werd alleen de kern gebouwd, die nu dienst doet als gemeentehuis. Rheeburg en Zionsburg in Vught werden aangekocht maar niet verbouwd of uitgebreid. Er was ook een voor de koning gebouwd gotisch jachthuis in Gorp.
Op het Loo liet de koning weinig sporen na. Hij woonde op het nabijgelegen jachtslot, het Oude Loo, dat meer aan zijn voorkeur voor de neo-gotiek beantwoordde.

De dood van de koning
Willem II regeerde slechts korte tijd als constitutioneel vorst. Na het overlijden van zijn lievelingszoon Alexander ging zijn gezondheid achteruit. Ook de problemen met zijn oudste zoon, de latere koning Willem III, gingen hem niet in de koude kleren zitten. Kroonprins Willem was het namelijk helemaal niet eens met de grondwetswijziging waar zijn vader mee had ingestemd. Hij heeft zelfs schriftelijk afstand gedaan van zijn rechten op de troon, wat hij later weer introk.

Toen Willem II op 13 februari 1849 voor het eerst de nieuwe Tweede Kamer toesprak, merkte men op dat hij er slecht uit zag en zijn stem zwak was. Begin maart wenste de koning zich voor korte tijd terug te trekken in het door hem geliefde Tilburg. Zijn lijfarts raadde hem dit af, maar de koning zette zijn wil door. Op 13 maart nam hij afscheid van zijn vrouw en reed naar Rotterdam.

In Rotterdam was Willem II gekleed in een lange mantel met als hoofddeksel zijn typische Russische muts. In de haven wilde hij een in zijn opdracht in aanbouw zijnde stoomjacht bezichtigen. Bij het aflopen van de trap raakte hij met zijn laars verward in zijn mantel en viel van zes treden af. Onmiddellijk stond hij weer op en op de ontstelde vragen reageerde hij met een geruststellend: Het is niets.

Toen de koning via Geertruidenberg naar Tilburg reisde werd hij door de menigte toegejuicht. Maar tegen de gewoonte in werd er vanuit het rijtuig niet gereageerd. Het slechte weer deed de koning geen goed en hij had de mantel dicht om zich heen geslagen.

In Tilburg aangekomen werden de gezondheidsproblemen erger. Willem II was ook niet meer in staat om stukken te bestuderen. Twee dagen lang was de koning ernstig kortademig. Op 16 maart kwam zijn zoon Hendrik op bezoek, waardoor zijn zin enigszins verbeterde. Toen koningin Anna Paulowna kort daarna ook arriveerde, werd zij niet meer toegelaten. Zij luisterde van achter de deur gespannen of zij zijn dierbare stem hoorde. Op 17 maart werd zijn toestand zeer kritiek. Rond drie uur kreeg Willem II een ernstige aanval van kortademigheid, waarbij hij zijn arts in de armen vloog. Deze zette hem weer terug in zijn stoel, waarna hij stierf. Koningin Anna Paulowna was zo geschrokken dat zij zich gillend op zijn levenloze lichaam wierp. Enkele dagen heeft zij urenlang geknield bij zijn lijk gezeten.

Het lichaam werd naar ’s konings wens niet gebalsemd en in een zinken kist gelegd. De kist was voorzien van een glazen plaat. Op 3 april werd Willem II uit Tilburg opgehaald om de volgende dag bijgezet te worden in de grafkelder van de Oranjes in Delft.

De erfenis
Zijn in Engeland verblijvende zoon, de prins van Oranje, volgde als Koning Willem III zijn vader op. De vier wettige kinderen en de koningin-weduwe werden met financiële problemen geconfronteerd. Willem II liet schulden en zware financiële verplichtingen na. Zijn grote kunstverzameling werd daarom verkocht aan de tsaar van Rusland, waardoor een aantal Rembrandts in Sint-Petersburg terecht kwam.

De grote uitbreiding achter het paleis aan de Kneuterdijk bleek zo onoordeelkundig gebouwd te zijn dat instortingsgevaar dreigde. Van deze gebouwen rest nu alleen de "Gotische zaal".

Trivia
Willem II beheerste de Nederlandse taal slecht. Toen hij in 1813 in Nederland aankwam, beheerste hij slechts enkele zinnen Nederlands. Toen hij bij zijn inhuldiging in 1840 de eed moest uitspreken bespeurde men bij hem een sterk Engels accent.
Een groot portret van koning Willem II hangt sinds 1848 in de vergaderzaal van de Eerste Kamer der Staten-Generaal aan het Binnenhof in Den Haag. In dat jaar verloor de koning het grondwettelijk recht de leden van de Eerste Kamer te benoemen. Hij zou het portret geschonken hebben met de woorden: "Opdat ik toch altijd bij u ben."
Heerlijkheid:
prins van Oranje-Nassau, was van 1840 tot 1849 koning der Nederlanden, groothertog van Luxemburg en hertog van Limburg
(2) trouwde, 19 jaar oud, op donderdag 2 mei 1816 met Leopold (I) Joris Christiaan Frederik van Belgie, 25 jaar oud. Leopold is geboren op donderdag 16 december 1790 in Brussel, zoon van Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld en Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein. Leopold is overleden op zondag 10 december 1865 in Laken, 74 jaar oud. Leopold trouwde later op donderdag 9 augustus 1832 met Louise Marie Van Orleans (1812-1850).
Notitie bij Leopold: Jeugd
Leopold werd geboren in het kasteel Ehrenburg in Coburg als derde zoon van hertog Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld en Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein.

In 1795 werd hij, nog slechts een kleuter, door Catharina de Grote benoemd tot kolonel in het Keizerlijk Regiment Izmailovski. Zeven jaar later werd hij generaal. Toen het hertogdom Saksen-Coburg-Saalfeld in 1806 door de troepen van Napoleon bezet werd, vertrok hij naar Parijs. Napoleon bood hem de positie van adjudant aan, maar Leopold weigerde. Leopolds broer had voordien hetzelfde aanbod afgeslagen. Nadien nam hij deel aan acties tegen Napoleon en in 1815 werd hij benoemd tot veldmaarschalk.

Leopold pendelde tussen Duitsland en Rusland en ook in Parijs was hij gekend. Leopold was een van de meest invloedrijke diplomaten uit zijn tijd. Hij nam ook deel aan het Weense Congres, waar hij mee geschiedenis schreef. Hortense de Beauharnais liet zich ontvallen nog nooit zo een mooie man te hebben ontmoet. Uit bronnen is bekend dat Leopold een van de meest aantrekkelijke partijen was en deze natuurlijke voorsprong werd uitgebuit door zijn moeder.

Eerste huwelijk
Op 2 mei 1816 trouwde hij met kroonprinses Charlotte Augusta, de enige dochter van de latere koning George IV van Engeland. Leopold kreeg de Britse nationaliteit. De pasgehuwden namen hun intrek in Claremont House bij Windsor. Op 5 november 1817 baarde zij een doodgeboren zoon, na een zware bevalling. Zijzelf stierf de volgende dag. Leopold was in shock en kwam de klap nooit meer te boven. In het paviljoen van Claremont House, waar hij veel mooie momenten met Charlotte had beleefd, liet hij een monument oprichten. Hij verbleef als weduwnaar verder aan het Britse hof en kreeg een dotatie. De banden met het Verenigd Koninkrijk bleven zeer hartelijk. Via zijn zus werd hij oom van de in 1819 geboren Victoria.

Caroline Bauer
In 1828 leert Leopold in Potsdam de zeventien jaar jongere actrice Caroline Bauer kennen. Bij Leopold is er sprake van liefde op het eerste gezicht en hij vraagt haar meteen ten huwelijk; daarbij gaat het wel om een morganatisch huwelijk. De echtelijke verbintenis moet geheim blijven, anders zou Leopold zijn jaarlijkse dotatie in Engeland van 50.000 pond verliezen. In 1829 trouwen de twee. Het huwelijk zou door Leopold een jaar later stopgezet worden. Caroline keert als een gebroken vrouw terug naar Berlijn en huwt een tijd later met een Poolse graaf. In 1877 pleegt Caroline zelfmoord.

Koning der Belgen
In 1830 keerden de kansen. Leopold kreeg het aanbod om koning van Griekenland te worden, maar hij weigerde. Na de Belgische Revolutie van 1830 legde het Belgische Nationaal Congres per decreet vast dat het Oranjehuis voor eeuwig uitgesloten was van de Belgische troon. Men wilde echter wel een monarchie, in constitutionele en representatieve vorm.
Nadat men eerst enkele andere kandidaten overwogen had, werd Leopold in 1831 gevraagd koning te worden van de nieuwe staat. Leopold had wat het congres dacht nodig te hebben, namelijk de steun van Engeland, dat het nog het best meende met de Belgische onafhankelijkheid, en internationale ervaring en prestige. Leopold sprak vloeiend Duits, Engels, Frans en een mondje Russisch en hij had goede relaties met de bankiersfamilie Rothschild. Het Nederlands was hij niet machtig, hoewel de meerderheid van zijn onderdanen die taal sprak. Het enige bezwaar was dat de nieuwe koning protestants was. Daarom diende hij te verzekeren dat hij zijn kinderen katholiek zou opvoeden. Leopold aanvaardde de uitnodiging, maar wilde wel eerst een duidelijk grensverdrag met Nederland. Hiertoe werd het Traktaat der XVIII artikelen opgesteld, dat de grens tussen Nederland en België teruglegde op die van 1790. Het verdrag werd ondertekend door de grootmachten Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen en Rusland en -na behoorlijk wat discussie- ook door het Belgische Nationaal Congres. Nederland weigerde het traktaat echter te ondertekenen en stuurde aan op de Tiendaagse Veldtocht. Na het tekenen van het traktaat trad Leopold op 26 juni 1831 aan als de eerste koning der Belgen. De koning maakte wel bezwaar tegen de beperkte politieke macht van de monarch. Later sprak hij zelfs van een politieke dwangbuis. De koning kwam per boot van Engeland en kwam aan in Calais. Vanuit Calais werd hij met de koets naar De Panne gebracht, waarna hij in Veurne een maaltijd kreeg. Via Oostende, Brugge en Gent trok hij naar Laken. Op 21 juli legde hij op het Koningsplein in Brussel de eed af.

Nog geen twee weken later, op 2 augustus 1831, werd België binnengevallen door Nederlandse troepen. Gedurende een periode van acht jaar waren er schermutselingen, maar in 1839 werd de Belgische onafhankelijkheid onder grote internationale druk officieel erkend door Nederland. Willem I, koning van Nederland, verklaarde zich pas in 1839 akkoord met het Verdrag der XXIV artikelen na een gebiedsafstand van Nederlands Limburg door het jonge koninkrijk België ten voordele van Nederland. In dat verdrag aanvaardden de toenmalige grootmachten de Belgische onafhankelijkheid in ruil voor haar neutraliteit.


Kroonprins Leopold, koning Leopold I, prinses Charlotte, koningin Louise-Marie, prins Filips[bewerken] Tweede huwelijk
Op 9 augustus 1832 trouwde Leopold te Compiègne voor de tweede maal (officieel telt men het morganatische huwelijk met Caroline Bauer niet mee), met prinses Louise van Orléans, dochter van koning Lodewijk Filips van Frankrijk. Deze verbintenis was een zuivere politieke zet, om Nederland ver weg te houden.

Zij kregen vier kinderen:

Lodewijk Filips (24 juli 1833 - 16 mei 1834)
Leopold (II) (9 april 1835 - 17 december 1909)
Filips (24 maart 1837 - 17 november 1905), vader van Albert I
Charlotte (7 juni 1840 - 19 januari 1927), huwde op 27 juli 1857 met keizer aartshertog Maximiliaan en werd keizerin van Mexico.

Leopold vervreemdde al snel van zijn vrouw en hield er een hele lijst van minnaressen bij, waarvan de belangrijkste Arcadie Claret was.

In 1840 regelde Leopold het huwelijk tussen koningin Victoria van Engeland en Albert van Saksen-Coburg en Gotha; hij was van beiden de oom. In 1842 deed Leopold een mislukte poging om wetten betreffende kinder- en vrouwenarbeid in te voeren. Onder zijn bewind werd ook een mislukte kolonisatiepoging ondernomen in Santo Tomas (Guatemala) door de Compagnie Belge de Colonisation.

Leopolds diplomatie slaagde erin België neutraal te houden in de revoluties van 1848. De koning - zelf protestant - was medeverantwoordelijk voor het feit dat de ca. 7.000 protestanten van het land hun wettelijke gelijkstelling (daterend van 1802) voortgezet zagen. Leopold was daarnaast een bekend vrijmetselaar.

Leopold had ook een meer dan twintig jaar durende relatie met Arcadie Claret. Met haar kreeg hij 2 zonen: Georg (1849-1904) en Arthur von Eppinghoven (1852-1940). De koning gaf zijn buitenechtelijke zoons de titel "Baron von Eppinghoven".

Koningin Louise-Marie stierf op 11 oktober 1850. Vijftien jaar later, op 10 december 1865 in Laken, volgde Koning Leopold haar. Zijn laatste woord was duidelijk, "Charlotte". De eerste Koning der Belgen ligt begraven in de kerk van Laken. Hij rust er in de koninklijke crypte tussen al zijn opvolgers en familie.
Heerlijkheid:
prins van Saksen-Coburg-Saalfeld (later van Saksen-Coburg en Gotha), hertog van Saksen, was van 1831 tot 1865 de eerste Koning der Belgen.
34 Frederik Willem van Brunswijk-Lüneburg-Oels (de Zwarte Hertog) van Brunswijk is geboren op woensdag 9 oktober 1771 in Brunswijk, zoon van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk (zie 235) en Augusta Frederika van Wales van Hannover (zie 4). Frederik is overleden op vrijdag 16 juni 1815 in Slag bij Quatre-Bras, 43 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik Willem was de jongste zoon van hertog Karel Willem Ferdinand en Augusta Frederika van Hannover, dochter van Frederik, prins van Wales. Hij trad 1789 in militaire dienst van Pruisen, werd kapitein bij een infanterieregiment en nam sinds 1792 deel aan veldtochten tegen Frankrijk. Na de Vrede van Bazel (1795) werd hij generaal-majoor. In 1805 erfde hij van zijn oom Frederik August het niet-soevereine hertogdom Oels in Pruisisch Silezië. De bestuurlijke hervorming van 1807 beroofde hem hier echter van alle politieke macht.

Hij streed in 1806 in de Slag bij Auerstedt, waar zijn vader dodelijk gewond raakte. Hierop sloot hij zich met zijn regiment aan bij het korps van Gebhard Leberecht von Blücher, waarmee hij korte tijd in krijgsgevangenschap raakte. Aangezien zijn oudste broer, de zwakzinnige en vrijwel blinde erfprins Karel, kort tevoren was gestorven en zijn broers George en August diens handicaps deelden, volgde Frederik Willem zijn vader na diens dood op 10 november 1806 op in Brunswijk-Lüneburg. Napoleon bezette het hertogdom echter in 1807 en voegde het bij het Koninkrijk Westfalen, waar hij zijn broer Jérôme op de troon zette.

De hertog ging hierna naar Zweden, vervolgens naar Bruchsal in Baden en in 1809 naar Wenen. Bij het uitbreken van de Vijfde Coalitieoorlog (1809) vormde hij in Braunau en Nachod (Bohemen) een circa 2000 man tellend eigen korps. Aan de zwarte uniformen van dit korps dankte Frederik Willem zijn bijnaam "de Zwarte Hertog" en het korps zelf de naam "de Zwarte Schare". Met de keus voor zwart bracht hij zijn wraakgevoelens jegens Frankrijk tot uitdrukking.

Hij viel vanuit Bohemen aan Oostenrijkse zijde Saksen binnen en veroverde Dresden en Leipzig. Vervolgens besloot hij zijn toevlucht in Engeland te zoeken. Via Halle, Halberstadt, Brunswijk, Hannover, Delmenhorst vocht hij zich een weg naar Elsfleth en Brake, waar het korps zich inscheepte. Met name de bestorming van Halberstadt (29 juli 1809) en de Slag bij Ölper (1 augustus 1809), waar hij zich tegenover een meerderheid handhaafde, brachten "Brunswijk-Oels en zijn zwarten" grote roem en de status van volkshelden. Via Helgoland in Engeland aangekomen, werd hij met bewondering ontvangen en trad hij in Britse dienst. De Britse regering ging niet in op Frederik Willems voorstellen het korps Duitsland te laten binnenvallen, maar zette het in bij de strijd in Spanje en Portugal.

De Zwarte Hertog bemoeide zich direct na de mislukking van Napoleons Russische veldtocht (1813) niet met de gang van zaken op het continent, maar na Volkerenslag bij Leipzig liet hij een gevolmachtigde Brunswijk weer in bezit nemen. Korte tijd later werd hij door zijn volk jubelend verwelkomd. De eerste tijd van zijn regering besteedde hij aan het opbouwen van een slagvaardige troepenmacht, waarmee hij zijn land aan de bedelstaf bracht. Zijn populariteit nam door zijn incompetente bestuur, mogelijk door gebrek aan bestuurlijke ervaring, danig af.

Frederik Willem woonde korte tijd het Congres van Wenen (1814-1815) bij, dat Brunswijk-Lüneburg als Hertogdom Brunswijk formeel herstelde. Na Napoleons terugkeer trok hij wederom ten strijde. Hij sneuvelde door een kogel in de Slag bij Quatre-Bras, twee dagen voor Napoleons definitieve nederlaag bij Waterloo. Hij werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon Karel II, namens wie zijn zwager, de latere George IV, het land regeerde.
Heerlijkheid:
regerend hertog van Brunswijk(-Lüneburg) en bevelhebber in de napoleontische oorlogen
Frederik trouwde, 31 jaar oud, op maandag 1 november 1802 met Maria Elizabeth Wilhelmina Van Baden, 20 jaar oud. Maria is geboren op zaterdag 7 september 1782 in Karlsruhe. Maria is overleden op woensdag 20 april 1808 in Bruchsal, 25 jaar oud.
Kinderen van Frederik en Maria:
1 Karel II de Diamantenhertog van Brunswijk, geboren op dinsdag 30 oktober 1804 in Brunswijk. Karel is overleden op maandag 18 augustus 1873 in Geneve, 68 jaar oud.
Notitie bij Karel: Karel was de oudste zoon van de Zwarte Hertog Frederik Willem en van Maria van Baden, dochter van Karel Lodewijk van Baden. Zijn moeder vluchtte samen met hem en zijn jongere broer Willem na de Slag bij Jena in oktober 1806] naar Zweden en vervolgens naar Bruchsal, waar zij op 20 april 1808 stierf. Hierop liet zijn grootmoeder Augusta (zuster van de Britse koning George III) hem naar Engeland overbrengen.

Nadat zijn vader in de Slag bij Quatre-Bras (1815) was gesneuveld, volgde hij die als Karel II op. Vanwege zijn jonge leeftijd regeerden de Britse prins-regent (de latere George IV), de geheimraad Justus von Schmidt-Phiseldeck en Ernst zu Münster-Ledenburg namens hem vooralsnog het land.

Hij gaf al vroeg blijk van karaktertrekken als geldzucht, halsstarrigheid, trots en een hang naar losbandigheid. Daarom werd hij eerst naar Lausanne gezonden, waar hij een losbandig leven leidde, daarna naar Bruchsal en tenslotte naar Wenen. Daar verbleef hij tot de regentschapsraad - uiteindelijk pas op aandringen van Metternich - op 30 oktober 1823 de regering aan hem overdroeg.

Karels beleid werd gekenmerkt door willekeur, verkwisting van overheidsgeld, het treiteren van ambtenaren en conflicten met de Staten. Hij betwistte de rechtmatigheid van de in 1820 uitgevaardigde grondwet en maakte zich zo gehaat dat het volk uiteindelijk in opstand kwam.

Toen hij op 30 september 1830 Rossini’s opera Otello verliet, wierpen mensen stenen naar zijn koets. De gehele nacht belegerde men zijn slot en uiteindelijk werd het in brand gestoken. Hij vluchtte en trachtte later nog zijn volk voor zich te winnen door een geldbedrag en een liberaler beleid te beloven, maar werd, omdat hij weigerde troonsafstand te doen, in december door de landdag en met instemming van de Bondsdag afgezet. Hierop aanvaardde zijn broer Willem de regering, aanvankelijk als regent, sinds 20 april 1831 als hertog.

Deze revolutie - die tegen de persoon Karel II was gericht en niet zozeer tegen het monarchale systeem zelf - was de enige volksopstand in het 19e-eeuwse Duitsland die zijn doel bereikte.

Karel begaf zich hierop naar Parijs, waar hij zich na enige omzwervingen naar Spanje en Londen uiteindelijk vestigde. Hij stond hier op vertrouwelijke voet met Jérôme Bonaparte, die van 1807 tot 1813 over Brunswijk had geregeerd (als deel van het Koninkrijk Westfalen), en raakte verwikkeld in verschillende spectaculaire processen. Zijn hoop op herovering van zijn land had hij gevestigd op Napoleon III, wiens staatsgreep hij financieel royaal steunde.

In 1870 verhuisde hij naar Genève, waar hij zich door ijdelheid en gierigheid belachelijk maakte. Hij stierf op 18 augustus 1873 ongehuwd en zonder zich ooit met zijn broer verzoend te hebben. Zijn niet onaanzienlijke en voornamelijk uit diamanten bestaande vermogen - vandaar zijn spottende bijnaam - van circa 20 miljoen Zwitserse frank vermaakte hij aan de stad Genève op voorwaarde dat men een groot ruiterstandbeeld van hem zou oprichten. Dit monument in brons van Auguste Cain werd in 1879 onthuld.
2 Willem van Brunswijk, geboren op vrijdag 25 april 1806 in Braunschweig. Willem is overleden op zaterdag 18 oktober 1884 in Sybillenort, 78 jaar oud.
Notitie bij Willem: Hij was de tweede zoon van hertog Frederik Willem en Maria van Baden, dochter van Karel Lodewijk van Baden. Zijn moeder vluchtte samen met hem en zijn oudere broer Karel na de Slag bij Jena in oktober 1806 naar Zweden en vervolgens naar Bruchsal, waar zij op 20 april 1808 stierf. Hierop liet zijn grootmoeder Augusta (zuster van de Britse koning George III) hem naar Engeland overbrengen. Na 1814 werd hij te Brunswijk onder voogdij van George IV opgevoed. Zijn broer Karel besteeg als Karel II de hertogelijke troon toen Frederik Willem in 1815 sneuvelde in de Slag bij Quatre-Bras.

Willem studeerde in 1822 te Göttingen, trad in 1823 als majoor in dienst van het Pruisische leger en ontving in 1826 van zijn broer het vorstendom Öls in Silezië. Toen Karel II op 7 september 1830 vanwege zijn wanbeleid werd verdreven, nam Willem de regering als regent over. Nadat Karel officieel ongeschikt tot regeren was verklaard, werd hij op 20 april 1831 hertog. Hij liet de regering grotendeels aan zijn ministers over en bracht een groot deel van het jaar door in Öls. In 1832 werd er een nieuwe grondwet ingevoerd en in 1844 trad Brunswijk toe tot de Pruisische Zollverein. Willem verkoos niet te trouwen, bracht zijn tijd door met de jacht en het theater en was bij zijn volk tamelijk geliefd.

Hij nam in 1866 nauwelijks deel aan de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog, maar trad wel toe tot de Noord-Duitse Bond. De hertog weigerde een militaire conventie met Pruisen te sluiten, omdat dit land niet akkoord ging met de troonopvolger van zijn keuze, de voormalige koning George V van Hannover uit het huis Brunswijk-Lüneburg. Onder zijn bewind werden de juryrechtspraak en persvrijheid ingevoerd en werden stappen in de richting van de vrijhandel ondernomen. In de Frans-Duitse Oorlog (1870/1871) streed Brunswijk aan Pruisische zijde. In 1871 trad het toe tot het Duitse Keizerrijk. Zoals zoveel Duitse vordsten stichtte ook Wilhelm tal van onderscheidingen zoals het Brandweer-Ereteken voor 25 Dienstjaren (Brunswijk).

Willem stierf op 18 oktober 1884 te Sibyllenort en werd bijgezet in de dom van Brunswijk. Hij vermaakte zijn privé-vermogen aan George’ zoon Ernst August (II), zijn niet-leenroerige goederen aan koning Albert van Saksen en Öls verviel aan Pruisen. Zijn (minimaal zes) buitenechtelijke kinderen werden ruim bedeeld. Omdat Pruisen Ernst August evenmin op de Brunswijkse troon wenste te zien, werd de Pruisische prins Albert en later Johan Albrecht van Mecklenburg als regent aangewezen. Pas in 1913 werd Ernst Augusts zoon Ernst August (III) als nieuwe hertog erkend.
35 George III van het Verenigd Koninkrijk is geboren op woensdag 4 juni 1738 in Londen, zoon van Frederik, prins van Wales van Hannover (zie 3) en Augusta van Saksen-Gotha. George is overleden op zaterdag 29 januari 1820 in Windsor Castle, 81 jaar oud.
Notitie bij George: Anders dan zijn twee voorgangers was hij in Engeland geboren en was zijn eerste taal Engels in plaats van Duits. Ondanks zijn lange leven en zijn 60-jarige regeringsperiode heeft hij Hannover nooit bezocht.

De lange regering van George III werd overschaduwd door een reeks militaire conflicten waar zijn koninkrijken en landen aan mee deden. Deze oorlogen speelden zich af in Europa, Afrika, Amerika en Azië. In het begin van zijn regering versloeg Groot-Brittannië Frankrijk in de Zevenjarige Oorlog waardoor Groot-Brittannië de machtigste Europese natie in Noord-Amerika en India werd. Deze overwinning werd echter al snel gevolgd door het verlies van de Amerikaanse kolonies tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog. Deze oorlog leidde tot het ontstaan van de Dertien Koloniën en uiteindelijk tot de natie die we vandaag de dag kennen als de Verenigde Staten. Een periode van twintig jaar vocht het Verenigd Koninkrijk tegen de Franse Revolutie daarna tegen de Eerste Franse Republiek en daarna tegen het Frankrijk van keizer Napoleon I van Frankrijk. Dit leidde uiteindelijk tot het verslaan van Napoleon in 1815 tijdens de Slag bij Waterloo.

Later in zijn leven kreeg George III te maken met een ernstige psychische aandoening. De medici van die tijd stonden voor een raadsel. Tegenwoordig hebben wetenschappers ontdekt dat het waarschijnlijk lag aan de ziekte Porfyrie. Na een laatste terugval in 1810 werd zijn oudste zoon, George, Prins van Wales, benoemd tot Prince Regent. Toen George III stierf in 1820 volgde de Prince Regent hem op als koning George IV. Ook zijn derde zoon, Prins Willem, hertog van Clarence en Saint Andrews, werd koning van het Verenigd Koninkrijk als Willem IV (1830-1837). En ook zijn vijfde zoon werd koning. Prins Ernest Augustus, hertog van Cumberland en Teviotdale, werd na de dood van koning Willem IV in 1837 de koning van Hannover, tot 1851.

George werd geboren in Londen te Norfolk House op 4 juni 1738. Hij was een kleinzoon van koning George II en koningin Caroline van Brandenburg-Ansbach (plotseling overleden in 1737). Hij was een zoon van kroonprins Frederik, de prins van Wales en diens vrouw Augusta van Saksen-Gotha. Prins George werd twee maand te vroeg geboren en er werd dan ook niet verwacht dat hij zijn eerste dagen zou overleven. Daarom werd hij nog dezelfde dag gedoopt door Thomas Secker, de bisschop van Oxford, later Aartsbisschop van Canterbury. Een maand later werd hij publiekelijk gedoopt te Norfolk House en opnieuw door Secker. Zijn peetouders waren koning Frederik I van Zweden (Lord Charles Calvert, Baron van Baltimore nam zijn plaats in), zijn oom Frederik III van Saksen-Gotha-Altenburg (Henry Brydges, hertog van Chandos nam zijn plaats in) en zijn overgroottante koningin Sophia Dorothea van Pruisen (haar plaats werd in genomen door Lady Charlotte Edwin, een dochter van de wijlen hertog van Hamilton).

George had een moeilijke jeugd, waarin zijn geestelijke ontwikkeling geen gelijke tred hield met de emotionele. Zijn onzekerheid over zijn eigen bekwaamheden leidde tot neuroses die hem soms onvoorspelbaar en agressief maakten. Anderzijds werd de koning, zeker toen hij ouder werd, wel gewaardeerd. Hij was een gezonde jongen en groeide op als zeer verlegen. De familie verhuisde naar Leicester Square waar George opgroeide samen met zijn broer, prins Eduard, Hertog van York en Albany. Ze kregen een opleiding, verzorgd door verschillende leraren. Brieven uit die tijd tonen aan dat George zeer goed kon schrijven, zowel Engels als Duits, en dat hij al op de leeftijd van acht jaar zeer goed commentaar kon geven op de politieke gebeurtenissen van die tijd. Hij was de eerste Britse monarch die natuurwetenschappen studeerde. Behalve chemie en fysica kreeg George ook lessen in astronomie, wiskunde, Frans, Latijn, geschiedenis, muziek, aardrijkskunde, handel, de landbouw en het grondwettelijk recht. In aanvulling op de sportieve en sociale bezigheden kreeg hij ook les in dansen, schermen en paardrijden. Zijn religieuze opvoeding stond geheel in het teken van de Anglicaanse Kerk.

De grootvader van George, koning George II, had een hekel aan de Prins van Wales en had weinig interesse in zijn kleinkinderen. Maar toen in 1751 de Prins van Wales, Frederick, plotseling stierf, werd prins George de nieuwe erfgenaam en de vermoedelijke troonopvolger. Hij erfde één van zijn vaders titels en werd de Hertog van Edinburgh. George II kreeg nu meer interesse in zijn kleinkind en drie weken na de dood van Prins Frederick werd George door de koning verheven tot Prins van Wales. In de lente van 1756 naderde George zijn achttiende verjaardag en kreeg hij door de koning grote appartementen in het St. James’s Palace aangeboden, maar George weigerde het aanbod. In dit besluit werd hij geleid door zijn moeder en diens vertrouweling, John Stuart, 3e Graaf van Bute. De moeder van George, de douairière-Prinses van Wales, gaf er de voorkeur aan om George thuis te houden, waar ze hem haar strenge morele waarden kon inprenten.

Hij was een aangenaam familieman, had grote interesse in cultuur en wetenschappen en ook de landbouw kon zich in zijn belangstelling verheugen.

In 1759 was George zeer verliefd op Lady Sarah Lennox, de dochter van de hertog van Richmond, maar Lord Bute adviseerde dat Lady Sarah geen goede huwelijkskandidaat zou zijn en George staakte zijn gedachten over een dergelijk huwelijk. "Ik ben geboren voor het geluk of voor het leiden van een grote natie," schreef George aan haar, "en dus moet ik vaak handelen in strijd met mijn passies." Pogingen die zijn grootvader, de koning, deed om George uit te huwelijken aan prinses Sophia Caroline van Brunswijk-Wolfenbüttel werden krachtig tegengewerkt door hem en zijn moeder. Uiteindelijk ging dit huwelijk niet door.

Het jaar daarop werd George de nieuwe koning toen zijn grootvader was overleden. George II stierf op 25 oktober 1760, twee weken voor zijn 77e verjaardag. George, Prins van Wales werd toen koning als George III. De zoektocht naar een geschikte vrouw voor George werd toen meer en meer versneld. Op 8 september 1761 trad de koning in het huwelijk in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace met hertogin Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Ze leerden elkaar kennen op hun huwelijksdag. Twee weken later werden beiden gekroond in de Westminster Abbey. Het mag wel opmerkelijk genoemd worden dat George geen maîtresses had, dit in zeer groot contrast met zijn voorgangers en zijn zoons (George IV en Willem IV). Het echtpaar had een zeer gelukkig huwelijk. Er werden vijftien kinderen geboren, negen zoons en zes dochters. In 1761 kocht de koning Buckingham House (later Buckingham Palace) voor zijn groeiende familie. Zijn andere residenties waren Kew Palace en Windsor Castle. St. James’s Palace werd gebruikt voor officiële gebeurtenissen. George III reisde niet zeer veel, en bracht zijn hele leven door in Zuid-Engeland. Sinds 1790 werden de jaarlijkse vakanties gehouden in Weymouth in Dorset, een van de eerste badplaatsen in Engeland.

George had de ambitie het bestuur te verbeteren en zijn taakopvatting werd door zijn tijdgenoten ook wel gewaardeerd, maar zijn karakter belette hem verbeteringen echt door te voeren. Omdat hij veel invloed uitoefende op ministers en parlementariërs steunde die van hem afhankelijk waren, werd hij ervan beschuldigd terug te willen keren naar het absolutisme. In het parlement verzetten Edmund Burke en de Whig-partij zich tegen de King’s men. Buiten het parlement was dat de beweging rond John Wilkes.

Toen George III de troon besteeg, lag de politieke macht geheel in handen van de aristocratie, vooral in de grote Whig-families. Zij beheersten ook het parlement. Het Lagerhuis was eigenlijk niets anders dan een spreekbuis van de Whigpartij. George III wilde het koningschap bevrijden uit de machteloosheid waarin de kopstukken van de Whigpartij het hadden gebracht. Met deze plannen in gedachten riep hij de hulp in van graaf Bute. In 1762 benoemde hij zijn eerste kabinet, met graaf Bute als premier. De onervaren koning verklaarde de oude geslepen partijleiders de oorlog en dreef hen stap voor stap terug. Op die manier schiep George een machtsbasis voor de mannen die begrip toonden voor zijn plannen (merendeels Tories) en met wie hij dus liever wilde regeren.

De aanvankelijke instabiliteit van het bestuur was echter vooral een gevolg van de politieke en sociale veranderingen in Engeland en de Noord-Amerikaanse kolonies. Toen de oorlog tegen de Amerikaanse kolonisten een ongunstige wending nam en de koninklijke familie in diskrediet raakte door het gedrag van de latere George IV, werd de stroom van kritiek de koning spoedig te machtig.

Onder het premierschap van William Pitt de Oudere werd de Zevenjarige Oorlog tegen de Fransen gewonnen, waarmee Groot-Brittannië alle Franse kolonies in Noord-Amerika verwierf. De gevolgen van de oorlog waren echter desastreus op financieel gebied en de schulden liepen hoog op. Ook de kosten van het bestuur van het imperium waren enorm. Door extreme belastingheffingen droeg dit bij aan het ontstaan van de Amerikaanse Revolutie en het verlies van de koloniën in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775-83).

Australië moest de verloren Amerikaanse kolonies vervangen als plek waar gevangenen naartoe werden getransporteerd. In 1770 was het oostelijk deel van het eiland door James Cook opgeëist als Brits bezit. De eerste nederzetting ontstond in 1788 in Sydney.

Onder het premierschap van William Pitt de Jongere (1783-1801 en 1804-06) herstelde de financiële situatie zich en ontstond er ook weer oorlog met het revolutionaire Frankrijk (1793-1802) en later het Frankrijk van Napoleon (1803-1814).

Door de snelle technologische vooruitgang kwam ook de industriële revolutie op gang, die grote veranderingen teweeg zou brengen in het Engelse landschap en de sociale structuur. Ook de handel kwam hierdoor tot grote bloei.

Na aanneming van een tegen hem gerichte motie in het parlement verklaarde hij zich in 1782 bereid af te treden. Dit werd niet geaccepteerd, maar hij raakte wel op de achtergrond. Hij werd in feite steeds meer de gevangene van William Pitt de Jongere.

In 1788 werd duidelijk dat de geestesvermogens van de koning afnamen. Als gevolg hiervan werd hij uiteindelijk in 1811 van zijn taken ontheven. Zijn zoon trad op als regent, tot de koning in 1820 overleed. Hij was toen inmiddels doof en blind geworden en zijn geestelijke vermogens volledig kwijt. Tegenwoordig nemen sommigen aan dat dit ziektebeeld veroorzaakt werd door porfyrie, een erfelijke ziekte waaraan George mogelijk leed.

Over deze periode in zijn leven gaat ook de film The madness of King George, waarin gesuggereerd wordt dat hij vergiftigd is door zijn zoon. In de film wordt hij behandeld door een arts met voor die tijd een vreemde handelwijze, want hij behandelde de koning als een normale patiënt. In de film geneest de koning van zijn vergiftiging door deze behandeling, nog voordat zijn zoon het regentschap krijgt toegewezen. De premier komt in de film overigens juist over als beschermer van de koning en zijn zoon als een slecht persoon. Ook de televisieserie Blackadder (Blackadder III) gaat over deze periode.

George III werd begraven in Windsor. Zijn oudste zoon volgde hem op als George IV.
Heerlijkheid:
koning van Groot-Brittannië en koning van Ierland vanaf 25 oktober 1760 tot de vereniging van deze twee landen op 1 januari 1801. Sinds 1801 was hij koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland tot aan zijn dood. Hij was ook hertog van Brunswijk-Lüneburg en keurvorst van het Keurvorstendom Hannover, gebieden die in het Heilige Roomse Rijk lagen. Sinds 12 oktober 1814 was George koning van het Koninkrijk Hannover.
George trouwde met Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Sophia is geboren op dinsdag 19 mei 1744 in Mirow, Mecklenburg-Strelitz. Sophia is overleden op dinsdag 17 november 1818 in Kew Palace, Verenigd Koninkrijk, 74 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Ze was een bescherm vrouwe van Johann Christian Bach en Wolfgang Amadeus Mozart en vele anderen. Ze was ook een amateur plantkundige en ze was mede oprichter van de Kew Gardens in Londen. Koning George III en koningin Charlotte kregen vijftien kinderen waarvan er dertien een volwassen leeftijd behaalden.

Sophia Charlotte was de jongste dochter van hertog Karel Lodewijk Frederik van Mecklenburg-Strelitz, prins van Mirow (1707-1752) en diens vrouw prinses Elisabeth Albertina van Saksen-Hildburghausen, hertogin in Saksen (1713-1761). Ze was een kleindochter van hertog Adolf Frederik II van Mecklenburg-Strelitz en van diens derde vrouw Christina Emilia Antonia van Schwarzburg-Sonderhausen. Haar vaders oudere halfbroer regeerde over Mecklenburg-Strelitz van 1708 tot 1753 als Adolf Frederik III. Broers van Sophia Charlotte waren hertog Adolf Frederik IV en hertog Karel II.

Voor een vrouw die trouwde met de monarch van een van de meest krachtige landen van de wereld in die tijd, was haar afkomst van koningen enigszins verweg gezocht. Al haar voorouders waren enkel prinsen, hertogen en graven. Maar geen koningen. Twee verre voorouders van haar waren koning Gustaaf I van Zweden en koning Frederik I van Denemarken.

Charlotte’s broer, hertog Adolf Frederik IV (regering 1752-1794) en haar moeder waren druk op zoek naar een goede huwelijkspartij voor de jonge prinses Charlotte. Op de leeftijd van zeventien jaar werd Charlotte uit gekozen om de vrouw van de jonge koning George III van het Verenigd Koninkrijk te worden. Ook al was Charlotte niet de eerste keus van George. Hij had al meerdere keren geflirt met andere jonge vrouwen, maar die werden allemaal niet goed bevonden door de moeder van George, de douairière prinses Augusta van Wales en haar politieke adviseurs. Er werd geroddeld dat George was getrouwd met een Quaker vrouw genaamd Hannah Lightfoot, hoewel alle latere claims niet te bewijzen waren en daarom werd dit huwelijk beschouwd als een vervalsing. Vooral omdat er niet voldoende bewijsstukken waren.

Prinses Charlotte werd naar Cuxhaven in Noord-Duitsland gebracht waar Britse schepen en oorlogsschepen onder leiding van Admiraal George Anson, eerste Baron van Anson stonden te wachten. Het schip dat Charlotte naar Groot-Brittannië bracht was de HMY Royal Caroline dat speciaal voor deze gelegenheid werd omgedoopt in de HMY Royal Charlotte. Bij aankomst in Engeland reisde Charlotte naar Londen waar het koppel in het huwelijk trad in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace te Londen op 8 september 1761. Haar schoonmoeder verwelkomde haar niet met open armen en gedurende enige tijd was er een lichte spanning tussen de twee. Echter, moest de moeder van de koning, Augusta, nog aanvaarden dat zij niet de enige vrouw in het leven was van koning George III, daarom lijkt het erop dat de jonge koning erg weinig aandacht had voor haar goedkeuring in die tijd.

Ondanks dat Charlotte niet de eerste keus was van koning George III, en ondanks de niet hartelijke ontvangst door haar schoonmoeder, de douairière prinses van Wales, was het huwelijk van Charlotte een zeer gelukkige en de koning was haar nooit ontrouw. Uit het huwelijk werden vijftien kinderen geboren waarvan er twee (prins Octavius en prins Alfred) overleden op jonge leeftijd. Naarmate de tijd verstreek, kreeg Charlotte aanzienlijke macht binnen het rijk, echter misbruikte zij haar macht nooit.

Koningin Charlotte had grote belangstelling voor de beeldende kunsten en ze ondersteunde mensen zoals Johann Christian Bach, die muziekdocent was. Wolfgang Amadeus Mozart, was toen ouder dan acht, hij was zeer toegewijd aan haar en schreef Opus 3, op haar verzoek. De koningin was ook de oprichter van weeshuizen en een ziekenhuis voor zwangere vrouwen.

In 2004 werd er door de Queen’s Gallery in het Buckingham Palace een tentoonstelling gehouden over koning George en koningin Charlotte’s enthousiaste kunst verzameling, die was bijzonder klein in tegenstelling tot die van de vroegere vorsten uit het huis Hannover. De verzameling van de vader van de koning, Frederik, prins van Wales, was veel groter en avontuurlijker. De koningin was ook een goed opgeleide amateur-botanist en ze werkte mee aan de totstandkoming van wat we vandaag kennen als de Kew Gardens. Haar interesse in botanie leidde tot de vernoeming van de prachtige Zuid-Afrikaanse bloem, de Bird of Paradise, in Strelitzia reginae.

De koningin had zeer veel interesse in de opvoeding en opleiding van vrouwen, en ze zag er op toe dat haar dochters beter werden opgeleid dan gebruikelijk was voor jonge vrouwen uit die tijd. Maar ze stond erop dat haar dochters een beperkt leven leidden dicht bij hun moeder, en weigerde om hen te laten trouwen, totdat zij reeds in vergevorderde jaren waren. Dit resulteerde uiteindelijk tot dat geen van haar dochters kinderen zou krijgen (misschien eentje, Prinses Sophia, die misschien een buitenechtelijke zoon had).

Koningin Charlotte en koningin Marie Antoinette van Frankrijk, de echtgenote van koning Lodewijk XVI van Frankrijk, hadden een goede vriendschap. Ook al was koningin Charlotte elf jaar ouder dan de koningin van Frankrijk, ze deelden veel interesses, zoals hun liefde voor muziek en kunst, waarin ze beiden enthousiast een belang namen. Charlotte en Marie Antoinette hadden elkaar nooit in het echt ontmoet maar hielden een goede vriendschap via het schrijven van brieven. Marie Antoinette vertrouwde de koningin van Groot-Brittannië bij het uitbreken van de Franse Revolutie in 1789. Er werd gezegd dat koningin Charlotte appartementen had laten klaarmaken voor de aankomst van de Franse Koninklijke familie, die uit Frankrijk gevlucht zou zijn. Toen Marie Antoinette op 16 oktober 1793 vermoord was, was koningin Charlotte zeer geschokt en overweldigd dat zoiets kon gebeuren met een koninkrijk, en dat nog wel zo dicht in de buurt van Groot-Brittannië. Koning George verlaagde de Britse belasting om een dergelijke revolutie in Groot-Brittannië te voorkomen.

Na het begin van zijn waanzin, werd George III onder de zorg geplaatst van zijn vrouw, die het niet kon opbrengen om hem vaak te bezoeken, dit vanwege zijn grillige gedrag en snelle en vaak voorkomende gewelddadige reacties. Ondanks dat bleef Charlotte haar man trouw en steunde ze hem, tegenwoordig staat de ziekte van George bekend als porfyrie. Terwijl haar zoon, de Prins Regent, de koninklijke macht in handen had, was zij de wettelijke voogd van haar man van 1811 tot aan haar overlijden in 1818. De laatste vijf jaren van haar leven had ze zeer weinig contact met haar man.

De koningin stierf in de aanwezigheid van haar oudste zoon, de Prince Regent, die haar hand vasthield terwijl zij in een leunstoel zat. Ze overleed in Dutch House in Surrey (het staat nu beter bekend als Kew Palace). Ze werd bijgezet in de St George’s Chapel te Windsor Castle. Haar man stierf een jaar later. Charlotte is de langst zittende gemalin van een monarch in de Britse geschiedenis. Ze was koningin-gemalin sinds hun huwelijk op 8 september 1761 tot haar dood op 17 november 1818. In totaal waren dat 57 jaren en 70 dagen.
Heerlijkheid:
koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland.
Kinderen van George en Sophia:
1 George IV van het Verenigd Koninkrijk, geboren op donderdag 12 augustus 1762 in St. James’s Palace. Volgt 36.
2 Frederik hertog van York en Albany, geboren op dinsdag 16 augustus 1763 in Londen. Frederik is overleden op vrijdag 5 januari 1827 in Londen, 63 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik August was bisschop van Osnabück van 1764 tot 1784; hij was er de laatste prins-bisschop. In 1784 werd hij ook eerste hertog van Albany, eerste hertog van York en graaf van Ulster. In 1793 werd hij opperbevelhebber van de troepen in de Verenigde Provincies en vanaf 1801 in Groot-Brittannië en Ierland. Na de dood van prinses Charlotte, de dochter van George IV, in 1817 werd Frederik August 2de troonopvolger.

Frederik August huwde op 29 september 1791 op Slot Charlottenburg (Berlijn), en nogmaals op 23 november 1791 op Buckingham Palace met zijn nicht Frederika van Pruisen (1767-1820), dochter van koning Frederik Willem II van Pruisen en Elisabeth van Brunswijk-Wolfenbüttel, maar had geen kinderen, waardoor zijn jongere broer Willem tenslotte opvolger werd van koning George IV. Het huwelijk staat omschreven als ongelukkig en het paar leefde al snel gescheiden.

Naar Frederik August zijn onder meer genoemd:

Fredericton, hoofdstad van de Canadese provincie New Brunswick
York, van 1793 tot 1834 de naam voor Toronto.
3 Willem IV van het Verenigd Koninkrijk, geboren op woensdag 21 augustus 1765 in Londen. Volgt 37.
4 Charlotte Augusta Mathilda van Hannover, geboren op maandag 29 september 1766 in Londen. Volgt 38.
5 Eduard August hertog van Kent en Strathearn, graaf van Dublin, geboren op maandag 2 november 1767 in Buckingham Palace (Londen). Volgt 39.
6 Augusta van Hannover, geboren op dinsdag 8 november 1768 in Londen. Augusta is overleden op dinsdag 22 september 1840 in London, 71 jaar oud.
Notitie bij Augusta: Zij werd geboren te Buckingham Palace, Londen. Zij bleef ongehuwd. Ze stierf in Clarence House, St. James, Londen en werd begraven in de St. George’s Kapel te Windsor.
7 Elisabeth van Hannover, geboren op dinsdag 22 mei 1770 in Londen. Volgt 208.
8 Ernst August I van Hannover, geboren op woensdag 5 juni 1771 in Londen. Volgt 209.
9 Maria van het Verenigd Koninkrijk, geboren op donderdag 25 april 1776 in Londen. Volgt 220.
36 George IV van het Verenigd Koninkrijk is geboren op donderdag 12 augustus 1762 in St. James’s Palace, zoon van George III van het Verenigd Koninkrijk (zie 35) en Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. George is overleden op zaterdag 26 juni 1830 in Windsor Castle, 67 jaar oud.
Notitie bij George: Hij stond vooral bekend om de overwinning van het Verenigd Koninkrijk in de Napoleontische oorlogen.

George was een koppige monarch, die zich vaak bemoeide met de politiek, vooral op het gebied van de katholieke emancipatie, maar niet zoveel als zijn vader. Zowel tijdens zijn regentschap als tijdens zijn koningschap was het vooral Robert Jenkinson, de tweede Graaf van Liverpool, die de regering beheerste als minister-president. Andere minister-presidenten onder George IV waren George Canning in 1827, Frederick John Robinson de Graaf van Ripon, van 1827 tot 1828 en Arthur Wellesley de Hertog van Wellington, van 1828 tot 1830.

Koning George IV staat vandaag de dag vooral bekend om zijn extravagante levensstijl, zowel in de periode als Prince of Wales, Prince Regent en Koning. In 1797 was zijn gewicht al rond de 111 kilogram. Hij had een zeer slechte relatie met zijn vader, George III, en ook met zijn eigen echtgenote Caroline van Brunswijk. Hij verbood haar zelfs om bij zijn kroning aanwezig te zijn. George IV liet door John Nash het Royal Pavilion in Brighton bouwen en liet Buckingham Palace verbouwen en herinrichten en hij liet door Sir Jeffry Wyattville Windsor Castle verbouwen. Hij was zeer betrokken bij de oprichting van het National Gallery in Londen en de King’s College in Londen.

Bij zijn geboorte in St. James’s Palace te Londen op 12 augustus 1762 werd hij meteen tot Hertog van Cornwall en Hertog van Rothesay verheven en een paar dagen later werd hij benoemd tot Prins van Wales en Graaf van Chester. Zijn vader was George III, koning van het Verenigd Koninkrijk, en zijn moeder was koningin Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Hij was het oudste kind en de oudste zoon van zijn ouders. Zijn grootouders aan vaderskant waren Frederik, prins van Wales en Augusta van Saksen-Gotha. Zijn grootouders aan moederskant waren Karel van Mecklenburg-Strelitz en Elisabeth Albertina van Saksen-Hildburghausen. Op 18 september van hetzelfde jaar werd hij door Aartsbisschop Thomas Secker van Canterbury gedoopt. Zijn peetouders waren hertog Adolf Frederik IV van Mecklenburg-Strelitz (zijn oom aan moederskant), hertog Willem van Cumberland (een oom van zijn vader) en de douairière-Prinses van Wales Augusta van Saksen-Gotha (zijn grootmoeder aan vaderskant). George was een getalenteerde leerling, hij leerde snel talen als Frans, Duits en Italiaans spreken. In Engels was hij echter minder goed.

George werd in 1783 21 jaar oud en kreeg toen van het parlement 60.000 pond en hij kreeg vanaf die leeftijd 50.000 pond per jaar van zijn vader. Hij nam toen zijn intrek in het Carlton House in Londen waar hij een losbandig leven leidde. De band tussen de prins en zijn vader werd steeds minder goed, de koning die een meer sobere levensstijl wenste van de kant van de erfgenaam. De Koning, die politiek gezien erg conservatief was, was ook erg vervreemd van de Prins van Wales, die meer een voorstander was Charles James Fox.

Nadat hij 21 jaar was geworden, werd de Prins van Wales verliefd op de rooms-katholieke Maria Anne Fitzherbert, die al twee keer weduwe was geworden (de eerste keer in 1775 toen Edward Weld stierf en in 1781 toen Thomas Fitzherbert stierf). In de Act of Settlement van 1701 stond echter dat elke Britse prins of prinses die in het huwelijk trad met een rooms-katholieke vrouw niet in aanmerking kon komen voor de Britse Troon. De Royal Marriages Act van 1772 verbood een huwelijk tussen de twee. Alleen het staatshoofd kon toestemming geven voor een huwelijk, maar dit zou George III nooit hebben gedaan. Desondanks trad het koppel in het huwelijk op 15 december 1785 in haar huis in Park Street in de wijk Mayfair te Londen. Wettelijk was het huwelijk niet legaal omdat de koning zijn toestemming niet had gegeven. Hoe dan ook, Mrs. Fitzherbert geloofde dat zij de wettige vrouw was van de Prins van Wales omdat zij de wet van de kerk boven de wet van de staat stelde. Om politieke redenen werd het huwelijk geheimgehouden en Mrs. Fitzherbert beloofde dat zij het huwelijk niet publiekelijk bekend maakte.

De Prins van Wales kreeg hoge schulden door zijn extravagante levensstijl. Zijn vader weigerde om hem hierbij te helpen, maar hij adviseerde hem wel om Carlton House te verlaten en in te trekken bij Mrs. Fitzherbert. In 1787 vroeg de Prins van Wales in het Lager Huis (House of Commons) om hem te ontdoen van zijn schulden via een parlementaire subsidie. De persoonlijke relatie met Mrs. Fitzherbert werd ondertussen meer en meer bekend en meerdere mensen vonden de relatie tussen de Prins van Wales en Mrs. Fitzherbert verdacht. Maar als het illegale huwelijk openbaar zou worden gemaakt zou dat inslaan als een bom in het Verenigd Koninkrijk en er werd gevreesd dat de natie dan gedoemd zou zijn. Daarom steunden eventuele parlementaire voorstellen hem. Daardoor werd door de Britse liberaal-leider, Charles James Fox, verklaard dat het verhaal geheel verzonnen was. Mrs. Fitzherbert was echter niet blij met deze publieke ontkenning van het huwelijk in zulke heftige bewoordingen, en daardoor werd haar band met de Prins van Wales steeds slechter. George verzachtte echter de wond met het verzoek bij een andere Whig, Richard Brinsley Sheridan, dat Charles James Fox de volgende keer met een meer zorgvuldige verklaring moest komen. Het parlement stemde ondertussen in met een voorstel om de Prins een bedrag van 161.000 pond te geven voor zijn schulden en hij kreeg 60.000 pond voor het verbouwen van Carlton House.

Toen zijn huwelijk met Maria Fitzherbert uiteindelijk publiek bekend werd, leidde het tot hevig verzet en zijn vader dwong hem in 1794 tot een scheiding. In 1795 trouwde hij met zijn nicht Caroline van Brunswijk, dochter van de Pruisische veldmaarschalk Karel Willem Ferdinand van Brunswijk, waarna het parlement zijn vele schulden (o.a. veroorzaakt door drank- en goklust) afloste. George en Caroline waren beiden kleinkinderen van Frederik, prins van Wales, George als zoon van Frederiks zoon George III en Caroline als dochter van Frederiks dochter Augusta Frederika (1737-1813).

Het huwelijk was vanaf het begin geen succes en al na enkele dagen ging het echtpaar gescheiden leven. Wel kregen zij in 1796 een dochter, prinses Charlotte Augusta. De prins probeerde toen van Caroline te scheiden, maar zijn vader voorkwam dat. Hij nam na zijn troonsbestijging alsnog maatregelen tegen Caroline. Zo liet hij haar bij zijn kroning bij de deur wegsturen, wat een nationaal schandaal veroorzaakte.

Zijn dochter Charlotte huwde op 2 mei 1816 in Carlton House met de Duitse prins Leopold van Saksen-Coburg-Saalfeld, de latere koning Leopold I van België. Anderhalf jaar later stierf ze in het kraambed, waardoor George geen erfgenaam en troonopvolger had. Om haar dood werd nationaal gerouwd.

Hoewel zijn vader al langere tijd tekenen vertoonde van mentale achteruitgang, werd George niet geschikt geacht als regent op te treden. Toen de koning echter in 1811 van zijn taken moest worden ontheven werd George toch prins-regent. In deze periode werd een groot deel van Londen herbouwd en ontstonden onder andere Regent’s Park en Regent Street.

George IV had een ontwikkelde maar erg dure smaak. Zo liet hij, om zijn regentschap te vieren, een banket aanrichten voor 3000 gasten, die 909 uiteenlopende gerechten kregen voorgezet, gezeten aan een tafel, waarin een riviertje stroomde, compleet met vissen en watervallen. Toen hij regent werd had het koningshuis alleen de beschikking over het oude en kleine St. James’s Palace in Londen, het middeleeuwse Windsor Castle en andere kleine of sterk verouderde residenties. Dat stak sterk af bij de paleizen van de "Tory Grandees" en de Britse hertogen. Kostbare bouwprojecten in Londen (Carlton House en Buckingham Palace), Brighton (het Royal Pavilion) en Windsor moesten uitkomst bieden. Uiteindelijk betaalde de staat de voor de kroonprins onbetaalbaar geworden rekeningen.

Zijn vader, koning George III, stierf op 29 januari in 1820 en George volgde hem op als koning George IV. De nieuwe koning werd gekroond op 19 juli 1821 in de Westminster Abbey te Londen. Tijdens deze ceremonie besloot hij om zijn vrouw, koningin Caroline, weg te sturen. Caroline werd ziek op die dag en stierf plotseling op 7 augustus 1821. Door zijn levensstijl vertoonde hij van bij zijn aantreden als koning al tekenen van verval. Hij was veel te zwaar en ook mentaal verzwakt. Bovendien leed hij aan jicht, aderverkalking, grijze staar en mogelijk porfyrie. George vertoonde zich niet veel in het openbaar - hij was dan het mikpunt van spot - en leefde afgeschermd in Windsor Castle of in zijn sprookjesachtige Royal Pavilion in Brighton. Af en toe bemoeide hij zich op onverstandige wijze met de politiek door sociale hervormingen tegen te willen houden. Hij koos in alle gevallen voor een uiterst conservatieve koers.

Met de dood van zijn dochter Charlotte in 1817 werd zijn jongere broer Frederik, hertog van York en Albany troonopvolger. Deze stierf echter in 1827.

George IV stierf op 26 juni 1830 en werd begraven in Windsor Castle. The Times schreef: "Nooit werd iemand minder betreurd door zijn medeschepselen dan deze overleden koning. Welk oog heeft over hem geweend? Welk hart heeft een snik geslaakt van onbaatzuchtige droefheid? (...) Indien George IV ooit een vriend heeft gehad (...) protesteren wij ertegen, dat zijn of haar naam ons nooit heeft bereikt."

Zijn jongere broer Willem volgde hem op als koning Willem IV.

George IV kreeg eens als verzoening een giraffe die, in tegenstelling tot Zarafa, binnen twee jaar stierf.
In de serie Blackadder the Third wordt de extravagante levensstijl van George IV geparodieerd.
Heerlijkheid:
koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland en koning van Hannover van 1820 tot 1830. Hij was Prince Regent voor zijn vader van 1811 tot diens dood in 1820
George:
(1) trouwde, 23 jaar oud, op donderdag 15 december 1785 in Red Rice House, Red Rice te Andover in Hampshire met Maria Fitzherbert, 29 jaar oud. Maria is geboren op maandag 26 juli 1756 in Brighton. Maria is overleden op maandag 27 maart 1837 in Brighton, 80 jaar oud.
Notitie bij Maria: Zij was de eerste vrouw van de toekomstige koning George IV van het Verenigd Koninkrijk, met wie hij officieel getrouwd was en een lange tijd van zijn volwassen leven mee optrok. George trouwde met Maria ondanks dat de Britse wet het niet accepteerde.

Maria Anne was het oudste kind en oudste dochter van Walter Smythe van Brambridge, Hampshire, en van Mary Ann Errington. Haar grootouders aan vaderskant waren Sir John Smythe, derde Baronet van Smythe en Constantia Blount. Haar grootouders aan moederskant waren John Errington van Beaufront, Northumberland en Maria Levery. Maria werd tijdens haar derde huwelijk de moeder van Karel Willem (Charles William) Molyneux, eerste graaf van Sefton. Maria Anne werd opgevoed in Parijs.

In juli 1775 trouwde Maria Anne met Edward Weld, een zestien jaar oudere, katholieke landeigenaar van Lulworth Castle. Maria Anne werd daarna snel weduwe. Edward Weld stierf drie maanden later toen hij van zijn paard viel.

Drie jaar later trouwde Maria Anne voor de tweede keer met de tien jaar oudere Thomas Fitzherbert van Swynnerton, Staffordshire. Uit het huwelijk werd een zoon geboren die op jonge leeftijd stierf. Ze werd op 7 mei 1781 voor de tweede keer weduwe. Maar dit huwelijk leverde haar een residentie op in Mayfair, Londen en een inkomen van 2500 pond.

De jonge weduwe trad snel toe tot de hogere kringen van Londen. In de lente van 1784 werd Maria geïntroduceerd bij een jonge bewonderaar: George, Prins van Wales. Ze werd een van de meest bekende koninklijke maîtresses van de toekomstige George IV van het Verenigd Koninkrijk, en trouwde met hem op 15 december 1785 in Red Rice House, Red Rice te Andover in Hampshire.

Het huwelijk tussen George en Maria Anne was niet geldig door de Royal Marriages Act van 1772 en het was niet goedgekeurd door koning George III van het Verenigd Koninkrijk en door de Privy Council. Hadden deze hun wel toestemming gegeven voor het huwelijk dan was het waarschijnlijk alsnog door het parlement van tafel geveegd, doordat Maria Fitzherbert rooms-katholiek was.

Maria en de Prins van Wales bleven elkaar ontmoeten, zelfs na het huwelijk van de Prins met de Duitse prinses Caroline van Brunswijk. Het huwelijk tussen de Prins en Caroline van Brunswijk was een ramp. Niet lang na de trouwdag op 8 april 1795 scheidde het echtpaar van tafel en bed, en ging George terug naar Maria. De relatie tussen de Prins en Maria werd officieel beëindigd in 1811, in dat jaar werd George de Prins-Regent. Rond deze tijd had George ook een relatie met courtisane Frances Villiers, hertogin van Jersey.

Toen George stierf op 26 juni 1830, werd er ontdekt dat hij alle brieven die hij en Maria hadden geschreven had bewaard. De nieuwe koning, Georges jongere broer, Willem IV, wilde Maria verheffen tot hertogin. Dit omdat Willem spijt had van alle moeilijkheden die zijn broer had veroorzaakt bij Maria. Maria sloeg het aanbod af.

Maria Anne stierf op 27 maart 1837 in Brighton, Zuid-Engeland. Ze ligt begraven in de St John the Baptist’s Church te Brighton.
(2) trouwde, 33 of 34 jaar oud, in 1796 met Caroline Amalia Elisabeth van Brunswijk-Wolfenbüttel, 27 of 28 jaar oud. Zie 32 voor persoonsgegevens van Caroline.
Kind van George en Caroline: zie 32.
37 Willem IV van het Verenigd Koninkrijk is geboren op woensdag 21 augustus 1765 in Londen, zoon van George III van het Verenigd Koninkrijk (zie 35) en Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Willem is overleden op dinsdag 20 juni 1837 in Windsor Castle, 71 jaar oud.
Notitie bij Willem: Willem werd geboren in de vroege uren van 21 augustus 1765 in Buckingham Palace, als derde kind en zoon van koning George III en koningin Charlotte. Hij had twee oudere broers (George, Prins van Wales en Frederik, hertog van York) en er werd niet verwacht dat hij ooit de Kroon zou dragen. Willem werd gedoopt op 20 september 1765 in de Great Council Chamber te St. James’s Palace in Londen. Willem Hendrik, hertog van Gloucester, een broer van koning George III, prins Hendrik Frederik, hertog van Cumberland en Strathearn, ook een broer van George III, en prinses Augusta Charlotte waren zijn peters en meter.

Het grootste deel van zijn jeugd bracht hij door in Richmond en te Kew, in Londen. Hij werd opgevoed door privéleraren.

Op de leeftijd van dertien jaar trad hij toe tot de Koninklijke Marine als adelborst en hij maakte tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog de Zeeslag bij Kaap Sint-Vincent in 1780 mee. Hij diende tijdens die oorlog ook in de staat New York. Daar werd hij de eerste (toekomstige) monarch die de toenmalige Verenigde Staten bezocht (al zijn opvolgers, behalve koningin Victoria, hebben de Verenigde Staten bezocht). Terwijl de prins in Amerika was, ging George Washington akkoord met een plan om hem te ontvoeren, maar de Britten hoorden van het plan en verdubbelden de beveiliging van de prins en voorkwamen op deze manier de ontvoering.

Willem werd luitenant in 1785 en in het jaar daarop kapitein. In 1786 werd hij gestationeerd in West-Indië onder de leiding van Horatio Nelson en kreeg het bevel over het fregat de HMS Andromeda in 1788. In 1789 werd hij gepromoveerd tot admiraal en kreeg het bevel over de HMS Valiant.

Willem deed erg zijn best om net zoals zijn oudere broers tot hertog te worden verheven en om een gelijke parlementaire positie te krijgen, maar zijn vader aarzelde. Om zijn vader, George III onder druk te zetten dreigde Willem om het Lagerhuis toe te spreken. Aldus gaf die op 20 mei 1789 toe, door Willem te benoemen tot hertog van Clarence en Saint Andrews en graaf van Munster. Koning George had goed voorzien dat hier niet veel goeds uit zou voortkomen, want niet lang daarna sloot Willem zich aan bij zijn oudere broers, de Prins van Wales en de hertog van York en bij de bestaande oppositie tegen de koning.

De nieuw gecreëerde hertog beëindigde zijn actieve rol bij de Koninklijke Marine in 1790. Toen het Verenigd Koninkrijk de oorlog verklaarde aan Frankrijk in 1793 stond hij te popelen om te mogen vertrekken en om zijn land te dienen in de oorlog. Hij kreeg echter geen bevel over een schip. In plaats daarvan spendeerde hij zijn tijd in het House of Lord (Hogerhuis), waar hij vooral zijn oudere broer, de Prins van Wales, verdedigde voor zijn buitensporige leven. Willem sprak ook tijdens de debatten over de afschaffing van de slavenhandel (slavernij was toen niet legaal in het Verenigd Koninkrijk, maar wel in de Britse Koloniën). Hij sprak over zijn ervaringen die hij had opgedaan tijdens zijn periode in West-Indië om zijn positie te verdedigen.

Nadat hij de Koninklijke Marine had verlaten, woonde de Hertog van Clarence meer dan twintig jaar samen met de Ierse actrice Dorothea Bland, beter bekend onder haar pseudoniem Dorothea Jordan.

Vanaf 1791 kreeg het koppel tien onwettige kinderen, vijf zoons en vijf dochters die als achternaam de naam "FitzClarence" kregen. De affaire duurde meer dan twintig jaar voordat ze eindigde in 1811. Mrs. Jordan kreeg een financiële schikking en de voogdij over haar dochters onder één voorwaarde: zij mocht nooit meer op de planken staan. Toen zij dat toch deed, kreeg de Hertog van Clarence ook de voogdij over de dochters. Mrs. Jordan stierf verarmd op 5 juli 1816 in de buurt van Parijs.

Toen prinses Charlotte Augusta, het nichtje van Willem en dochter van de Prince Regent (en de tweede in lijn van de troonopvolging na haar vader) stierf in het kraambed 6 november 1817, bleef de koning (George III) achter met wél twaalf kinderen, maar geen wettige kleinkinderen. Vanaf dat moment stortten alle Koninklijke Hertogen zich in huwelijken.

Willem had een grote voorsprong in deze race. Zijn beide broers waren kinderloos en waren vervreemd van hun vrouwen (hoe dan ook, beide vrouwen waren niet meer in staat om nog kinderen te baren). Hij zou bijna zeker koning worden, als hij lang genoeg zou leven (wat erg waarschijnlijk leek omdat de voormalige zeeman beter omging met zijn gezondheid dan zijn oudere broer, de Prins van Wales). De eerste keuzes van de Hertog van Clarence om te huwen werden niet goedgekeurd door de Prince Regent of de prins zelf werd afgekeurd. Zijn jongere broer Adolf, hertog van Cambridge, werd naar Duitsland gestuurd om daar te zoeken naar een beschikbare protestantse prinses, en nadat hij terug kwam met Augusta van Hessen-Kassel, die Willem lachend afkeurde, trouwde hijzelf met haar.

Niet lang daarna kwam de hertog van Cambridge met een vrouw die vriendelijk en bovenal kindlievend was, zeer belangrijk natuurlijk voor Willem omdat hij al tien kinderen had die nog niet allemaal de volwassen leeftijd hadden behaald. Op 11 juli 1818 trouwde Willem te Kew met Adelheid van Saksen-Meiningen, een dochter van hertog George I van Saksen-Meiningen. Willem was zeker twintig jaar ouder dan Adelheid.

Door de langdurige regering van George III en het feit dat zijn broer hem als George IV voorging, was Willem al 64 toen hij op de troon kwam (zijn oudere broer Frederik was drie jaar eerder overleden).

In tegenstelling tot zijn broer was Willem als koning onopvallend. Hij hield niet van pracht en praal. De monarchie had door de gedragingen van zijn voorganger(s) geen goede naam meer en hij probeerde het vertrouwen weer enigszins te herstellen. Dit deed hij onder meer door persoonlijk contact te zoeken met het volk.

Hij was tamelijk liberaal ingesteld en droeg bij aan parlementaire en sociale hervormingen. Er ontstond een crisis rond de Reform Act van 1832, die uitbreiding van het kiesrecht beoogde. In het 19e-eeuwse Engeland vonden ingrijpende revoluties plaats in de landbouw en de industrie, de bevolking nam snel toe evenals de urbanisatie. Het oude kiesstelsel, waarin de aristocratie de dienst uitmaakte, voldeed hierdoor niet meer en was dringend aan vernieuwing toe. Wetsvoorstellen hiertoe werden tot tweemaal toe door het Hogerhuis afgewezen. Bij de derde versie van het wetsontwerp dreigde Willem de wet erdoor te drukken door voldoende nieuwe edelen te benoemen (die vanwege hun titel een zetel kregen in het Hogerhuis). Daarna werd de wet aangenomen.

De eigenlijke constitutionele macht ging door de veranderingen over van de koning naar het parlement. Willem was ook de laatste vorst die een minister-president benoemde tegen de wensen van het parlement in. De liberale William Lamb moest het veld ruimen en de conservatieve Tories vormden een regering onder Robert Peel. Aangezien deze regering slechts door een minderheid werd gesteund was die een kort leven beschoren. Na korte tijd kwamen de liberalen (Whigs) weer aan de macht.

Willem IV stierf in de vroege uren van 20 juni 1837 aan een longontsteking en werd begraven in Windsor Castle. Hij had geen wettige kinderen en werd opgevolgd door zijn nicht Prinses Victoria van Kent, de enige dochter van prins Edward Augustus, de hertog van Kent. Als gevolg van de in Hannover geldende oude Salische Wet, die inhield dat een vrouw geen rechten kon erven, kwam hiermee een eind aan het gecombineerde koningschap. Willems broer Ernst August, hertog van Cumberland, volgde hem op als koning van Hannover.
Willem trouwde met Adelheid van Saksen-Meiningen. Adelheid is geboren op maandag 13 augustus 1792 in Meiningen, dochter van George I van Saksen-Meiningen en Eleonore van Hohenlohe-Langenburg. Adelheid is overleden op zondag 2 december 1849 in Middlesex, 57 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Adelheid werd geboren op 13 augustus 1792 in Meiningen, Thüringen, Duitsland. Haar vader was George I van Saksen-Meiningen. Haar moeder was Louise Eleonore van Hohenlohe-Langenburg, de dochter van prins Christiaan Albert van Hohenlohe-Langenburg. Ze kreeg de titel Hare Hoogheid Prinses Adelheid van Saksen-Meiningen, Hertogin in Saksen vanaf haar geboorte tot aan het Congres van Wenen. Vanaf dat moment mochten ze zich Hoogheid noemen.

Adelheid trouwde met Prins Willem, Hertog van Clarence, de derde zoon van koning George III in het Kew Paleis te Surrey, Engeland, op 11 juli 1818. Het was het eerste huwelijk voor zowel Willem als Adelheid. Willem was meer dan twintig jaar ouder dan Adelheid, en had vele onwettige kinderen bij Dorothy Jordan. Op 6 november 1817 stierf in het kraambed de erfgenaam van de troon, prinses Charlotte Augusta van Wales, vrouw van prins Leopold van Saksen-Coburg-Saalfeld (de latere koning Leopold I van België). Door het overlijden van Charlotte Augusta zat de Prins-Regent George zonder erfgenaam, en het was duidelijk dat hij geen kinderen meer zou krijgen. Daarom moesten de broers van George een goede huwelijkskandidaat vinden om daarmee kinderen te krijgen en dus erfgenamen. Omstreeks dezelfde tijd als Willem en Adelheid trouwde Willems jongere broer, prins Eduard August, hertog van Kent met Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld, en Adolf met Augusta van Hessen-Kassel, dit allemaal rond de dood van Charlotte Augusta.

In 1818 stierf Willems moeder, koningin Charlotte en in 1820 stierf zijn vader op 81-jarige leeftijd, en Willems oudere broer volgde zijn vader op als koning George IV. Toen Willem trouwde met Adelheid werd er niet gedacht dat Willem koning zou worden, maar dit idee kwam steeds dichter bij toen zijn oudere broer, prins Frederik de hertog van York, kinderloos stierf in 1827. Door Willems relatieve jonge leeftijd en sterke gezondheid, en de kans dat hij nog kinderen zou krijgen, zou zijn bestijging van de troon erg aantrekkelijk zijn. Op 26 juni 1830 stierf Willems oudere broer, koning George IV. Willem werd koning en dus Adelheid koningin. Ze werden samen op 8 september 1831 gekroond in de Westminster Abbey.

Adelheid was geliefd bij het Britse volk voor haar vroomheid, aardige overkomen en liefdadigheidswerk maar ook door de tragische dood van haar kinderen en geschiedenis van zwangerschappen. Een groot gedeelte van haar inkomen werd weggegeven aan liefdadigheidsinstellingen. Ze behandelde de jonge prinses Victoria van Kent (Willems waarschijnlijke opvolger en de latere Koningin Victoria) aardig, hoewel ze zelf geen kinderen kon krijgen. Ze zorgde ook voor een goede band tussen Willem en Victoria’s moeder, de hertogin van Kent.

Adelheid was een overtuigd aanhanger van de Tories (de conservatieven) en probeerde op politiek gebied de koning te beïnvloeden.

Adelheid overleefde haar man twaalf jaar. Ze stierf tijdens de regering van haar nichtje Koningin Victoria op 2 december 1849 aan een natuurlijke dood in het Bentley Priory in Middlesex en werd bijgezet in de St. George’s Kapel in Windsor.
Kinderen van Willem en Adelheid:
1 Charlotte Augusta Louisa van het Verenigd Koninkrijk, geboren op zaterdag 27 maart 1819. Charlotte is overleden op zaterdag 27 maart 1819, geen dag oud.
2 Elizabeth Georgiana Adelheid van het Verenigd Koninkrijk, geboren op zondag 10 december 1820. Elizabeth is overleden op zondag 4 maart 1821, 2 maanden oud.
38 Charlotte Augusta Mathilda van Hannover is geboren op maandag 29 september 1766 in Londen, dochter van George III van het Verenigd Koninkrijk (zie 35) en Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Charlotte is overleden op zondag 5 oktober 1828 in Ludwigsburg, 62 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Als dochter van de regerende vorst kreeg Charlotte bij haar geboorte de titel Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses Charlotte. Net als haar broers en zussen werd de prinses onderwezen door privé-leraren en bracht ze het grootste gedeelte van haar jeugd door op Buckingham Palace, Kew Palace en Windsor Castle. Ze kreeg in 1789 de titel Princess Royal als oudste dochter van de Britse vorst.

Op 18 mei 1797 trad de prinses in Londen in het huwelijk met erfprins Frederik, de oudste zoon van hertog Frederik Eugenius van Württemberg. De erfprins volgde zijn vader op in december 1797 als Hertog van Württemberg. Hij had uit zijn eerste huwelijk al twee zoons en twee dochters van de overleden prinses Augusta Charlotte, dochter van Karel Willem Ferdinand van Brunswijk. Met prinses Charlotte kreeg hij in 1798 één kind: een doodgeboren dochtertje.

In 1800 werd Württemberg bezet door het Franse leger en waren Charlotte en Frederik genoodzaakt naar Wenen uit te wijken. Hertog Frederik wist het jaar daarop een vredesverdrag op te stellen en nam de titel Keurvorst van Württemberg aan in 1803. Een paar jaar later veranderde hij de titel in Koning van Württemberg, waardoor Charlotte dus koningin werd. Door zijn vrede met Frankrijk kwam Frederik lijnrecht tegenover zijn schoonvader, de Engelse koning George III, te staan. Koningin Charlotte weigerde haar dochter in hun briefcorrespondentie koningin te noemen. In 1813 keerde Frederik zich weer tegen Frankrijk. Na de val van Napoleon werd hij alsnog bevestigd als koning. Hij stierf in 1816.

De Douairière Koningin van Württemberg bleef leven in het Ludwigsburg Paleis, waar ze vaak haar jongere broers en zussen als gasten ontving. Ze was de peettante van haar nichtje, prinses Victoria van Kent (de toekomstige koningin Victoria) in 1819. In 1827 keerde ze naar Engeland terug, voor het eerst sinds haar huwelijk, voor een operatie. Ze stierf het jaar daarop op het Ludwigsburg Paleis en werd begraven in de koninklijke crypte.

Titels
Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses Charlotte (1766-1789)
Hare Koninklijke Hoogheid De Princess Royal (1789-1797)
Hare Koninklijke Hoogheid Hertogin Frederik van Württemberg (1797)
Hare Koninklijke Hoogheid De Hertogin van Württemberg (1797-1803)
Hare Koninklijke Hoogheid De Keurvorstin van Württemberg (1803-1806)
Hare Majesteit De Koningin van Württemberg (1806-1816)
Hare Majesteit Koningin Douairière Charlotte van Württemberg (1816-1828)
Charlotte trouwde, 30 jaar oud, op donderdag 18 mei 1797 in Londen met Frederik I van Württemberg, 42 jaar oud. Frederik is geboren op woensdag 6 november 1754 in Trzebiatów. Frederik is overleden op woensdag 30 oktober 1816 in Stuttgart, 61 jaar oud. Frederik is weduwnaar van Augusta Caroline van Brunswijk (1764-1788), met wie hij trouwde op zondag 15 oktober 1780 in Brunswijk, zie 5.
Notitie bij Frederik: Vanwege zijn omvang werd hij Dikke Frederik genoemd. Volgens Napoleon had god hem geschapen om te tonen hoever de menselijke huid kon uitrekken totdat hij barstte.

Frederik was van 1783 tot 1787 voor tsarina Catharina de Grote gouverneur-generaal van het Russische Finland. Hertogin Augusta kwam in deze periode (5 oktober 1828) onder onduidelijke omstandigheden om het leven in een slot in Letland nadat het echtpaar uit elkaar was gegaan. In 1797 hertrouwde Frederik in Londen met prinses Charlotte Augusta Mathilde van Groot-Brittannië en Ierland, dochter van koning George III en Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Na de dood van zijn vader werd hij op 23 december 1797 als Frederik II regerend hertog van Württemberg. Hij was machtsbewust en opvliegend, maar een vastberaden politicus. Hij regeerde op neo-absolutistische wijze en maakte een einde aan de macht van de stenden. In zijn zomerresidentie Slot Ludwigsburg te Ludwigsburg liet hij vele kamers in Empirestijl herinrichten.

In 1800 bezette het Franse leger Württemberg en Frederik en Charlotte vluchtten naar Wenen. Het jaar daarop kwam hij overeen dat Frankrijk Montbéliard zou krijgen in ruil voor Ellwangen. Op 25 februari 1803 werd hij keurvorst van Württemberg. Dankzij de Reichsdeputationshauptschluss van dat jaar (waarin het aantal Duitse vorstendommen flink werd teruggebracht) en de Vrede van Presburg van 1805 wist hij zijn land danig uit te breiden. Zijn nieuw verworven gebieden voegde hij samen in een staat met de naam Neuwürttemberg (Nieuw-Württemberg) die vanuit Ellwangen werd geregeerd. Württemberg werd meegesleept in de oorlogen van Napoleon en moest hem voorzien van hulptroepen. In oktober 1805 kwam Napoleon zelf naar Ludwigsburg om met de keurvorst te onderhandelen. Frederik zou zich hierbij zeer zelfbewust hebben gedragen.

Op 1 januari 1806 werd Frederik koning en op 12 juli werd hij lid van de Rijnbond. Zijn land werd weer flink uitgebreid en was nu bijna tweemaal zo groot als voor 1803. Württemberg was protestants maar omsloot ook grote katholieke regio’s. De koning streefde gelijke behandeling van de twee religies na. Alle gebieden werden nu samengevoegd en het bestuur werd ingrijpend gewijzigd. Frederik deed dit op op autoritaire wijze en zonder veel rekening te houden met de tradities van zijn nieuwe gebieden.

Aan de Russische veldtocht van 1812 namen 12.000 Württembergse soldaten deel, van wie er maar een paar honderd terugkeerden. In 1814 keerde Frederik zich tegen Napoleon en nam deel aan de oorlog tegen hem. De laatste jaren van zijn heerschappij werden overschaduwd door crises. Het volk eiste een constitutie, maar Frederiks voorstel werd afgekeurd. Na een kort ziekbed stierf hij op 30 oktober 1816 in Stuttgart. Hij werd begraven op slot Ludwigsburg en opgevolgd door zijn zoon Willem I.

De steden Friedrichshafen en Bad Friedrichshall zijn naar hem vernoemd.
Heerlijkheid:
als Frederik II van 1797 tot 1803 hertog, van 1803 tot 1806 als Frederik I keurvorst en van 1806 tot 1816 koning van Württemberg
39 Eduard August hertog van Kent en Strathearn, graaf van Dublin is geboren op maandag 2 november 1767 in Buckingham Palace (Londen), zoon van George III van het Verenigd Koninkrijk (zie 35) en Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Eduard is overleden op zondag 23 januari 1820 in Woodbrook Cottage (Sidmouth, Devon), 52 jaar oud.
Notitie bij Eduard: Hij werd geboren op Buckingham Palace en volgde een militaire opleiding in Duitsland. Hij studeerde aan verschillende Duitse universiteiten en diende daarna als kolonel in het Britse leger op Gibraltar. Even later maakte hij promotie tot generaal en werd hij met zijn troepen naar Canada gestuurd. Daar was hij commandant van de Britse strijdkrachten in Noord-Amerika. In 1802 werd hij benoemd tot gouverneur van Gibraltar.


Eduard bleef lang ongehuwd. Hij had wel een aantal vriendinnen en dus mogelijk ook een of meer onwettige kinderen. De huwelijkskwestie werd pas urgent toen zijn nichtje Charlotte Augusta, het enige kind van zijn broer George, in 1817 overleed. Daardoor was de troonopvolging onzeker geworden. Eduard haastte zich, evenals zijn twee andere ongetrouwde broers, een huwelijkspartner te vinden om te kunnen zorgen voor een erfgenaam. Hij huwde op 29 mei 1818 met Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld (1786-1861), dochter van hertog Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld en weduwe van Karel Emich van Leiningen, en werd de vader van de latere koningin Victoria (1819-1901). Hij overleed kort na de geboorte van zijn dochter. Omdat geen van zijn oudere broers wettige kinderen nalieten, werd zijn dochter koningin.
Eduard trouwde, 50 jaar oud, op vrijdag 29 mei 1818 met Marie Louise Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld, 31 jaar oud. Marie is geboren op donderdag 17 augustus 1786 in Coburg (D), dochter van Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld en Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein. Marie is overleden op zaterdag 16 maart 1861 in Windsor Castle (GB), 74 jaar oud. Marie is weduwe van Karel Emich van Leiningen (1763-1814), met wie zij trouwde op woensdag 21 december 1803 in Coburg (D).
Notitie bij Marie: Op 21 december 1803 trouwde ze in Coburg met vorst Karel Emich van Leiningen, die eerder getrouwd was geweest met haar tante Henriette.

Het paar kreeg twee kinderen:

Karel Frederik Willem Emich (1804-1856)
Feodora van Leiningen (1807 - 1872), in 1828 gehuwd met vorst Ernst Christiaan van Hohenlohe-Langenburg (1794-1860).
Karel zou in 1814 overlijden. Victoria hertrouwde op 29 mei 1818 met Eduard August, hertog van Kent. Zij kregen alleen een dochter:

Victoria, de latere koningin van Engeland.
Toen haar tweede echtgenoot ook al snel overleden was, in 1820, leek er objectief gezien weinig reden voor haar te zijn om in Engeland te blijven. Ze sprak de taal niet en had bovendien nog een kasteel in Coburg, waar ze had kunnen wonen. Dat ze toch in Engeland bleef, kwam doordat de Britse monarchie in een opvolgingscrisis verkeerde. Noch koning George IV noch zijn latere opvolger Willem IV hadden nakomelingen en de kleine Victoria stond derhalve hoog in de lijn van troonopvolging. Niettemin weigerde het Engelse parlement aan de beide Victoria’s een uitkering te verschaffen.

Victoria leunde zwaar op haar persoonlijk secretaris, John Conroy. Zozeer zelfs dat de geruchten gingen dat Conroy de vader van Victoria was. Hier zijn nooit bewijzen voor gevonden. Victoria en haar dochter zouden, totdat de laatste koningin geworden was, een slaapkamer delen, daarna kregen ze elk verschillende appartementen. Dat zou het begin inluiden van een periode van bekoeling tussen moeder en dochter, die later pas enigszins hersteld zou worden.
Kind van Eduard en Marie:
1 Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk, geboren op maandag 24 mei 1819 in Kensington Palace, Londen. Volgt 40.
40 Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk is geboren op maandag 24 mei 1819 in Kensington Palace, Londen, dochter van Eduard August hertog van Kent en Strathearn, graaf van Dublin (zie 39) en Marie Louise Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Alexandrina is overleden op dinsdag 22 januari 1901 in Osborne House, Isle of Wight, 81 jaar oud.
Notitie bij Alexandrina: Koningin Victoria is, met 63 jaar en zeven maanden, de langst regerende Britse monarch uit de geschiedenis. De periode staat zowel in het Verenigd Koninkrijk als in de wereld beter bekend als het Victoriaanse tijdperk, the Victorian era.

Hoewel Victoria de troon besteeg op een moment dat het Verenigd Koninkrijk al een constitutionele monarchie was, waar de koning of koningin zeer weinig politieke bevoegdheden had en hun invloed uitoefende via de minister-president, groeide Victoria uit tot een zeer belangrijke symbolische figuur van haar tijd. Tijdens het Victoriaanse tijdperk kwam de Industriële revolutie op een hoogtepunt. Het was ook een periode van grote sociale, economische en technologische vooruitgang binnen het Verenigd Koninkrijk. Victoria’s regeerperiode werd gekenmerkt door een grote uitbreiding van het Britse Rijk; tijdens deze periode bereikte het zijn hoogtepunt, onder haar regering was het Britse Rijk het grootste rijk uit de geschiedenis. Ze regeerde over gebieden in alle werelddelen.

Victoria, bijna geheel Duits, was de enige dochter van Prins Edward Augustus, hertog van Kent en diens vrouw Prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Via haar vader was ze een kleindochter van koning George III en koningin Sophia Charlotte, en was ze een nichtje van haar voorgangers, koning George IV en koning Willem IV. Ze kreeg samen met haar man, Albert, negen kinderen en arrangeerde hun huwelijken. Uit die huwelijken werden tweeënveertig kleinkinderen geboren. Enkel dochter Louise bleef kinderloos. Haar kinderen en kleinkinderen ging huwelijken aan die bijna alle Europese vorstenhuizen aan elkaar verbonden, ze kreeg daardoor de bijnaam the grandmother of Europe (de grootmoeder van Europa). Ze was de laatste vorst van Groot-Brittannië uit het Huis Hannover. Haar zoon en opvolger, koning Edward VII, was een vorst uit het Huis Saksen-Coburg en Gotha.

Achtergrond en vroege regering
Victoria was het enige kind van Edward Augustus, de hertog van Kent (de vierde zoon van koning George III) en prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld (een zuster van de Belgische koning Leopold I). Via haar moeder had ze een halfbroer en een halfzus: Karel (1804-1856) en Feodora (1807-1872). Haar eerste naam Alexandrina kreeg ze van tsaar Alexander I van Rusland. De Russische tsaar was namelijk een peetoom van Victoria. Andere peetooms en -tantes waren: de Prince Regent, Prinses Charlotte van het Verenigd Koninkrijk, een zus van haar vader, en haar grootmoeder aan moederskant Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein, de hertogin van Saksen-Coburg-Saalfeld. Haar jeugd was vrij roerig, en de relatie tussen Victoria en haar moeder, de hertogin van Kent, was niet altijd gelukkig.

Zijne Majesteit Willem IV, koning van het Verenigd Koninkrijk en Hannover stierf op 20 juni 1837 op 72-jarige leeftijd. Omdat hij en zijn oudere broers geen wettige mannelijke en vrouwelijke nakomelingen hadden gekregen werd Victoria de nieuwe koningin. In de ochtend van 21 juni, rond 6.00 uur werd zij wakker gemaakt door haar moeder. Zij vertelde Victoria dat William Howley, de aartsbisschop van Canterbury en Lord Conyngham naar haar toe waren gekomen om haar te spreken. Lord Conyngham vertelde Victoria dat haar oom, Willem IV, was overleden rond 2.00 uur in de morgen en dat zij de nieuwe koningin was. Haar kroning vond plaats op 28 juni 1838 in de Westminster Abbey. Koningin Victoria was de eerste monarch die Buckingham Palace te Londen permanent bewoonde.

Vanwege de Salische Wet die in Hannover van kracht was, werd koning Willem IV in Hannover opgevolgd door Victoria’s oom, Ernst Augustus, de hertog van Cumberland en Teviotdale, als koning Ernst Augustus I van Hannover. Hij was de vijfde zoon van koning George III en koningin Charlotte. Omdat Victoria nog niet getrouwd was en ook nog geen kinderen had, werd Ernst Augustus wel de troonopvolger in het Verenigd Koninkrijk. Dit bleef hij tot de geboorte van het eerste kind van Victoria in 1840.

Rond de tijd van haar troonsbestijging werd de Britse regering gecontroleerd door de Whig Party. Die partij was al aan de macht, behalve voor korte tussenpozen, sinds 1830. Victoria liet zich grotendeels leiden door de eerste minister, ook een Whig, William Lamb, Lord Melbourne. Lord Melbourne was een belangrijke figuur in het jonge leven van Victoria, zij hechtte veel waarde aan zijn adviezen. Sommigen verwezen zelfs naar Victoria als "Mrs Melbourne". De Melbourne-regering zou echter niet lang aan de macht blijven want ze werd almaar impopulairder en had bovendien te kampen met aanzienlijke moeilijkheden met het regeren van de Britse koloniën, vooral tijdens de Opstanden van 1837 in Canada. Lord Melbourne diende zijn ontslag in nadat de radicalen en de Tories (aan beide partijen had Victoria op dat moment een hekel) hun krachten hadden gebundeld om een wetsvoorstel tegen te houden in het House of Commons, het Britse Lagerhuis.

De koningin gaf toen opdracht aan Sir Robert Peel, een Tory, om een nieuwe regering te vormen. Maar dit resulteerde in de Bedchamber Crisis, in mei 1839. In die tijd was het gebruikelijk dat benoemingen in de Koninklijke Huishouding werden gebaseerd op het patronagesysteem (dat wil zeggen, dat de eerste minister leden van de Koninklijke Huishouding kon kiezen op basis van hun partij-loyaliteit). Vele hofdames van de koningin waren getrouwd met Whigs, maar Sir Robert Peel wilde hen vervangen door echtgenotes van leden van de Tory-partij. Victoria was een fel tegenstander van de plannen van Sir Robert Peel om deze hofdames te ontslaan. Met sommige hofdames had zij een sterke vriendschaps- en vertrouwensband opgebouwd. Zij zag deze vrouwen als vriendinnen en niet als leden van een ceremoniële instelling. Sir Robert Peel vond dat hij niet kon regeren in het kader van de beperkingen die werden opgelegd door de Koningin, en dus diende hij het ontslag in van zijn regering, zodat Lord Melbourne terug kon keren naar de Houses of Parliament.

Een andere belangrijke figuur in het vroege leven van de koningin was haar oom, Leopold I, de koning der Belgen. Hij was een jongere broer van haar moeder en de weduwnaar van Victoria’s nicht, prinses Charlotte Augusta van Wales, de dochter van koning George IV en koningin Caroline. Via Leopold I was Victoria familie van Leopold II, de koning der Belgen (regering: 1865-1909) en Charlotte, de keizerin van Mexico, vrouw van Maximiliaan van Mexico. Ook was de douairière-Koningin, Adelaide van Saksen-Meiningen, weduwe van koning Willem IV, een zeer grote steun en toeverlaat voor Victoria. Zij bezocht haar tante vaak in Bentley Priory te Harrow. Het was ook in Bentley Priory, waar koningin Adelaide stierf in 1849. Dit was een zeer grote schok voor Victoria. De naam van de douairière-Koningin bleef voortleven in de naam van Victoria’s oudste dochter, Victoria Adelaide Mary Louise.

Huwelijk en de eerste twee kinderen
Victoria maakte in 1836 voor het eerst kennis met haar neef, Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha en was van hem gecharmeerd. Koning Willem IV had graag gezien dat Victoria zou trouwen met prins Alexander der Nederlanden, tweede zoon van koning Willem II en koningin Anna Paulowna der Nederlanden. Ook haar neef, George van Hannover, de hertog van Cambridge vond koning Willem IV een goede huwelijkskandidaat. Ze schreef in haar dagboek: "Albert is buitengewoon knap, en zijn haar heeft ongeveer dezelfde kleur als de mijne, zijn ogen zijn groot en blauw, en hij heeft een mooie neus en een zeer zoete mond met mooie tanden, maar de charme van zijn aangezicht is zijn meningsuiting, die is uiterst verrukkelijk. Prins Alexander, daarentegen, is "heel gewoon". Victoria koos dus resoluut voor prins Albert. Het huwelijk vond plaats op 10 februari 1840 in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace te Londen. De vader van Albert was een broer van Victoria’s moeder. Beiden waren dus kleinkinderen van hertog Frans van Saksen-Coburg-Saalfeld. Het huwelijk werd gewenst door de wederzijdse ouders, maar ook door de beide partners zelf. Albert werd niet alleen de compagnon van de koningin maar ook haar belangrijke politieke adviseur. Op die manier vond zij een vervanger voor de dominante plaats die Lord Melbourne in haar jonge leven had gekregen. In het begin van het huwelijk ontstond er niettemin enige wrijving tussen de twee, omdat Albert een actieve rol wilde spelen in het landsbestuur. Dit geschil werd spoedig bijgelegd en het huwelijk groeide uit tot een groot succes.

Tijdens de eerste zwangerschap van Victoria, probeerde de achttienjarige Edward Oxford een moordaanslag te plegen op de koningin, terwijl zij samen met Prins Albert in een rijtuig zat tijdens een rijtour door Londen. Edward Oxford slaagde erin om twee schoten te lossen, maar beide kogels raakten niet het doel van Oxford. Hij werd aangeklaagd voor hoogverraad, maar hij werd vrijgesproken wegens ontoerekeningsvatbaarheid. Het eerste kind van het koninklijke koppel, een dochter, werd geboren op 21 november 1840. Ze werd geboren als Kroonprinses Victoria Adelaide Mary Louise, later de Princess Royal.

Amper een jaar later werd de eerste zoon geboren, op 9 november 1841. Hij werd geboren als Prins Albert Edward, de latere koning Edward VII. Zijn zusje Victoria verloor hiermee de titel kroonprinses, deze ging over als kroonprins op Albert Edward. De moordaanslag die Edward Oxford op Victoria pleegde was niet de enige. Meer moordaanslagen volgden in de periode mei/juli 1842. De eerste was op 29 mei in het St. James’s Park te Londen. John Francis schoot op de koningin terwijl zij in een rijtuig reed. Maar John Francis werd onmiddellijk aangehouden door politieagent William Trounce. Francis werd veroordeeld voor hoogverraad. Zijn straf was levenslange deportatie naar Australië. Op 3 juli werd er opnieuw een moordaanslag gepleegd op de koningin door de jonge John William Bean. Hij heeft geprobeerd via een schot de koningin te doden. Ook al was zijn geweer alleen geladen met papier en tabak, toch werd zijn daad veroordeeld, en hij kreeg de doodstraf. Prins Albert echter was het niet eens met deze straf en oordeelde dat de straf misschien te zwaar was. Daarom maakte hij de Treason Act 1842 die werd goedgekeurd door het parlement. Onder de nieuwe wet werd een aanval met een gevaarlijk wapen in de aanwezigheid van de monarch met het oogmerk om de monarch te alarmeren, bestraft met zeven jaar gevangenisstraf en geseling. Bean werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf, maar noch hij, noch enig persoon die de wet in de toekomst zou overtreden, werd nog gegeseld.

Tijdens de zomer van deze twee moordaanslagen maakte de koningin haar eerste treinreis. Deze reis ging van Station Slough naar Bishop’s Bridge te Paddington in Londen op 13 juni 1842. Ze maakte deze reis in een speciaal gemaakte wagon van de Great Western Railway. Tijdens deze reis waren ook haar man aanwezig en de beroemde ingenieur Isambard Kingdom Brunel. Zowel de koningin als de prins-gemaal klaagden later over de snelheid van de trein, hij ging volgens hun te snel. Ze vreesden allebei dat de trein zou ontsporen.

Nieuwe regeringen en aanslagen
Eerste minister Peel zag het ministerie snel geconfronteerd worden met een crisis vanwege de afschaffing van de Graanwetten (Engels: Corn Laws). Vele leden van de Tory-partij (in die tijd ook al veel gezien als de Conservatieven) waren tegen de besluiten van Peel, maar sommige Tory-leden (ook wel de “Peelites” genoemd) en vele leden van de Whig-partij steunden Sir Robert Peel. Uiteindelijk diende Robert Peel zijn ontslag in bij koningin Victoria in 1846 en hij werd opgevolgd door Lord John Russell. De regering van Russell, een Whig-regering, was niet volgens de wensen van de koningin. Er waren namelijk leden binnen de regering die bijzonder onbeschoft overkwamen op koningin Victoria, bijvoorbeeld de minister van Buitenlandse Zaken, Lord Palmerston, die vaak beslissingen nam zonder raadpleging van het kabinet, de eerste-minister of de Koningin.

In 1849, diende Victoria een klacht in bij Lord John Russell. Ze vertelde dat Palmerston officiële berichten had verzonden naar buitenlandse leiders zonder dat Victoria daar iets van af wist. Ze herhaalde haar protest in 1850 maar het hielp niet. Het was pas in 1851 dat Lord Palmerston werd verwijderd uit de regering. Hij had namelijk namens de Britse regering de goedkeuring van de staatsgreep in Frankrijk verklaard, de staatsgreep van Lodewijk Napoleon Bonaparte, die keizer werd van het Tweede Franse Keizerrijk als Napoleon III. Palmerston had dit echter zonder voorafgaande raadpleging van de eerste-minister gedaan.

Ook de periode-Russell als eerste-minister (1846-1852 en opnieuw van 1865-1866), waren verontrustende jaren voor Koningin Victoria. In 1849 probeerde een werkloze en ontevreden Ier, William Hamilton genaamd, de koningin te alarmeren door een met poeder gevuld pistool af te vuren terwijl zij een rijtoer maakte door Londen en net langs Constitution Hill kwam. William Hamilton werd veroordeeld volgens de wet van Prins Albert uit 1842. William Hamilton bekende en kreeg de maximum straf van zeven jaar maar hij werd uiteindelijk toch naar Australië gedeporteerd.

In 1850 werd de koningin aangevallen door de gestoorde ex-legerofficier, Robert Pate. Terwijl Victoria aan het rijden was in een wagen, sloeg Pate haar met zijn wandelstok waardoor haar bonnet brak. Victoria hield er kneuzingen aan over. Pate werd berecht, maar hij probeerde er voor te zorgen dat hij werd veroordeeld wegens zijn waanzin. Hier bereikte hij echter niets mee en hij kreeg dezelfde straf als William Hamilton.

Latere regering
De Britse monarchie was bij haar aantreden verre van populair. Vooral de losbandige levensstijl van haar oom George IV had voor veel weerzin gezorgd. Die weerzin had - in politieke zin - onder meer geleid tot de vestiging van een constitutionele monarchie. Zij streefde naar een verbetering van de reputatie door een onkreukbaar leven te leiden. Haar strenge levenswijze diende als voorbeeld voor het volk en de term ‘Victoriaans’ ging later een eigen leven leiden als betiteling voor een ingetogen levenshouding en uitermate preutse opvattingen. Het Victoriaanse tijdperk werd echter ook gekenmerkt door grote politieke ontwikkelingen, economische groei en uitbreiding van het imperium.

Victoria was nog maar 18 jaar oud toen zij de troon besteeg. De onervaren koningin liet zich grotendeels leiden door minister-president Lord Melbourne, met wie zij een goede relatie opbouwde. Na haar huwelijk kreeg haar man meer invloed. Haar politieke voorkeur ging - zeker in het begin - uit naar de Liberalen. In haar hofhouding nam ze aanvankelijk uitsluitend liberalen op. Er kwam pas verandering in toen Lord Melbourne de verkiezingen verloor en de regering moest overlaten aan de conservatieve sir Robert Peel. Aanvankelijk konden ze slecht met elkaar overweg - ook omdat Peel van vrij eenvoudige komaf was - maar later leerde Victoria hem - en zijn gedachtegoed - steeds meer waarderen.

Zij streefde naar een belangrijke rol van het land op wereldschaal. De Anglicaanse Kerk was in haar ogen de onbetwiste staatskerk, waarmee zij de rooms-katholieke Ieren tegen de haren in streek. Door haar sterke wil en duidelijke opvattingen overschreed zij soms de grenzen van haar mogelijkheden. Zo liet zij soms al te duidelijk blijken naar welke minister-president haar voorkeur uitging (William Lamb, burggraaf van Melbourne en met name Benjamin Disraeli) en naar welke niet (de liberalen Palmerston en Gladstone).

Dood van haar man, prins-gemaal Albert
Haar man, Albert, stierf plotseling op 14 december 1861 te Windsor Castle aan buiktyfus, amper 42 jaar oud. Zijn dood is waarschijnlijk ten gevolge de primitieve sanitaire omstandigheden te Windsor Castle. Zijn dood deelde een verwoestende slag uit aan Victoria, die nog steeds zeer aangeslagen was door de dood van haar moeder eerder dat jaar. Ze nam een lange periode van rouw in acht, en ze droeg zwarte kleding voor de rest van haar leven. Ze vermeed openbare optredens en ze was nog zelden te zien in Londen. Door haar afzondering kreeg ze de bijnaam ’de weduwe van Windsor’. Ze verweet haar zoon Edward, de Prins van Wales, zijn vaders dood, omdat het nieuws van het slechte gedrag van de Prins van Wales was aangekomen bij zijn vader in november 1861. Daardoor ging Prins Albert naar Cambridge om een bezoek te brengen aan zijn zoon.

Het door Victoria zelf opgelegde isolement naar de bevolking toe, verminderde sterk de populariteit van de monarchie en moedigde zelfs de groei aan van de republikeinse beweging. Hoewel ze wel haar officiële taken uitvoerde, koos Victoria ervoor teruggetrokken te blijven in haar Koninklijke residenties, Balmoral Castle in Schotland, Osborne House op het Isle of Wight en Windsor Castle.

Naarmate de tijd voorbij ging, begon koningin Victoria zich steeds meer te hechten aan een knecht uit Schotland, John Brown. Geruchten over een romantische verbintenis en zelfs een geheim huwelijk hebben in het verleden vaak stof doen opwaaien. Hoewel er aan beide mogelijkheden sterk getwijfeld wordt, werden er echter op haar verzoek bij haar stoffelijk overschot in de kist twee sets van herinneringen geplaatst. Aan haar rechterkant werd een van Alberts kledingstukken gelegd, terwijl aan haar linkerhand een stuk van het haar van Brown, samen met een foto van hem werd gelegd.

Keizerrijk India en jubilea
Benjamin Disraeli drong er bij haar op aan de titel ’keizerin van Indië’ aan te nemen. Zij aanvaardde dit eerbetoon dankbaar als beloning voor haar streven naar de enorme gebiedsuitbreiding en vergroting van de Britse macht in de wereld. Op 1 januari 1877 werd zij in Delhi tot keizerin uitgeroepen, hoewel zij zelf Brits-Indië nooit bezocht.

In 1887 vierde het Britse Rijk het Gouden Jubileum van Victoria. De koningin vierde de vijftigste verjaardag van haar troonsbestijging op 20 juni 1887 met een banket waarvoor 50 Europese staatshoofden en vorsten waren uitgenodigd. Hoewel Victoria zich er niet bewust van was, was er door Ierse anarchisten een aanslag voorbereid. Deze Ierse anarchisten wilden de Westminster Abbey in Londen vernietigen terwijl Victoria een dienst bijwoonde ter ere van Thanksgiving Day. Toen deze moordaanslag aan het licht kwam, werd deze bekend als het Jubileum Plot. De volgende dag, heeft Victoria deelgenomen aan een optocht die, in de woorden van Mark Twain, "zich uitstrekte tot de gezichtseinder in beide richtingen". Tegen die tijd was Victoria opnieuw een zeer populaire vorstin.

Op 22 september 1896 was koningin Victoria 60 jaar koningin van het Britse Rijk. Ze ging toen koning George III voorbij als de langst regerende monarch in de Engelse, Schotse, Ierse en Britse geschiedenis. De Koningin verzocht alle bijzondere openbare vieringen van het evenement uit te stellen tot 1897. Op die manier konden die vieringen samenvallen met het Diamanten Jubileum dat Victoria vierde op 20 juni. De Secretaris van de Britse Kolonies, Joseph Chamberlain, stelde voor dat de viering van het Diamanten Jubileum in het gehele Britse Rijk werd gevierd.

Overlijden
Op 22 januari 1901, stierf koningin Victoria om half zeven in de avond, in de leeftijd van 81 jaar. Op het moment van haar sterven waren haar oudste zoon, de latere koning Eduard VII, en haar oudste kleinzoon, keizer Willem II van Duitsland, bij haar. Victoria had als laatste wens dat haar nog in levende zonen, Albert Eduard en Arthur, haar in de kist droegen. Ze heeft twee dagen opgebaard gelegen en werd begraven in het Frogmore Mausoleum bij Windsor Castle bij haar echtgenoot. Omdat Victoria niet van zwarte begrafenissen hield, was iedereen gekleed in het wit. En ook heel Londen was gekleurd in wit en paars. Toen haar kist was bijgezet, begon het te sneeuwen.

Als eerbetoon aan Victoria werden alle vlaggen in de Verenigde Staten op bevel van president William McKinley halfstok gehangen. De Amerikaanse president McKinley stierf later dat jaar op 14 september. Toen McKinley was overleden, werden in het Verenigd Koninkrijk, op bevel van Eduard VII, als eer aan McKinley, ook alle vlaggen halfstok gehangen. Victoria had 63 jaar, zeven maanden en twee dagen geregeerd, het langst in de Britse geschiedenis. Ze had ook haar grootvader, koning George III, overtroffen als langst levende Britse monarch.

Als koningin-keizerin werd ze opgevolgd door haar oudste zoon: koning Eduard VII.

Kinderen
Koningin Victoria en Albert kregen negen kinderen:

Victoria (21 november 1840 – 5 augustus 1901), getrouwd met keizer Frederik III van Duitsland
Eduard (9 november 1841 – 6 mei 1910), volgde zijn moeder op als koning van het Verenigd Koninkrijk, trouwde met Alexandra van Denemarken
Alice (25 april 1843 – 14 december 1878), getrouwd met groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt
Alfred (6 augustus 1844 - 30 juli 1900), volgde zijn oom Ernst II op als hertog van Saksen-Coburg en Gotha, trouwde met Maria Aleksandrovna
Helena (25 mei 1846 – 9 juni 1923), getrouwd met prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg
Louise (18 maart 1848 – 3 december 1939), huwde met John Douglas Sutherland Campbell, Hertog van Argyll
Arthur (1 mei 1850 – 16 januari 1942), hertog van Connaught en Strathearn, en graaf van Sussex, trouwde met Louise Margaretha van Pruisen
Leopold (7 april 1853 – 28 maart 1884), hertog van Albany, graaf van Clarence en Baron van Arklow, trouwde met Helena van Waldeck-Pyrmont
Beatrice (14 april 1857 – 26 oktober 1944), getrouwd met prins Hendrik Maurits van Battenberg
Heerlijkheid:
koningin van het Verenigd Koninkrijk van 1837 tot 1901 en keizerin van Indië van 1877 tot 1901
Alexandrina trouwde met Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Albert is geboren op donderdag 26 augustus 1819 in Coburg (D), zoon van Ernst Anton Karel Lodewijk van Saksen-Coburg en Gotha en Louise van Saksen-Gotha-Altenburg. Albert is overleden op zaterdag 14 december 1861 in Windsor Castle (GB), 42 jaar oud.
Notitie bij Albert: Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha (Frans August Karel Emanuel Albert) (Coburg, 26 augustus 1819 - Windsor Castle, 14 december 1861), Prins van Saksen-Coburg-Saalfeld, Hertog van Saksen, was de prins-gemaal van de Britse koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Albert stierf zeer jong, hij was pas 42 jaar, en hij liet koningin Victoria achter met zeer veel verdriet. Toen zij in 1901 stierf werd hun oudste zoon, prins Edward van het Verenigd Koninkrijk, en nam toen de achternaam van zijn vader, Saksen-Coburg en Gotha, aan. Het Britse huis dat voorheen Hannover als achternaam had kreeg toen de achternaam Saksen-Coburg en Gotha. Echter werd na 16 jaar de achternaam alweer veranderd in Windsor, vanwege de wandaden die de Duitsers hadden gepleegd in de Eerste Wereldoorlog. Hij stond in het Britse Rijk bekend als His Royal Highness The Prince Consort (Nederlands: Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins-gemaal).

Jeugd
Prins Albert werd geboren op 26 augustus 1819 te Schloss Rosenau in Coburg. Hij was de zoon van Ernst III, hertog van Saksen-Coburg-Saalfeld, later regerend hertog van Saksen-Coburg en Gotha, en diens eerste vrouw, hertogin Louise van Saksen-Gotha-Altenburg. De toekomstige vrouw van Albert, Victoria, werd in het zelfde jaar geboren op 24 mei. Ze was een dochter van Eduard August, hertog van Kent (zoon van koning George III) en Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld was een jongere zus van de vader van Albert, Ernst. Albert werd gedoopt op 19 september in de Marble Hall in het Schloss Rosenau, met water uit een plaatselijke rivier. Zijn peetouders waren zijn grootmoeder aan vaderskant, de douairière hertogin Augusta van Reuss-Ebersdorf en Lobenstein, zijn grootvader aan moederskant, hertog August van Saksen-Gotha-Altenburg. En Keizer Frans I van Oostenrijk, Prins Albert Casimir van Saksen-Teschen en Emmanuel von Mensdorff-Pouilly. In 1825 stierf een familielid van Albert, hertog Frederik IV van Saksen-Gotha-Altenburg. Daardoor kwam er een verandering in de hertogdommen van Saksen. De vader van Albert werd uiteindelijk hertog Ernst I van Saksen-Coburg en Gotha.

Albert groeide samen met zijn enige broer Ernst op op Kasteel Rosenau, nabij Coburg. Het was een roerige jeugd die vooral gekenmerkt werd door het slechte huwelijk van hun ouders. Dat huwelijk zou uiteindelijk op een scheiding uitlopen. Toen hun moeder in 1824 werd verbannen van het hof, huwde zij Alexander von Hanstein, Hertog van Pölzig en Beiersdorf. Ze zag haar kinderen nooit weer en stierf aan kanker op de leeftijd van 30 jaar in 1831. Het jaar daarop hertrouwde zijn vader met zijn nicht, Prinses Antoinette Marie of Württemberg, maar het huwelijk was niet erg hecht. En Antoinette Marie had geen recht om zich te bemoeien met de levens van de twee kinderen van hertog Ernst. De twee jongens kregen een opvoeding thuis door Christoph Florschütz en later in Brussel, waar Adolphe Quételet, één van hun leraren was. Zoals vele andere prinsen gingen de beide jongens studeren aan de Universiteit van Bonn. Albert studeerde daar politieke economie, kunst geschiedenis, filosofie en rechten. Hij speelde op zeer hoog niveau muziek, en blonk uit in gymnastiek, hij kon bijzonder goed paardrijden. Hij werd in Bonn voorgesteld aan de filosoof Immanuel Fichte en de dichter August Wilhelm von Schlegel.

Huwelijk
Rond 1836 maakte de ambitieuze koning Leopold I van België (koning sinds 1831) bekend dat hij een huwelijk tussen Albert en zijn nichtje Victoria zag zitten. Leopold I was een oom van zowel Albert als van Victoria. In die tijd was Victoria de erfgenaam van de Britse troon. Haar vader, Prins Edward Augustus, zoon van koning George III, was gestorven toen zij nog een baby was. Haar vader was een jongere broer van koning Willem IV (regering: 1830-1837). Victoria’s moeder was een zus van de vader van Prins Albert en een zus van koning Leopold I der Belgen. Koning Leopold had een ontmoeting geregeld voor de moeder van Prinses Victoria, de hertogin van Kent, met de hertog van Saksen-Coburg-Gotha en diens twee zoons. Met de bedoeling dat Victoria zowel Prins Ernst als Prins Albert zou ontmoeten. Koning William IV was er zeer op tegen dat Victoria zou trouwen met één van de Prinsen. Hij zag liever dat Victoria zou trouwen met de Nederlandse Prins Alexander (1818-1848), de tweede zoon van koning Willem II der Nederlanden en koningin Anna Paulowna van Rusland. Victoria was zich goed bewust van de verschillende echtelijke plannen. En ze heeft die ook allen kritisch beoordeeld. Ze schreef: "Albert is extremely handsome; his hair is about the same colour as mine; his eyes are large and blue, and he has a beautiful nose and a very sweet mouth with fine teeth; but the charm of his countenance is his expression, which is most delightful. Prince Alexander, on the other hand, was "very plain". (Vertaald: "Albert is buitengewoon knap, en zijn haar heeft ongeveer dezelfde kleur als de mijne, zijn ogen zijn groot en blauw, en hij heeft een mooie neus en een zeer zoete mond met mooie tanden, maar de charme van zijn aangezicht is zijn meningsuiting, die is meest verrukkelijke. Prins Alexander, aan de andere kant was "heel gewoon"). Prinses Victoria schreef haar oom Leopold om hem te bedanken: "for the prospect of great happiness you have contributed to give me, in the person of dear Albert ... He possesses every quality that could be desired to render me perfectly happy." (Vertaald: "voor het vooruitzicht van groot geluk heeft u bijgedragen aan mij, in de persoon van de lieve Albert ... Hij beschikt over elke kwaliteit die kunnen bijdragen om mij heel gelukkig te maken").

Prinses Victoria werd koningin op 20 juni 1837 toen ze enkel 18 jaar oud was. Haar oom, William IV, was overleden op 72 jarige leeftijd. In haar brieven van die tijd is duidelijk te merken dat Victoria erg veel interesse had in Albert, maar ze wilde zichzelf niet al te snel in een huwelijk storten. In de winter van 1838-1839 bezocht de Prins Italië, in gezelschap van de trouwe adviseur van de Coburg familie, Christian Friedrich, Baron Stockmar.

Albert keerde terug naar Engeland met Ernst in oktober 1839 om een bezoek te brengen aan de Koningin, met als doel om een huwelijk te ontwikkelen. Albert en Victoria voelde wederzijdse genegenheid en de Koningin deed Albert op 15 oktober 1839 een aanzoek. Het idee van Victoria om te trouwen werd op 23 november van het zelfde jaar, voor gelegd aan de Privy Council en werd goedgekeurd. Het koppel trouwde op 10 februari 1840 in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace. Kort voor het huwelijk kreeg Albert de Britse nationaliteit dankzij een Act of Parliament en kreeg de titel Koninklijke Hoogheid. In het begin was Albert niet bijster populair bij het Britse volk. Er werd gedacht dat Albert afkomstig was uit een verarmd en onuitgesproken klein land, amper groter dan een Engels graafschap. De Britse Eerste Minister, William Lamb, wist Victoria er van te overtuigen om Albert niet de titel Koning-gemaal te geven.

De jonge Duitse prins werd in Groot-Brittannië aanvankelijk met argusogen gevolgd. Zelf had hij ook moeite met het vinden van een goede rol. Intellectueel gezien was hij veel meer ontwikkeld dan zijn vrouw, maar staatsrechtelijk stond zij steeds op de voorgrond. Hij hield zich veel bezig met kunst en wetenschap en werd onder andere voorzitter van de Vereniging tegen Slavernij. Door zijn vrouw werd hij ook regelmatig betrokken bij staatszaken.

Laatste jaren
Zijn finest hour beleefde hij in 1851, toen op zijn initiatief en onder zijn leiding de eerste Wereldtentoonstelling plaatsvond in Londen. Daar was, als hoogtepunt het nieuwe Crystal Palace te bewonderen, hetgeen door meer dan zes miljoen mensen werd gedaan.

In 1861 werd Albert overvallen door paratyfus, waaraan hij - tot grote treurnis van zijn echtgenote - zou overlijden. De koningin zou tot haar eigen dood in rouwkleding blijven lopen en richtte verschillende gedenktekens op voor haar man, waaronder het Albert Memorial en de Royal Albert Hall.

Kinderen
Victoria en Albert kregen negen kinderen:

Victoria Adelaide Mary Louisa (21 november 1840 – 5 augustus 1901), getrouwd met keizer Frederik III van Duitsland
Albert Edward (9 november 1841 – 6 mei 1910), volgde zijn moeder op als koning, trouwde met Alexandra van Denemarken
Alice Maud Mary (25 april 1843 – 14 december 1878), getrouwd met groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt
Alfred Ernest Albert (6 augustus 1844 - 30 juli 1900), volgde zijn oom Ernst II op als hertog van Saksen-Coburg en Gotha, trouwde met grootvorstin Maria Aleksandrovna van Rusland
Helena Augusta Victoria (25 mei 1846 – 9 juni 1923), getrouwd met prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg
Louise Caroline Alberta (18 maart 1848 – 3 december 1939), getrouwd met de edelman John Douglas Sutherland Campbell, Hertog van Argyll
Arthur William Patrick Albert (1 mei 1850 – 16 januari 1942), hertog van Connaught en Strathearn, trouwde met Louise Margaretha van Pruisen
Leopold George Duncan Albert (7 april 1853 – 28 maart 1884), hertog van Albany, trouwde met Helena van Waldeck-Pyrmont
Beatrice Mary Victoria Feodore (14 april 1857 – 26 oktober 1944), getrouwd met prins Hendrik Maurits van Battenberg
Heerlijkheid:
Prins van Saksen-Coburg-Saalfeld, Hertog van Saksen, was de prins-gemaal van de Britse koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk
Kinderen van Alexandrina en Albert:
1 Victoria van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op zaterdag 21 november 1840 in Londen. Volgt 41.
2 Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk, geboren op dinsdag 9 november 1841 in Londen. Volgt 80.
3 Alice van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op dinsdag 25 april 1843 in Londen. Volgt 117.
4 Alfred van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op dinsdag 6 augustus 1844 in Windsor Castle. Volgt 138.
5 Helena van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op maandag 25 mei 1846 in Buckingham Palace, Londen. Volgt 170.
6 Louise Caroline Alberta van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op zaterdag 18 maart 1848 in Londen. Volgt 172.
7 Arthur van Connaught en Strathearn, geboren op woensdag 1 mei 1850 in Londen. Volgt 173.
8 Leopold van Albany, geboren op donderdag 7 april 1853 in Buckingham Palace (Londen). Volgt 190.
9 Beatrice van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op dinsdag 14 april 1857 in Buckingham Palace, Londen. Volgt 199.
41 Victoria van Saksen-Coburg en Gotha is geboren op zaterdag 21 november 1840 in Londen, dochter van Albert van Saksen-Coburg en Gotha en Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk (zie 40). Victoria is overleden op maandag 5 augustus 1901 in Kronberg im Taunus, 60 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Victoria werd geboren op 21 november 1840 in Buckingham Palace, te Londen. Haar moeder was de toenmalige regerende Britse monarch, koningin Victoria. Zij was de enige dochter van Prins Eduard Augustus, hertog van Kent en diens vrouw Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Victoria’s vader was Prins Albert van Saksen-Coburg en Gotha. De overgrootouders van Victoria aan moedersvaderskant waren koning George III van het Verenigd Koninkrijk en diens vrouw koningin Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Haar grootouders aan vaderskant waren hertog Ernst I van Saksen-Coburg en Gotha en diens vrouw hertogin Louise van Saksen-Gotha-Altenburg. Ze werd gedoopt in de Troonzaal van Buckingham Palace op 10 februari 1841 door de aartsbisschop van Canterbury, William Howley. Haar meters en peters waren, koningin Adelheid van Saksen-Meiningen de vrouw van wijlen koning Willem IV, Leopold I, koning der Belgen, de Hertog van Saksen-Coburg en Gotha, de hertog van Sussex, de hertogin van Gloucester en haar grootmoeder aan moederskant de hertogin van Kent.

Als dochter van de vorstin, werd Victoria automatisch een Britse Prinses en stond ze bekend als Hare Koninklijke Hoogheid (Her Royal Highness) beter bekend als HRH De Prinses Victoria (Her Royal Highness The Princess Victoria). Toen ze geboren werd was Victoria de waarschijnlijke troonopvolger voor de troon van het Verenigd Koninkrijk. Dit bleef ze tot aan de geboorte van haar jongere broer Prins Albert, de latere koning Eduard VII op 9 november 1841. In 1841 creëerde koningin Victoria haar tot Princess Royal, deze titel werd sinds 1642 gegeven aan de oudste dochter van de regerende Britse monarch. Vanaf dat moment was Victoria beter bekend als HRH The Princess Royal. Binnen haar familie was Victoria beter bekend als Vicky.

Haar ouders zagen nauwkeurig toe op haar opleiding en educatie. Op de leeftijd van vijf jaar kon zij al schrijven en lezen, dit werd haar geleerd door Lady Lyttelton. En ze kon ook al op jonge leeftijd Frans en Duits spreken, dit kwam omdat Victoria veel verschillende gouvernanten had. Ze kreeg privé-onderwijs in Grieks, Latijn, Frans, Duits, wis- en natuurkunde en geschiedenis. Haar vader gaf haar daarnaast nog onderricht in politicologie en filosofie.

In 1851 ontmoette Victoria haar toekomstige man, Prins Frederik Willem van Pruisen (1831–1888), toen hij en zijn ouders in Londen waren op uitnodiging van koningin Victoria en prins Albert, om de opening bij te wonen van de Wereldtentoonstelling. In die tijd was Frederik, oudste zoon van Prins Willem van Pruisen en prinses Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach, tweede in lijn voor de Pruisische troon. In 1855 verloofde het stel zich toen Frederik een bezoek bracht aan Balmoral Castle. Victoria was in die tijd pas veertien jaar oud terwijl haar man vierentwintig jaar was.

Op 19 mei 1857 trouwden ze, op verzoek van koningin Victoria, in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace in Londen. Op de dag van het huwelijk zong het toegestroomde publiek: "God save the Prince and Bride! God keep their lands allied!". Het huwelijk werd uit liefde gesloten, maar had ook duidelijke dynastieke kanten. Een versteviging van de relatie tussen het Britse en het Pruisische vorstenhuis werd aan beide kanten toegejuicht. Alleen de vader van de bruidegom was minder enthousiast. Hij zag liever dat zijn zoon zou trouwen met een Russische grootvorstin. Augusta, de moeder van Frederik, was dol enthousiast over dit huwelijk. Zij zag dit als een kans om Pruisen te binden met het veel liberalere Groot-Brittannië. En ook koning Leopold I van België was een groot voorstander van dit huwelijk en had al langer het idee gekoesterd dat Frederik zou trouwen met Victoria, dit had hij meerdere malen laten weten aan Christian Friedrich, Baron von Stockmar.

Frederik kreeg van zijn vader de titel Majoor-Generaal in het Pruisische leger als cadeautje ter gelegenheid van zijn huwelijk. Vanaf het begin was het huwelijk zeer goed en beide echtlieden waren zeer op elkaar gesteld. Victoria had ook een liberale opvoeding gehad en had dezelfde politieke opvattingen als haar man.

Tijdens de drie oorlogen rondom de Duitse eenwording (de Tweede Duits-Deense Oorlog van 1864, de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 en de Frans-Duitse Oorlog van 1870 tot 1871) stonden Frederik en Victoria aan de kant van Pruisen en de Noord-Duitse Bond. In 1864 steunden ze vol overtuiging Pruisen in de Pruisisch-Deense Oorlog. Deze steun veroorzaakte veel spanning in de Britse koninklijke familie, want de broer van Victoria, Albert Eduard was getrouwd met de Deense prinses Alexandra, de oudste dochter van koning Christiaan IX van Denemarken en koningin Louise. Koning Christiaan IX was namelijk ook de regerende hertog van het Hertogdom Sleeswijk en Holstein. Op 18 januari 1871 werd in het kasteel van Versailles het Duitse Keizerrijk opgericht door de vorsten van de Noord-Duitse Bond. Victoria’s schoonvader, koning Wilhelm I van Pruisen, werd benoemd tot Duits Keizer (Deutscher Kaiser) met als aanspreek titel Koninklijke en Keizerlijke Majesteit (Kaiserliche und Königliche Majestät). Frederik en Victoria kregen toen de titel Duits Kroonprins en Duits Kroonprinses met als aanspreek titel Koninklijke en Keizerlijke Hoogheid (Kaiserliche und Königliche Hoheit).

In 1861, toen Frederiks oom Frederik Willem IV stierf en Frederiks vader Wilhelm I de troon besteeg, werden Frederik en Victoria kroonprins en -prinses. Hun enigszins liberale en in elk geval anglofiele overtuigingen brachten hen regelmatig in conflict met de conservatieve Pruisische minister-president Otto von Bismarck.

Op 9 maart 1888 overleed Frederiks vader, Wilhelm I, op 90-jarige leeftijd. Toen werden Frederik en Victoria keizer en keizerin van het inmiddels verenigde Duitse Rijk. Hun regering zou van korte duur zijn, want de keizer leed aan keelkanker. Na slechts 99 dagen op de troon gezeten te hebben, overleed hij op 15 juni 1888. Frederik III werd opgevolgd door prins Wilhelm als keizer Wilhelm II. Het jaar 1888 staat in Duitsland ook wel beter bekend als het Jaar van de Drie Keizers (Duits: Dreikaiserjahr). Ze stond in Duitsland vaak bekend als Die Engländerin (de Engelsevrouw), dit vanwege haar geboorte in het Verenigd Koninkrijk. Echter haar bloed was bijna geheel Duits. Keizerin Victoria bleef in haar Duitse huishouding Engels spreken. De weduwe Victoria leefde teruggetrokken in haar Kasteel Friedrichshof, een kasteel dat zij had laten bouwen ter gedachtenis aan wijlen haar man. Het kasteel staat in de heuvels nabij Kronberg im Taunus, niet ver van Frankfurt am Main.

Politiek gezien bleef Victoria liberaal in contrast met haar zoon, keizer Wilhelm II. Hun relatie was in het begin zeer moeilijk, maar het werd later beter. Dit kwam vooral omdat Victoria toen niet meer in de schijnwerpers stond. In Berlijn stichtte Victoria scholen voor de hoger onderwijs van meisjes en scholen voor de opleiding van verpleegkundigen. Zowel in de tijd toen Victoria gehuwd was en in haar periode als weduwe behield zij een goed contact met de Britse Koninklijke familie, vooral met haar jongere broer, Albert Eduard, de latere koning Eduard VII. Ook had Victoria altijd een goede band gehad met haar jongere zusje, prinses Alice, de Groothertogin van Hessen en aan de Rijn. Echter stierf prinses Alice al in 1878. Victoria’s tweede zoon, prins Hendrik, was gehuwd met een dochter van Alice, prinses Irene.

Bij Victoria werd in 1899 borstkanker gediagnosticeerd, tijdens een bezoek aan haar moeder die op dat moment in Balmoral Castle verbleef. In de herfst van 1900 was de kanker al verspreid naar haar rug. Op 5 augustus 1901 stierf oud-keizerin Victoria op de leeftijd van 60 jaar, op 22 januari van dat zelfde jaar was haar moeder koningin Victoria overleden. Ze werd bijgezet in de Koninklijke Friedenskirche te Potsdam op 13 augustus 1901. Naast haar ligt haar geliefde man. Ook twee van haar acht kinderen liggen in deze kerk begraven: prins Sigismund en prins Waldemar.
Heerlijkheid:
Ze kreeg de titel Princess Royal van het Verenigd Koninkrijk in 1841. Ze werd Duits keizerin en koningin van Pruisen door haar huwelijk met de latere Duitse keizer Frederik III, ten tijde van zijn huwelijk prins Frederik Willem van Pruisen. Na de dood van haar man op 15 juni 1888 werd Victoria beter bekend als Keizerin Frederik (in het Duits: Kaiserin Friedrich).
Victoria trouwde met Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland. Zie 259 voor persoonsgegevens van Frederik.
Kinderen van Victoria en Frederik:
1 Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland, geboren op donderdag 27 januari 1859 in Potsdam. Volgt 42.
2 Charlotte van Pruisen, geboren op dinsdag 24 juli 1860. Volgt 59.
3 Hendrik (Albert Willem Hendrik ) van Pruisen, geboren op donderdag 14 augustus 1862. Volgt 60.
4 Sigismund van Pruisen, geboren op donderdag 15 september 1864 in Potsdam. Sigismund is overleden op maandag 18 juni 1866 in Potsdam, 1 jaar oud.
Notitie bij Sigismund: Sigismund overleed aan meningitis. Terwijl zijn vader ten strijde trok in de oorlog tegen Oostenrijk, en hij alle dokters bij zich had, was er voor de kleine prins geen medische hulp beschikbaar. Zijn moeder heeft dit nooit kunnen verwerken.
Sigismund werd na zijn dood bijgezet in het mausoleum van de Friedenskirche op het landgoed van Sanssouci.
5 Victoria van Pruisen, geboren op donderdag 12 april 1866 in Potsdam. Victoria is overleden op woensdag 13 november 1929 in Bonn, 63 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Prinses Victoria werd geboren op 12 april 1866 als de tweede dochter van de Duitse kroonprins Frederik Willem (later keizer Frederik III) en diens vrouw kroonprinses Victoria van Saksen-Coburg en Gotha, prinses van het Verenigd Koninkrijk. Door haar familie werd zij Moretta genoemd, of soms ook wel jonge Vicky. Vicky was namelijk de bijnaam van haar moeder. De grootouders van Victoria aan moederskant waren koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en diens man prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Haar grootouders aan vaderskant waren koning Wilhelm I van Pruisen en diens vrouw koningin Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach. Ze was een jongere zus van keizer Wilhelm II.

Toen in 1883 de vorst van Bulgarije Alexander een bezoek bracht aan het Pruisische hof werd de toen zeventienjarige prinses verliefd op hem. Zij wilden zich verloven, maar dit stuitte op heftig verzet van de Duitse keizer, hoezeer ook haar Britse grootmoeder aandrong op een huwelijk.

Op 19 november 1890 trouwde ze toen met Adolf van Schaumburg-Lippe, een zoon van Adolf I George van Schaumburg-Lippe en diens vrouw Hermine van Waldeck-Pyrmont. Al vrij snel na het huwelijk kreeg Victoria een miskraam en daarna kon zij geen kinderen meer krijgen. Haar man stierf in 1916. Zij bleef daarna wonen in Bonn en zorgde nog voor enige opschudding toen zij in 1927 trouwde met de, vijfendertig jaar jongere, Russische emigré Alexander Zoebkov. Dat huwelijk werd overigens geen succes. Al na een jaar vroeg Victoria een echtscheiding aan. Nog voor die kon worden uitgesproken, overleed ze in 1929.
6 Waldemar van Pruisen, geboren op maandag 10 februari 1868 in Potsdam. Waldemar is overleden op donderdag 27 maart 1879 in Berlijn, 11 jaar oud.
Notitie bij Waldemar: Hij overleed op 11-jarige leeftijd aan de gevolgen van difterie.

Zijn grootmoeder, koningin Victoria, schreef over hem aan haar kleindochter Victoria Maria van Hessen-Darmstadt: "But oh! This dreadful new misfortune breaking out in your dear aunt Vicky’s family - and taking away her dear, clever, promising boy Waldie! Too, too awful!
7 Sophie van Pruisen, geboren op dinsdag 14 juni 1870 in Potsdam. Volgt 63.
8 Margaretha van Pruisen, geboren op maandag 22 april 1872 in Potsdam. Volgt 74.
42 Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland is geboren op donderdag 27 januari 1859 in Potsdam, zoon van Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland (zie 259) en Victoria van Saksen-Coburg en Gotha (zie 41). Wilhelm is overleden op woensdag 4 juni 1941 in Doorn (Nederland), 82 jaar oud.
Notitie bij Wilhelm: Wilhelm werd geboren als oudste zoon van de latere keizer Frederik III en diens gemalin Victoria van Saksen-Coburg-Gotha, dochter van de Britse koningin Victoria. Als zodanig was hij een kleinzoon van keizer Wilhelm I, oomzegger van Eduard VII en een neef van George V. Hij was tevens een neef van de tsarina Alexandra Fjodorovna (de vrouw van Nicolaas II). Alexandra was een dochter van de Britse prinses Alice en daarmee een kleindochter van koningin Victoria.

Doordat Wilhelm door middel van een tangverlossing ter wereld kwam als gevolg van een stuitligging en daarbij zenuwen in zijn schouder werden beschadigd, was hij zijn leven lang licht gehandicapt: zijn linkerarm was zo goed als verlamd en bleef in groei achter ten opzichte van zijn rechterarm, een zogenaamde Erbse parese. Op de foto rechts tracht hij zijn kleine arm te verbergen door hem vast te houden. Zijn Engelse familie sprak altijd van "Willy’s withered arm".

Hij werd in zijn jeugd gekweld door een minderwaardigheidscomplex. Zijn moeder beschouwde zijn handicap als walgelijk en schandelijk en verkeerde tevens in de overtuiging dat hij ook geestelijk niet helemaal in orde zou zijn. Ze onderwierp de kleine Wilhelm aan een keihard regime van fysieke en intellectuele oefeningen. Ondanks zijn handicap moest hij aan alle activiteiten meedoen en kreeg hij, naast onderworpen te worden aan harde massages en allerlei andere vormen van 19e-eeuwse kwakzalverij, ook elektroshocktherapie. Desondanks ging hij goed vooruit. Volgens onder meer George V was hij ondanks zijn handicap een opvallend goede schutter - zij het met een aangepast jachtgeweer.

Wilhelm stond ambivalent tegenover het Britse koningshuis. Hij hield zielsveel van zijn grootmoeder Victoria, maar had een grote hekel aan zijn oom Eduard VII. Hij had een mateloze bewondering voor de kracht en macht van het Britse Rijk, maar tevens werd hij verteerd door jaloezie jegens dit wereldrijk. Dit kwam later tot uiting in zijn overspannen vlootpolitiek: Duitsland moest in de toekomst de Britten als zeemacht naar de kroon kunnen steken. Dat dit onvermijdelijk tot politieke spanningen moest leiden ontging hem blijkbaar of waarschijnlijker: het interesseerde hem niet.



Wilhelm was verlegen, gevoelig en intelligent maar verborg zijn onzekerheid achter een façade van meedogenloosheid, oorlogszuchtigheid en arrogantie. Recente onderzoeken [bron?]beweren dat zijn stemmingswisselingen, agressie en botheid ook een gevolg van hersenletsel, ontstaan door zuurstofgebrek bij zijn moeizame geboorte, zouden kunnen zijn geweest.

In een boek van Catrine Clay uit 2010 " de koning de keizer en de tsaar" wordt gezegd dat dit ook te wijten kan zijn aan de onderdrukte homoseksualiteit van de prins. Tussen 1907 en 1909 kwam de Harden-Eulenburgaffaire aan het licht. Een reeks van militaire en burgerlijke rechtszaken over homoseksueel gedrag ten overstaan van prominente leden van het kabinet en de entourage van keizer Wilhelm II. Philip van Eulenburg, een van de belangrijkste verdachten in deze processen was de beste vriend van Wilhelm II. Zij maakten deel uit van een genootschap, waarnaar later werd gerefereerd als de Liebenberger Kreis. Dit waren hogere heren uit de Duitse adelijke kringen, waarvan vandaag de dag als bewezen geldt dat de meesten homoseksueel waren. Ook keizer Wilhelm II, toen nog prins maakte van deze kring deel uit. Vaak was Wilhelm te vinden op het kasteel van Philip van Eulenburg, waar hij de rust en liefde vond die hij tijdens zijn opvoeding had gemist. Na de Harden-Eulenburgaffaire was Wilhelm politiek beschadigd en moest mede daarom zijn vriend laten vallen. Daarna nam als beste vriend van de prins Maximilian Egon II van Fürstenberg (vorstengeslacht) de vriendschap over.

Op 27 februari 1881 trad hij in het huwelijk met prinses Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg (1858-1921). Hoewel dit aanvankelijk een politiek huwelijk was - Sleeswijk-Holstein was pas sinds 1866 na oorlogen met Denemarken en Oostenrijk deel van het koninkrijk Pruisen en moest dus sterker aan de kroon gebonden worden - werd het snel gekenmerkt door wederzijds respect en genegenheid van beide echtelieden. Ondanks dit huwelijk deden er echter ook nog altijd roddels de ronde over Wilhelms appreciatie van het eigen geslacht, met name betreffende zijn vriend Philipp zu Eulenburg. Dit kan ook anti-propaganda van tegenstanders zijn geweest want directe bewijzen voor deze aantijgingen zijn nooit geleverd.

Wilhelm was een militarist pur sang en had daarmee ook een grote voorliefde voor uiterlijk militair vertoon. Hij had vooral een grote passie voor uniformen. Hij had verschillende kleermakers in vaste dienst en een speciaal uniform voor elke denkbare gelegenheid. Hij zou zelfs speciaal zijn admiraalsuniform hebben aangetrokken wanneer hij naar de opera Der fliegende Holländer ging. Het verhaal dat hij dit ook aantrok als hij naar het aquarium van de Berliner Zoo ging, is apocrief. Hij hengelde actief naar erekolonelschappen in buitenlandse regimenten om daarmee ook de bijbehorende Engelse, Oostenrijkse, Spaanse, Russische en andere uniformen te verwerven.

Een andere liefhebberij van Wilhelm was de drijfjacht en dan met name van het uit hun lijden verlossen van aangeschoten wilde zwijnen met een speciale speer, de Saufeder. Hij genoot [2] van het applaus dat daarop volgde, hoewel één van zijn hovelingen deze activiteiten eens een "walgelijk en ontaard schouwspel" noemde [2]. Tevens was hij dol op zeilen, had hij een heel aardige bariton en componeerde hij zelfs een - door de critici matig ontvangen - opera, Der Sang an Aegidia.

Wilhelm kon niet tegen zijn verlies en zijn Generale Staf was er dan ook alles aan gelegen de opperbevelhebber te laten winnen bij de jaarlijkse Kaisermanöver. Het verhaal wil dat hij er een kinderlijk plezier in had de stenen aan de ringen om zijn vingers naar binnen te dragen zodat hij anderen bij het handen schudden kon bezeren. Zeker is dat hij in zijn rechterarm zo sterk was dat hij bezoekers bij het handenschudden de tranen in de ogen kon laten springen: dit was zijn manier om iemands karakter op voorhand te testen.

Bij de dood van Wilhelm I op 9 maart 1888 werd Wilhelms vader keizer als Frederik III. Frederik had echter keelkanker en stierf in juni van datzelfde jaar, zodat Wilhelm als Wilhelm II de troon besteeg. Wilhelm had de dood van zijn vader al zien aankomen en had diens hele regeringsperiode van 99 dagen besteed aan het voorbereiden van zijn eigen keizerschap.

Een werkelijke constitutionele monarchie (zoals in Groot-Brittannië en Nederland) was Duitsland niet: de rijkskanselier was geen verantwoording schuldig aan de Rijksdag doch slechts aan de Keizer zelf en deze had het recht de rijkskanselier naar believen te ontslaan. Nog geen twee jaar na zijn kroning ontsloeg hij Otto von Bismarck en verving hem door graaf Leo von Caprivi. In Wilhelms regeringsperiode zouden er nog zes kanseliers zijn. Geen van dezen was van huis uit politicus; Wilhelm wilde de opkomst van een nieuwe sterke man als Bismarck voorkomen om zo zelf de handen vrij te hebben.

Wilhelm stond elke dag om zes uur op om de staatszaken door te nemen, maar gooide officiële documenten en brieven vaak in de prullenbak. Andere zaken las hij vluchtig en voorzag hij van commentaar dat meestal van weinig competentie getuigde. Hij bemoeide zich weliswaar intensief met de staatszaken maar dit deed het land geen goed: zijn beleid was volstrekt inconsequent en er leek geen persoonlijke filosofie achter te zitten. De keizer schold en tierde over zaken die hem niet bevielen en gedroeg zich in internationale kwesties uitermate tactloos - hij vergeleek het Duitse expeditieleger dat in 1900 werd uitgezonden om mee te helpen de Bokseropstand in China neer te slaan met de horden van Attila de Hun. Hiermee muntte hij de benaming die Duitslands vijanden in twee wereldoorlogen zouden gebruiken voor de Duitsers: huns. Hij haalde zich de woede van zijn grootmoeder, koningin Victoria, op de hals door - tijdens de Boerenoorlog, de kant van de Boeren te kiezen.

Wel stichtte hij in 1911 het Kaiser-Wilhelm-Institut ter bevordering van de wetenschap wat velen een goede zaak vonden. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg dit instituut de naam Max-Planck-Institut.

Keizer Wilhelm droomde bovenal van een eigen Duits koloniaal rijk en een bijbehorende grote zeemacht dat de vergelijking met dat van Groot-Brittannië kon doorstaan. Hij trachtte daarom de Duitse marine en koloniale bezittingen uit te breiden. Door zijn weinig subtiele diplomatie joeg hij de Britten in de gordijnen en deze zochten naarstig naar bondgenoten. Ze sloten zelfs een verbond met hun traditionele tegenstander Frankrijk. Door het steeds grotere hoogten bereikende nationalisme en toenemende wantrouwen tegen de Duitsers, onder andere aangewakkerd door de agressieve uitlatingen van keizer Wilhelm, begon in Europa een ware wapenwedloop tussen Frankrijk, Engeland en Duitsland.

Ondanks Wilhelms houding is het moeilijk te zeggen dat hij de Eerste Wereldoorlog heeft opgezocht, hoewel hij ook weinig deed om deze te voorkomen. Duitsland was een alliantie aangegaan met Oostenrijk-Hongarije en Italië (de Triple Alliantie, 1882) en Wilhelm moedigde het harde beleid van Wenen op de Balkan aan. Wilhelm zag wel in, na de moord op aartshertog Frans Ferdinand in Sarajevo op 28 juni 1914, dat er een oorlog dreigde aan te komen en begon een koortsachtige briefwisseling met zijn neef de Tsaar van Rusland (Lieber Nicky! – Lieber Willy!) om het gevaar te bezweren. Maar tegelijkertijd gaf hij de Oostenrijkers te kennen bij monde van zijn kabinetschef dat ze op de onvoorwaardelijke steun van Berlijn konden rekenen. Ook gaf hij de legerstaf toestemming om de door hen aanbevolen voorbereiding voor het Schlieffenplan te beginnen. Tijdens zijn zeilvakantie in Noorwegen in de weken die volgden escaleerde de Balkan-crisis tot een Europese oorlog waarbij Duitsland zich geconfronteerd zag met vijanden aan zowel de oost- als de westgrenzen.

Tijdens de oorlog was hij opperbevelhebber (Oberster Kriegsherr) maar verloor al snel de controle over zijn land en zijn laatste restje populariteit onder de bevolking. Die was trouwens toch al nooit erg groot geweest. Ook al waren de Pruisen traditioneel trouw aan het koningshuis, men zag al snel na des keizers aantreden het contrast van de blunderende en hooghartige Wilhelm met de gründliche en intelligente Bismarck die in feite het Keizerrijk gegrondvest had. Na enkele van weinig competentie getuigende Dienstbefehle aan zijn commandanten ’bevrijdde’ de Pruisische legertop Wilhelm in 1916 van zijn verantwoordelijkheden, wat vrijwel geruisloos ging, en werd Duitsland vanaf toen feitelijk door een militaire junta bestuurd, bestaande uit Erich Ludendorff, Paul von Hindenburg en andere hoofdzakelijk Pruisische opperbevelhebbers. De keizer had nog maar weinig in te brengen hoewel hij zelf meende nog altijd te regeren.

Toen de oorlog op zijn einde liep en de Duitse nederlaag duidelijk in zicht kwam, smeekte kanselier prins Max van Baden Wilhelm troonsafstand te doen om tenminste de monarchie te redden. De Duitse bevolking was de altijd al impopulaire keizer beu en hield hem in hoofdzaak verantwoordelijk voor de steeds slechtere thuissituatie. De geallieerde blokkade van Duitsland begon op het eind van de oorlog duidelijk effect te sorteren: aan alle dagelijkse levensbehoeften, en als eerste voedsel, begon ernstig gebrek te komen. Er dreigde een volksopstand of zelfs revolutie naar het voorbeeld van wat er in Rusland gebeurd was waar de Bolsjewieken van Lenin het tsarenrijk van de Romanovs ten val hadden gebracht en de Sovjet-Unie hadden opgericht. De sociaaldemocraten wilden deze dreiging voor zijn en van Duitsland een échte constitutionele monarchie maken voor het te laat was, bij voorkeur onder een kleinzoon van de keizer (Wilhelms oudste zoon, kroonprins Wilhelm, was al even weinig geliefd als zijn vader). Wilhelm weigerde echter pertinent om af te treden en bezegelde hiermee dan ook het lot van de monarchie. In het najaar van 1918 brak de gevreesde opstand uit: de Novemberrevolutie.

In de Novemberrevolutie kondigde prins Max op 9 november 1918 het aftreden van de keizer aan. Ook had de Generale Staf bij monde van generaal Wilhelm Groener al aangegeven dat het Duitse leger de strijd niet meer kon volhouden en dat de keizer ook niet meer op de gehoorzaamheid van het leger hoefde te rekenen. Wilhelm zag eindelijk in dat zijn positie hopeloos was geworden (de geallieerden wilden hem zelfs arresteren als oorlogsmisdadiger) en koos tenslotte eieren voor zijn geld. Suggesties om zich dood te vechten wees hij van de hand als onverenigbaar met zijn positie als hoofd van de Duitse Lutheraanse Kerk. Hij ging in ballingschap in het neutrale Nederland. Hij liet korte tijd later ’enkele kleinoden’ naar Nederland overkomen, persoonlijke bezittingen uit verschillende van zijn Duitse paleizen: genoeg voor 59 wagonladingen.

Tot 1920 woonde hij in Kasteel Amerongen, daarna tot zijn dood in Huis Doorn (beide in de provincie Utrecht). De Nederlandse regering weigerde hem uit te leveren aan de geallieerden en hield vast aan haar neutraliteitspolitiek. De geallieerden waren te oorlogsmoe om een conflict hierover op de spits te drijven. Overigens wilde koningin Wilhelmina niets met de ex-keizer te maken hebben, en heeft hem (zover bekend) nooit bezocht in zijn ballingsoord. Haar echtgenoot prins Hendrik en dochter Juliana en haar echtgenoot prins Bernard bezochten hem wel enige malen. Dit waren geen officiële ontvangsten door Wilhelm maar ’familiebezoeken’: de Oranjes en Hohenzollerns zijn inderdaad aan elkaar verwant, en ook het huis Mecklenburg-Schwerin van prins Hendrik was aan Wilhelms familie verwant.

De ex-keizer hield zich voortaan vrijwel dagelijks bezig met houthakken waarbij hij persoonlijk de bijl en zaag hanteerde. Dit deed hij op een dusdanige schaal dat na verscheidene jaren het oorspronkelijk bosrijke landgoed van Huis Doorn grotendeels ontbost was en op de kapotgeschoten slagvelden uit de oorlog begon te lijken. Met trots liet Wilhelm steeds aan bezoekers zien hoeveel bomen hij per dag kon ’verwerken’. Hoewel de meningen over Wilhelms hobby verdeeld waren behield hij door de dagelijkse lichamelijke inspanning wel tot op hoge leeftijd een goede lichamelijke conditie. Verder besteedde Wilhelm veel tijd aan het schrijven van zijn memoires. Zijn inkomsten bestonden uit de opbrengsten van verscheidene landgoederen in Duitsland en een aardewerkfabriek in Cadinen (nu Kadyny onderdeel van de gemeente Tolkmicko in Polen) die in zijn bezit waren gebleven - verder bleek Wilhelm II de gelden die tot zijn beschikking stonden handig te kunnen beleggen. Na de dood van Augusta Victoria hertrouwde hij in 1922 met de weduwe prinses Hermine von Schönaich-Carolath, geboren prinses Reuss oudere linie.

In de jaren 30 had Wilhelm kortstondig de hoop dat de nazi’s de monarchie zouden herstellen. Al snel zag hij in dat zij de in 1933 verworven macht niet zouden afstaan en zeker niet aan een schim uit het verleden. In 1934 verbood Adolf Hitler verder alle monarchistische verenigingen en partijen in Duitsland (evenals alle andere partijen die hij als eventuele concurrenten voor de macht beschouwde) zodat ook voor Wilhelm de laatste hoop voor een herstel van de monarchie voorbij was. Toen de Duitse legers Nederland binnenvielen, weigerde hij op het aanbod van de Engelsen in te gaan om bij hen asiel aan te vragen zoals veel regeringen van door de nazi’s bezette landen deden. Hij wilde niet nogmaals "weglopen". Daarbij, zo zou hij gezegd hebben, was hij te zeer aan Doorn gehecht geraakt. Hoewel Wilhelm minachtend neerkeek op de nazi’s en hun ideologie, zond hij in 1940 wel een gelukstelegram naar Adolf Hitler in verband met diens zege in Frankrijk. Dit gebaar was meer een initiatief van Hermine, die het nazisme meer was toegedaan, en Wilhelm zag hierin een mogelijkheid de Führer gunstig te stemmen inzake de positie van de adel die in het Derde Rijk steeds meer in het gedrang kwam. De nazi’s steunden hem echter nog steeds niet. Op bevel van Berlijn werd het landgoed in Doorn afgegrendeld van de buitenwereld door de Geheime Feldpolizei en de oude keizer werd een gevangene van zijn eigen landgenoten.

Hij stierf op 4 juni 1941 in Doorn aan een longembolie - de Duitse bezetters stonden op wacht voor de poorten. Zijn wens om op zijn begrafenis geen hakenkruisen te tonen werd niet ingewilligd. Hitler liet een reusachtige krans bezorgen: de rouwlinten daaraan waren wel degelijk met dit nazi-symbool getooid. Onder de paar honderd aanwezigen was ook een Nederlandse fotograaf die ondanks de strenge beveiliging een fotoreportage wist te maken.

Hij werd in eerste instantie bijgezet in de kapel op het landgoed, een jaar later in een door hemzelf ontworpen mausoleum in Doorn. Zijn gebalsemde lichaam rust hier nog steeds (2011), maar zal overeenkomstig zijn eigen wens overgebracht worden naar Duitsland - op voorwaarde dat dit weer een monarchie is.

In de jaren twintig was er nog een vrij grote monarchistische beweging die het koningshuis in ere wilde herstellen, maar deze werd geleidelijk steeds kleiner. Er is tegenwoordig nog steeds een monarchistische beweging in Duitsland, maar heden bijna uitsluitend nog gesteund door de oude Duitse adel. Nu is dit nu nog maar een zeer kleine splintergroep van het Duitse politieke spectrum. Het ziet er dus vooralsnog niet naar uit dat Wilhelms laatste wens vervuld zal worden.

TitelsWilhelms titels luidden volledig:

Duits keizer en koning van Pruisen
markgraaf van Brandenburg
burggraaf van Neurenberg
graaf van Hohenzollern
soeverein en eerste hertog van Silezië en ook het graafschap Glatz
groothertog van Beneden-Rijn en Posen
hertog van Saksen, Westfalen en Engern, van Pommeren, Lüneburg, Holstein, Sleeswijk, van Maagdeburg, Bremen, Geldern, Kleef, Gulik en Berg en ook de Weneden en Kasjoeben, in Krossen, Lauenburg, Mecklenburg
landgraaf van Hessen en Thüringen
markgraaf van de Ober- en Niederlausitz
prins van Oranje
vorst van Rügen, Oost-Friesland, Paderborn en Pyrmont, van Halberstadt, Münster, Minden, Osnabrück, Hildesheim, van Verden, Kammin, Fulda, Nassau en Moers
vorstelijk graaf van Henneberg
graaf van Mark en Ravensberg, van Hohnstein, Tecklenburg en Lingen, van Mansfeld, Sigmaringen en Veringen
Heer van Frankfurt

Onderscheidingen:
De keizer werd door koningin Wilhelmina onderscheiden met het Grootkruis in de Militaire Willems-Orde (8 september 1889). Hij droeg ook het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw (28 juli 1878) en het Grootkruis in de Huisorde van Oranje (4 mei 1905).

De Duitse keizer was het laatste staatshoofd dat de Militaire Willems-Orde "uit beleefdheid" ontving. Zijn benoeming in de Huisorde van Oranje hangt samen met een familieband; de keizer was met zijn oranje lint van de huisorde zeer ingenomen[3]. Ook de Pruisische koningen waren Prinsen van Oranje. Wilhelm II stamt af van Frederik Hendrik van Oranje, via diens oudste dochter Louise Henriëtte van Nassau. Haar jongere zuster Albertine Agnes van Nassau was gehuwd met Willem Frederik van Nassau-Dietz. Via Albertine Agnes stamt koningin Beatrix rechtstreeks af van Willem van Oranje. In 1732 sloten de Friese Nassaus en de Duitse Hohenzollerns een familieverdrag over het voeren van de titel van Prins van Oranje, die daarna door beide vorstenhuizen werd gedragen. De titel werd sinds 1702, na het kinderloos overlijden van Willem III van Oranje, de laatste prins van Oranje, al door beide families concurrerend gedragen.

In 1884 benoemde Leopold II van België zijn Duitse collega tot Grootlint in de Leopoldsorde.

Zijn 75 ridderorden en een aantal van zijn overige onderscheidingen staan beschreven op Lijst van ridderorden van Wilhelm II van Duitsland.
Heerlijkheid:
van 1888 tot 1918 de laatste koning van Pruisen en de derde en laatste keizer van het Duitse Keizerrijk
Wilhelm trouwde met Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Augusta is geboren op vrijdag 22 oktober 1858 in Dolzig. Augusta is overleden op maandag 11 april 1921 in Huis Doorn, 62 jaar oud.
Notitie bij Augusta: Ze beleefde een rustige jeugd in Dolzig en Kiel, maar moest toen Sleeswijk-Holstein na de Duits-Deense Oorlog werd ingelijfd bij Pruisen en Oostenrijk met haar familie naar Gotha vluchten. Op 14 februari 1880 verloofde zij zich vrij plotseling met de Pruisische prins Wilhelm, zoon en beoogd troonopvolger van kroonprins Frederik Willem en kleinzoon van keizer Wilhelm I. Op 27 februari 1881 trouwden de twee. Het betrof voor Wilhelm hoogstwaarschijnlijk slechts een verstandshuwelijk, daar Augusta Victoria, hoewel zachtmoedig en vriendelijk, geen spoortje intellect bezat en niet als knap gold. In tegenstelling tot haar echtgenoot, die zijn leven lang heen-en-weer werd gegooid tussen liefde en haat, had ze bovendien een grote hekel aan Engeland.

Nadat Wilhelm in 1888 als Wilhelm II de Duitse troon had bestegen, hield de streng-religieuze keizerin zich voornamelijk bezig met het stimuleren van kerkelijke en sociale doelen - zo liet ze onder andere de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche bouwen - en de opvoeding van haar zeven kinderen. Gedurende de Eerste Wereldoorlog bekommerde ze zich om de gewonden en zette ze zich in voor het behoud van de autoriteit van de door haar geadoreerde keizer. Gedurende de Novemberrevolutie hield zij zich met haar dochter Victoria Louise op in Berlijn. Op de dag dat Wilhelm II zijn abdicatie tekende, voegde zij zich bij hem in zijn Nederlandse ballingschap, hoewel haar gezondheid, door een hartkwaal en bezorgdheid over het lot van haar echtgenoot en het vaderland, reeds slecht was.

Na de zelfmoord van haar zoon Joachim in 1920 ging haar gezondheid nog verder achteruit. Op 11 april 1921 stierf zij in bijzijn van Wilhelm II en haar zoon Adalbert. Voor de keizer, die pas in Nederland een echte band met zijn echtgenote had gekregen, was dit een zware slag. Om zijn eenzaamheid te verlichten hertrouwde hij een jaar later met de weduwe prinses Hermine van Schönaich-Carolath. Keizerin Augusta Victoria werd op 19 april 1921 begraven in de Antikentempel te Potsdam. Meer dan 200.000 Duitsers bewezen haar de laatste eer.

Behalve de stichting van talloze kerken, men noemde haar spottend de "Kirchengustl" oftewel het "kerkgansje", heeft de keizerin weinig sporen nagelaten. In 1906 heeft zij een Damesorde, Het Kruis van Verdienste voor Vrouwen, ingesteld.
Heerlijkheid:
prinses van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg, was, als echtgenote van keizer Wilhelm II, koningin van Pruisen en keizerin van het Duitse Rijk
Kinderen van Wilhelm en Augusta:
1 Frederik Wilhelm Victor August Ernst van Pruisen, geboren op zaterdag 6 mei 1882 in Potsdam. Volgt 43.
2 Eitel Frederik van Pruisen, geboren op zaterdag 7 juli 1883 in Potsdam. Volgt 44.
3 Adalbert van Pruisen, geboren op maandag 14 juli 1884 in Potsdam. Volgt 45.
4 August Wilhelm van Pruisen, geboren op zaterdag 29 januari 1887 in Potsdam. Volgt 46.
5 Oscar van Pruisen, geboren op vrijdag 27 juli 1888 in Potsdam. Volgt 48.
6 Joachim van Pruisen, geboren op woensdag 17 december 1890 in Berlijn. Volgt 49.
7 Victoria Louise van Pruisen, geboren op dinsdag 13 september 1892 in Potsdam. Volgt 50.
43 Frederik Wilhelm Victor August Ernst van Pruisen is geboren op zaterdag 6 mei 1882 in Potsdam, zoon van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Frederik is overleden op vrijdag 20 juli 1951 in Hechingen, 69 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Hij werd op strenge en Spartaanse wijze opgevoed en stond afstandelijk tegenover zijn vader, die hem onpersoonlijk bejegende en geen enkele tegenspraak duldde. In de jaren 1901-1906 had hij een affaire met de operazangeres Geraldine Farrar. Deze relatie kwam echter ten einde nadat hij op 6 juni 1905 hertogin Cecilie van Mecklenburg-Schwerin, een dochter van groothertog Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin, had gehuwd. Naar haar is het slot Cecilienhof in Potsdam vernoemd.

Wilhelm gaf in tegenstelling tot zijn vader hoog op van zijn oudoom Eduard VII. Deze trachtte daarom - teneinde de keizer te irriteren - het de beïnvloedbare kroonprins tijdens diens bezoeken altijd zoveel mogelijk naar de zin te maken. Hij werd in 1907 tot legerofficier benoemd en was tot 1914 een fel nationalist. Tot ergernis van zijn vader begon hij zich ook met de politiek te bemoeien. Daarnaast besteedde hij zijn tijd vooral aan de jacht en aan diverse affaires met vrouwen. In de Eerste Wereldoorlog speelde zijn leger een grote rol in de mislukte aanvallen op Verdun. Onder zijn officieren had hij een uiterst slechte reputatie. Hij liet de krijgsverrichtingen over aan de chef-staf en verschalkte de ene Française na de andere. Door dit ongepaste gedrag werd steeds duidelijker dat hij door volk en regering nooit als opvolger van zijn vader - wiens troon reeds wankelde - zou worden aanvaard.

Hij vluchtte op 13 november 1918 evenals de keizer - tot diens ergernis - naar Nederland en hem werd door koningin Wilhelmina een predikantswoning op Wieringen ter beschikking gesteld. Op 1 december deed hij afstand van zijn rechten op de Duitse troon. Hij werkte op Wieringen in een smidse, maar leidde, hoewel hij op goede voet stond met de plaatselijke bevolking, een eenzaam leven.

Hij keerde na de opheffing van zijn ballingschap in 1923 terug naar Duitsland. In de jaren ’30 leerde hij Joseph Goebbels, Ernst Röhm en Adolf Hitler kennen; Hermann Göring kende hij nog uit de Eerste Wereldoorlog. Daar Hitler hem en de keizer bezwoer van zins te zijn de monarchie te herstellen schaarde de kroonprins zich openlijk achter de nazi’s. De Führer kwam echter alras op zijn belofte terug en in 1935 werd definitief duidelijk dat er van een nieuw keizerrijk geen sprake zou zijn. Hierop keerde Wilhelm zich van de nazi’s af en weigerde toe te treden tot de NSDAP.

Het huwelijk van Wilhelm en Cecilia had na de Eerste Wereldoorlog praktisch opgehouden te bestaan. Zij leefden apart en de prins had tal van affaires. In 1945 moest de Hohenzollernfamilie uit Berlijn vluchten. Zij konden vrijwel niets meenemen en verloren ook hun uitgebreide landgoederen in de Duitse gebieden die door Polen werden geannexeerd en de Russische bezettingszone.

De Nederlandse regering verklaarde na de Tweede Wereldoorlog Wilhelm van zijn in 1941 overleden vader geërfde goederen verbeurd. Hij stierf op 20 juli 1951 te Hechingen aan een hartaanval. Hij liet zes kinderen na:
Wilhelm (1906-1940)
Louis Ferdinand (1907-1994)
Hubertus (1909-1950)
Frederik (1911-1966)
Alexandrine (1915-1980)
Cecilia (1917-1975)

Wilhelm werd door de talrijke Duitse vorsten en ook in het buitenland onderscheiden. Als Hohenzollernprins was hij Ridder in de Hoge Orde van de Zwarte Adelaar en Grootcommandeur in de Huisorde van Hohenzollern. Hohenzollernkette. Bronnen: Microsoft Encarta Winkler Prins Editie; De Kaiser (Virginia Cowles, Amsterdam 1974); Zo, dat was ik (Prinses Viktoria Luise, 1975)
Heerlijkheid:
was als oudste zoon van keizer Wilhelm II en keizerin Augusta Victoria de laatste kroonprins van Pruisen en het Duitse Keizerrijk.
Frederik trouwde met Cecilie Auguste Marie van Mecklenburg-Schwerin. Cecilie is geboren op maandag 20 september 1886 in slot Schweriner, Schwerin, dochter van Frederik Frans III van Mecklenburg-Schwerin en Anastasia Michajlovna van Rusland. Cecilie is overleden op donderdag 6 mei 1954 in Bad Kissingen, 67 jaar oud.
Notitie bij Cecilie: Na de val de Duitse monarchieën in november 1918 weigerde zij zich gedurende de vijfjarige ballingschap van haar echtgenoot in Wieringen bij hem te voegen. Zij bleef in Berlijn wonen. De huwelijksband, het gearrangeerde huwelijk was harmonisch maar niet hecht omdat Wilhelm tal van affaires had, overleefde de ballingschap niet. Er kwam geen scheiding maar de echtgenoten leefden apart. Cecilie woonde met haar kinderen op het voor haar tijdens de Eerste Wereldoorlog gebouwde landhuis in Engelse stijl Cecilienhof in Potsdam.

In de jaren ’30 heeft Cecilie geprobeerd om de opkomende nazi-beweging voor de monarchistische zaak te winnen. Hitler leek toeschietelijk maar verbood na zijn benoeming tot Rijkskanselier de monarchistische organisaties. De bedrogen Cecilie trok zich daarop terug uit de politiek en het maatschappelijk leven.

In Potsdam wijdde zij zich nu aan de muziek. Zij omringde zich met musici als Bronislav Hubermann, Wilhelm Kempff, Elly Ney, Wilhelm Furtwängler en de jonge Herbert von Karajan.

De oudste zoon van Wilhelm en Cecilie, prins Wilhelm, sneuvelde in 1940 aan het westelijke front. Toen bij de begrafenis in Potsdam spontane aanhankelijkheidsbetuigingen aan de Hohenzollerns te zien waren bracht dat Hitler ertoe om een "Prinzenerlaß" af te kondigen waarin alle agnaten van de Duitse vorstenhuizen uit de strijdkrachten werden ontslagen.

Omdat de Russische legers in februari 1945 Berlijn naderden moesten Cecilie en de familie van haar zoon Louis Ferdinand vluchten. Zij konden niet meer dan een paar koffers meenemen. In Bad Kissingen woonde Cecilie tot 1952 op een zolderkamer van een sanatorium. Later bewoonde zij een armoedig huisje in de omgeving van Stuttgart.

Kinderen van Wilhelm en Cecilie:
Wilhelm Friedrich Franz Joseph Christian Olaf (4 juli 1906 - 26 mei 1940)
Louis Ferdinand Viktor Eduard Adalbert Michael Hubertus (9 november 1907 - 25 september 1994)
Hubertus Karl Wilhelm von Preußen (30 september 1909 - 8 april 1950)
Friedrich Georg Wilhelm Christoph (19 december 1911 - 20 april 1966)
Alexandrine Irene (7 april 1915- 15 april 1980)
Cecilia Viktoria Anastasia Zita Thyra Adelheid (5 september 1917 - 21 april 1975)
Heerlijkheid:
Hertogin van Mecklenburg
44 Eitel Frederik van Pruisen is geboren op zaterdag 7 juli 1883 in Potsdam, zoon van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Eitel is overleden op dinsdag 8 december 1942, 59 jaar oud.
Notitie bij Eitel: Hij trouwde op 27 februari 1906 met Sophie Charlotte van Oldenburg, de oudste dochter van Frederik August II van Oldenburg en Elisabeth Anne van Pruisen. Het was geen gelukkige verbintenis. Het paar kreeg geen kinderen en in 1926 kwam het tot een scheiding.

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werd Eitel Frederik (in familie kring Eitel Fritz genoemd) aangesteld als commandant van het Eerste Garderegiment te voet. Daarbij viel hij onder zijn manschappen op door zijn dapperheid. Na de oorlog was hij actief in de veteranenbond Stahlhelm en in de Semper talis Bund (een veteranenverbond van voormalig keizerlijke gardisten). Hij sloot zich ook aan bij allerlei monarchistische bewegingen die tijdens de Weimarrepubliek ontstonden.

Tijdens het Nationaalsocialisme wierp hij zich op als een felle tegenstander van Hitler. Dat was de reden dat hem, hoewel hij een gedecoreerde officier was, een militaire begrafenis werd geweigerd.

Eitel Frederik was de 34ste Herrenmeister van de Johanniterorde en Ridder in de orde Pour le Mérite.
Eitel trouwde, 22 jaar oud, op dinsdag 27 februari 1906 met Sophie Charlotte van Oldenburg, 27 jaar oud. Zie 246 voor persoonsgegevens van Sophie.
45 Adalbert van Pruisen is geboren op maandag 14 juli 1884 in Potsdam, zoon van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Adalbert is overleden op woensdag 22 september 1948 in La Tour-de-Peilz, 64 jaar oud.
Notitie bij Adalbert: Adalbert werd, samen met zijn oudere broer, kroonprins Wilhelm opgeleid in het leger. Vervolgens ging hij naar het Marine-instituut in Kiel om opgeleid te worden tot marineofficier.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerde Adalbert het bevel over verschillende onderdelen van de Duitse vloot. Als marine-man trof het hem bitter dat juist een muiterij in de haven van Kiel (op 4 november 1918) het einde van de Duitse monarchie inluidde.

Na de oorlog leefde Adalbert teruggetrokken met zijn gezin in een villa in Bad Homburg. Vanaf 1928 vertrok het gezin op doktersadvies naar Zwitserland, vooral omdat de berglucht Adelheids zwakke gezondheid goed zou doen. Zij overleefde evenwel haar man, die in 1948 overleed, jaren.
Adalbert trouwde, 30 jaar oud, op maandag 3 augustus 1914 in Wilhelmshaven met Adelheid Arna van Saksen-Meiningen, 22 jaar oud. Adelheid is geboren op zondag 16 augustus 1891. Adelheid is overleden op zondag 25 april 1971, 79 jaar oud.
Notitie bij Adelheid: Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende haar man bij de Duitse marine. Zelf werd ze, mede op aandrang van haar schoonmoeder, actief in de liefdadigheid. Onder haar leiding werden twee hospitalen voor gewonde Duitse mariniers opgericht.

Na de oorlog en de val van de monarchie leefden zij en haar man een teruggetrokken bestaan. Eerst in Bad Homburg, later in Zwitserland, waar ze zich - vanwege Adelheids gezondheid - vestigden. Ze zou haar man al in 1948 verliezen en ze verloor daarop ook het contact met haar schoonfamilie.

Adelheid en Adalbert hadden de volgende kinderen:
Victoria Marina (1915, stierf na de geboorte)
Victoria Marina (1917-1981)
Wilhelm Victor (1919-1989)
46 August Wilhelm van Pruisen is geboren op zaterdag 29 januari 1887 in Potsdam, zoon van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. August is overleden op vrijdag 25 maart 1949 in Stuttgart, 62 jaar oud.
Notitie bij August: August Willem (in zijn familie Auwi genoemd) studeerde aan de universiteiten van Bonn, Berlijn en Straatsburg. In 1907 promoveerde hij "op uiterst dubieuze wijze.

August onderhield meer dan warme betrekkingen met zijn adjudant en het waren zijn "uitgesproken homoseksuele neigingen" die uiteindelijk leidden tot een scheiding tussen hem en zijn vrouw. In 1920 vestigde hij zich in Potsdam, waar hij teruggetrokken leefde en zijn inkomen wat trachtte aan te vullen met het verkopen van zelfgemaakte tekeningen en schilderijen.

August werd onderwijl lid van Stahlhelm, Bund der Frontsoldaten, een vereniging van veteranen uit de Eerste Wereldoorlog. Tot ongenoegen van zijn familie werd hij in 1930 lid van de NSDAP. Hij werd aanvankelijk het mikpunt van spot in de linksgeoriënteerde pers, waar hij Braunhemdchen Auwi werd genoemd. Door de nazi’s werd August Wilhelm ingezet als stemmentrekker. De zoon van de voormalige keizer moest kiezers aan de NSDAP binden, die normaal gesproken afkerig waren van het nationaalsocialisme. August Wilhelm werd lid van de Rijksdag en voorman bij de SA. In 1942 viel hij - na enkele kritische uitlatingen over Joseph Goebbels evenwel in ongenade. Hem werd een spreekverbod opgelegd.

In 1945 ontvluchtte hij Potsdam teneinde aan het Rode Leger te ontkomen. Hij zocht en vond onderdak bij Margaretha van Hessen, een zuster van zijn vader.

Op 8 mei 1945 werd hij door de Amerikanen gevangengenomen en tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld. Hij zat zijn straf niet uit en stierf op 62-jarige leeftijd en werd begraven in Langenburg
August trouwde, 21 jaar oud, op donderdag 22 oktober 1908 met Alexandra van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, 21 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1920. Alexandra is geboren op donderdag 21 april 1887 in Holstein. Alexandra is overleden op maandag 15 april 1957 in LYON (F), 69 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Alexandra hetrouwde op 7 januari 1922 met Arnold Rümann. Dit huwelijk, dat kinderloos bleef, eindigde in 1933 eveneens in een scheiding
Kind van August en Alexandra:
1 Alexander Ferdinand van Pruisen, geboren op donderdag 26 december 1912. Volgt 47.
47 Alexander Ferdinand van Pruisen is geboren op donderdag 26 december 1912, zoon van August Wilhelm van Pruisen (zie 46) en Alexandra van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Alexander is overleden op woensdag 12 juni 1985 in Wiesbaden, 72 jaar oud. Alexander trouwde, 25 jaar oud, op maandag 19 december 1938 in Dresden met Carla Franciska Oheim.
Kind van Alexander en Carla:
1 Stefan Alexander van Pruisen, geboren in 1939.
48 Oscar van Pruisen is geboren op vrijdag 27 juli 1888 in Potsdam, zoon van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Oscar is overleden op maandag 27 januari 1958 in München, 69 jaar oud.
Notitie bij Oscar: Oscar diende in de Eerste Wereldoorlog in het Koninklijke Pruisisische Grenadiersregiment. Na de oorlog werd hij lid van de veteranenbond Stahlhelm. Hij sloot zich ook aan bij allerlei monarchistische bewegingen die ten tijde van de Weimarrepubliek ontstonden. In 1927 volgde hij zijn broer Eitel Frits op als de 35ste Herrenmeister van de Johanniterorde. Hij bleef dat tot zijn dood.

Ondanks zijn verzet tegen de nazi’s werd hij opgeroepen om in de Tweede Wereldoorlog te dienen, maar hij nam niet actief deel aan de oorlog. Tot zijn grote verdriet viel zijn oudste zoon tijdens de oorlog tegen Polen in 1939.

Het paar kreeg vier kinderen:
Oscar (1915-1939)
Burchard (1917-1988)
Herzeleide (1918-1989)
Wilhelm Karel (1922-2007)
Oscar trouwde met Ina Marie van Bassewitz-Levetzow. Ina is overleden.
49 Joachim van Pruisen is geboren op woensdag 17 december 1890 in Berlijn, zoon van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Joachim is overleden op zondag 18 juli 1920 in Potsdam, 29 jaar oud.
Notitie bij Joachim: Hij zat in het leger en kreeg uiteindelijk de rang van ritmeester bij de cavalerie.

Hij trouwde op 11 maart 1916 met prinses Marie Auguste van Anhalt, dochter van hertog Eduard van Anhalt. Ze kregen één zoon: Karel Frans Jozef Willem Frederik Eduard (1916-1975), die later zou trouwen met Henriette van Schönaich-Carolath, de dochter van keizer Wilhelms tweede echtgenote Hermine von Schönaich-Carolath.

Hij pleegde op 18 juli 1920 op 29-jarige leeftijd zelfmoord, nadat hij enige tijd aan ernstige depressie had geleden. Er werd gezegd dat hij zijn lot na zijn vaders troonsafstand en zijn mislukte huwelijk niet kon accepteren. Zijn dood greep zijn ouders erg aan. Keizerin Augusta is de dood van haar lievelingszoon nooit meer te boven gekomen; haar gezondheid ging erg achteruit en ze stierf uiteindelijk op 11 april 1921.
Joachim trouwde, 25 jaar oud, op zaterdag 11 maart 1916 met Marie Auguste van Anhalt, 17 jaar oud. Marie is geboren op vrijdag 10 juni 1898 in Ballenstedt, Duitsland, dochter van Eduard George Willem Maximiliaan van Anhalt en Louise van Saksen-Altenburg. Marie is overleden op zondag 22 mei 1983 in Essen (D), 84 jaar oud. Marie trouwde later op maandag 27 september 1926 in Berlijn met Johan Michael van Loën. Dit huwelijk werd ontbonden op donderdag 18 april 1935.
Notitie bij Marie: Door haar huwelijk kreeg ze de titel "Prinses van Pruisen". Ze kregen één zoon: Karel Frans Jozef Wilhelm Friedrich Eduard (1916-1975). Die trouwde met Henriëtte van Schönaich-Carolath, de dochter van keizer Wilhelms latere tweede echtgenote Hermine von Schönaich-Carolath. Het huwelijk van Marie en Joachim was erg ongelukkig en twee jaar na de troonsafstand van zijn vader pleegde Joachim zelfmoord. Marie hertrouwde op 27 september 1926 te Berlijn, Duitsland, met baron Johan Michael van Loën. Ze scheidden echter weer op 18 april 1935. Marie adopteerde Hans Lichtenberg, later bekend als Frederick Prinz von Anhalt, de huidige en laatste echtgenoot van Zsa Zsa Gábor.

Ze stierf op 22 mei 1983 op 84-jarige leeftijd in Essen, Duitsland.
50 Victoria Louise van Pruisen is geboren op dinsdag 13 september 1892 in Potsdam, dochter van Wilhelm II (Friedrich Wilhelm (Willem) Viktor Albert von Preussen ) van Duitsland (zie 42) en Augusta Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. Victoria is overleden op donderdag 11 december 1980 in Hannover, 88 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Zij huwde met Ernst August (III) van Hannover die na 1913 regerend hertog van Brunswijk werd. Gedurende de Novemberrevolutie van 1918 werd hij afgezet en kwam er een einde aan de monarchie in Brunswijk. Het paar was reeds tijdens de Eerste Wereldoorlog op de vlucht geslagen (onder meer naar Oostenrijk). Na de oorlog vestigden zij zich in Slot Marienburg bij Hannover.

Aldaar legde zij zich, na de dood van haar man in 1953 vooral toe op het schrijven van boeken over haar eigen leven en de tijd van het wilhelminische Duitsland. Na een conflict met haar zoon Ernst August IV van Hannover in 1954 verliet zij Slot Marienburg en vestigde zich elders in Hannover, alwaar zij ook werd begraven.
Heerlijkheid:
Hertogin van Brunswijk-Lüneburg, Prinses van Pruisen, koninklijke Hoogheid
Victoria trouwde, 20 jaar oud, op zaterdag 24 mei 1913 met Ernst August III Christiaan George van Hannover van Brunswijk, 25 jaar oud. Zie 218 voor persoonsgegevens van Ernst.
Kinderen van Victoria en Ernst:
1 Ernst August IV van Brunswijk, geboren op woensdag 18 maart 1914 in Braunschweig. Volgt 51.
2 George Willem van Brunswijk, geboren op donderdag 25 maart 1915 in Brunswijk. Volgt 55.
3 Frederika van Brunswijk, geboren op woensdag 18 april 1917 in Blankenburg. Volgt 56.
4 Christiaan Oscar Ernst August Willem Victor George van Brunswijk, geboren op maandag 1 september 1919. Christiaan is overleden op donderdag 10 december 1981, 62 jaar oud.
5 Welf Hendrik Ernst August George Christiaan Berthold Frederik Willem Louis Ferdinand van Brunswijk, geboren op zondag 11 maart 1923. Welf is overleden op zondag 12 juli 1998, 75 jaar oud.
51 Ernst August IV van Brunswijk is geboren op woensdag 18 maart 1914 in Braunschweig, zoon van Ernst August III Christiaan George van Hannover van Brunswijk (zie 218) en Victoria Louise van Pruisen (zie 50). Ernst is overleden op woensdag 9 december 1987 in Pattensen, te Huis Calenberg, 73 jaar oud.
Notitie bij Ernst: Hij was een prins van Hannover en hertog van Brunswijk tot de afschaffing van de Duitse adel in 1919. Daarna ging Ernst August met zijn ouders en twee zusters in ballingschap in Oostenrijk. Van daaruit ging hij naar het internaat van Salem, om vervolgens rechten te studeren in Göttingen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam hij deel aan de Russische veldtocht. In het voorjaar van 1943 raakte hij bij Charkov zwaar gewond. Na de mislukte aanslag op Hitler in 1944, werd Ernst August, evenals vele andere Duitsers van adel, enige tijd geïnterneerd.

Met zijn familie was hij inmiddels komen wonen in de Harz, vanwaaruit moest hij in 1945 vluchten voor het Rode Leger, waarna hij zich weer vestigde in Hannover.

Na de dood van zijn vader werd hij hoofd van het Huis Hannover.
Na de dood van zijn vrouw, hertrouwde hij nog met gravin Monica van Solms-Laubach.
Ernst trouwde, 37 jaar oud, op vrijdag 31 augustus 1951 met Ortrud van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, 25 jaar oud. Ortrud is geboren op zaterdag 19 december 1925 in Flensburg. Ortrud is overleden op woensdag 6 februari 1980, 54 jaar oud.
Notitie bij Ortrud: Zij was een prinses uit het Huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg.

Zij was een dochter van Albert van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg (de jongste zoon van Frederik II van Sleeswijk-Holstein) en Ortrud van Isenburge en Büdingen.
Kinderen van Ernst en Ortrud:
1 Marie van Brunswijk, geboren in 1952.
2 Ernst August V van Hannover, geboren op vrijdag 26 februari 1954 in Hannover. Volgt 52.
3 Lodewijk Rudolf van Hannover, geboren op maandag 21 november 1955 in Hannover. Volgt 53.
4 Olga van Brunswijk, geboren in 1958.
5 Alexandra van Brunswijk, geboren in 1959.
6 Heinrich Julius van Hannover, geboren op zaterdag 29 april 1961 in Hannover. Volgt 54.
52 Ernst August V van Hannover is geboren op vrijdag 26 februari 1954 in Hannover, zoon van Ernst August IV van Brunswijk (zie 51) en Ortrud van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg.
Notitie bij Ernst: Als oudste mannelijke nazaat van George V van Hannover is hij het hoofd van de Welfen-tak van het Huis Hannover. Hij is officieus pretendent op de Hannoveriaanse troon. Hij laat zichzelf Zijne Koninklijke Hoogheid, de Prins van Hannover, Hertog van Brunswijk en Lüneberg, Prins van Groot-Brittannië en Ierland, noemen hoewel hij wettelijk op geen van deze titels recht heeft. In Duitsland is - sinds de afschaffing van de adel - de titel onderdeel van de achternaam geworden zodat hij eigenlijk Ernst August Prinz von Hannover heet.

Ernst August heeft het imago van een playboy. Hij raakte verschillende keren verzeild in moeilijkheden. Hij sloeg een persfotograaf bijna knock-out en moest een schadevergoeding betalen. Tijdens Expo-2000 in Hannover, plaste hij tegen het Turkse paviljoen hetgeen een diplomatiek incident opleverde. In 2005 werd hij met acute pancreatitis opgenomen in het ziekenhuis. Sindsdien is hij gestopt met alcohol drinken.
Ernst:
(1) trouwde, 27 jaar oud, op vrijdag 28 augustus 1981 met Chantal Hochuli. Het huwelijk werd ontbonden in 1997.
(2) trouwde, 44 jaar oud, op zaterdag 23 januari 1999 met Caroline Louise Marguerite Grimaldi van Monaco, 42 jaar oud. Caroline is geboren op woensdag 23 januari 1957, dochter van Reinier III Louis Henri Maxence Bertrand Grimaldi van Monaco en Grace Patricia Kelly. Caroline trouwde voorheen op woensdag 28 juni 1978 met Philippe Junot (geb. 1940). Dit huwelijk werd ontbonden op donderdag 9 oktober 1980. Caroline is weduwe van Stefano Casiraghi (1960-1990), met wie zij trouwde op donderdag 29 december 1983.
Notitie bij Caroline: Sinds het overlijden van haar moeder in 1982 bij een auto-ongeluk, trad Caroline veel op aan de zijde van haar vader.

Aan het einde van de jaren negentig leerde Caroline Ernst August van Hannover (een kleinzoon van Ernst August van Brunswijk) kennen, met wie ze op 23 januari 1999 trouwde na zijn scheiding van Chantal Hochuli. Het paar kreeg een dochter, die zes maanden na hun huwelijk werd geboren: Alexandra Charlotte Ulrike Maryam Virginia, prinses van Hannover (20 juli 1999)

De titels van de familie van haar echtgenoot waren afgeschaft door de Weimarrepubliek na de Eerste Wereldoorlog. Het Koninkrijk Hannover bestond al niet meer sinds de annexatie door het Koninkrijk van Pruisen tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog in 1866. Toch stond de Duitse wet Ernst August toe om Prins van Hannover als achternaam te gebruiken, waardoor hij Ernst August Prins van Hannover is. Het was echter geen koninklijke titel. In Monaco echter wordt het paar wel erkend als Prins en Prinses van Hannover met de aanspreektitel Koninklijke Hoogheid.

Op 24 juni 2004 was prinses Caroline in het nieuws vanwege een rechtszaak, waarin het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Duitsland veroordeelde, omdat die Caroline’s recht op een privéleven niet naleefde. Duitse bladen mochten vervolgens geen foto’s meer publiceren van Caroline in haar dagelijks leven.

Caroline’s vader overleed in 2005, waarna haar broer Albert de troon besteeg als Albert II van Monaco. Omdat hij nog altijd geen echtelijke kinderen heeft, ziet het ernaar uit dat Caroline later de tweede vorstin van Monaco zal worden. Enkel Louise Hippolyte was eerder vorstin van Monaco. Er is enkele verwarring geweest over Caroline’s positie in de lijn van troonopvolging, toen Albert zijn twee buitenechtelijke kinderen Alexandre Coste en Jazmin Grace Grimaldi erkende. Volgens de wijzigingen in de grondwet van Monaco die in 2002 werden aangebracht, kunnen zij echter de troon niet bestijgen, tenzij Albert met hun moeder trouwt.

Ondanks haar positie als troonopvolgster van Monaco wordt Caroline meestal Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses van Hannover genoemd en niet Hare Doorluchtige Hoogheid De Erfprinses van Monaco, omdat een titel die gebonden is aan een koninkrijk (Koninkrijk van Hannover) hoger is dan een titel die gebonden is aan een prinsdom (Monaco). Wanneer Caroline haar broer zou opvolgen als vorst van Monaco, krijgt ze de titel Hare Koninklijke Hoogheid Caroline I, Prinses van Monaco. Ze zou dan ook haar meisjesnaam Grimaldi weer aannemen.

Caroline heeft zich net als veel andere leden van koninklijke families beziggehouden met goede doelen en activiteiten die door haar bekendheid meer in de schijnwerpers kwamen te staan. Een rol die ze in deze hoedanigheid accepteerde was die van UNESCO Goodwill Ambassadeur sinds 2003, die ze invulde door aandacht te vragen voor de bescherming van kinderen en gezinnen, empowerment van vrouwen en meisjes in Afrika.

Titels:
Hare Doorluchtige Hoogheid De Erfprinses van Monaco (1957-1958)
Hare Doorluchtige Hoogheid Prinses Caroline van Monaco (1958-1999)
Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses van Hannover, Prinses van Monaco (1999-2005)
Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses van Hannover, Erfprinses van Monaco (2005-heden)
Heerlijkheid:
Hare Doorluchtige Hoogheid Prinses Caroline van Monaco. Vanaf haar geboorte tot die van haar broer Albert was ze tevens kroonprinses van Monaco
Kinderen van Ernst en Chantal:
1 Ernst August van Hannover, geboren in 1983.
2 Christiaan van Hannover, geboren in 1985.
Kind van Ernst en Caroline:
3 Alexandra Charlotte Ulrike Maryam Virginia van Hannover, geboren op dinsdag 20 juli 1999 in Vöcklabruck, Oostenrijk.
Notitie bij Alexandra: Via haar vader is Alexandra een afstammeling van koning George III van het Verenigd Koninkrijk, keizer Wilhelm II van Duitsland, koning Christiaan IX van Denemarken, en van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Via haar moeder stamt zij af van prins Reinier III van Monaco en Grace Kelly.

Alexandra is thans de enige van prinses Caroline’s vier kinderen die een adellijke titel heeft en is zij vijfde in de lijn van erfopvolging in het prinsdom Monaco. Aan vaderszijde heeft zij twee halfbroers (Ernst August en Christiaan) en aan moederszijde twee halfbroers (Andrea Casiraghi en Pierre Casiraghi) en een halfzus (Charlotte Casiraghi).
Heerlijkheid:
prinses van Groot-Brittannië en Ierland, hertogin van Braunschweig-Lüneburg
53 Lodewijk Rudolf van Hannover is geboren op maandag 21 november 1955 in Hannover, zoon van Ernst August IV van Brunswijk (zie 51) en Ortrud van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Lodewijk is overleden op dinsdag 29 november 1988 in Gmunden, 33 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Lodewijk volgde een opleiding tot muziekproducent in Londen en Los Angeles.
Lodewijk pleegde zelfmoord, even nadat hij ontdekt had dat zijn vrouw overleden was aan een overdosis cocaïne. Hij had even voor zijn dood telefonisch contact met zijn broer Ernst August, om hem te vragen de voogdij over zijn zoontje op zich te nemen. Ernst August zegde dit toe, maar de voogdij werd uiteindelijk door een Oostenrijkse rechtbank toegewezen aan de ouders van Lodewijks vrouw
Heerlijkheid:
prins van Groot-Brittannië en Ierland
Lodewijk trouwde, 31 jaar oud, op zondag 4 oktober 1987 in Bleiburg met Isabelle von Thurn und Valsassina-Como-Vercelli. Isabelle is overleden.
Kind van Lodewijk en Isabelle:
1 Otto Heinrich van Hannover, geboren in 1988.
54 Heinrich Julius van Hannover is geboren op zaterdag 29 april 1961 in Hannover, zoon van Ernst August IV van Brunswijk (zie 51) en Ortrud van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg.
Notitie bij Heinrich: Hij studeerde geschiedenis en werkt als uitgever en schrijver van historische werken. Hij had een korte relatie met de Duitse cabaretière Désirée Nick, uit welke verhouding een zoon werd geboren:

Oscar Julius Heinrich Ferdinand Nick (* 1996)

Van de hand van Heinrich von Hannover verschenen de volgende werken:
Georg II. König und Kurfürst. ISBN 3-932313-07-0.
Macht Intrigen und Verbannung - Welfen und Romanows am Zarenhof. ISBN 3-932313-05-4.
Welfisches Hannover. ISBN 3-932313-11-9.
Frauen vom Hof der Welfen. ISBN 3-932313-17-8.
Elisabeth Herzogin von Calenberg. ISBN 3-932313-18-6.
Nicht im Auftrag Ihrer Majestät. ISBN 3-932313-16-X.
Hannover zwischen den Mächten Europas. ISBN 3-932313-02-X.
Welfenbericht. ISBN 3-932313-10-0.
Heinrich trouwde met Thyra Sixtina Donata von Westernhagen.
Kinderen van Heinrich en Thyra:
1 Albert Thilo Ludwig Arndt van Hannover, geboren in 1999.
2 Eugenia Friederike van Hannover, geboren in 2001.
3 Julius Eduard Emanuel van Hannover, geboren in 2006.
55 George Willem van Brunswijk is geboren op donderdag 25 maart 1915 in Brunswijk, zoon van Ernst August III Christiaan George van Hannover van Brunswijk (zie 218) en Victoria Louise van Pruisen (zie 50). Hij is gedoopt op maandag 10 mei 1915. George is overleden op zondag 8 januari 2006 in München, 90 jaar oud.
Notitie bij George: Onder zijn peetouders waren aartshertogin Maria Christina van Oostenrijk, prins Axel van Denemarken en prinses Olga van Hannover-Cumberland. Van 1930 tot 1934 bezocht hij de Schule Schloss Salem, een prestigieuze kostschoool die was opericht door zijn oom, prins Max van Baden.

Hij was een fanatiek beoefenaar van de paardensport. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte hij deel uit van het Duitse Military Team. Na de oorlog richtte hij een paardrijacademie op in de buurt van München. Hij was jarenlang lid van het Internationaal Olympisch Comité.
Heerlijkheid:
prins van Groot-Brittannië en Ierland
George trouwde, 31 jaar oud, op dinsdag 23 april 1946 in Salem met Sophia van Griekenland en Denemarken, 31 jaar oud. Zie 123 voor persoonsgegevens van Sophia.
Kinderen van George en Sophia:
1 Welf Ernst van Brunswijk, geboren op zaterdag 25 januari 1947 in Nordstemmen. Welf is overleden op zaterdag 10 januari 1981 in Poona, Maharashtra, 33 jaar oud.
Notitie bij Welf: Hij was de oudste zoon van George Willem van Brunswijk en Sophia van Griekenland en Denemarken, die een zuster was van de Britse prins-gemaal Philip, hertog van Edinburgh. Hij was dus een volle neef van de Britse kroonprins Charles, prins van Wales. Hij was bovendien ook een volle neef van de Spaanse koningin Sophia en de Griekse ex-koning Constantijn. Hij noemde zich Welf, Prinz von Hannover.

In 1969 trad hij in het huwelijk met Wibke van Gunsteren, een dochter van Harry van Gunsteren en Ursula Schmidt-Prange. Al snel voelden beiden zich aangetrokken tot de Bhagwanbeweging. In 1975 maakten ze, met hun dochtertje Saskia een pelrgimstocht naar Poona in India, waar de beweging op dat moment was gevestigd. Hier kregen Welf en Wibke van Osho zelf nieuwe namen. Welf heette voortaan Vimalkirti (vlekkeloze pracht) en Wibke Turiyä (spirituele liefde). In 1979 scheidde het paar, maar beiden bleven in India wonen. Vimalkirti overleed in Poona aan de gevolgen van een hersenbloeiding die hij opliep tijdens zijn dagelijkse ochtendgymnastiek.[1]

Wibke en haar dochter vertrokken na de dood van Welf naar het Rajneeshpuram-centrum in de Verenigde Staten. Dochter Saskia werd - door inspanningen van haar grootouders - naar Engeland gehaald, om daar een normale schoolopleiding te volgen.
Heerlijkheid:
prins van Groot-Brittannië en Ierland
2 Georges van Brunswijk, geboren op vrijdag 9 december 1949.
3 Frederika van Brunswijk, geboren op vrijdag 15 oktober 1954.
56 Frederika van Brunswijk is geboren op woensdag 18 april 1917 in Blankenburg, dochter van Ernst August III Christiaan George van Hannover van Brunswijk (zie 218) en Victoria Louise van Pruisen (zie 50). Frederika is overleden op vrijdag 6 februari 1981 in Madrid, 63 jaar oud.
Notitie bij Frederika: Als afstammeling van de Britse koningin Victoria werd zij opgevoed in een Engelse kostschool, waar zij naar eigen zeggen "elke dag opnieuw met ijzeren wilskracht rebelleerde tegen de onwrikbare orde".

Frederika werd koningin van Griekenland toen haar echtgenoot op 1 april 1947 de Griekse troon besteeg als Paul I, nadat zijn broer George II kinderloos gestorven was.

Toen Paul vrij onverwacht koning werd was zijn land verwikkeld in een burgeroorlog, die veel menselijk leed heeft aangericht. Het koningspaar spande zich hard in om de door de oorlog ontstane menselijke wonden te helen, en daarmee ook de sympathie voor het vorstenhuis te wekken.

Maar het eigenzinnige en heerszuchtige karakter van koningin Frederika maakte haar niet geliefd bij haar onderdanen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij, een kleindochter van Wilhelm II, reeds verdacht van enige nazi-sympathieën. Haar vier broers waren bovendien officier bij de Wehrmacht. Rond 1950 werd het duidelijk dat koning Paul volledig door zijn bemoeizieke vrouw werd gedomineerd. Ze hield zich persoonlijk met staatszaken bezig, en kreeg het herhaaldelijk aan de stok met verschillende eerste ministers. Zelfs de meest overtuigde royalisten bracht zij tot republikeinse ideeën. Toen koning Paul in 1964 overleed en opgevolgd werd door zijn zoon Constantijn, leek haar bemoeizucht zelfs nog toe te nemen, hetgeen haar de haat van linkse en rechtse politici opleverde.

Na de val van Constantijn II (13 december 1967) verliet zij met de koninklijke familie het land. Zij overleed in Madrid op 6 februari 1981. Zij werd begraven op het koninklijke landgoed Tatoi, even buiten Athene.
Heerlijkheid:
Prinses van Hannover, Hertogin van Brunswijk-Lüneburg, was koningin van Griekenland van 1947 tot 1964
Frederika trouwde, 20 jaar oud, op zondag 9 januari 1938 in Athene met Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland, 36 jaar oud. Zie 71 voor persoonsgegevens van Paul.
Kinderen van Frederika en Paul:
1 Sophia van Griekenland, geboren op woensdag 2 november 1938 in Athene. Volgt 57.
2 Constantijn II, koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 2 juni 1940 in Athene. Volgt 58.
3 Irene van Griekenland en Denemarken, geboren op maandag 11 mei 1942 in Kaapstad.
Notitie bij Irene: Irene is buitengewoon muzikaal. Zij volgde onder meer piano-onderricht bij Gina Bachauer, om daarna zelf een loopbaan als concertpianiste te beginnen. Nadat haar broer Constantijn II van Griekenland gedwongen werd te abdiceren, verbleef ze enige jaren met haar moeder in India. Daarna vestigde ze zich bij haar zuster in Madrid.

Irene is ongetrouwd en houdt zich voornamelijk bezig met liefdadigheid.
57 Sophia van Griekenland is geboren op woensdag 2 november 1938 in Athene, dochter van Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland (zie 71) en Frederika van Brunswijk (zie 56).
Notitie bij Sophia: Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de Griekse koninklijke familie verbannen en verbleef ze met haar familie eerst in Egypte en later in Zuid-Afrika. De middelbare school volgde ze in Duitsland, waarna ze in Griekenland nog allerlei studies deed. In 1960 nam ze met het Griekse zeilteam deel aan de Olympische Spelen in Rome.

Sofía houdt zich voornamelijk bezig met liefdadigheid. Zij is erelid van de Club van Rome.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken en sinds haar huwelijk koningin van Spanje
Sophia trouwde, 23 of 24 jaar oud, in 1962 met Juan Carlos I van Spanje, 23 of 24 jaar oud. Zie 207 voor persoonsgegevens van Juan.
58 Constantijn II, koning van de Hellenen van Griekenland is geboren op zondag 2 juni 1940 in Athene, zoon van Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland (zie 71) en Frederika van Brunswijk (zie 56).
Notitie bij Constantijn: Constantijn werd in 1940 geboren als zoon van prins Paul, de jongere broer en troonopvolger van de toenmalige koning George II. Zijn moeder was Frederika van Brunswijk, een dochter van hertog Ernst August van Brunswijk en een kleindochter van keizer Wilhelm II.

Constantijn besteeg in 1964 als opvolger van zijn vader de troon, op een moment dat, door de schuld van koningin-moeder Frederika, de bodem voor de Griekse monarchie te verzuurd was om haar nog een kans te bieden zich te ontwikkelen volgens de constitutionele principes van de West-Europese en Scandinavische koningshuizen.

Toch had de jonge koning alle vereiste kwaliteiten om populair te worden. Hij had gestudeerd, was sportief (olympisch kampioen zeilen) en dynamisch, en was in 1964 gehuwd met Anne Marie, dochter van Frederik IX van Denemarken, een prinses met onberispelijke democratische geloofsbrieven.

Het bleef roerig in Griekenland. Reeds in 1965 ontsloeg de koning de socialistische regering van premier Papandreou wegens een conflict over het door Papandréou gewenste ontslag van bepaalde legerofficieren. Een omstreden beslissing, waarachter men de hand van Frederika vermoedde. Vele Griekse politici betwistten het recht van de koning om een regering te ontslaan die een parlementaire meerderheid achter zich had. Langdurige kabinetscrises en onlusten waren het gevolg.

In mei 1967 zouden nieuwe verkiezingen worden gehouden. Conservatieve krachten in het land vreesden dat links daarbij wel eens de absolute meerderheid zou halen waardoor Griekenland het gevaar liep geleidelijk onder communistische invloed te geraken.

Op 21 april 1967 kwam door een staatsgreep een groep rechtse, conservatieve legerofficieren – “de kolonels” – aan de macht. De ’sterke mannen’ waren Georgios Papadopoulos en Stylianos Patakos. In Washington keek men oogluikend toe: alles was beter dan een links Griekenland.

Onder druk ging de koning in op de eisen van de kolonels, maar in het geheim werkte hij een plan uit voor een tegencoup. In december 1967 kwam koning Constantijn II in verzet tegen de militaire junta maar mislukte in zijn opzet door verraad. Constantijn rekende ook vergeefs op steun en sympathie van het volk. Als gevolg daarvan werd de koninklijke familie het land uit gezet. De kolonels hieven de grondwet op, verboden alle politieke partijen en zegden de Conventie voor de Rechten van de Mens op.

In 1973 verving de Griekse regering de monarchie door een republiek met Georgios Papadopoulos als president. Bij het referendum van juli 1973 keurde de meerderheid van de Griekse kiezers de nieuwe republikeinse grondwet goed.

Maar de dagen van het Kolonelsregime waren geteld. Na het verzet van de studenten van de Polytechnische School te Athene volgde in november 1973 een militaire staatsgreep die zonder bloedvergieten verliep. Papadopoulos werd door zijn medestanders van 1967 ten val gebracht: sindsdien zat hij een levenslange gevangenisstraf uit tot aan zijn dood op 27 juni 1999.

Toen in 1974 oud-premier Karamanlís de democratie herstelde wachtte de koning op een uitnodiging om terug te keren, maar die bleef uit. Bij een nieuw referendum bleek dat het Griekse volk Constantijn niet meer vertrouwde: 70% van de Grieken koos voor een republiek. De koning aanvaardde het verdict en leeft sindsdien als een succesvol zakenman in Londen. Door zijn verwantschap met haast alle Europese vorstenhuizen is hij een welkome gast op alle plechtigheden aan de Spaanse, Britse en Scandinavische hoven.
Heerlijkheid:
was van 1964 tot 1974 (sinds 1967 in ballingschap) de laatste koning van Griekenland
Constantijn trouwde, 24 jaar oud, op vrijdag 18 september 1964 in Athene met Anne Marie Dagmar Ingrid van Denemarken, 18 jaar oud. Zie 188 voor persoonsgegevens van Anne.
59 Charlotte van Pruisen is geboren op dinsdag 24 juli 1860, dochter van Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland (zie 259) en Victoria van Saksen-Coburg en Gotha (zie 41). Charlotte is overleden op woensdag 1 oktober 1919, 59 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Als jong meisje was Charlotte een nerveus en geagiteerd kind, dat nagels beet en vaak haar kleding stuk scheurde. Ze was niet erg geïnteresseerd in leren en dat deed haar moeder veel verdriet. Met haar broer, Wilhelm, had ze evenwel een zeer nauwe band.

In 1877 leerde ze Bernhard van Saksen-Meiningen kennen, met wie ze op 18 februari 1878 trouwde. Het paar kreeg een kind: Feodore. Het dochtertje werd aan de zorgen van kindermeisjes overgelaten terwijl Charlotte zich steeds meer mengde in het Berlijnse society leven. Zij deelde - eveneens tot verdriet van haar moeder, die zelf meer liberale visies had - de politieke ideeën van haar broer en Bismarck.

In 1914 werd haar man hertog van Saksen-Meiningen. Het paar zou maar kort van deze status genieten want Bernhard deed al in 1918, ten gevolge van de Novemberrevolutie afstand van de hertogelijke troon. Kort daarna, in 1919 overleed Charlotte, naar uit recent onderzoek is gebleken, vermoedelijk aan een erfelijke stofwisselingsziekte, die wat later, in 1945 ook haar dochter zou vellen.
Heerlijkheid:
Pruisische prinses
Charlotte trouwde, 17 jaar oud, op maandag 18 februari 1878 in Berlijn met Bernhard III van Saksen-Meiningen, 26 jaar oud. Bernhard is geboren op dinsdag 1 april 1851 in Meiningen. Bernhard is overleden op maandag 16 januari 1928 in Meiningen, 76 jaar oud.
Notitie bij Bernhard: Hij was de zoon van de welkbekende Theaterhertog George II en Charlotte van Pruisen, dochter van Albert van Pruisen en Marianne van Oranje-Nassau.

Hij leerde in 1877 de Pruisische prinses Charlotte kennen, dochter van de latere keizer Frederik III en zuster van zijn studievriend Wilhelm (II). Het paar huwde op 18 februari 1878 te Berlijn en een jaar later werd hun enige kind geboren: Feodore Victoria Augusta Marie Marianne (12 mei 1879 - 26 augustus 1945).

Daar hij geen zoons had, werd in 1896 om het voortbestaan van de dynastie te verzekeren het erfrecht gewijzigd ten gunste van de zoons van zijn halfbroer Frederik. Bernhard III besteeg na de dood van zijn vader op 25 juni 1914 de hertogelijke troon en kreeg vrijwel meteen te maken met de Eerste Wereldoorlog. De Arbeiders- en Soldatenraad dwong hem in de Novemberrevolutie op 10 november 1918 tot aftreden. Saksen-Meiningen werd een vrijstaat en ging in 1920 op in Thüringen. Bernhard stierf op 16 januari 1928 te Meiningen, waarna zijn neef George (III) als troonopvolger gold.
Heerlijkheid:
was van 1914 tot 1918 de laatste hertog van Saksen-Meiningen
Kind van Charlotte en Bernhard:
1 Feodore van Saksen-Meiningen, geboren op zaterdag 10 mei 1879 in Potsdam. Feodore is overleden op zondag 26 augustus 1945 in Neuhof, 66 jaar oud.
Notitie bij Feodore: Zij was het enige kind van Bernhard III van Saksen-Meiningen en van Charlotte van Pruisen en was dus, via haar moeder, een achterkleindochter van koningin Victoria. Zij werd genoemd naar de stiefmoeder van haar vader. Feodore huwde in 1898 met prins Hendrik XXX (1864-1939), zoon van Hendrik IX van Reuss zu Köstritz en van Anna van Zedlitz. Het paar had geen kinderen.
60 Hendrik (Albert Willem Hendrik ) van Pruisen is geboren op donderdag 14 augustus 1862, zoon van Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland (zie 259) en Victoria van Saksen-Coburg en Gotha (zie 41). Hendrik is overleden op zaterdag 20 april 1929, 66 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hendrik bezocht eerst het gymnasium in Kassel en trad in 1877 als vijftienjarige toe tot de Kaiserliche Marine. Vanaf 1887 stonden verschillende schepen onder zijn commando. In 1900 stond hij aan het hoofd van de Duitse vloot die betrokken was bij de onlusten in de Zuid-Chinese Zee. Onder zijn leiding veroverde de vloot de havenstad Kiautschou. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werd hij door zijn broer benoemd tot opperbevelhebber van de Oostzee. Hij slaagde erin om de Russische vloot in het defensief te dringen en voorkwam verschillende aanvalspogingen op de Duitse kust. Na het einde van de oorlog, die ook het einde van de monarchie betekende, trok Hendrik zich terug uit de marine.

Hendrik had weinig gemeen met zijn broer Wilhelm. Hij had niet de geldingsdrang van de laatste Duitse keizer. Hij was in Noord-Duitsland zeer geliefd, vanwege zijn bescheidenheid en ook onder zijn soldaten genoot hij een grote populariteit.

Na 1918 trokken Hendrik en zijn familie zich terug op hun landgoed Hemmelmarck. Daar legde de prins zich toe op zeilen en autoracen. Hij was een verdienstelijk wedstrijdzeiler.

Hendrik overleed, net als zijn vader, aan keelkanker.
Hendrik trouwde, 25 jaar oud, op donderdag 24 mei 1888 met Irene van Hessen-Darmstadt, 21 jaar oud. Zie 133 voor persoonsgegevens van Irene.
Kinderen van Hendrik en Irene:
1 Waldemar van Pruisen, geboren op woensdag 20 maart 1889 in Kiel. Waldemar is overleden op woensdag 2 mei 1945 in Tutzing, 56 jaar oud.
Notitie bij Waldemar: Hij was een achterkleinkind van koningin Victoria, zowel via zijn vader, als via zijn moeder, en leed, zoals vele andere nakomelingen van koningin Victoria, aan hemofilie. Waldemar trouwde in 1919 met Calixta, dochter van Frederik Willem van Lippe-Biesterfeld en van Gisela van Ysenburg en Büdingen in Meerholz. Het paar had geen kinderen.
2 Sigismund (Bobbie) van Pruisen, geboren op vrijdag 27 november 1896 in Kiel. Volgt 61.
3 Hendrik Victor van Pruisen, geboren op dinsdag 2 januari 1900 in Kiel. Hendrik is overleden op vrijdag 26 februari 1904 in Kiel, 4 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Zoals zijn broer Waldemar en vele andere nakomelingen van koningin Victoria leed hij aan hemofilie. Hendrik Victor overleed op 4-jarige leeftijd.
61 Sigismund (Bobbie) van Pruisen is geboren op vrijdag 27 november 1896 in Kiel, zoon van Hendrik (Albert Willem Hendrik ) van Pruisen (zie 60) en Irene van Hessen-Darmstadt (zie 133). Sigismund is overleden op dinsdag 14 november 1978 in Puntarenas, 81 jaar oud. Sigismund trouwde, 22 jaar oud, op vrijdag 11 juli 1919 in Hemmelmark met Charlotte van Saksen-Altenburg, 20 jaar oud. Charlotte is geboren op zaterdag 4 maart 1899 in Potsdam. Charlotte is overleden op donderdag 16 februari 1989 in Hemmelmark, 89 jaar oud.
Notitie bij Charlotte: Zij was het oudste kind van de laatste regerende hertog van Saksen-Altenburg Ernst II en Adelheid van Schaumburg-Lippe.
Heerlijkheid:
prinses van Saksen-Altenburg uit het Huis Wettin.
Kinderen van Sigismund en Charlotte:
1 Barbara van Pruisen, geboren op maandag 2 augustus 1920 in Hemmelmark. Volgt 62.
2 Alfred van Pruisen, geboren op zondag 17 augustus 1924 in Guatemala.
Notitie bij Alfred: Zijn jeugd bracht Alfred door in het gehucht Finca Santa Sofia in Guatamala. Op 15 december 1984 huwde hij morganatisch met de Slowaakse Maritza Farkas, waarna zij verhuisden naar de Verenigde Staten. Maritza Farkas is overleden in 1996. Het paar had geen kinderen.

Alfred van Pruisen leeft tegenwoordig een teruggetrokken leven in Southampton in de Amerikaanse staat Massachusetts.
Heerlijkheid:
prins uit het Duitse vorstenhuis Hohenzollern. Vanaf zijn geboorte draagt hij de titel Prinz von Preußen
62 Barbara van Pruisen is geboren op maandag 2 augustus 1920 in Hemmelmark, dochter van Sigismund (Bobbie) van Pruisen (zie 61) en Charlotte van Saksen-Altenburg. Barbara is overleden op donderdag 31 maart 1994 in Hemmelmark, 73 jaar oud.
Notitie bij Barbara: Dat beide echtelieden al redelijk op leeftijd waren (Barbara was 34, haar man 42) had er onder meer mee te maken dat Christiaan Lodewijk in 1945 door het Rode Leger krijgsgevangen was gemaakt en pas in 1953 was vrijgelaten.
Heerlijkheid:
prinses van Pruisen uit het huis Hohenzollern
Barbara trouwde, 33 jaar oud, op maandag 5 juli 1954 in Glücksburg met Christiaan Lodewijk van Mecklenburg-Schwerin, 41 jaar oud. Zie 217 voor persoonsgegevens van Christiaan.
Kinderen van Barbara en Christiaan:
1 Donata van Mecklenburg-Schwerin, geboren in 1956.
2 Edwina van Mecklenburg-Schwerin, geboren in 1960.
63 Sophie van Pruisen is geboren op dinsdag 14 juni 1870 in Potsdam, dochter van Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland (zie 259) en Victoria van Saksen-Coburg en Gotha (zie 41). Sophie is overleden op woensdag 13 januari 1932 in Frankfurt am Main, Duitsland, 61 jaar oud.
Notitie bij Sophie: Sophie werd geboren op 14 juni 1870 te Potsdam als prinses Sophie Dorothea Ulrike Alice van Pruisen; ze was het zevende kind en de derde dochter van de toenmalige kroonprins Frederik Willem van Pruisen en kroonprinses Victoria van Saksen-Coburg en Gotha. De vader van Sophie was de zoon van koning Wilhelm I van Pruisen, die vanaf 1871 Duits keizer werd, en koningin Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach. De moeder van Sophie was de oudste dochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en diens man prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha.

In haar jeugd stond Sophie bekend als Sossy. Haar familie kwam op de naam om dat het rijmde op Mossy. Mossy was de bijnaam van haar jongere zusje, prinses Margaretha.

Op 27 oktober 1889 huwde Sophie met kroonprins Constantijn van Griekenland, de latere koning Constantijn I. Het huwelijk vond plaats in Athene, Griekenland. Ze waren beiden afstammelingen van tsaar Paul I van Rusland en koning Frederik Willem III van Pruisen. Het huwelijk zorgde voor spanningen binnen de familie van Sophie. De problemen werden vooral veroorzaakt door keizerin Augusta Victoria, binnen de familie beter bekend als Dona, de vrouw van haar broer Willem. Toen prinses Sophie in 1890 bekend maakte dat ze haar protestantse geloof wilde afzweren, en toe wilde treden tot de Grieks-orthodoxe Kerk, werd ze door Dona op het matje geroepen. Dona vertelde Sophie dat wanneer ze dit deed, ze uit Duitsland verjaagd zou worden en dat haar ziel zou eindigen in de hel. Wilhem, Sophies broer, was het ook niet eens met haar besluit, dit kwam omdat hij het hoofd was van de Pruisisch Protestantse Kerk. Sophie reageerde fel, en zei tegen Dona, dat het niet haar zaken waren en dat zij er zich niet mee moest bemoeien. Dit maakte Dona ontzettend boos en hysterisch. En haar jongste zoon, prins Joachim van Pruisen, werd te vroeg geboren, en als de baby was overleden dan zou Sophie de baby hebben "vermoord".

Het huwelijk tussen Sophie en Constantijn werd een succes en er werden zes kinderen geboren, waaronder drie koningen.

Op 18 maart 1913 werd de schoonvader van Sophie, koning George I van Griekenland, vermoord in Thessaloniki. Daardoor werden Constantijn en Sophie koning en koningin van het Koninkrijk Griekenland. In 1916 resideerden de koning en koningin in Tatoi. Er ontstond toen een mysterieuze brand, die een groot deel van het kasteel en de omgeving er van, vernietigde. Koningin Sophie nam haar jongste kind, prinses Catharina, mee en rende er bijna 2,5 kilometer mee in haar armen. De brand duurde achtenveertig uur en er werd vermoed dat het een opzettelijke daad van brandstichting was.

Ze verliet Griekenland op 11 juni 1917 met haar man, die gedwongen was om af te treden vanwege zijn pro-Duitse sympathieën tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ze gingen in ballingschap in Zwitserland. Echter konden ze in 1920 alweer terug keren naar Griekenland, omdat hun zoon, koning Alexander, plotseling was overleden. Alexander was op 25 oktober 1920 overleden aan bloedvergiftiging, als gevolg van de beet van een aap. Constantijn werd opnieuw koning op 19 december 1920. Van 25 oktober tot 19 december werd Griekenland geregeerd door de moeder van Constantijn I, koningin-regentes Olga Konstantinova van Rusland.

Echter was de tweede periode die Constantijn koning was van korte duur. Hij moest voor een tweede keer afstand doen van de troon op 27 september 1922 na de verloren oorlog met Turkije, de Grieks-Turkse Oorlog. Nog geen jaar later op 11 januari 1923 stierf Constantijn te Palermo in Italië.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Sophie verkeerd in geschat door het Griekse volk. Ze werd ervan beschuldigd eveneens haar man, pro-Duits te zijn, dit vanwege haar broer, Wilhelm II. Echter was ze net als haar moeder, hartstochtelijk pro-Brits.

In haar laatste jaren werd er bij Sophie kanker gediagnosticeerd. Ze stierf uiteindelijk op 13 januari 1932 te Frankfurt in Duitsland. Tijdens de restauratie van de Griekse monarchie in 1935 werd haar stoffelijk overschot in 1936 naar Griekenland overgebracht. Ze werd herbegraven in de Koninklijke Begraafplaats te Tatoi, naast haar man, koning Constantijn.
Sophie trouwde, 19 jaar oud, op zondag 27 oktober 1889 in Athene met Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland, 21 jaar oud. Constantijn is geboren op zondag 2 augustus 1868 in Athene, zoon van George I (Christiaan Willem Ferdinand Adolf George ) van Griekenland en Olga Konstantinova van Rusland. Constantijn is overleden op donderdag 11 januari 1923 in Palermo, 54 jaar oud.
Notitie bij Constantijn: Constantijn besteeg na de moord op zijn vader op 18 maart 1913 de Griekse troon. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak wilde de Griekse eerste minister Eleftherios Venízelos zich aansluiten bij de geallieerden, maar koning Constantijn, als zwager van keizer Wilhelm II, was pro-Duits. Dat gaf aanleiding tot vele strubbelingen en tot het ontslag en de verbanning van Venízelos.

Onder druk van de geallieerden moest koning Constantijn op 12 juli 1917 troonsafstand doen, en met kroonprins George verliet hij het land om erger te voorkomen. Het Griekse volk deed zijn koning met bloemen uitgeleide. Franse troepen rukten Athene binnen, Venízelos keerde naar zijn land terug en verklaarde Duitsland de oorlog.

Intussen was Constantijns tweede zoon als Alexander I (1917-1920) koning geworden. Het volk beschouwde echter de verdreven koning Constantijn als een martelaar en noemde Alexander geen koning maar prins regent. In 1920 stierf Alexander I aan de beet van een aap. Een volksstemming op 5 december riep Constantijn terug: hij werd met laaiende geestdrift ontvangen en besteeg opnieuw de troon op 19 december. Venízelos moest het land weer verlaten.

In 1922 speelde zich de hoogst ongelukkige oorlog tegen Turkije af, waartegen koning Constantijn zich steeds had verzet. De Grieken waren vol van hun eeuwenoude droom: herovering van Istanboel en herstel van het Byzantijnse Rijk. De oorlog werd voor Griekenland rampzalig, het leed verpletterende nederlagen, de Turken staken de stad Smyrna in brand en de Griekse bevolking vluchtte bij honderdduizenden, het Griekse leger sloeg aan het muiten. Constantijn kreeg van alles de schuld en hij trad op 27 september af om een burgeroorlog te voorkomen. Zijn oudste zoon volgde hem op als George II (1922-1923). Constantijn I overleed in ballingschap te Palermo aan een hersenbloeding, in 1923.
Heerlijkheid:
van 1913 tot 1917 en van 1920 tot 1922 koning van Griekenland
Kinderen van Sophie en Constantijn:
1 George II, Koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op zondag 20 juli 1890 in Athene. Volgt 64.
2 Alexander I, Koning van de Hellenen van Griekenland, geboren op donderdag 20 juli 1893 in Athene. Volgt 65.
3 Helena van Griekenland, geboren op zondag 3 mei 1896 in Athene. Volgt 67.
4 Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland, geboren op zaterdag 14 december 1901 in Athene. Volgt 71.
5 Irene van Griekenland en Denemarken, geboren op zaterdag 13 februari 1904 in Athene. Volgt 72.
6 Catharina van Griekenland, geboren op zondag 4 mei 1913 in Athene. Catharina is overleden op dinsdag 2 oktober 2007 in Marlow, 94 jaar oud.
Notitie bij Catharina: Op 21 april 1947 trouwde ze in Londen met Richard Brandram (5 augustus 1911 - 5 april 1994). Vanaf dat moment deed ze afstand van haar koninklijke titels en ging verder door het leven als Lady Catherine Brandram. Het paar kreeg een zoon, Richard Paul George Andrew Brandram (1948).

Ze was de laatst nog levende achterkleindochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken
64 George II, Koning van de Hellenen van Griekenland is geboren op zondag 20 juli 1890 in Athene, zoon van Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland en Sophie van Pruisen (zie 63). George is overleden op dinsdag 1 april 1947 in Koninklijk Paleis, Athene, 56 jaar oud.
Notitie bij George: Hij was de oudste zoon van koning Constantijn I en koningin Sophie. Na zijn vaders abdicatie op 27 september 1922 kwam hij op de Griekse troon.

Geen enkel Europees land heeft zo gesold met zijn koningen als Griekenland. In 1923 schafte het Griekse parlement de monarchie af en riep de republiek uit. Na één jaar koning geweest te zijn, vertrok George II naar Londen.

De Tweede Griekse republiek (1924-1935) slaagde er niet in de problemen het hoofd te bieden. Onlust heerste er in het land: militaire opstanden, voortdurende wisselingen van ministeries, staatsgrepen en dictatuur. Venízelos werd in 1928 teruggehaald en bracht enige verbetering in de politieke, economische en financiële toestand. Maar in 1932 werd hij door de royalisten ten val gebracht en weer verbannen.

In 1935 besliste een volksraadpleging over het herstel van de monarchie en George II keerde terug naar Athene. De ernstige, eenvoudige en spaarzame vorst leefde als een eenzame in zijn geplunderde paleis. Na veertien ongelukkige huwelijksjaren (1921-1935) had koningin Elisabeth, oudste dochter van koning Ferdinand I van Roemenië, zich van hem laten scheiden.

George II bestreed de corruptie in het leger en in de politiek, kondigde amnestie af, maar slaagde er niet in te regeren als een constitutioneel monarch. Hij vormde een militaire dictatuur geleid door de rechtse generaal Metáxas, die alles wat naar links rook naar het buitenland verbande. Op 28 oktober 1940 vielen de Italianen het land binnen, nadat de koning een ultimatum van de Duce naast zich had neergelegd. Griekenland bood dapper weerstand, die echter niet meer mocht baten.

Toen op 6 april 1941 ook de Duitsers het land binnenrukten, verliet de koning met zijn regering het land. In oktober 1944 gaven de Duitsers Athene over aan de Engelsen; de uitgeweken regering keerde naar Griekenland terug. Een volksstemming in 1946 riep ook koning George II weer op de troon, maar een jaar later stierf hij, kinderloos, aan een hartaanval. Hij werd opgevolgd door zijn broer Paul.
Heerlijkheid:
was koning van Griekenland van 1922 tot 1923 en van 1935 tot 1947 (tussen 1941 en 1946 in ballingschap).
George trouwde, 30 jaar oud, op zondag 27 februari 1921 in Boekarest met Elizabeth van Roemenië, 26 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1935. Zie 149 voor persoonsgegevens van Elizabeth.
65 Alexander I, Koning van de Hellenen van Griekenland is geboren op donderdag 20 juli 1893 in Athene, zoon van Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland en Sophie van Pruisen (zie 63). Alexander is overleden op maandag 25 oktober 1920 in Athene, 27 jaar oud.
Notitie bij Alexander: Hij was de tweede zoon van koning Constantijn I en diens echtgenote Sophie van Pruisen. Na het gedwongen aftreden van Constantijn kwam zijn tweede zoon als Alexander I aan de macht. Het volk beschouwde echter de verdreven koning als een martelaar en noemde Alexander - in zijn koninklijk paleis een gevangene van premier Venízelos en de geallieerden - geen koning maar prins (regent).

Alexander was niet populair, en dat had veel te maken met zijn huwelijksleven. Hij was immers vóór de machtsovername getrouwd met Aspasia Manos (op 4 november 1919 in Athene), de beeldschone dochter van een rijke Atheense burger. Deze frivole, niet-adellijke dame was een notoire feministe, die zelfs een vliegbrevet haalde, wat in het conservatieve Griekenland op weinig sympathie kon rekenen.

Na de Eerste Wereldoorlog verkreeg Alexander voor zijn land gebiedsuitbreiding in het noorden, ten koste van Turkije en Bulgarije. Bovendien werd Smyrna (het huidige Izmir), een Turkse havenstad in Klein-Azië met een in hoofdzaak Griekssprekende bevolking, aan Griekenland toegewezen.

Het korte bewind van Alexander I eindigde in 1920 met een tragikomisch voorval. De koning-regent overleed aan bloedvergiftiging als gevolg van de beet van een aap. Een volksstemming riep Constantijn I terug op de troon: hij werd met laaiende geestdrift in Athene ontvangen.
Heerlijkheid:
was van 1917 tot 1920 koning van Griekenland
Alexander trouwde met Aspasia Manos. Aspasia is overleden.
Kind van Alexander en Aspasia:
1 Alexandra van Griekenland, geboren op vrijdag 25 maart 1921 in Athene. Volgt 66.
66 Alexandra van Griekenland is geboren op vrijdag 25 maart 1921 in Athene, dochter van Alexander I, Koning van de Hellenen van Griekenland (zie 65) en Aspasia Manos. Alexandra is overleden op zaterdag 30 januari 1993 in Burgess Hill, 71 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Ze werd exact 5 maanden na de dood van haar vader geboren en is samen met haar moeder de enige binnen de Griekse koninklijke familie geweest die van direct Grieksen bloede was.

Alexandra groeide op in een vijandige omgeving. Enerzijds was er het Griekse volk dat haar wantrouwde vanwege de afkeer dat het had van haar vader en vooral van zijn huwelijk met haar moeder. Anderzijds werd zij binnen haar familie met scheve ogen aangekeken wegens de slechte verhouding tussen de koninklijke familie en haar moeder en in het bijzonder als gevolg van de slechte verstandhouding tussen haar vader en grootvader, Constantijn I.

Nadat in Joegoslavië de monarchie werd afgeschaft vestigde het gezin zich in de Verenigde Staten. Na de dood van haar man in 1970, ging Alexandra in Groot-Brittannië wonen, waar zij in 1993 overleed. Zij werd begraven op het kerkhof bij het Tatoi-paleis, de zomerresidentie van de voormalige koningen van Griekenland.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland, koningin van Joegoslavië
Alexandra trouwde, 22 jaar oud, op maandag 20 maart 1944 in Londen met Peter II van Joegoslavië, 20 jaar oud. Zie 151 voor persoonsgegevens van Peter.
Kind van Alexandra en Peter:
1 Alexander van Joegoslavië, geboren op dinsdag 17 juli 1945 in Londen.
Notitie bij Alexander: Kroonprins Alexander was getrouwd met prinses Maria da Gloria van Orléans-Braganca. Ze kregen 3 zoons. Erfprins Peter van Joegoslavië (1980) kreeg er in 1982 tweelingbroertjes bij: prins Alexander van Joegoslavië en prins Filips van Joegoslavië. Door zijn huwelijk met een katholieke vrouw verloor kroonprins Alexander zijn plaats in de lijn van de Britse troonopvolging. Zijn 3 zoons staan er wel in.

Het huwelijk tussen kroonprins Alexander en prinses Maria da Gloria van Orléans-Braganca eindigde in 1985. Kroonprins Alexander hertrouwde met de Griekse Katherine Clairly Batis. Sinds het jaar 2000 is de kroonprins weer in Servië woonachtig. Hij woont samen met zijn gezin in Belgrado in het koninklijke paleis in de wijk Dedinje. Hij noemt zichzelf tegenwoordig kroonprins van Servië.
Heerlijkheid:
kroonprins van Joegoslavië
67 Helena van Griekenland is geboren op zondag 3 mei 1896 in Athene, dochter van Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland en Sophie van Pruisen (zie 63). Helena is overleden op zondag 28 november 1982 in Lausanne, 86 jaar oud.
Notitie bij Helena: Helena had drie broers die achtereenvolgens koning van Griekenland werden: George, Alexander en Paul en twee jongere zussen: Irene en Catharina.

Op 10 maart 1921 trouwde ze in Athene met de Roemeense kroonprins Carol. Een gelukkig huwelijk werd het niet. Al na vier jaar - en na de geboorte van hun enige zoon Michael vertrok Carol met zijn maîtresse naar Parijs waar hij zich metterdaad vestigde. Carol gaf zelfs zijn recht op de troon op, ten behoeve van zijn zoontje. Koningin van Roemenië werd Helena derhalve nooit. Toen Carol in 1930 naar zijn vaderland terugkeerde om de regering op zich te nemen, waren Helena en hij inmiddels al twee jaar gescheiden.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog wijdde zij zich aan het verzorgen van gewonden en redde zij Roemeense Joden uit de handen van nazi-Duitsland, waarvoor zij later de Yad Vashem-onderscheiding kreeg.

Na de communistische machtsovername in 1947 vestigde Helena zich in het Zwitserland Lausanne. Daar bleef zij wonen tot aan haar overlijden op 86-jarige leeftijd in 1982.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken
Helena trouwde, 24 jaar oud, op donderdag 10 maart 1921 in Athene met Carol II van Roemenië, 27 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1928. Zie 148 voor persoonsgegevens van Carol.
Kind van Helena en Carol:
1 Michaël I van Roemenië, geboren op dinsdag 25 oktober 1921 in Sinaia. Volgt 68.
68 Michaël I van Roemenië is geboren op dinsdag 25 oktober 1921 in Sinaia, zoon van Carol II van Roemenië (zie 148) en Helena van Griekenland (zie 67).
Notitie bij Michaël: Michaëls kindertijd werd overschaduwd door spanningen tussen zijn ouders die voortkwamen uit het gedrag van zijn vader. Prins Carol kreeg kort na Michaëls geboorte een langdurige affaire met Magda Wolff (in het Roemeens bekend als Elena Lupescu). Zijn vader verdween in 1925 met Wolff naar Parijs en gaf zijn recht op de troon, "al zijn rechten" op, hetgeen vervolgens wettelijk werd bevestigd. Aldus werd Michaël in 1926 op 5-jarige leeftijd de troonopvolger. Carol bleef onder de naam Carol Caraiman in Parijs wonen.

Michaël besteeg de troon in 1927 na de dood van koning Ferdinand I. Vanwege zijn minderjarigheid regeerde in zijn naam een regentschapsraad bestaande uit zijn oom, prins Nicolaas, patriarch Miron Cristea en Gheorghe Buzdugan (president van de Hoge Raad). Deze laatste stierf al snel en werd opgevolgd door Constantin Sarateanu.

Carol keerde op 7 juni 1930 onverwachts terug naar Roemenië en werd een dag later door het parlement tot koning gekroond. De regering hoopte dat hij de politiek - die na de Eerste Wereldoorlog een chaos was geworden - weer in goede banen zou kunnen leiden.

Voor ex-koning Michaël, nog maar acht jaar oud, waren deze gebeurtenissen een trauma, met name het feit dat zijn moeder hierdoor in 1932 het land moest ontvluchten viel hem zwaar. Na zijn afzetting kreeg hij de pompeuze maar inhoudsloze titel Groot-Vojvode van Alba Iulia.

Na de lagere school zette Michaël zijn studie voort in een speciale klas waarin de beste leerlingen uit het gehele land - uit alle rangen en standen - waren samengebracht.

De heerschappij van Carol duurde tien jaar (1930-1940), een periode van grote economische groei gevolgd door een wereldwijde crisis, maar ook de periode waarin een eind kwam aan de parlementaire democratie in Roemenië. In 1938 werd hij absoluut heerser. De Tweede Wereldoorlog dreigde echter en in 1940 verloor Roemenië - zonder dat er één schot was afgevuurd - door een verdrag tussen Adolf Hitler en de Sovjet-Unie Bessarabië, Noord-Boekovina en het noordwesten van Transsylvanië. Het volk gaf Carol hiervan de schuld en op 5 september 1940 droeg hij de macht over aan generaal Ion Antonescu, die hem de volgende dag afzette. De 19-jarige Michaël werd in naam opnieuw koning.

Michaëls tweede regeringsperiode begon onder dramatische omstandigheden. Roemenië was nog maar een deel van wat het enige jaren eerder was en de macht van de koning was uiterst beperkt. In feite regeerde Antonescu als dictator en was Roemenië een satellietstaat van Nazi-Duitsland. Het land werd hoofdleverancier van olie en graan voor het oostfront.

In deze turbulente oorlogsperiode lukte het Michaël en enkele loyale generaals en partijleiders op 23 augustus 1944 een staatsgreep te plegen, Antonescu te arresteren en de capitulatie van Roemenië uit te roepen. Antonescu werd opgesloten in de kamer waar de koninklijke postzegelverzameling werd bewaard. Voor deze heldendaad kan Michaël tot op de dag van vandaag bij de Roemenen niet stuk.

Michaël werd na de communistische machtsovername in 1947 echter opnieuw gedwongen troonsafstand te doen en het land te verlaten. Hij zocht asiel in Zwitserland, waar hij tot 2001 zou blijven wonen.

In 1947 leerde Michaël, hij was toen net afgetreden, tijdens het huwelijk van de Engelse kroonprinses Elizabeth met Philip Mountbatten, Anne van Bourbon-Parma kennen. Zij was de oudste dochter en het tweede kind van René van Bourbon-Parma en Margaretha van Denemarken, en een kleindochter van Robert I, de laatste soevereine hertog van Parma. Met haar trad Michaël op 10 juni 1948 in het huwelijk. Dat had nog heel wat voeten in aarde, want de bruid was katholiek. Derhalve moest bij de Heilige Stoel dispensatie aangevraagd worden, omdat Michael orthodox was, en - met het oog op een eventuele terugkeer naar Roemenië geenszins van plan om zijn geloof te verlaten. Het huwelijk werd, aanvankelijk zonder toestemming van de Rooms-katholieke kerk gesloten. Die erkenning volgde pas in 1990.

Drie jaar na de val van het communistische regime, met Pasen 1992, werd het de ex-koning weer toegestaan zijn vaderland te bezoeken. Hij werd door miljoenen Roemenen toegejuicht. President Ion Iliescu, die dit niet beviel, gaf Michaël hierop te verstaan voortaan weg te blijven.

In 1997 kreeg hij echter het Roemeens staatsburgerschap terug van president Constantinescu (1996-2000), die hem weer had binnengehaald en gebruikte als ambassadeur naar andere koninkrijken in Europa en daarmee veel goede wil had verworven in en voor Roemenië. In 2001 nodigde Iliescu de 79-jarige Michaël officieel uit voor een bezoek. Hij wilde laten zien dat het land zijn communistische verleden definitief van zich had afgeschud. Op 23 mei 2001 zette de ex-koning weer voet in het paleis in Boekarest. Bij het hek stonden honderden oudere Roemenen om hem te begroeten. Iliescu sprak hem aan met sire.

Van de oude Michaël viel dan ook niet veel meer te verwachten. Het lijkt onwaarschijnlijk dat hij - zoals ex-koning Simeon II van Bulgarije - nog de politiek in zal gaan. Zijn oudste dochter Margareta werd, mede door haar huwelijk ongeschikt geacht. Opvolging in vrouwelijke lijn was volgens de grondwet van het koninkrijk Roemenië bovendien niet toegestaan. Officieel gold daarom Frederik Willem van Hohenzollern-Sigmaringen als volgende in de lijn van troonopvolging. Op 30 december 2007 vaardigde Michaël onverwacht een decreet uit, waarin hij zijn oudste dochter benoemde tot troonopvolgster.[1] Dit decreet heeft overigens geen rechtsgeldigheid.

Op 5 juni 2008 maakt de ex-koning van Roemenië bekend dat hij weer in Kasteel Peles gaat wonen, het koningsslot waaruit hij in 1947 door de communisten werd verdreven. Bezoekers van het in het slot gevestigde museum kunnen in de toekomst dus niet alleen waardevolle voorwerpen bekijken, maar ook de 89-jarige oud-koning tegen het lijf lopen.

Kasteel Peles in Sinaia trekt jaarlijks meer dan 10.000 toeristen uit de hele wereld. De oud-monarch stelde ook dat het slot tot in de eeuwigheid voor toeristen geopend zal blijven.
Heerlijkheid:
was de laatste koning van Roemenië. Hij regeerde van 20 juli 1927 tot 8 juni 1930 en van 6 september 1940 tot 30 december 1947
Michaël trouwde, 26 jaar oud, op donderdag 10 juni 1948 met Anne van Bourbon-Parma, 24 jaar oud. Zie 280 voor persoonsgegevens van Anne.
Kinderen van Michaël en Anne:
1 Margaretha van Roemenië, geboren op zaterdag 26 maart 1949 in Lausanne.
Notitie bij Margaretha: Zij is de oudste dochter van de Roemeense ex-koning Michaël I en diens vrouw koningin Anne. Zij groeide met haar vier jongere zusters op in Zwitserland en Engeland. Tijdens haar studie had ze een relatie met de latere Britse premier Gordon Brown. Margaretha studeerde aan de Universiteit van Edinburgh politieke wetenschappen. Vervolgens werkte ze als onderzoekster bij verschillende Britse universiteiten aan programma’s die werden gefinancierd door de Wereld Gezondheidsorganisatie. In 1983 verhuisde ze naar Rome, waar ze ging werken bij de FAO. Daar zou ze blijven tot 1989. Toen vertrok ze naar Genève om, aan de zijde van haar vader, te werken bij een groot liefdadigheidsproject voor Roemenië.

Op 21 september 1996 trouwde ze met de elf jaar jongere Roemeense zakenman Radu Duda. Deze werd door Frederik Willem van Hohenzollern-Sigmaringen, die op dat moment nog de eerste in lijn voor de Roemeense troonopvolging was, als Prins van Hohenzollern-Veringen in de adelstand verheven.

Op 30 december 2007 kondigde ex-koning Michaël onverwacht per decreet aan dat Margaretha zijn opvolger zou zijn. Zij werd nu "officieel" kroonprinses van Roemenië. Haar jonge man werd in het zelfde decreet tot prins van Roemenië, en toekomstig prins-gemaal van Roemenië benoemd.
Heerlijkheid:
Roemeense prinses uit het huis Hohenzollern-Sigmaringen
2 Elena van Roemenië, geboren op woensdag 15 november 1950 in Lausanne. Volgt 69.
3 Irina van Roemenië, geboren in 1953.
4 Sophie van Roemenië, geboren in 1957.
5 Maria van Roemenië, geboren op maandag 13 juli 1964 in Hellerup, Denemarken. Volgt 70.
69 Elena van Roemenië is geboren op woensdag 15 november 1950 in Lausanne, dochter van Michaël I van Roemenië (zie 68) en Anne van Bourbon-Parma (zie 280).
Notitie bij Elena: Elena en Leslie scheidden van elkaar op 28 november 1991. Elena trouwde nog een keer, op 14 augustus 1998 met Alexander McAteer (22 oktober 1964) in Peterlee (Engeland). Ze is tweede in lijn van de Roemeense troonopvolging, voor haar zoon, en 83ste in lijn van de Britse troonopvolging, haar kinderen 84ste en 85ste.

Elena heeft nog een oudere zus en drie jongere zussen: Margaretha, Irina, Sofia en Maria.
Elena:
(1) trouwde, 32 jaar oud, op woensdag 20 juli 1983 in Durham (GB) met Dr. Leslie Medforth-Mills, 40 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden op donderdag 28 november 1991.
Notitie bij het huwelijk van Elena en Dr.: later nogmaals in een Griekse Orthodoxe kerk, op 24 september 1983 in Lausanne.
Dr. is geboren op dinsdag 8 december 1942. Dr. is overleden op zaterdag 2 februari 2002, 59 jaar oud.
(2) trouwde, 47 jaar oud, op vrijdag 14 augustus 1998 in Peterlee (GB) met Alexander McAteer.
Kinderen van Elena en Dr.:
1 Nicholas Michael Medforth-Mills, geboren op maandag 1 april 1985.
2 Elizabeth Karina Medforth-Mills, geboren op woensdag 4 januari 1989.
70 Maria van Roemenië is geboren op maandag 13 juli 1964 in Hellerup, Denemarken, dochter van Michaël I van Roemenië (zie 68) en Anne van Bourbon-Parma (zie 280). Maria trouwde, 31 jaar oud, op zaterdag 16 september 1995 in New York City met Casimir Mystkowski. Het huwelijk werd ontbonden in 2003.
Notitie bij het huwelijk van Maria en Casimir: Ze trouwde met Casimir Mystkowski, een Poolse Rooms-Katholiek, op 16 september 1995 in New York City, daardoor verloor Maria haar rechten op de Britse troon, want volgens de ’Act of Settlement 1701’ hebben Rooms-Katholieke leden van de Koninklijke familie of leden die er met een trouwen geen recht op de troon.

In 2003 scheidden Casimir en Maria.
71 Paul I, Koning der Hellenen van Griekenland is geboren op zaterdag 14 december 1901 in Athene, zoon van Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland en Sophie van Pruisen (zie 63). Paul is overleden op vrijdag 6 maart 1964 in Paleis Tatoi, 62 jaar oud.
Notitie bij Paul: Hij werd geboren in 1901 als jongste zoon van koning Constantijn I. Paul besteeg de Griekse troon in 1947, nadat zijn broer George II kinderloos gestorven was. Toen hij koning werd, was zijn land verwikkeld in een burgeroorlog, die veel menselijk leed aanrichtte. Ook na de burgeroorlog had het land te kampen met grote problemen: veel huizen waren verwoest, het vee weggevoerd, een verbitterde verdeeldheid heerste onder de bevolking. Het koningspaar spande zich hard in om de door de burgeroorlog verslechterde leefomstandigheden te verbeteren.

Maar het eigenzinnige en heerszuchtige karakter van koningin Frederika maakte haar niet geliefd bij haar onderdanen. Zij was een kleindochter van de Duitse keizer Wilhelm II en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij verdacht van enige nazi-sympathieën. Koning Paul daarentegen was een eerlijk en beminnelijk man, maar rond 1950 werd het duidelijk dat hij volledig door zijn bemoeizieke vrouw werd gedomineerd. Ze hield zich persoonlijk met staatszaken bezig, en kreeg het herhaaldelijk aan de stok met verschillende eerste ministers. Zelfs de meest overtuigde royalisten bracht zij tot republikeinse ideeën.

De laatste jaren van zijn leven was Paul I zich voornamelijk met theologie en filosofie gaan bezighouden. Hij schreef zelfs een boek over Plato. Toen hij in 1964 overleed en opgevolgd werd door zijn 24-jarige zoon Constantijn, was de populariteit van het Griekse koningshuis tot een dieptepunt weggezakt.
Paul trouwde, 36 jaar oud, op zondag 9 januari 1938 in Athene met Frederika van Brunswijk, 20 jaar oud. Zie 56 voor persoonsgegevens van Frederika.
Kinderen van Paul en Frederika: zie 56.
72 Irene van Griekenland en Denemarken is geboren op zaterdag 13 februari 1904 in Athene, dochter van Constantijn I, Koning van de Hellenen van Griekenland en Sophie van Pruisen (zie 63). Irene is overleden op maandag 15 april 1974 in Fiesole, 70 jaar oud.
Notitie bij Irene: Op 1 juli 1939 trouwde zij te Florence met Aimone van Savoye, de vierde hertog van Aosta. In 1941 werd Aimone als Tomislav II koning van de Duits-Italiaanse marionettenstaat Kroatië. Het paar betrad evenwel nooit Kroatische bodem, Aimone legde al in 1943 de kroon neer. Na de oorlog leefden Irene en haar man in ballingschap in Buenos Aires. Nadat Aimone daar in 1948 was overleden, mocht Irene terugkeren naar Italië. Zij nam weer bezit van de voormalige landgoederen van de hertogelijke familie van Aosta.
Irene trouwde, 35 jaar oud, op zaterdag 1 juli 1939 in Florence met Tomislav II van Kroatië, 39 jaar oud. Tomislav is geboren op vrijdag 9 maart 1900 in Turijn. Tomislav is overleden op donderdag 29 januari 1948 in Buenos Aires, 47 jaar oud.
Notitie bij Tomislav: Hij was de zoon van Emanuel Filibert van Aosta (zoon van Amadeus I van Spanje), en Hélène van Orléans. Op 1 juli 1939 huwde hij in Florence Irene van Griekenland, dochter van koning Constantijn I van Griekenland en Sophie van Pruisen. Op 27 september 1943 werd hun enige kind prins Amadeus (die na de dood van zijn vader de vijfde hertog van Aosta werd) geboren.

Het Koninkrijk Joegoslavië sloot in maart 1941 onder grote druk een pact met Duitsland. Hierop zette het leger, aangemoedigd door Engelse agenten, de regering en prins Paul (regent voor de minderjarige koning Peter II) af. Een week later viel een Duits-Italiaans-Hongaars-Bulgaarse strijdmacht Joegoslavië binnen. De Kroaten keerden zich tegen de Serviërs (waartoe de koninklijke familie behoorde) en Kroatië werd als dank hiervoor door Adolf Hitler tot onafhankelijk koninkrijk verheven. Deze staat - die in feite helemaal niet onafhankelijk was en volledig naar het pijpen van Duitsland en Italië danste - besloeg het grootste deel van Kroatië en Bosnië en Herzegovina en werd geleid door de Kroatische fascist Ante Pavelic.

Aimone werd in absentia gekroond tot koning van Kroatië, prins van Bosnië en Herzegovina en woiwode van Dalmatië, Tuzla en Temun. Hij noemde zich in deze hoedanigheid Tomislav II, naar Tomislav, de eerste koning van Kroatië die regeerde van 910 tot 928. Hij bleef echter in Italië wonen, zette nooit een voet op Kroatische bodem en had in feite geen enkele macht.

Aimone werd op 3 maart 1942 na de dood van zijn broer de vierde hertog van Aosta. Zijn broer Amadeus, de derde hertog, kwam om in een Brits krijgsgevangenenkamp in Nairobi. Na de Italiaanse capitulatie van 8 september 1943 deed hij op 12 oktober troonsafstand. Hij stierf op 29 januari 1948 in Buenos Aires.
Heerlijkheid:
hertog van Spoleto, prins van Savoye en vanaf 1942 vierde hertog van Aosta, was van 18 mei 1941 tot 12 oktober 1943 als Tomislav II officieel koning van de Onafhankelijke Staat Kroatië, een satellietstaat van nazi-Duitsland, hoewel hij nooit voet op Kroatische bodem zette.
Kind van Irene en Tomislav:
1 Amadeus van Savoye, geboren op maandag 27 september 1943 in Florence. Volgt 73.
73 Amadeus van Savoye is geboren op maandag 27 september 1943 in Florence, zoon van Tomislav II van Kroatië en Irene van Griekenland en Denemarken (zie 72).
Notitie bij Amadeus: Amedeo en Claude hebben drie kinderen:
Bianca (*1966), getrouwd met de Italiaan Gilberto Arrivabene Valenti Gonzaga. Het paar heeft vijf kinderen.
Aimone (*1967), in 2008 getrouwd met prinses Olga van Griekenland
Mafalda (*1969), die korte tijd getrouwd was met een neef van koningin Paola: Don Alessandro Ruffo di Calabria.
In 2001 hertrouwde zij met Francisco Lombardo di San Chirico. Met haar tweede echtgenoot heeft prinses Mafalda drie kinderen.
In 1987 trad hertog Amedeo voor de tweede maal in het huwelijk met de Italiaanse aristocrate Silvia Paterno di Spedalotto, bij wie hij in 1967 ook al een zoon verwekte. In 2006 werd bovendien bekend dat de hertog een dochter heeft bij de Nederlandse Kyra van Ellinghuizen.

Voor veel Italiaanse monarchisten is prins Amedeo het hoofd van het Italiaanse Koningshuis, nadat de enige zoon van de laatste Italiaanse koning, prins Victor Emanuel, in het huwelijk trad met een niet-adellijke vrouw en tevens in enkele juridische schandalen verwikkeld raakte.
Amadeus trouwde, 20 jaar oud, op woensdag 22 juli 1964 in Sintra (Portugal) met Claude van Orléans. Het huwelijk werd ontbonden in 1982.

74 Margaretha van Pruisen is geboren op maandag 22 april 1872 in Potsdam, dochter van Frederik III Willem Nicolaas Karel van Pruisen van Duitsland (zie 259) en Victoria van Saksen-Coburg en Gotha (zie 41). Margaretha is overleden op vrijdag 22 januari 1954 in Kronberg im Taunus, 81 jaar oud. Margaretha trouwde met Frederik Karel van Hessen. Zie 257 voor persoonsgegevens van Frederik.
Kinderen van Margaretha en Frederik:
1 Frederik Willem van Hessen, geboren in 1893. Frederik is overleden in 1916, 22 of 23 jaar oud (oorzaak: Gesneuveld).
2 Maximiliaan van Hessen, geboren in 1894. Maximiliaan is overleden in 1914, 19 of 20 jaar oud (oorzaak: Gesneuveld).
3 Filips van Hessen-Kassel, geboren op vrijdag 6 november 1896 in Offenbach. Volgt 75.
4 Wolfgang Maurits van Hessen, geboren op vrijdag 6 november 1896 in Offenbach am Main. Volgt 77.
5 Richard van Hessen, geboren in 1901. Richard is overleden in 1964, 62 of 63 jaar oud.
6 Christoffel van Hessen-Kassel, geboren op dinsdag 14 mei 1901 in Frankfurt. Volgt 78.
75 Filips van Hessen-Kassel is geboren op vrijdag 6 november 1896 in Offenbach, zoon van Frederik Karel van Hessen (zie 257) en Margaretha van Pruisen (zie 74). Filips is overleden op zaterdag 25 oktober 1980 in Rome, 83 jaar oud.
Notitie bij Filips: Hij was een Duitse prins uit het huis Hessen-Kassel en een nationaalsocialistisch politicus.
Aangezien zijn twee oudere broers in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld waren, werd hij vanaf 1940, toen zijn vader stierf, hoofd van het huis Hessen-Kassel. Toen zijn vader in 1918 kortstondig koning van Finland was, koos deze niet Filips, maar diens jongere tweelingbroer Wolfgang tot kroonprins. Filips moest de belangen van de familie in Hessen blijven behartigen.

Tijdens het Derde Rijk, verbond Filips zich sterk met de nationaalsocialisten. Al in 1930 werd hij lid van de NSDAP. En na Hitlers machtsovername in 1933 werd hij door Hermann Göring benoemd tot oberpresident van Hessen-Nassau. Vanwege zijn huwelijk met een Italiaanse prinses, werd hem geregeld gevraagd te bemiddelen tussen Hitler en Mussolini. Zijn bijzondere relatie met Italië leidde in 1943 tot zijn arrestatie door de Gestapo. In de zomer van 1943 werd Mussolini namelijk als regeringsleider ontslagen door Philips schoonvader. Filips en zijn vrouw werden in gevangenschap genomen. Mafalda zou uiteindelijk omkomen in het concentratiekamp Buchenwald. Filips zou de oorlog overleven. Hij werd van 1945 tot 1948 geïnterneerd door de Amerikanen.

Vanaf 1948 leefde hij afwisselend in Kassel en in Rome, waar hij overleed.
Filips trouwde, 28 jaar oud, op woensdag 23 september 1925 in slot Racconigi met Mafalda Maria Elisabeth van Savoye, 22 jaar oud. Mafalda is geboren op zondag 2 november 1902 in Rome. Mafalda is overleden op zondag 27 augustus 1944 in Buchenwald, 41 jaar oud.
Notitie bij Mafalda: Haar echtgenoot was een fanatiek lid van de NSDAP. Door zijn huwelijk met Mafalda werd hij in de gelegenheid gesteld te bemiddelen tussen de nazi’s in Duitsland en de fascisten in Italië. Adolf Hitler, naar wie de derde zoon vernoemd was, vertrouwde Mafalda evenwel niet en noemde haar "het grootste kreng uit de Italiaanse koninklijke familie". Toen in 1943 Benito Mussolini met steun van het Duitse leger opnieuw aan de macht kwam in Italië en de koninklijke familie moest vluchten naar Sicilië, werd Mafalda in München gearresteerd. Men legde haar "subversieve activiteiten" ten laste en transporteerde haar naar Concentratiekamp Buchenwald, waar ze op 27 augustus 1944 omkwam ten gevolge van geallieerde bombardementen, uitputting en honger.

In Italië werd in 1995 een postzegel met haar beeltenis gedrukt.
Kind van Filips en Mafalda:
1 Maurits van Hessen, geboren op vrijdag 6 augustus 1926 in Racconigi, (Piëmont). Volgt 76.
76 Maurits van Hessen is geboren op vrijdag 6 augustus 1926 in Racconigi, (Piëmont), zoon van Filips van Hessen-Kassel (zie 75) en Mafalda Maria Elisabeth van Savoye.
Notitie bij Maurits: Maurits stamt uit de linie Hessen-Rumpenfeld, een zijtak van het Huis Hessen-Kassel. In 1968 werd hij door de weduwe van Lodewijk van Hessen-Darmstadt geadopteerd. Lodewijk en zijn vrouw waren kinderloos en wilden voorkomen dat met hen de linie Hessen-Darmstadt zou uitsterven. Door dit besluit werden de twee oudste linies van het huis, die sinds 1567 gescheiden waren, opnieuw verenigd.

Maurits groeide op, op het Slot Raccogni, nabij Turijn. Na de dood van zijn moeder, in het Concentratiekamp Buchenwald, in 1944, woonde hij afwisselend in Kassel en Neubeuern. Na zijn militaire dienst studeerde hij economie.

Hij bracht de vermogens van beide Hessische linies onder in de zogenaamde Hessische Huisstichting en leidt als voorzitter van deze stichting het beheer van het culturele erfgoed. Onder het beheer vallen ook enkele hotels die zijn gesticht in voormalige paleizen en landgoederen.
Heerlijkheid:
sinds 1968 hoofd van het voormalige adellijke Huis Hessen. Uit dien hoofde voert hij in het dagelijks leven de (officieuze) titel landgraaf.
Maurits trouwde, 37 of 38 jaar oud, in 1964 met Tatjana van Sayn-Wittgenstein-Berleburg. Het huwelijk werd ontbonden in 1974. Tatjana is overleden.
Kinderen van Maurits en Tatjana:
1 Mafalda van Hessen, geboren in 1965.
2 Hendrik Donatus van Hessen, geboren op maandag 17 oktober 1966 in Kiel.
Notitie bij Hendrik: is lid van de Duitse hoogadel, als toekomstig hoofd van het huis Hessen. Gewoonlijk treed hij op als Prins von Hessen.

Heinrich is de oudste zoon van Moritz Prinz und Landgraf von Hessen Kassel (* 1926) en zijn vrouw Tatiana Prinzessin zu Sayn-Wittgenstein-Berleburg (* 1940).

In 2003 trouwde hij met Floria-Franziska Gravin von Faber-Castell. In 2007 werd uit dit huwelijk een tweeling geboren Paulina Elisabeth en Moritz Ludwig.
3 Helena Elisabeth van Hessen, geboren in 1967.
4 Filips Robin van Hessen, geboren in 1970.
77 Wolfgang Maurits van Hessen is geboren op vrijdag 6 november 1896 in Offenbach am Main, zoon van Frederik Karel van Hessen (zie 257) en Margaretha van Pruisen (zie 74). Wolfgang is overleden op woensdag 12 juli 1989 in Frankfurt am Main, 92 jaar oud.
Notitie bij Wolfgang: Toen Wolfgangs vader in 1918 de Finse koningskroon kreeg aangeboden, koos deze zijn zoon Wolfgang uit om als kroonprins mee te gaan naar Finland. De twee oudste broers van Wolfgang waren tijdens de Eerste Wereldoorlog gesneuveld en Wolfgangs iets oudere tweelingbroer Filips was door zijn vader uitgekozen om de Hessische familiebelangen te blijven behartigen. Het koninklijke avontuur van Wolfgangs vader duurde maar twee maanden. Niettemin zou Wolfgang de rest van zijn leven Fins troonpretendent blijven.

Op 17 september 1924 trad hij in het huwelijk met Marie van Baden, dochter van Max van Baden en Marie Louise van Hannover-Cumberland. Het paar kreeg geen kinderen en Marie kwam in januari 1944 om bij geallieerde bombardementen op Frankfurt. Wolfgang hertrouwde hierna morganatisch met Ottilie Möller (1903-1991). Dit huwelijk bleef eveneens kinderloos. Van 1933 tot 1945 regeerde Wolfgang als Landraad over het district Obertaunus. Een betrekking waar hij - hoewel geen lid van de NSDAP, door Hermann Göring aan geholpen was. Na de oorlog trad Wolfgang op als leider van de zogenaamde Hessische Hausstiftung, waar het familiebezit in was onder gebracht.

Aangezien Wolfgang geen kinderen had, adopteerde hij Karl, de oudste zoon van zijn broer Christoffel, die in de Tweede Wereldoorlog was gesneuveld.

Toen hij overleed was hij het laatste achterkleinkind van koningin Victoria dat nog tijdens haar leven werd geboren.
Wolfgang trouwde, 27 jaar oud, op woensdag 17 september 1924 met Marie Van Baden, 22 jaar oud. Zie 213 voor persoonsgegevens van Marie.
78 Christoffel van Hessen-Kassel is geboren op dinsdag 14 mei 1901 in Frankfurt, zoon van Frederik Karel van Hessen (zie 257) en Margaretha van Pruisen (zie 74). Christoffel is overleden op donderdag 7 oktober 1943 in Apennijnen bij Forlì, 42 jaar oud.
Notitie bij Christoffel: Tijdens het Derde Rijk was Christoffel een hooggeplaatste nazi. Hij was het hoofd van de inlichtingendienst van Hermann Göring, en een naaste medewerker van Heinrich Himmler en lid van de SS. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hij als majoor in de Luftwaffe.

Christoffel en Sophia kregen samen vijf kinderen:
Prinses Christine (10 januari 1933)
Prinses Dorothea (24 juli 1934)
Prins Karl (26 maart 1937)
Prins Rainer (18 november 1939)
Prinses Clarissa (6 februari 1944)

Op 7 oktober 1943 overleed Christoffel ten gevolge van een vliegtuigongeluk in de Apennijnen bij Forlì.
Christoffel trouwde, 29 jaar oud, op maandag 15 december 1930 in Berlijn met Sophia van Griekenland en Denemarken, 16 jaar oud. Zie 123 voor persoonsgegevens van Sophia.
Kinderen van Christoffel en Sophia:
1 Christine van Hessen-Kassel, geboren op dinsdag 10 januari 1933.
2 Dorothea van Hessen-Kassel, geboren op dinsdag 24 juli 1934.
3 Karl van Hessen-Kassel, geboren op vrijdag 26 maart 1937. Volgt 79.
4 Rainer van Hessen-Kassel, geboren op zaterdag 18 november 1939.
5 Clarissa van Hessen-Kassel, geboren op zondag 6 februari 1944.
79 Karl van Hessen-Kassel is geboren op vrijdag 26 maart 1937, zoon van Christoffel van Hessen-Kassel (zie 78) en Sophia van Griekenland en Denemarken (zie 123).
Notitie bij Karl: Hij is de oudste zoon van Christoffel van Hessen-Kassel en diens vrouw Sophia van Griekenland en Denemarken, een zuster van de Britse prins-gemaal Philip Mountbatten. Karl is dus een volle neef van de Britse kroonprins Charles. Zijn vader sneuvelde in de Tweede Wereldoorlog. Karl werd later geadopteerd door zijn kinderloze oom Wolfgang.
Karl trouwde met Yvonne Margit Valerie Szapáry.
Heerlijkheid:
Gravin von Muraszombath, Széchysziget und Szapár.
Kinderen van Karl en Yvonne Margit Valerie Szapáry:
1 Christoffel van Hessen-Kassel, geboren in 1969.
2 Irina van Hessen-Kassel, geboren in 1971.
80 Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk is geboren op dinsdag 9 november 1841 in Londen, zoon van Albert van Saksen-Coburg en Gotha en Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk (zie 40). Eduard is overleden op vrijdag 6 mei 1910 in Londen, 68 jaar oud.
Notitie bij Eduard: Voordat hij de troon besteeg hield Eduard de titel Prince of Wales en was hij erfgenaam van de Britse troon. Hij was degene die de titel Prins van Wales het langst hield in de geschiedenis van Groot-Brittannië. Tijdens de lange periode dat zijn moeder, koningin Victoria, weduwe was, werd Eduard buiten de staatszaken gehouden en mocht hij zich niet bemoeien met de politiek. Hij hield zich deze periode veel met zichzelf bezig, met zijn vele minnaressen, de mode en zijn familie.

De periode waarin Eduard regeerde stond in het Verenigd Koninkrijk bekend als het Edwardiaans tijdperk (Edwardian period), de opvolger van de beroemde Victoriaanse periode. Het was het begin van een nieuwe eeuw en van vele veranderingen in de technologie, het sociale leven, de opkomst van de luchtvaart en het steeds populairder worden van het socialisme. Ook werd op 27 februari 1900 de Labour Party opgericht. Eduard speelde een rol in de modernisering van de in Groot-Brittannië beroemde home fleet, een onderdeel van de Britse Royal Navy. De home fleet beschermde de Britse territoriale wateren. Hij was ook verantwoordelijk voor de reorganisatie van het Britse leger na de Tweede Boerenoorlog die zich afspeelde in Zuid-Afrika, dat toen onderdeel was het Britse Rijk. Ook al deed Eduard er alles aan om de relaties tussen landen op het Europese continent te verbeteren, vooral de relatie tussen Groot-Brittannië en Frankrijk, waar hij de bijnaam "peacemaker" voor kreeg, toch kon hij niet voorkomen dat in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Dit was dan wel tijdens de regering van zijn zoon, maar dat er een grote oorlog aan kwam, dat was tijdens de regering van Eduard VII al wel zichtbaar.

Eduard werd geboren om 10:48 uur op 9 november 1841 te Buckingham Palace in Londen. Zijn moeder was de Britse koningin Victoria, de enige dochter van Eduard August, hertog van Kent en prinses Victoria van Saksen-Coburg-Saalfeld. Zijn vader was prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha(zijn ouders waren neef en nicht van elkaar). Hij werd gedoopt als Albert Eduard, zijn eerste naam naar zijn vader en zijn tweede naam naar zijn grootvader aan moederskant. Hij werd gedoopt in de St. George’s Chapel van het Windsor Castle op 25 januari 1842. Zijn peetouders waren de koning van Pruisen, Frederik Willem IV, zijn grootoom prins Adolf, hertog van Cambridge, de Portugese koning Ferdinand II, de hertogin van Saksen-Coburg en Gotha, de hertogin van Saksen-Coburg-Aaltenburg en prinses Sophia van het Verenigd Koninkrijk. In de familie stond hij beter bekend als Bertie.

Als oudste zoon van de Britse monarch kreeg hij meteen na zijn geboorte de titels Hertog van Cornwall en Hertog van Rothesay. Als zoon van prins Albert kreeg hij ook de titels prins van Saksen-Coburg en Gotha en hertog van Saksen. Koningin Victoria benoemde haar zoon tot prins van Wales en graaf van Chester op 8 december 1841. Hij kreeg de titel graaf van Dublin op 17 januari 1850. Ook werd hij opgenomen in de Orde van de Kousenband (Engels: Knight of the Garter) op 9 november 1858 en hij werd ook opgenomen in de Orde van de Distel (Engels: Knight of the Thistle) op 24 mei 1867. In 1863 deed Eduard afstand van zijn rechten op de troon van het hertogdom Saksen-Coburg en Gotha ten gunste van zijn jongere broer, prins Alfred, de hertog van Edinburgh.

Koningin Victoria en prins Albert hadden bepaald dat hun oudste zoon de beschikking kreeg over een goede opvoeding en een goede opleiding, die zou dienen als voorbereiding om uiteindelijk een model te zijn als constitutioneel monarch. Toen Eduard zeven jaar was geworden, begon voor hem een rigoureus educatief programma, opgesteld door zijn vader, prins Albert. Hij stond onder leiding van meerdere leraren. Maar in tegenstelling tot zijn oudere zus, Victoria, Princess Royal, was Eduard geen uitblinker in zijn studie. Hij probeerde te voldoen aan de verwachtingen van zijn ouders maar het heeft niet geholpen. Hoewel Eduard geen ijverige student was, had hij wel veel andere talenten zoals charme en gezelligheid. Benjamin Disraeli beschreef hem als een geïnformeerde, intelligente en zeer aardige jongeman.

Na een reis naar Rome, dat in die tijd onderdeel was van de Kerkelijke Staat, in de eerste maanden van 1859, werkte hij in de zomer van dat jaar zeer hard aan zijn studie. Hij volgde zijn studie aan de Universiteit van Edinburgh en studeerde daar onder andere samen met Lyon Playfair, 1ste baron van Playfair. Nu hij vrijgevochten was van de drukkende onderwijsinstelling die was opgelegd door zijn ouders, genoot hij voor de eerste keer van het studeren. Het wierp zijn vruchten in examens, die hij zeer goed afrondde.

Het jaar daarop ondernam hij de eerste reis naar Noord-Amerika die ooit door een Britse monarch of troonopvolger was ondernomen. Zijn goede humeur en vertrouwde uitstraling maakten de reis een zeer groot succes. Hij opende in Montréal de Victoria Brug die was gebouwd over de Saint Lawrencerivier en hij legde een hoeksteen voor het Parliament Hill te Ottawa, waar later de Canadese regering plaats zou nemen. Hij keek naar Charles Blondin die over een touw boven de Niagarawatervallen liep. En hij bezocht James Buchanan, de president van de Verenigde Staten en verbleef drie dagen op het Witte Huis. Enorme mensenmassa’s waren er overal om hem te groeten. Hij had ontmoetingen met Henry Wadsworth Longfellow, Ralph Waldo Emerson en met Oliver Wendell Holmes, Sr. Zij spraken gebeden uit voor de koninklijke familie in Trinity Church te New York City, voor het eerst sinds 1776.

Eduard had gehoopt dat hij carrière kon maken in het Britse Leger maar dit werd hem echter ontzegd omdat hij de troonopvolger was. Zijn militaire onderscheidingen waren louter honoraire onderscheidingen. In september van dat jaar werd hij naar Duitsland gestuurd, met als reden om naar militaire oefeningen te kijken. Maar eigenlijk werd hij gestuurd om daar prinses Alexandra van Denemarken, oudste dochter van prins Christiaan van Denemarken en prinses Louise, te ontmoeten. Koningin Victoria en prins Albert hadden allang besloten dat Eduard zou gaan trouwen met Alexandra. Ze ontmoetten elkaar in Spiers op 24 september. Eduard werd begeleid door zijn oudere zus, kroonprinses Victoria van Pruisen. Zij was gehuwd met de latere keizer Frederik III van Duitsland.

Het was vanaf deze periode dat Eduard een reputatie kreeg als playboy. Vastbesloten om wat ervaring te krijgen in het leger, woonde Eduard militaire oefeningen bij in Ierland. Tijdens zijn verblijf in Ierland ontmoette hij actrice Nellie Clifden. Prins Albert was ontzettend boos toen hij hier van hoorde en, hoewel hij al ernstig ziek was, bezocht hij Eduard in Cambridge. Prins Albert stierf op 14 december 1861, amper twee weken na het bezoek aan Eduard. Koningin Victoria was ontroostbaar: zij droeg rouwkleding voor de rest van haar leven en gaf Edward de schuld voor de dood van zijn vader. Ze beschouwde haar zoon met afkeer als frivool, onbescheiden, en onverantwoordelijk. Ze schreef aan haar oudste dochter, Victoria: "I never can, or shall, look at him without a shudder." (Vrij vertaald: "Ik kan nooit en zal nooit nog naar hem kijken zonder te huiveren").

Toen Victoria weduwe was geworden, trok ze zich terug uit het publieke leven. Niet lang na de dood van prins Albert regelde ze voor Eduard een reis naar het Midden-Oosten. Eduard bezocht daar Egypte, Jeruzalem, Damascus, Beiroet en Constantinopel. Zodra hij terug keerde naar Groot-Brittannië, werden de voorbereidingen getroffen voor zijn trouwdag. Eduard en Alexandra traden in het huwelijk in de St. George’s Chapel, Windsor Castle op 10 maart 1863. Eduard was de laatste Britse monarch die in het huwelijk trad terwijl hij prins van Wales was tot 1981. Eduard en Alexandra namen hun intrek in Marlborough House te Londen, de Londense residentie en ze gingen wonen in Sandringham House te Norfolk. Het huwelijk werd met afkeuring in bepaalde kringen aangezien omdat de meeste familieleden van Koningin Victoria Duits waren en Denemarken een groot conflict had met een aantal Duitse landen over het grondgebied van Sleeswijk en Holstein, ook wel bekend als de Sleeswijk-Holsteinse kwestie.

Toen Alexandra’s vader de troon erfde van Denemarken in november 1863, na de dood van koning Frederik VII, maakte de Duitse Bond van de gelegenheid gebruik om Sleeswijk-Holstein binnen te vallen en te annexeren. Koningin Victoria werd nu aan het twijfelen gebracht of zij en haar wijlen man wel de goede keuze hadden gemaakt voor Eduard. Nadat het echtpaar was getrouwd, heeft ze haar ongerustheid vele malen geuit over hun levensstijl en heeft ze hun sociale leven geprobeerd te dicteren, waaronder de namen van hun kinderen.

Eduard had vele minnaressen tijdens zijn huwelijk. Hij had relaties met actrice Lillie Langtry, Lady Jennie Jerome (moeder van Winston Churchill), Daisy Greville, Gravin van Warwick, actrice Sarah Bernhardt, Alice Keppel, zangeres Hortense Schneider, prostituee Giulia Barucci en met Agnes Keyser. Hoe ver deze relaties werkelijk gingen is niet altijd bekend. Eduard was altijd heel erg discreet, maar kon niet voorkomen dat de samenleving erg veel roddelde over hem en er voortdurend speculaties in de pers verschenen. De laatste minnares van Eduard, de beeldschone Alice Keppel, werd door koningin Alexandra uitgenodigd om aan diens bed te komen zitten in Buckingham Palace toen hij stervende was in 1910. Eén van de achterkleinkinderen van Alice Keppel, Camilla Parker Bowles, was eerst de minnares en sinds 2003 de echtgenote van prins Charles (een nakomeling van koning Eduard VII). Er heerst nog altijd onzekerheid over het feit of de grootmoeder van Camilla, Sonia Keppel (geboren in mei 1900) de buitenechtelijke dochter was van Eduard. Hoe dan ook, Eduard heeft nooit buitenechtelijke kinderen (als hij deze had) erkend. Koningin Alexandra, zijn vrouw, wist van de meeste van deze buitenechtelijke relaties en ze heeft ze altijd geaccepteerd.

Via zijn vrouw, Alexandra, was Eduard familie van de koning van Denemarken, Frederik VIII, de koning van Griekenland, George I en van de tsarina van Rusland, Maria Fjodorovna. Maria Fjodorovna werd immers geboren als prinses Dagmar van Denemarken.

Tijdens de periode dat Victoria weduwe was, heeft Eduard haar meerdere malen vertegenwoordigd en heeft hij haar meerdere malen bijgestaan tijdens en bij publieke ceremonies en ontmoetingen. Zo opende hij onder andere het Thames Embankment, de Mersey Tunnel en de nieuwe Tower Bridge. Dit was het begin van de koninklijke openbare optredens zoals we die vandaag de dag kennen. Ondanks dat hij zijn moeder veel hielp, liet Victoria hem niet toe tot regeringszaken tot 1898. Tot grote schrik van zijn moeder steunde Eduard Denemarken tijdens de Sleeswijk-Holsteinse kwestie in 1864. Dit kwam omdat koningin Victoria zeer pro-Duits was. In datzelfde jaar liet Eduard zijn moeder, de koningin, weer schrikken toen hij een ontmoeting regelde met de Italiaanse eenwordingsstrijder Giuseppe Garibaldi.

In 1870 wonnen de republikeinse gevoelens in Groot-Brittannië steeds meer gebied doordat de Franse keizer Napoleon III van Frankrijk na diens verlies in de Frans-Duitse Oorlog in 1870 afstand moest doen van de troon en de Derde Franse Republiek werd gesticht. Echter, in de winter van 1871, heeft de dood van prins-gemaal Albert geleid tot een verbetering van de populariteit van Edward bij het publiek. En ook de relatie met zijn moeder, koningin Victoria, werd beter. Toen Eduard verbleef in Londesborough Lodge, dichtbij Scarborough in North Yorkshire, werd er bij hem buiktyfus gediagnosticeerd, de ziekte die zijn vader het leven kostte. Er was grote nationale bezorgdheid rondom zijn gezondheid, zeker toen één van zijn gasten, (Lord Chesterfield), stierf aan de ziekte. Eduard kwam er echter weer bovenop, en dit werd, nationaal en internationaal, met zeer veel opluchting ontvangen. Er waren vele publieke feesten en er werd door Arthur Sullivan een feestelijke versie van het Te Deum geschreven. Hij kreeg het respect van alle politici en van alle politieke partijen, waaronder ook van de republikeinen, en kreeg er heel wat nieuwe vrienden bij. Daardoor haalde hij bij vele mensen twijfels weg die zij over hem hadden.

In 1875 verliet Eduard Groot-Brittannië om een bezoek te brengen aan de Britse kolonie India en een reis te maken door het Indisch Subcontinent. Zijn adviseurs merkten op dat hij alle mensen gewoon behandelde en dat hij alle mensen gelijk achtte, ongeacht hun sociale situatie of hun huidskleur. In brieven die hij naar huis stuurde, klaagde hij over de behandeling die Indiërs te verduren kregen door de Britse officieren. Because a man has a black face and a different religion from our own, there is no reason why he should be treated as a brute. (Vertaald naar het Nederlands: "Omdat een man een zwart gezicht heeft en een andere godsdienst dan de onze, is er geen reden waarom hij moet worden behandeld als een bruut.") Aan het einde van zijn reis keerde hij terug naar Groot-Brittannië en niet lang daarna kreeg zijn moeder de titel ’Keizerin van India’ van het parlement, deels als gevolg van het succes van de reis.

Op 14 januari 1892 stierf Eduards oudste zoon, Prins Albert Victor, hertog van Clarence. Hij was verloofd met prinses Victoria Mary van Teck. Amper een aantal weken na de verloving stierf hij aan een longontsteking. De dood van zijn zoon raakte Eduard heel diep en hij was ontroostbaar. To lose our eldest son, schreef hij, is one of those calamities one can never really get over. (Vertaald naar het Nederlands: "Het verlies van onze oudste zoon is een van de noodlottigheden die men nooit echt te boven kan komen." Eduard vertelde aan koningin Victoria, I would have given my life for him, as I put no value on mine. (Vertaald: "Ik zou mijn leven hebben gegeven voor hem, vermits ik geen waarde hecht aan het mijne"). Albert Victor was het tweede kind van Eduard dat stierf. In 1871 was zijn jongste zoon, John, gestorven binnen 24 uur na zijn geboorte. In 1871 had Eduard persoonlijk geëist dat hij het lichaam van zijn overleden kindje in de kist mocht leggen. Tijdens deze gebeurtenis rolden de tranen over zijn gezicht.

Tijdens een reis naar Denemarken kwam hij via België op 4 april 1900. Hij was toen het doelwit van een moordaanslag. De Belg Jean-Baptiste Sipido schoot op de prins van Wales omdat hij tegen de Tweede Boerenoorlog was. Sipido wist te vluchten en kon ontkomen naar Frankrijk. De waargenomen vertraging bij de Belgische autoriteiten in de toepassing voor de uitlevering, gecombineerd met Britse walging van de Belgisch gruweldaden in diens kolonie, Kongo-Vrijstaat, verslechterden de toch al slechte betrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en het vasteland. De tien jaar die daarop volgden, gebruikte Eduard echter zijn minzaamheid en zijn populariteit, evenals de connecties binnen zijn familie, om bij te dragen aan de opbouw van Europese allianties met het Verenigd Koninkrijk.

Toen koningin Victoria stierf op 22 januari 1901 werd Eduard koning van het Verenigd Koninkrijk en keizer van India. Ook werd hij benoemd tot koning van de Britse Dominions. Hij was 59 jaar toen hij de troon besteeg en was het langst de erfgenaam van Britse troon in de Britse geschiedenis. Hij koos ervoor om koning te worden als Eduard VII (Engels: Edward VII) en niet als koning Albert Eduard, de naam die zijn moeder voor hem had uitgekozen. Ondanks de vroegere twijfels van zijn moeder, vatte Eduard zijn taken serieus op. Door zijn eerdere reislust had hij een uitgebreid netwerk opgebouwd. Bovendien had hij door de huwelijken van zijn broers en zusters veel familieleden in de Europese vorstenhuizen en andere hoge kringen. Hierdoor kon hij politiek effectief optreden bij allerlei onderhandelingen. Zijn streven was om de betrekkingen met Frankrijk en Rusland te verbeteren om zo een tegenwicht te kunnen vormen tegen de Duitse expansiedrang. Eduard wist door zijn goede kennis van Frankrijk en de Franse taal bij te dragen aan de vorming van de "entente cordiale", het bondgenootschap tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. De vijandschap tussen keizer Wilhelm van Duitsland en Eduard, oom en neef, heeft daarentegen bijgedragen aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

Het beroemde Osborne House, het zomerverblijf van zijn ouders op het eiland Wight, gaf hij aan de staat en hij bleef wonen op zijn landgoed in Sandringham. Eduard VII en Alexandra werden gekroond in de Westminster Abbey op 9 augustus 1902 door de tachtigjarige Frederick Temple, de aartsbisschop van Canterbury, die vier maanden na de kroning stierf. Eigenlijk was de kroning gepland op 26 juni maar twee dagen daarvoor, op 24 juni, werd bij Eduard blindedarmontsteking ontdekt. Dankzij de veranderingen op het gebied van anesthesie en antisepsis in de vijftig voorgaande jaren onderging hij een levensreddende operatie, uitgevoerd door Frederick Treves. Eduard werd geopereerd op een moment dat blindedarmontsteking over het algemeen niet operatief behandeld werd en toen nog een hoog sterftecijfer behaalde. Maar Treves, die de steun had van Joseph Lister, eerste baron van Lister, heeft het uitgevoerd via een radicale werking van het laten uitlekken van de geïnfecteerde blindedarm via een kleine snee. De dag daarop zat Eduard rechtop in bed en rookte hij een sigaar. Twee weken later werd bekend gemaakt dat de koning buiten levensgevaar was. Frederick Treves werd gehonoreerd met een baronetschap.

Koning Eduard richtte de koninklijke paleizen opnieuw in en voerde de traditionele ceremonies, zoals de State Opening of Parliament, die zijn moeder had overgeslagen in haar latere leven, opnieuw in. Ook stichtte hij nieuwe ordes van eretekens, zoals de Order of Merit, die bedoeld was voor mensen binnen de kunsten en wetenschappen. De sjah van Perzië, Mozaffar al-Din Shah Qajar, bezocht Engeland in 1902, waar hij verwachtte dat hij werd benoemd tot lid in de Orde van de Kousenband. Eduard weigerde evenwel deze hoge onderscheiding aan de sjah te geven. Dit was omdat Eduard hem niet persoonlijk wilde geven aan de sjah, dit was een idee van de minister van Buitenlandse zaken, Henry Petty-Fitzmaurice, Lord Lansdowne. Lord Lansdowne had de Orde beloofd aan de sjah zonder de goedkeuring van de koning.

Ondanks zijn seksuele escapades wist hij door zijn flamboyante stijl in kleding en optreden het hart van de Britten te winnen. Eduard speelde als constitutioneel vorst een belangrijke rol bij het verkleinen van de macht van het Hogerhuis ten gunste van de macht van het Lagerhuis en de regering. De koning steunde zijn premier, toen deze te grote tegenstand in het Hogerhuis ondervond, met het dreigement om honderden nieuwe, regeringsgetrouwe Peers te benoemen.

Tijdens zijn regering speelde de nieuwe sociale wetgeving een belangrijke rol. In 1902 kwam de onderwijswet tot stand, waarbij de subsidiëring van het middelbaar onderwijs werd geregeld. Ook zorgde de liberale regering voor betere wetgeving voor kinderen en ouderen en voor de gezondheidszorg. Dit zorgde wel voor de nodige financiële problemen, die door de hogere belastingen tot een crisis leidden.

Eduards korte regering was, ondanks zijn kleurrijk te noemen persoonlijke leven en de twijfels die zijn moeder over hem had, een succes. Afgezien van de nasleep van de Boerenoorlog in Zuid-Afrika (1899-1902) was het ook een vreedzame periode.

Eduard was Esperantist. Hij zei: "Ik denk dat het Esperanto een grote winst is voor de mensheid en mijn wens is dat het spoedig een groot succes zal worden."

Eduard rookte op één dag twintig sigaretten en twaalf sigaren. Hij was bovendien veel te zwaar. In maart 1910 werd de toestand van de koning slecht en werd opgenomen in het ziekenhuis. Op 27 april keerde hij terug naar Buckingham Palace maar hij had nog steeds zeer veel last van zware bronchitis. Koningin Alexandra keerde terug van Korfoe op 5 mei. Op Korfoe had ze haar broer, de Griekse koning, George I, bezocht. De volgende dag kreeg de koning een aantal hartaanvallen te verduren, maar weigerde om naar bed te gaan. Hij zei tegen Alexandra: "No, I shall not give in; I shall go on; I shall work to the end." (Vrij vertaald: "Nee, ik zal niet toegeven, ik moet doorgaan, ik moet werken tot het eind."). Tussen de momenten van flauwvallen door vertelde zijn zoon, George, dat zijn paard, Witch of the Air, die middag had gewonnen in Kempton Park. De koning antwoordde daarop: "I am very glad" ("Ik ben zeer blij"), zijn laatste woorden. Rond half twaalf ’s avonds verloor hij het bewustzijn voor de laatste keer en werd hij naar bed gebracht. Hij overleed om kwart voor twaalf in de avond op 6 mei 1910. Zijn tweede zoon volgde hem op als koning George V.

Ondanks dat hij vele seksuele relaties had gehad was zijn vrouw zeer geraakt door zijn dood. Koningin Alexandra stierf op 20 november 1925.

Eduard was vooral via zijn moeder en schoonvader verwant met bijna alle Europese monarchen en stond bekend als de "oom van Europa". Keizer Wilhelm II van Duitsland, tsaar Nicolaas II van Rusland, koning Alfons XIII van Spanje, groothertog Ernst Lodewijk van Hessen-Darmstadt en Karel Eduard van Saksen-Coburg en Gotha waren neven van hem. Koningin Victoria Eugénie van Spanje, kroonprinses Margaretha van Zweden, kroonprinses Marie van Roemenië, kroonprinses Sophie van Griekenland en tsarina Alexandra Fjodorovna van Rusland waren zijn nichtjes. Haakon VII van Noorwegen was zijn schoonzoon en neef, koning George I van Griekenland en koning Frederik VIII van Denemarken waren zijn zwagers. Koningin Wilhelmina der Nederlanden, koning Albert I van België, de koningen Karel I en Emanuel II van Portugal, tsaar Ferdinand I van Bulgarije en prins Ernst August van Brunswijk waren ook familie.

Eduard VII moedigde zijn kinderen en kleinkinderen aan om de banden tussen de Europese koninklijke families zeer goed te houden en de warme banden te bewaren. Er was echter een relatie binnen deze families waarvan Eduard niet zo zeker was, en dat was de relatie met de Duitse Keizer, Wilhelm II, ook wel bekend als neef Bill. Dit kwam vooral omdat er spanningen waren tussen Duitsland en Groot-Brittannië.

In 1908 was Eduard VII de eerste Britse monarch die het Russische Rijk bezocht. Hij was echter al in 1906 uitgenodigd door Nicolaas II maar toen weigerde hij te komen. Dit kwam vooral door de toenmalige spanningen die waren veroorzaakt door het conflict rond de Doggersbank in de Noordzee, de Russisch-Japanse Oorlog en de ontbinding van de Doema door de tsaar.
Heerlijkheid:
was koning van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland en keizer van India vanaf 22 januari 1901 tot zijn dood op 6 mei 1910. Hij was de eerste vorst uit het huis Saksen-Coburg en Gotha die over het Verenigd Koninkrijk regeerde.
Eduard trouwde met Alexandra van Denemarken. Alexandra is geboren op zondag 1 december 1844 in Kopenhagen, Denemarken, dochter van Christiaan IX van Denemarken en Louise van Hessen-Kassel. Alexandra is overleden op vrijdag 20 november 1925 in Norfolk, Verenigd Koninkrijk, 80 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Haar familie was relatief onbekend bij de Europese Koninklijke families tot haar vader werd gekozen, met instemming van de grote mogendheden, om de Deense koning Frederik VII op te volgen als koning. Toen ze zestien jaar was werd ze verkozen tot de toekomstige bruid van Albert Eduard, de Prins van Wales, en erfgenaam van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Het huwelijk vond achttien maanden later plaats. Als Prinses van Wales, van 1863 tot 1901, de langste die deze titel hield in de geschiedenis, won ze de harten van Britse bevolking en werd immens populair, haar stijl van kleden en het dragen ervan zijn gekopieerd door modebewuste vrouwen in die tijd. Hoewel ze grotendeels uitgesloten was van alle politieke macht, heeft ze tevergeefs geprobeerd om de mening van de ministers en haar familie te veranderen, ten gunste van haar familieleden die regeerden over het Koninkrijk Griekenland, het Keizerrijk Rusland en Koninkrijk Denemarken.

Na de dood van haar man, Eduard VII, in 1910 werd Alexandra’s tweede zoon koning George V. Ze was altijd al een fel tegenstander geweest van keizer Willem II van Duitsland, oudste zoon van prinses Victoria, de oudere zus van Eduard VII. Daarom was ze ook een zeer groot voorstander van haar zoon tijdens de Eerste Wereldoorlog, waarin het Verenigd Koninkrijk en haar bondgenoten het Duitse Keizerrijk versloegen.

Prinses Alexandra Carolina Marie Charlotte Louise Julia of “Alix” zoals ze in de familie heette, werd geboren op 1 december 1844 in het Gele Paleis. Dit paleis is een stadhuis uit de 18e eeuw en ligt aan de Amaliegade 18, dichtbij het Amalienborg Paleis in Kopenhagen. Haar vader was prins Christiaan, de latere koning Christiaan IX van Denemarken. Haar moeder was prinses Louise van Hessen-Kassel. Ondanks voornaam voorgeslacht - George II en Frederik V, koningen - en vorstelijk bloed, leidde haar familie een vrij gewoon leven. Hoewel ze niet bijzonder rijk waren, huwden de meesten van haar broers en zusters met belangrijke personen. Haar jongere zuster, prinses Dagmar, zou later Maria Fjodorovna worden als vrouw van de Russische tsaar Alexander III en ze werd de moeder van Nicolaas II. Daardoor werd haar vader ook wel de “schoonvader van Europa” genoemd. Alexandra had een oudere broer: Frederik (1843-1912) de latere koning Frederik VIII, huwde prinses Louise van Zweden, dochter van koning Karel XV en prinses Louise der Nederlanden. Ze had twee jongere broers: Willem (1845-1913) werd als George I koning van Griekenland, huwde grootvorstin Olga Konstantinova van Rusland. Werd in 1863 de nieuwe koning van Griekenland. En Waldemar (1858-1939) huwde prinses Marie van Bourbon-Orléans, en nakomeling van koning Lodewijk Filips van Frankrijk. Alexandra had twee jongere zusjes, de eerder genoemde Dagmar (1847-1928) en Thyra (1853-1933) huwde Ernst August II van Hannover.

Alexandra’s neef, de Britse prins Albert Eduard, prins van Wales, ook wel bekend als “Bertie”, gaf al op jonge leeftijd zijn ouders, koningin Victoria en prins Albert, reden tot ongerustheid. Alexandra van Denemarken was niet Victoria’s eerste keus als echtgenote voor haar zoon, omdat de Denen het niet goed konden vinden met de Pruisen. De meeste familieleden van de Britse koninklijke familie waren namelijk Duits.

Maar bij een ontmoeting werd Koningin Victoria overrompeld door de schoonheid van de jonge Alexandra. Victoria gaf haar goedkeuring voor het huwelijk. Ook Eduard was van zijn toekomstige vrouw gecharmeerd. Alfred Tennyson, een van Engels beroemdste dichters en de Poet Laureate, schreef een ode aan Alexandra, en Sir Arthur Sullivan componeerde speciale muziek om Alexandra te verwelkomen in het Verenigd Koninkrijk. Eduard en Alexandra trouwden op 10 maart 1863. Alexandra’s vader besteeg de troon van Denemarken acht maanden later. Het huwelijk werd gesloten in de St. George’s Kapel in Windsor. Deze gebeurtenis werd vastgelegd door de schilder William Powell Frith.

Ze werden op hun huwelijksreis uitgezwaaid door de schooljongens van het Eton College en door Lord Randolph Churchill, de vader van Winston Churchill, de latere Minister President van het Verenigd Koninkrijk.

Alexandra genoot van vele activiteiten zoals dansen en schaatsen. Na de geboorte van haar eerste kind, prins Albert Victor (“Eddy”) in 1864, veranderde Alexandra niet veel, wat leidde tot onenigheid tussen het jonge koppel en de koningin. Na de geboorte van haar derde kind in 1867 waren er levensbedreigende complicaties zodat ze de rest van haar leven slecht ter been was. Ze leed verder aan verergerende doofheid, die erfelijk was. Ze was zich bewust van een litteken in haar nek, dat ze had opgelopen in haar jeugd. Dit litteken probeerde Alexandra te verbergen door hoge jurken en sieraden te dragen. Omdat Alexandra een mooie vrouw was, werd deze manier van kleden een grote rage.

Eduard en Alexandra maakten van Sandringham House hun permanente residentie en het huwelijk was op vele gebieden gelukkig. Toch al gaf Eduard zijn vrouw en kinderen niet de aandacht die ze hadden gewild en de echtgenoten vervreemdden van elkaar, tot 1870 toen Eduard ernstig ziek werd. Het huwelijk beleefde voor- en tegenspoed. Eduard ging, nadat hij de genegenheid van zijn vrouw had teruggewonnen, gewoon door met zijn maîtresses, zoals de actrices Lillie Langtry, Daisy Greville de gravin van Warwick, Agnes Keyser en Alice Keppel

Alexandra zelf bleef Eduard haar hele leven trouw.

De dood van prins Albert Victor in 1892 was een zware slag voor de gevoelige Alexandra. Ze stond erop dat Alberts kamer onberoerd bleef. Haar schoonmoeder, koningin Victoria, had hetzelfde gedaan toen prins Albert stierf in 1861. Dankzij hevige make-up bleef Alexandra er tijdens haar latere jaren goed uitzien.

Toen koningin Victoria in 1901 stierf werd Alexandra’s man koning. Ze was koningin van 1901 tot aan 1910 en daarna werd ze Queen Mother, Alexandra werd bijzonder populair bij het Britse volk door haar liefdadige inspanningen en vooral Alexandra Rose Day. Tijdens de Tweede Boerenoorlog, stichtte ze het fonds Queen Alexandra’s Nursing Corps, dat bekend werd als de “Q.A.s.”. Alexandra verachtte de Duitsers vanwege de verovering door Pruisen van de Deense gebieden het Sleeswijk en Holstein in de Tweede Duits-Deense Oorlog in 1864. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er gezegd dat haar zoon George V opdracht gaf om alle wapens van de Orde van de Kousenband van diegenen die vochten voor Duitsland, te verwijderen uit St. George’s Kapel in Windsor. Dit zou een opdracht zijn geweest van koningin Alexandra. Een andere reden om die wapens te verwijderen was dat wanneer er iemand werd beëdigd tot ridder, deze moest zweren om geen oorlog tegen de Britse vorst te voeren.

Alexandra was de eerste vrouw sinds 1488 die tot Lady of the Garter werd benoemd.

Alexandra stierf op 20 november 1925 in Sandringham aan de gevolgen van een hartaanval. Ze werd bijgezet naast haar man in St. George’s Chapel in Windsor.
Heerlijkheid:
was koningin van het Verenigd Koninkrijk en keizerin van Indië door haar huwelijk met de Britse koning Eduard VII. Voordat ze koningin-keizerin werd bij de troonsbestijging van haar echtgenoot, was ze Prinses van Wales van 1863 tot 1901. Vanaf 1910 tot aan haar dood was haar titel Koningin-moeder (Queen Mother), omdat ze koningin was en de moeder van de toenmalige regerende koning George V. Alexandra gaf zelf de voorkeur aan Her Majesty, Queen Alexandra.
Kinderen van Eduard en Alexandra:
1 Albert Victor van Clarence en Avondale, geboren op vrijdag 8 januari 1864 in Windsor. Albert is overleden op donderdag 14 januari 1892 in Sandringham House, 28 jaar oud.
Notitie bij Albert: Ten tijde van zijn geboorte was zijn grootmoeder, koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk, aan de macht. Hij werd tweede in lijn van de troonopvolging, alleen zijn vader ging hem voor. Hij werd echter nooit koning, hij stierf nog voor zijn vader en grootmoeder. Hij was de favoriete kleinzoon van koningin Victoria.

Hij werd in zijn familie Eddy genoemd en stond bij het grote publiek dan ook bekend als prins Eddy. Ook historici duiden hem meestal aan met zijn bijnaam. Toen Albert Victor jonger was heeft hij veel gereisd, vooral in zijn tijd bij de marine. Toen hij ouder was ging hij bij de landmacht, maar hij mocht niet deelnemen aan militaire campagnes. Zijn vader, Albert Eduard, mocht in zijn jongere jaren ook niet deelnemen aan campagnes, vooral omdat hij te dicht bij de troon stond. Na twee mislukte pogingen om hem uit te huwelijken, werd hij in het najaar van 1891 verloofd met prinses Victoria Mary van Teck. Een paar weken na de verloving stierf Albert Victor aan een longontsteking. Victoria Mary van Teck trouwde later met Albert Victors jongere broer, Prins George, de hertog van York, die in 1910 koning werd van het Verenigd Koninkrijk als George V. Victoria Mary werd toen koningin Mary.

Albert Victors intellect, seksualiteit en gezond verstand zijn vaak het onderwerp geweest en zelfs nog steeds in onze tijd, van veel speculatie. Geruchten brachten hem in verband met een schandaal waarin hij een homoseksueel bordeel bezocht, ook al is er geen duidelijk bewijs dat hij ooit homoseksueel was. Sommige historici denken dat Albert Victor de beruchte (en beroemde) seriemoordenaar Jack the Ripper was. Uit hedendaagse documenten blijkt dat het voor Albert Victor niet mogelijk geweest zou zijn om in Londen te zijn ten tijde van de moorden, en dat het een grote fout geweest is om hem te beschuldigen.

Prins Albert Victor werd twee maanden te vroeg geboren op 8 januari 1864 in Frogmore House te Windsor, Berkshire. Koningin Victoria had de wens uitgesproken dat de nieuwe prins Albert Victor zou heten, maar hij werd al snel bekend als Eddy. Als kleinkind van de Britse monarch in mannelijke lijn, kreeg hij bij zijn geboorte de titel Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert Victor van Wales.

Albert Victor werd gedoopt in de privékapel van Buckingham Palace op 10 maart 1864 door Charles Thomas Longley, de Aartsbisschop van Canterbury. Zijn peetouders waren zijn grootmoeder aan vaderskant, koningin Victoria, de oom van koningin Victoria, koning Leopold I van België, zijn grootvader aan moederskant, koning Christiaan IX van Denemarken, de tante van zijn vader prinses Alexandrine van Baden de vrouw van hertog Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha, zijn tante aan vaderskant Kroonprinses Victoria van Pruisen, zijn oom aan vaderskant Alfred, de hertog van Edinburgh, Willem van Hessen-Kassel en Louise Carolina van Hessen.

Toen Albert Victor nog maar zeventien maanden oud was werd zijn jongere broertje geboren, Prins George van Wales, op 3 juni 1865. Gezien het kleine verschil in leeftijd tussen de twee koninklijke broers werden ze samen opgevoed en kregen ze samen een opleiding. In 1871 werd door koningin Victoria John Neale Dalton aangewezen als leraar van de jongens. De twee prinsen kregen een streng programma voor hun studie, waaronder spelletjes en militaire oefeningen, ze kregen ook les over wetenschappelijke onderwerpen. Dalton klaagde vaak over het feit dat Albert Victors geest ’ongewoon sluimerend’ was. Hij leerde wel om Deens te spreken, maar zijn vordering in andere talen was minder goed. Albert Victor was intellectueel nooit erg sterk. Lady Geraldine Somerset gaf Dalton de schuld voor de slechte opvoeding van Albert Victor, maar een mogelijke verklaring voor Albert Victors onoplettendheid of lusteloosheid tijdens de lessen kan gezocht worden in onder meer zijn vroegtijdige bevalling, wat kan worden geassocieerd met leerproblemen of met petit-mal, een milde vorm van epilepsie. Sir Henry Ponsonby dacht dat Albert Victor misschien de doofheid van zijn moeder had geërfd.

In 1885 werd hij naar het leger gestuurd en trad in dienst bij het Tiende Huzaren Cavalerie Regiment. In 1890 werd hij hertog van Clarence en Avondale en graaf van Athlone.

Tijdens zijn leven werd prins Eddy in verband gebracht met verscheidene schandalen. Zo gaat het gerucht dat hij Jack de Ripper, de seriemoordenaar, was. Ook claimde ene Margery Haddon dat hij bij haar (tijdens zijn verblijf in Brits-Indië) een zoon, Clarence Guy Gordon Haddon, had verwekt. Ten slotte zou hij een van de hooggeplaatste personen zijn geweest die betrokken waren bij de Cleveland Street Schandaal (in Cleveland Street stond een bordeel met gigolo’s. Prins Eddy zou een regelmatige bezoeker zijn geweest van dit bordeel).

Meerdere vrouwen werden voor Albert Victor uitgekozen, voor het welslagen van de huwelijkspolitiek. De eerste, in 1889, was prinses Alix van Hessen-Darmstadt, maar zij was niet geïnteresseerd in hem en weigerde zijn aanbod. Zij trad later in het huwelijk met een neef van Albert Victor, de latere Tsaar Nicolaas II van Rusland, in 1894. De tweede, in 1890, was Prinses Hélène Louise van Orléans, een dochter van Philippe, Comte de Paris, en een achterkleinkind van de laatste Bourbon koning van Frankrijk, Lodewijk Filips I. In het begin was koningin Victoria zeer tegen dit huwelijk omdat Hélène Louise rooms-katholiek was. Victoria schreef haar kleinkind dat er nog andere kleinkinderen van haar beschikbaar waren, zoals prinses Margaretha van Pruisen, en dat zij een goede vrouw voor hem zou zijn. Maar er gebeurde niets met haar suggestie. Prinses Helène Louise werd verliefd op de prins en wilde met hem trouwen, Albert Victor wilde voor haar zijn rechten op de troon opgeven. Het huwelijk werd echter niet goedgekeurd door de vader van Helène Louise. Helène Louise reisde persoonlijk naar Rome om daar Paus Leo XIII te ontmoeten, en om te pleiten voor hun huwelijk. Echter was Paus Leo XIII het eens met de vader van Helène Louise, en daardoor kwam er een einde aan de affaire. Helène Louise werd later hertogin van Aosta, als vrouw van Emanuel Filibert van Aosta, een zoon van koning Amadeus I van Spanje.

Rond augustus 1890 werd Albert Victor onderzocht door meerdere artsen, maar hij schreef in brieven dat het enkel griep of jicht was geweest. In 1891 schreef Albert Victor aan Lady Sybil St. Clair Eskine, dat hij weer verliefd was, maar hij vertelde niet op wie. Maar in deze tijd diende een andere mogelijke bruid zich aan, prinses Victoria Mary van Teck. Mary was de dochter van een nicht van koningin Victoria, prinses Maria Adelheid van Cambridge, de hertogin van Teck. Koningin Victoria was zeer positief over dit huwelijk en steunde dit dan ook zeer. Victoria vond Mary een ideale (toekomstige) koningin, knap en verstandig. Op 3 december 1891 stelde Albert Victor, tot grote verrassing van de koningin, een huwelijk voor aan Mary op Luton Hoo, de residentie van de Deense ambassadeur van Engeland. Het huwelijk stond gepland voor 27 februari 1892.

Dit kon echter allemaal niet doorgaan. Prins Albert Victor stierf op 14 januari 1892, zes weken voor het huwelijk. Zijn dood was niet geheel onverdacht. Officieel zou hij zijn gestorven aan een longontsteking maar geruchten gaan dat hem een overdosis morfine is toegediend omdat de Britse Kroon hem niet als toekomstig koning wilde hebben, gezien zijn betrokkenheid bij bovengenoemde schandalen. Mary van Teck zou later trouwen met de jongere broer van Albert Victor, George. De dood van Albert Victor raakte Prins Albert Eduard heel diep en hij was ontroostbaar. "To lose our eldest son", schreef Eduard, "is one of those calamities one can never really get over". ("Het verlies van onze oudste zoon is een van de calamiteiten die men nooit echt te boven kan komen.") Eduard vertelde aan koningin Victoria, "I would have given my life for him, as I put no value on mine". ("Ik zou mijn leven hebben gegeven voor hem, zoals ik geen waarde hecht aan het mijne"). Ook zijn moeder, Alexandra, kwam nooit helemaal over zijn dood heen. Een van zijn kamers hield Alexandra in de stijl zoals hij hem had achtergelaten.

Albert Victor is bijgezet in de Albert Memorial Chapel dicht bij de St. George’s Chapel te Windsor Castle.
2 George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk, geboren op zaterdag 3 juni 1865 in Marlborough House (Londen). Volgt 81.
3 Louise van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op woensdag 20 februari 1867 in Londen. Volgt 113.
4 Victoria Alexandra van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op maandag 6 juli 1868 in Marlborough House, Londen. Zij is gedoopt op donderdag 6 augustus 1868 in door Archibald Campbell Tait, de Bisschop van Londen. Victoria is overleden op dinsdag 3 december 1935 in Buckinghamshire, 67 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Prinses Victoria werd op 6 juli 1868 in Londen geboren als het vierde kind en de tweede dochter van Albert Eduard, de Prins van Wales, de latere koning Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk en diens echtgenote prinses Alexandra van Denemarken. Haar namen waren Victoria Alexandra Olga Mary. De naam Victoria kreeg ze van haar grootmoeder, de koningin van het Verenigd Koninkrijk. De naam Alexandra kwam van haar moeder. De naam Olga kwam van de Griekse koningin Olga Konstantinova van Rusland. En de naam Mary kwam van Prinses Maria Adelheid van Cambridge (Engels: Mary Adelaide of Cambridge). Haar grootouders aan vaderskant waren koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk en Prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. En haar grootouders aan moederskant waren koning Christiaan IX van Denemarken en koningin Louise van Hessen-Kassel. Bij haar geboorte was haar grootmoeder, koningin Victoria, aan de macht en als kleindochter van de Britse vorst kreeg ze de titel “Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Victoria van Wales”. Binnen de familie werd ze ook wel Toria genoemd.

Haar doop vond plaats in het Marlborough House op 6 augustus door Archibald Campbell Tait, de Bisschop van Londen. Hierbij waren de doopgetuigen o.a. koningin Victoria, tsaar Alexander II van Rusland, tsarevitsj Alexander Aleksandrovitsj, prins Arthur (een jongere broer van haar vader), prins Lodewijk van Hessen-Darmstadt, koningin Olga van Griekenland, oud-koningin Caroline Amalia van Denemarken en prinses Maria Adelheid van Cambridge.

De prinses ontving onderwijs van privé-leraren en bracht het grootste deel van haar jeugd door te Marlborough House en Sandringham House. Ze was vooral hecht met haar oudere broer George, de latere koning George V. Naast hem had ze nog een broer, Albert Victor, en twee zussen, Louise en Maud. En een jong overleden broertje, John.

Door de jaren heen werden er een aantal mogelijke huwelijkskandidaten genoemd. Toch is prinses Victoria nooit getrouwd, volgens velen was dat het werk van haar moeder, koningin Alexandra. Victoria bleef namelijk de rest van haar leven met haar moeder wonen, tot diens dood in 1925. Na de dood van haar moeder vestigde de prinses zich in Coppins, Buckinghamshire. De prinses stierf daar dan ook in 1935. Haar begrafenis vond plaats in de St. George’s Chapel van Windsor Castle. Ze werd begraven op de Frogmore-begraafplaats. Haar dood was een grote schok voor haar broer George V, die een maand later stierf.
Titel:
prinses van het Verenigd Koninkrijk
5 Maud van Saksen-Coburg en Gotha van Wales, geboren op vrijdag 26 november 1869 in Londen. Volgt 115.
6 Alexander John van Saksen-Coburg en Gotha, geboren op donderdag 6 april 1871. Alexander is overleden op vrijdag 7 april 1871, 1 dag oud.
Notitie bij Alexander: Prins Alexander John Karel Albert van Wales werd voortijdig, geboren om 2:45 ’s nachts op 6 april 1871 in het Sandringham House. Door de premature bevalling werd de kleine prins Alexander John als ziekelijke baby geboren en stierf vierentwintig uur na zijn geboorte. Hij werd gedoopt in besloten kring op de avond na zijn geboorte door dominee W. Lake Onslow. De Prins en Prinses van Wales, een hofdame en een dokter waren bij die ceremonie aanwezig. Ook al werd hij gedoopt als Alexander John Karel Albert, hij stond in de familie bekend als John.

Achtenveertig jaar later begroef ook Johns broer, koning George V zijn jongste zoon, Prins John. De koning schreef in zijn dagboek, op 21 januari 1919: "Lieve kleine Johnnie werd in het kerkhof naast broer John gelegd". Koningin Alexandra schreef het volgende in haar dagboek, "Nu liggen onze twee lievelingen Johnnies zij aan zij". De prins werd in de Sandringham Kerk (de Kerk van St Mary Magdalene), begraven.
81 George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk is geboren op zaterdag 3 juni 1865 in Marlborough House (Londen), zoon van Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk (zie 80) en Alexandra van Denemarken. George is overleden op maandag 20 januari 1936 in Sandringham House (Norfolk), 70 jaar oud.
Notitie bij George: Hij was de eerste Britse monarch uit het Huis Windsor, dat hijzelf had gecreëerd uit de Britse tak van het Huis Saksen-Coburg en Gotha. Hij was koning van het Verenigd Koninkrijk en van de andere gebieden binnen het Britse Rijk, maar George was ook keizer van India en de eerste koning van de Ierse Vrijstaat. George regeerde vanaf 6 mei 1910, tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) tot aan zijn dood in 1936.

Vanaf zijn 12e jaar diende George in de Koninklijke Marine, maar toen zijn oudere broer, prins Albert Victor, hertog van Clarence, plotseling stierf, werd hij de troonopvolger en trouwde in 1893 zelfs met de verloofde van zijn broer, Mary van Teck, in haar familie beter bekend als "May", een bijnaam die ze had gekregen naar de maand van haar geboorte. Ook al reisden ze door het Britse Rijk, toch bleef George liever thuis bij zijn postzegelverzameling.

Toen zijn vader stierf in 1910, werd hij de nieuwe koning-keizer. Hij was de enige keizer van India die aanwezig was bij zijn Delhi Durbar (de kroningsceremonie van de koning/koningin van het Verenigd Koninkrijk als keizer/keizerin van India). Tijdens deze ceremonie werd hij gekroond met de Imperial Crown of India, die speciaal was gemaakt voor de kroning. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog deed George afstand van al zijn Duitse titels en namen. Hij veranderde de Duitse naam Saksen-Coburg en Gotha in Windsor. George werd geplaagd door ziekte, vooral in zijn latere regeringsperiode. Hij werd na zijn dood opgevolgd door zijn oudste zoon Eduard.

George werd geboren op 3 juni 1865 te Marlborough House in Londen. Zijn vader was de Prins van Wales (de latere koning Eduard VII), de oudste zoon van koningin Victoria en prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha. Zijn moeder was Alexandra van Denemarken (later koningin Alexandra), de oudste dochter van koning Christiaan IX van Denemarken en diens vrouw, koningin Louise van Hessen-Kassel. Als kleinzoon van koningin Victoria in mannelijke lijn, kreeg George de volgende titel bij zijn geboorte: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins George van Wales.

Hij werd op 7 juli 1865 gedoopt in de privékapel van Windsor Castle. Als jongere zoon van de prins van Wales werd er niet verwacht dat George ooit koning zou worden. Hij had namelijk een oudere broer, prins Albert Victor, die als tweede in de lijn van troonopvolging stond, na zijn vader.

George werd zeventien maanden na zijn broer geboren. Er werd besloten om beide koninklijke prinsen samen te onderwijzen. De prins van Wales wees John Neale Dalton aan als hun leraar, ook al waren Albert Victor en George niet al te slim. In september 1877 gingen ze samen een opleiding volgen op het schip HMS Britannia (vroeger de HMS Prince of Wales geheten) op het Britannia Royal Naval College in Dartmouth. Hun vader zou ooit gezegd hebben dat de marine de beste training voor elke jongen zou zijn.

Drie jaar lang dienden de twee prinsen als midshipman op de HMS Bacchante, begeleid door Dalton. Ze maakten een rondreis door het Britse Rijk, waar ze de volgende delen bezochten: Norfolk, Virginia, de kolonies in de Caraïben, Zuid-Afrika en Australië. Ze maakten ook een stop in de Middellandse Zee, Zuid-Amerika, het Verre Oosten en Egypte. In Japan liet George door een Japanse kunstenaar een blauw-rode draak op zijn arm tatoeëren. Dalton schreef een verslag van de reis. Toen de broers terugkwamen in het Verenigd Koninkrijk werden ze van elkaar gescheiden; Albert Victor ging naar het Trinity College in Cambridge en George zette zijn carrière bij de Koninklijke Marine voort. Hij reisde over de wereld en bezocht vele delen van het Britse Rijk. Hij diende de marine tot aan zijn laatste bevel in 1891.

Als jongeman was hij bestemd voor de marine. Prins George diende vele jaren onder het gezag van zijn oom, prins Alfred, de hertog van Edinburgh, die was gestationeerd op Malta. Daar bouwde hij een goede band op en werd later verliefd op de dochter van prins Alfred, Marie. Zijn grootmoeder, vader en zijn oom gaven allen toestemming voor hun relatie. Maar de moeders, de prinses van Wales en de hertogin van Edinburgh, waren er beiden tegen. De prinses van Wales dacht dat de familie te pro-Duits was en de hertogin van Edinburgh had een afkeer van Engeland. Toen George een aanzoek deed, weigerde Marie, onder invloed van haar moeder. Ze werd later koningin van Roemenië.

In 1891 verloofde Albert Victor zich met prinses Victoria Maria van Teck (beter bekend als “Mary”), de enige dochter van prins Frans van Teck, de hertog van Teck en diens vrouw prinses Maria Adelheid van Cambridge. Zes weken later stierf Albert Victor aan een longontsteking. Hij liet George achter als tweede in de lijn van troonopvolging. George stopte bij de marine, omdat er van hem werd verwacht een meer politieke rol te gaan spelen.

Koningin Victoria zag prinses Mary nog steeds als een goede kandidaat voor een toekomstige koning. Daarom drong ze er bij George op aan om Mary een aanzoek te doen. George deed dat en Mary accepteerde. Het huwelijk werd een groot succes.

Het huwelijk van George en Mary vond plaats op 6 juli 1893 in de Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace in Londen. The Times beweerde dat het volk in de war raakte omdat ze niet goed wisten wie nu de hertog van York was (later George V) en wie de tsarevitsj (later Nicolaas II) van Rusland was. Dit kwam doordat hun baarden en kleding bijna hetzelfde waren.

Als hertog en hertogin van York, voerden George en Mary vele publieke functies uit. Toen koningin Victoria stierf op 2 januari 1901, werd de vader van George de nieuwe koning als koning Eduard VII. George erfde de titels Hertog van Cornwall en Hertog van Rothesay, en voor de rest van het jaar werd George Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van Cornwall en York genoemd. In 1901 maakten George en Mary een reis door het Britse Rijk, en bezochten ze Australië, waar de hertog de eerste bijeenkomst van het Australische Parlement opende en het Commonwealth of Australia werd opgericht. Tijdens deze reis bezochten ze ook Zuid-Afrika, Canada en Nieuw-Zeeland. In Nieuw-Zeeland werd het Cornwall Park in Auckland naar hen vernoemd. Dit werd hun cadeau, geschonken door de toenmalige burgemeester van Auckland, John Logan Campbell.

Op 9 november 1901 kreeg George de titel Prins van Wales en Graaf van Chester. Koning Eduard VII wilde dat zijn zoon meer voorbereiding en ervaring zou krijgen, voorafgaand aan zijn toekomstige rol in tegenstelling tot Eduard zelf, die door koningin Victoria werd uitgesloten van de politieke zaken. George kreeg ruime toegang tot de staatszaken, documenten en stukken door zijn vader. George op zijn beurt gaf zijn vrouw toegang tot zijn documenten want hij waardeerde haar zeer en vertrouwde zeer veel op haar mening. Mary schreef meestal de toespraken van haar echtgenoot.

Op 6 mei 1910 stierf koning Eduard VII en George besteeg de troon met Mary aan zijn zijde. George had nooit van de officiële naam “Victoria Mary” van zijn vrouw gehouden en hij drong er bij haar op aan om één van de twee namen te laten vallen. Zij vond zelf dat ze niet als koningin Victoria bekend kon worden en dus werd ze koningin Mary. Hun kroning vond plaats op 22 juni 1911 in de Westminster Abbey. Later dat jaar reisden George en Mary naar India voor de Delhi Durbar (de kroning tot keizer en keizerin) op 12 december. Tijdens de ceremonie droeg George de nieuwe keizerlijke kroon van India. Later reisden de keizer en keizerin door India, om hun nieuwe onderdanen te bezoeken. George nam ook de kans om op tijgers de jagen (uiteindelijk schoot hij er 21 dood). Op 18 december 1913 schoot George meer dan duizend fazanten dood in zes uur, op het erf van Lord Burnham. George zei later: “we went a little far that day” (vertaling: We gingen een beetje te ver die dag).

Van 1914 tot 1918 was Groot-Brittannië in oorlog met het Duitse Keizerrijk. De Duitse keizer Wilhelm II, die voor het Britse publiek het symbool werd voor alle verschrikkingen van de oorlog, was een neef van koning George. Koningin Mary, hoewel Brits net zoals haar moeder, was een dochter van de Hertog van Teck, een nakomeling van het Duitse koninklijke geslacht Württemberg.

De koninklijke grootvader aan vaderskant was prins-gemaal Albert van Saksen-Coburg en Gotha en daardoor droegen de koning en zijn kinderen de titels Prins en Prinses van Saksen-Coburg en Gotha en hadden ze de titel Hertog en Hertogin van Saksen. De koning had zwagers en neven die Brits waren maar die Duitse titels hadden zoals de Hertog en Hertogin van Teck, de Prins en Prinses van Battenberg, de Prins en Prinses van Hessen-Darmstadt en de Prins en Prinses van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. De schrijver Herbert George Wells schreef over het "vol vreemdelingen en weinig enthousiasmerende hof", waarop George de volgende beroemde zin antwoordde: "Ik mag dan weinig enthousiasmerend zijn, maar ik verdoem nog liever dan dat ik een vreemdeling ben."

Op 17 juli 1917 riep George V de Order-in-Council in het leven die de naam van het Britse Koninklijke Huis veranderde van het Duits klinkende Saksen-Coburg en Gotha in het Huis Windsor, onder andere ook om de Britse nationalistische gevoelens te sussen. De nieuwe achternaam is bedoeld voor alle nakomelingen van koningin Victoria die woonachtig waren in het Verenigd Koninkrijk, met uitzondering van de vrouwen die getrouwd waren met andere families en hun nakomelingen.

Tot slot deed George afstand van het gebruik van alle Duitse titels en stijlen, en nam hij enkel Brits klinkende achternamen en titels aan. George compenseerde meerdere van zijn mannelijke familieleden door hen Britse titels te geven en ze toe te laten tot de Britse adel. Een neef van hem, prins Lodewijk Alexander van Battenberg, werd in 1917 Lodewijk Alexander Mountbatten, eerste markies van Milford Haven, en zijn zwager Adolf, de hertog van Teck werd nu Adolphus, eerste markies van Cambridge. Anderen zoals prinses Marie Louise van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg en prinses Helena Victoria van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg namen gewoonweg geen gebruik meer van hun territoriale benamingen. De koning kende de stijl Zijne (of Hare) Koninklijke Hoogheid en de titel Prins (of Prinses) van Groot-Brittannië en Ierland enkel toe aan de kinderen van de monarch en aan de kinderen van de zonen van de monarch en de oudste levende zoon van de oudste levende zoon van een prins van Wales.

Familieleden van de Britse Koninklijke Familie die vochten aan de Duitse kant, zoals prins Ernst August II van Hannover, derde hertog van Cumberland en Teviotdale (een nakomeling in mannelijke lijn van koning George III) en prins Karel Eduard, hertog van Albany en van Saksen-Coburg en Gotha (een kleinzoon in mannelijke lijn van koningin Victoria), werden gewoonweg uit de Britse adel gehaald. Een raad die in 1919 werd opgericht bekrachtigde dit feit. George verwijderde ook hun Kousenband-vlaggen uit de St George’s Chapel in Windsor Castle onder druk van zijn moeder, Koningin Alexandra.

Toen tsaar Nicolaas II van Rusland, een neef van George via zijn moeder, koningin Alexandra (de moeder van Nicolaas II was tsarina Maria Fjodorovna, de zuster van Koningin Alexandra) omwille van Russische Revolutie in 1917 onttroond werd, bood de Britse regering de tsaar en zijn familie asiel aan in Engeland. Maar de dreigende houding van het Britse volk en de vrees dat een soortgelijke revolutie misschien zou plaatsvinden in Groot-Brittannië hebben er bij George toe geleid om te denken dat de aanwezigheid van de tsaar en zijn familie misschien niet gepast zou lijken bij de toenmalige omstandigheden. Louis Mountbatten, eerste graaf Mountbatten van Birma, beweerde dat David Lloyd George, de eerste minister, tegen een reddingspoging was van de Romanovs. Notities van Lord Stamfordham, de privésecretaris van de koning, suggereren dat koning George V tegen de redding was ondanks het advies van Lloyd George. Grote plannen voor een redding werden ondernomen door de MI1, een onderdeel van de Britse inlichtingenorganisatie, maar door de steeds krachtiger wordende positie van de bolsjewieken en grotere moeilijkheden met het verloop van de oorlog, werd er besloten om de plannen van MI1 niet door te laten gaan. De tsaar en zijn gezin bleven dus in Rusland. In de nacht van 16 op 17 juli 1918 werden de tsaar en zijn gezin en enkele bedienden door de bolsjewieken in Jekaterinenburg vermoord. Het afschuwelijke nieuws werd door Lord Stamfordham verteld. Op het moment dat Lord Stamfordham het de koning vertelde was hij op Sandringham House. Het jaar daarop werden Maria Fjodorovna, de tante van George, en andere leden van de Russische keizerlijke familie gered door Britse schepen van de Krim.

Twee maanden na het eind van de oorlog stierf de jongste zoon van de koning, prins John, op de leeftijd van 13 jaar. Prins John had epilepsie en een zeer slechte gezondheid. George kreeg het nieuws te horen via zijn vrouw, de koningin. De koninklijke familie was zeer geschokt door de dood van John. "Mijn oudste zoons waren veilig teruggekomen uit de oorlog, wie had er gedacht dat het John zou zijn?", vertelde koningin Mary aan Charlotte Bill. Koningin Mary schreef aan George: John had been a great anxiety to us for many years… The first break in the family circle is hard to bear but people have been so kind & sympathetic & this has helped us much. (Vertaald: "John was een grote angst bij ons voor vele jaren... De eerste breuk in de familiekring is moeilijk te dragen maar de mensen zijn zo vriendelijk en meelevend en dit heeft ons zeer geholpen."). De dood van John was zeer moeilijk voor het vijfde kind van George, prins George, hertog van Kent, in de familie beter bekend als Georgie, die een zeer goede band had met John.

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog vielen vele koningshuizen binnen Europa: niet alleen in Rusland maar ook in Oostenrijk, Duitsland en Griekenland terwijl Spanje werd getroffen door een revolutie. De meeste van deze landen werden geregeerd door familieleden van George. In 1922 werd een schip van de Royal Navy naar Griekenland gestuurd om daar zijn neef, prins Andreas van Griekenland, (een zoon van koning George I) en zijn nicht prinses Alice van Battenberg (een dochter van prins Lodewijk Alexander van Battenberg, hij kreeg in 1917 titels in de Britse adel) en hun kinderen onder wie prins Philip te redden. Philip zou later trouwen met een kleindochter van George, de latere koningin Elizabeth II. Kort voor de dood van George V in 1936 werd de Griekse monarchie in ere hersteld onder koning George II

In zijn latere leven werd de relatie tussen George en zijn erfgenaam, prins Eduard, slechter. George was teleurgesteld in Eduard omdat hij nog steeds geen geschikte vrouw had gevonden en keurde zijn relaties met getrouwde vrouwen niet goed. Hij was niet heel erg blij met het idee dat Eduard de troon zou erven. George had juist een zeer goede relatie met zijn tweede zoon, prins Albert (later George VI). En hij was zeer gesteld op zijn kleindochter, prinses Elizabeth, die hij de bijnaam "Lilibet" gaf. Zij op haar beurt noemde haar grootvader liefkozend "Grandpa England". George zei het volgende over zijn zoon Eduard: After I am dead, the boy will ruin himself within 12 months (Vertaald: "Nadat ik dood ben, zal de jongen zichzelf ruïneren binnen 12 maanden", en over Albert en Elizabeth zei hij: I pray to God my eldest son will never marry and have children, and that nothing will come between Bertie and Lilibet and the throne. (Vertaald: "Ik bid tot God dat mijn oudste zoon nooit zal trouwen en dat niets in de weg zal staan tussen Bertie (Albert) en Lilibet (Elizabeth) en de troon.").

De Eerste Wereldoorlog had zijn tol geëist van Georges gezondheid, en omdat hij een zware roker was had hij zeer veel last van ademhalingsproblemen. Hij leed aan emfyseem, bronchitis, COPD en pleuritis. In 1928 werd hij ernstig ziek en voor de twee daaropvolgende jaren werden zijn publieke functies door zijn zoon Eduard overgenomen. De koning pensioneerde voor een korte periode en ging voor een vakantie naar Bognor Regis in West Sussex.

De koning herstelde niet volledig. In de avond van 15 januari 1936 ging de koning naar bed in Sandringham House en klaagde over een verkoudheid, hij zou zijn slaapkamer nooit meer levend verlaten. Hij werd geleidelijk zwakker, soms was hij bij bewustzijn en soms buiten bewustzijn. Rond 20 januari was hij stervende. De koning stierf op 20 januari 1936, nadat de arts, de toekomstige baron Dawson of Penn, hem een injectie gaf met morfine en cocaïne die zijn dood waarschijnlijk versnelden. Er was sprake van euthanasie, de hofarts stond ook in het openbaar debat niet afwijzend tegenover een zachte dood, ook niet wanneer het leven daardoor iets werd verkort. Het hof wilde de dood van de koning beslist in de koningsgezinde ochtendkranten gepubliceerd zien. De laatste woorden van de koning waren "God damn you" maar in de pers werd geschreven dat hij "How is the Empire?" had gevraagd.

George stierf om 23.55 uur en werd bijgezet in de St George’s Chapel in Windsor Castle.

George V werd opgevolgd door zijn oudste zoon, Eduard VIII. Minder dan een jaar later deed Eduard afstand van de troon om te kunnen trouwen met Wallis Simpson. Toen werd de tweede zoon van George, Albert, de nieuwe koning. Uit respect voor zijn vader nam Albert de naam George aan als koning en werd koning als George VI.

Titels:
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins George van Wales (1865-1892)
Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van York (1892-1901)
Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van Cornwall en York (1901)
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales (1901-1910)
Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van Rothesay (1901-1910), de titel in Schotland.
Zijne Majesteit de Koning (1910-1936)
Zijne Majesteit de Keizer (1910-1936), de titel in India.
Heerlijkheid:
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins George van Wales (1865-1892)
George trouwde, 28 jaar oud, op donderdag 6 juli 1893 in Koninklijke Kapel van het St. James’s Palace in Londen met Victoria Maria van Teck, 26 jaar oud. Victoria is geboren op zondag 26 mei 1867 in Kensington Palace, Londen. Victoria is overleden op dinsdag 24 maart 1953 in Marlborough House, Londen, 85 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Na de dood van koningin Victoria in 1901 werd Mary prinses van Wales. Op 9 november, negen dagen nadat ze waren teruggekomen uit Australië, werd de zestigste verjaardag van koning Eduard gevierd, de koning benoemde George tot Prins van Wales. De familie verhuisde van hun residentie St. James’s Palace naar Marlborough House. Als prinses van Wales vergezelde Mary haar man op reizen naar Oostenrijk-Hongarije en Württemberg in 1904. Het jaar daarop baarde ze haar jongste kind prins John. Het was een zware bevalling, Mary herstelde snel, haar zoon leed aan ademhalingsproblemen.

Vanaf oktober 1905 ondernamen de prins en prinses van Wales een acht maanden durende reis, dit keer door Brits-Indië, en hun kinderen werden ondergebracht bij de Koning en Koningin. Ze reisden door Egypte, daarna reisden ze via Egypte door naar Griekenland, waar op dat moment Georges oom koning was onder de naam George I. Daarna reisden ze door naar Spanje voor het huwelijk van koning Alfons XIII en Victoria Eugénie van Battenberg. Een week later, nadat ze waren teruggekeerd in Engeland, reisden ze naar Noorwegen om de kroning van koning Haakon VII en koningin Maud bij te wonen. Maud was een zus van George.

Op 6 mei 1910 stierf koning Eduard VII. De prins van Wales besteeg de troon als koning George V en Mary werd koningin van het Verenigd Koninkrijk. Haar man vroeg haar destijds om een van haar twee officiële namen (Victoria Mary) te laten vallen. Ze koos als naam Mary, als ze koos voor Victoria zou dat te veel denken aan de grootmoeder van haar man, Koningin Victoria. Koningin Mary werd samen met haar man gekroond op 22 juni 1911 in de Westminster Abbey. Later in het jaar reisden de nieuwe koning en koningin naar Brits-Indië voor de Delhi Durbar (het hof van Delhi, de kroning tot keizer en keizerin) dat werd gehouden op 12 december 1911, daarna reisden ze door het subcontinent als keizer en keizerin van India, ze keerden in februari terug naar Groot-Brittannië. Het Koningin Mary college in Lahore, Pakistan en de koningin Mary School in New Delhi, India waren gesticht na het bezoek van de koning en koningin.

Het begin van haar periode als de vrouw van de koning begon met een conflict tussen de koningin-moeder Alexandra en Mary. Ook al hadden de twee koninginnen een goede relatie, koningin Alexandra kon erg eigenwijs zijn. Ze zorgde voor wat kleine probleempjes bij de bijzetting van Eduard VII en hield vele juwelen die ze had moeten doorgeven aan Mary, die nu de koningin was.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog legde koningin Mary Buckingham Palace een strenge bezuinigingsmaatregel op, verzamelde voedsel, bezocht gewonde soldaten en soms stervende militairen in het ziekenhuis, ze vond het een groot emotionele taak. Na drie jaar oorlog tegen Duitsland, en de groeiende anti-Duitse gevoelens in Groot-Brittannië, werd de Russische Keizerlijke Familie, die waren afgezet tijdens de Russische Revolutie, hun asiel geweigerd, mede doordat de vrouw van de Tsaar in Duitsland was geboren. Het nieuws van de tsaars abdicatie verhoogde de verwachtingen van de republikeinen die de monarchie wilde vervangen voor een republiek. Nadat republikeinen de Duitse achtergrond van de koning en koningin gebruikten voor propaganda tegen de monarchie, deed koning George afstand van al zijn Duitse titels en familie banden, en verving het Duitse huis "Saksen-Coburg-Gotha" door het Engelse "Windsor". Ook de familieleden van de koningin deden afstand van hun Duitse titels, en namen de Engelse naam Cambridge aan. De oorlog eindigde in 1918 toen Duitsland werd verslagen de Duitse Keizer abdiceerde op 9 november van dat jaar en ging in ballingschap.

Twee maanden nadat de oorlog was afgelopen, overleed koningin Mary’s jongste zoon, John, op de leeftijd van dertien jaar. Ze beschreef haar schok en verdriet in haar dagboek en in brieven die waren gepubliceerd na haar dood: "our poor darling little Johnnie had passed away suddenly… The first break in the family circle is hard to bear but people have been so kind & sympathetic & this had helped us [the King and me] much." Vrij vertaald: "onze arme lieve kleine Johnnie is plotseling heengegaan… De eerste breuk in de familiekring is moeilijk om te dragen maar de mensen zijn zo lief & sympathiek & dit heeft ons [de Koning en mij] zeer geholpen."

Koningin Mary steunde haar man continu tijdens de laatste jaren van zijn regeringsperiode. Ze adviseerde hem, hielp hem bij het schrijven van toespraken, en gebruikte haar grote kennis van de geschiedenis en over het koningschap om de koning te adviseren. Hij waardeerde haar discretie, intelligentie en oordelen. Ze handhaafde haar zelfvertrouwen in al haar publieke bezigheden in de jaren na de oorlog, een periode die wordt gemarkeerd door burgerlijke onrust over sociale omstandigheden, de Ierse Onafhankelijkheid en het nationalisme in Brits-Indië.

Aan het einde van de jaren ’20 werd koning George plotseling ziek (long problemen) veroorzaakt door zijn hevige roken. Koningin Mary betaalde particuliere zorg voor hem. Tijdens zijn ziekte in 1928 werd er aan Sir Farquhar Buzzard gevraagd wie er verantwoordelijk was voor het herstel van de koning. Hij antwoordde: "The Queen" (de koningin). In 1935 vierden koning George V en koningin Mary hun zilveren jubileum, er waren overal vieringen en feesten, in het hele Britse Rijk. In zijn jubileum toespraak bedankte George zijn vrouw publiekelijk voor al haar verdiensten.

De koning stierf op 20 januari 1936, nadat de arts, de toekomstige Baron Dawson of Penn, hem een injectie gaf met morfine en cocaïne die zijn dood waarschijnlijk versnelden. De oudste zoon van koningin Mary, Eduard, prins van Wales, besteeg de troon als koning Eduard VIII. Mary was nu koningin-moeder. Ook al gebruikte ze zelf die titel niet, ze werd bekend als Her Majesty Queen Mary (Hare Majesteit Koningin Mary).

Koningin Mary maakte zich verdienstelijk op het gebied van kunst en cultuur. Verder stond ze bekend om haar hoge intelligentie, dit in tegenstelling tot haar echtgenoot. Samen hadden ze zes kinderen waaronder twee koningen: Eduard VIII en George VI verder Hendrik, Hertog van Gloucester, Maria, Princess Royal, George, Hertog van Kent en de jong overleden Prins John. De troonsafstand van Eduard in 1936 naar aanleiding van zijn liefde voor een gescheiden vrouw weigerde ze te accepteren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook ze onder op het platteland.

Koningin Mary overleefde drie van haar kinderen. De ziekelijke jongste prins John overleed in 1919. Haar vierde zoon George verongelukte tijdens de Tweede Wereldoorlog bij een vliegtuigongeluk. In 1952 overleed Albert (Koning George VI) aan de gevolgen van kanker. Koningin Mary overleed zelf dertien maanden later op 85-jarige leeftijd, een paar maanden voor de kroning van haar kleindochter Koningin Elizabeth II.

Titels:
Hare Hoogheid Prinses Victoria Mary van Teck (1867 - 1893)
Hare Koninklijke Hoogheid de Hertogin van York (1893 - 1901)
Hare Koninklijke Hoogheid de Hertogin van Cornwall en York (1901 - 1901)
Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Wales (1901 - 1910)
Hare Koninklijke Hoogheid de Hertogin van Rothesay (1901 - 1910), de Schotse titel
Hare Majesteit de Koningin (1910 - 1936)
Hare Majesteit Koningin Mary (1936 - 1953)
Heerlijkheid:
Hare Majesteit Koningin Mary (1936 - 1953)
Kinderen van George en Victoria:
1 Eduard VIII van het Verenigd Koninkrijk, geboren op zaterdag 23 juni 1894 in White Lodge. Volgt 82.
2 George VI (Albert Frederik Arthur George) van het Verenigd Koninkrijk, geboren op zaterdag 14 december 1895 in Sandringham House. Volgt 83.
3 Victoria Alexandra Alice Mary Windsor, geboren op zondag 25 april 1897 in Sandringham, Norfolk. Volgt 94.
4 Hendrik van Gloucester, geboren op zaterdag 31 maart 1900 in Sandringham House. Volgt 99.
5 George Windsor, geboren op zaterdag 20 december 1902 in Sandringham. Volgt 104.
6 John Karel Frans Windsor, geboren op woensdag 12 juli 1905 in York Cottage, Sandringham House. John is overleden op zaterdag 18 januari 1919 in Wood Farm, 13 jaar oud.
Notitie bij John: Prins John werd geboren in York Cottage, een huis dat hoort bij het Sandringham Landgoed in Norfolk in Engeland. Zijn vader was George, Prins van Wales (later koning George V) de tweede oudste zoon van koning Eduard VII en koningin Alexandra, prinses van Denemarken. Zijn moeder was de Prinses van Wales (later koningin Mary), de oudste dochter van hertog Frans van Teck en hertogin Maria Adelheid van Cambridge. Ten tijde van zijn geboorte stond John zesde in lijn van troonopvolging.

John werd gedoopt op 3 augustus 1905 in de Sint Mary Magdalen Kerk in Sandringham; zijn peetouders waren; Karel I van Portugal, Constantijn I van Griekenland en Sophie van Pruisen, Alice van Albany, Haakon VII van Noorwegen, prins Johan van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg en Alexander Duff.

Prins John had zijn eerste epileptisch insult op vierjarige leeftijd. Hij kon om die reden niet aanwezig zijn bij de kroning van zijn vader op 22 juni 1911.

Op twaalfjarige leeftijd was zijn conditie zo verslechterd, dat hij met een eigen huishouding in de Wood Farm (ook een huis op het Sandringham Landgoed) werd geplaatst. Daar was John erg gelukkig en er werd goed voor hem gezorgd. Hij had een eigen kinderjuffrouw: Charlotte Bill, beter bekend in de familie als “Lalla”. Thomas Haverly was een koetsier van Windsor Castle, er werd voor hem uitgekozen om John te vervoeren omdat hij goed en betrouwbaar was. Hij nam de prins mee op kleine reisjes naar het platteland of naar de zee of naar het “grote huis” te Sandringham Landgoed wanneer er leden van de Koninklijke familie resideerden. Wood Farm had ook een eigen kok en huishoudster. John had ook een leraar, Henry Peter Hansell (1863-1935). Een gebied van de tuin werd voor John ingericht, “Prins Johns Tuin”, en er werden tuinmannen geregeld om hem te helpen met het verzorgen van zijn tuintje. Binnen had hij zijn boeken, een pedaalauto en een rit-op trein, waar mee hij vaak werd gefotografeerd. Familiefoto’s tonen hem op een fiets en op een paard waar hij zonder hulp op rijdt.

Er werd vaak gezegd dat John eenzaam was in Wood Farm, maar dit in niet helemaal waar. Hij was daar voor hem een metgezel, Winifred Thomas, een meisje uit Yorkshire van ongeveer dezelfde leeftijd, zij leed aan astma en werd naar het platteland gestuurd om te wonen bij haar oom en tante, George Stratton, de rijdende meester in Sandringham. Na Winifreds aankomst, kregen de Strattons hoog bezoek van koningin Mary en het kindermeisje van John (een Victoriaanse versie van een verpleegster), die op zoek waren naar een vriend voor John.

Winifred Thomas herinnerde Johns moeder, koningin Mary, als een liefdevolle en geïnteresseerde ouder, die veel tijd doorbracht met haar zoon. In een deel van haar dagboek heeft de koningin geschreven over de dood van haar zoontje John, ze schreef:

“Miss the dear child very much indeed.” Vrij vertaald: “Mis het lieve kind inderdaad heel veel.”
De koningin schreef ook dit:

"Dinsdag 21 januari 1919. Canon Dalton & Dr. Brownhill leidde de dienst, die erg droevig en ontroerend was. Vele van onze eigen mensen en de dorpsbewoners waren bedroefd. Wij bedankten de dienaars van Johnny, die zo goed en trouw zijn geweest".
Zij werd echt door hun trouw bewogen en ging verder dan hen eenvoudig bedanken. De dochter van Thomas Heverly kreeg het bord van John, dat in tijd door haar eigen familie en Winifred door werd gegeven, en een aantal van zijn boeken met een door koningin Mary eigen handgeschreven inscriptie, “In memory of our dear little Prince.” (In herinnering van onze lieve kleine Prins). De koningin bewaarde ook foto’s van hem, haar eigen dagboekaantekeningen van hun tijd samen, en brieven. In een van deze brieven, geschreven door John aan Winifreds oom, die zijn arm had gebroken tijdens een ongeval, stond:

“Dear Mr. Stratton, I hope your arm is better. Are you going to church? With my love from John.” (“Lieve hr. Stratton, ik hoop dat uw arm beter is. Gaat u naar de kerk? Liefs van John”).

Geen van Johns ouders waren in Wood Farm toen hij plotseling stierf in de vroege uren van 18 januari 1919. Zijn dood was totaal onverwacht. Om half zes in de ochtend, ging de telefoon op Buckingham Palace. Charlotte Bill was aan de telefoon, ze vertelde de koningin dat John een hevige aanval had gehad en hij zou niet meer gewekt kunnen worden. Sinds John 13 jaar was geworden, waren de aanvallen gevaarlijker geworden en kwamen ze meer en meer voor.

Ondanks het vroege uur, haastten zijn ouders zich onmiddellijk naar Wood Farm waar ze Charlotte Bill ’diepbedroefd, maar gelaten’ vonden en de levenloze prins die op zijn bed lag alsof hij sliep.

Dit schreef de koningin nadat zij had gehoord dat haar Johnnie dood was:

"Lalla Bill telefoneerde van Wood Farm, Wolferton, nadat onze lieveling Johnny na een van zijn aanvallen was overleden. Het nieuws gaf aan mij een grote schok, hoewel voor de onrustige ziel van de kleine jongen de dood kwam als een geweldige vrijlating. Ik bracht het nieuws naar George en wij gingen onmiddellijk naar Wood Farm. Daar vonden we de arme Lalla geheel diepbedroefd maar gelaten. Kleine Johnny leek heel vreedzaam liggend daar... Voor hem is het een geweldige vrijlating vooral omdat zijn kwaal slechter werd naarmate hij ouder werd, en hem is dus veel lijden bespaard. Ik kan niet zeggen hoe dankbaar wij ons voelen naar God, omdat hij onze Johnny op zo’n vreedzame manier tot zich genomen heeft, hij sliep slechts rustig... geen pijn, geen strijd, slechts vrede voor de arme kleine gestoorde geest, die een grote ongerustheid voor ons voor vele jaren was geweest aangezien het vanaf zijn vierde jaar begon".
Prins John werd op 21 januari 1919, in de kerk van Sandringham (de Kerk van St Mary Magdalene), Norfolk begraven.

Titels vanaf zijn geboorte:
12 juli 1905 – 6 mei 1910: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins John van Wales.
6 mei 1910 – 18 januari 1919: Zijne Koninklijke Hoogheid De Prins John.

De naam “John” wordt door de koninklijke familie als zeer ongelukkig gezien, en het is vaak dat deze naam wordt gemeden sinds de dood van de prins. Het enige Engelse staatshoofd dat deze naam droeg was koning John (beter bekend als: Jan zonder Land (John Lackland) 1199-1216), die vooral bekendheid geniet door zijn fictieve personage: Prins John in de verhalen en films van Robin Hood. Diana, Prinses van Wales had de wens om haar oudste zoon John te noemen, naar haar vader, maar dit werd voorkomen door de koninklijke familie. De grootouders van prins John (koning Eduard VII en koningin Alexandra) hadden ook een zoon, genaamd Alexander John (1871). Die prins werd echter nog geen twee dagen oud.

De toneelschrijver Stephen Poliakoff produceerde een miniserie The Lost Prince, die veel van de gebeurtenissen bekeek die tijdens het bewind van Koning George V afspeelden, door de ogen van de jongste zoon, prins John.
82 Eduard VIII van het Verenigd Koninkrijk is geboren op zaterdag 23 juni 1894 in White Lodge, zoon van George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk (zie 81) en Victoria Maria van Teck. Eduard is overleden op zondag 28 mei 1972 in Parijs, 77 jaar oud.
Notitie bij Eduard: Eduard was de oudste zoon van koning George V en koningin Mary. Hij werd David genoemd door zijn familie en groeide op tussen kindermeisjes, die er Victoriaanse ideeën over tucht op nahielden. Toen zijn vader in 1910 koning werd, kreeg hij de titel Prins van Wales. Hij diende tijdens de Eerste Wereldoorlog in het leger, al stond de Britse regering hem niet toe aan het front te vechten. Hij vervulde daarnaast tal van koninklijke plichten. In de crisisjaren bezocht hij meermalen mijn- en fabrieksstreken die door grote werkloosheid waren getroffen. Ook maakte hij reizen door het Britse imperium.

Eduard VIII werd koning na de dood van zijn vader in 1936. Minder dan een jaar later deed hij weer afstand van de troon, omdat hij wilde trouwen met de al twee keer gescheiden Amerikaanse Wallis Simpson. De Anglicaanse Kerk, waarvan Eduard als koning het hoofd was, stond hertrouwen na een scheiding niet toe. Minister-president Stanley Baldwin stelde hem voor de keus: of zijn relatie met Simpson te verbreken of afstand van de troon doen. Hij koos het laatste en vertrok naar het buitenland. Als koning werd hij opgevolgd door zijn jongere broer, Albert, die koning werd als George VI. Er waren speculaties over de aanwijzing van Albert, omdat er nog twee jongere broers waren, Henry, hertog van Gloucester en George, hertog van Kent (de laatste had bovendien een zoon). Uiteindelijk bleef de keuze bij Albert. Hij koos voor de naam George, omdat koningin Victoria ooit de wens had geuit dat er nooit een koning Albert (de naam van haar betreurde echtgenoot, prins-gemaal Albert) zou komen, en ook als eerbetoon aan zijn vader.

Eduard kreeg de titel Hertog van Windsor. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog keerde hij terug naar het UK en maakte hij deel uit van de staf van het Britse leger. Kort daarop (juli 1940) werd hij benoemd tot gouverneur van de Bahama’s. Dat bleef hij tot 1945.

Hij stierf in zijn woning te Neuilly, nabij Parijs, tijdens de regering van zijn nicht, koningin Elizabeth II. Zijn huwelijk met Wallis bleef kinderloos.
Heerlijkheid:
van 20 januari 1936 tot 11 december 1936 koning van het Verenigd Koninkrijk en keizer van India
Eduard trouwde met Wallis (Bessie) Simpson. Wallis is geboren op vrijdag 19 juni 1896 in Blue Ridge Summit (Pennsylvania). Wallis is overleden op donderdag 24 april 1986 in Parijs, 89 jaar oud.
Notitie bij Wallis: Ze werd geboren in Pennsylvania en groeide op in Baltimore (Maryland). Ze trouwde in 1916 met de stevig drinkende marineofficier Earl Spencer jr. Van hem scheidde ze in 1927 om vervolgens de maîtresse te worden van de Brits-Amerikaanse zakenman Ernest Simpson. Hij scheidde vervolgens van zijn vrouw om met Wallis te kunnen trouwen. Samen gingen zij in Engeland wonen en via allerlei connecties werd zij al spoedig voorgesteld aan de Britse kroonprins Eduard. Zij zou vrijwel meteen zijn maîtresse worden. Het Britse hof volgde dit alles met argusogen. Er waren meerdere redenen waarom Simpson niet gewenst was als partner van de kroonprins: ze was Amerikaanse, niet van adel en gescheiden. Ook de sadomasochistische trekjes die de relatie had, werden verworpen, en er waren geruchten dat Simpson een Duitse spion zou zijn.

Wallis scheidde in 1936 ook van haar tweede man. In datzelfde jaar volgde Eduard zijn vader, George V als koning op. Hij zou maar een jaar koning blijven. Zijn plannen om met Wallis Simpson te trouwen, vielen niet in goede aarde bij de koninklijke familie en al evenmin bij de regering onder leiding van Stanley Baldwin. Formeel was de belangrijkste reden dat Wallis als echtgenote niet geaccepteerd werd, dat de Anglicaanse Kerk het niet toestond dat een gescheiden persoon hertrouwde zolang zijn of haar voormalig partner nog leefde. Eduard werd gedwongen te kiezen tussen het koningschap en Simpson - een compromis waarbij hij wel met haar zou trouwen, maar zij niet de titel van koningin kreeg en hun eventuele kinderen ook geen troonopvolger zouden zijn, werd verworpen. Eduard besloot daarop af te treden, omdat het hem zoals hij stelde onmogelijk was zijn taak te volbrengen "without the support of the woman I love".

Na zijn aftreden benoemde zijn broer, koning George VI, hem tot hertog van Windsor. Na zijn huwelijk met Wallis zou zij hertogin van Windsor worden. De titel koninklijke hoogheid werd haar echter onthouden. Het paar woonde de meeste tijd daarna in Neuilly, nabij Parijs. Voor de Engelse koninklijke familie bleef de hertogin tot aan haar dood persona non grata.

Ten tijde van de begrafenis van haar echtgenoot zette ze voor het eerst sinds de crisis van 1936 voet op Britse bodem. De hertog werd begraven in Windsor, in bijzijn van het Britse hof. De hertogin behield haar titel, en er kwam toenadering tussen haar en de familie. Daarna ging het bergafwaarts met haar gezondheid.
83 George VI (Albert Frederik Arthur George) van het Verenigd Koninkrijk is geboren op zaterdag 14 december 1895 in Sandringham House, zoon van George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk (zie 81) en Victoria Maria van Teck. George is overleden op woensdag 6 februari 1952 in Sandringham House, 56 jaar oud.
Notitie bij George: Als tweede zoon van koning George V was hij aanvankelijk niet voorbestemd om zijn vader op te volgen als koning en stond hij, vooral in zijn jeugd, in de schaduw van zijn oudere broer Eduard (die in de familie en bij zijn vrienden beter bekend was als David). Albert diende tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de marine en na die oorlog nam hij zijn publieke functies waar. Hij trouwde met Elizabeth Bowes-Lyon in 1923. Uit dit huwelijk werden twee dochters geboren: Elizabeth, die na zijn dood koningin werd, en Margaret.

Na de dood van hun vader in 1936 besteeg Alberts broer de troon als Eduard VIII. Minder dan een jaar later deed Eduard VIII afstand van de troon, omdat hij wilde trouwen met de al twee keer gescheiden Amerikaanse Wallis Simpson. De toenmalige Britse minister-president, Stanley Baldwin, informeerde Eduard dat hij niet kon trouwen met mevrouw Simpson én koning blijven; hij moest op dat moment een keuze maken. Eduard VIII koos voor de liefde en deed afstand van de troon, een unicum in de Britse geschiedenis. Hoewel hij er geweldig tegenop zag, want hij was verlegen en stotterde, moest Albert nu koning worden. Hij besteeg de troon als George VI, de derde monarch uit het huis Windsor. Zijn vrouw, koningin-gemalin Elizabeth, heeft het Eduard en Wallis altijd kwalijk genomen dat zij dit haar man hebben aangedaan.

Vierentwintig uur na zijn troonsbestijging creëerde het Ierse parlement (de Oireachtas), de External Relations Act. Dit had als gevolg dat de Engelse monarch geen macht meer had in Ierland. Drie jaar later was het Britse Rijk in oorlog met nazi-Duitsland, daarna met Italië en ook nog met het Keizerrijk Japan. De Tweede Wereldoorlog had grote gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk. De positie van ’s werelds grootste mogendheid werd overgenomen door twee rivaliserende supermachten: de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Bovendien begon het rijk na de oorlog uiteen te vallen; de onafhankelijkheid van India en Pakistan in 1947 en de stichting van de Ierse Republiek in 1949 heeft George VI nog meegemaakt.

De toekomstige George VI kreeg als eerste naam Albert en was eerst bekend als prins Albert (of “Bertie” in de familie). Hij werd geboren in York Cottage, een huis op het erf van Sandringham House in Norfolk, tijdens de regering van zijn overgrootmoeder koningin Victoria. Zijn vader was prins George, de hertog van York (Duke of York), de latere koning George V, de tweede zoon van de toenmalige prins Eduard en prinses Alexandra van Wales. Zijn moeder was de hertogin van York (Duchess of York), de latere koningin Mary. Zij was de oudste dochter van hertog Frans van Teck en prinses Mary Adelaide van Cambridge.

Alberts geboortedag (14 december 1895) was de gedenkdag van de dood van zijn overgrootvader prins Albert, de prins-gemaal. Onzeker over hoe de weduwe van de prins-gemaal, koningin Victoria, zou reageren op de geboorte van Albert, schreef de prins van Wales aan zijn zoon, prins George, dat de koningin van streek was. Twee dagen later schreef hij weer: “I really think it would gratify her if you yourself proposed the name Albert to her". Dit bedaarde de koningin en zij schreef een brief aan de hertogin van York waar onder andere in stond: “I am all impatience to see the new one, born on such a sad day but rather more dear to me, especially as he will be called by that dear name which is a byword for all that is great and good”.

Hij werd gedoopt als Albert Frederik Arthur George in de St. Mary Magdalene’s Kerk in Sandringham, drie maanden na zijn geboorte. Zijn grootmoeder aan moederskant, prinses Mary Adelaide van Cambridge, vond de eerste naam van de pasgeboren baby maar niets en ze schreef aan haar dochter dat ze hoopte dat George zijn roepnaam werd. De tweede zoon, Albert, was de vierde in lijn van de troonopvolging. De derde was zijn oudere broer Eduard, die iets meer dan een jaar eerder was geboren op 24 juni 1894.

Als een achterkleinkind van koningin Victoria kreeg Albert vanaf zijn geboorte de titel Zijne Hoogheid Prins Albert van York. In 1898 liet koningin Victoria in een brief weten dat zij het oudste kind van de prins van Wales tot koninklijke hoogheid benoemde. Dus op de leeftijd van twee jaar werd Albert Zijn Koninklijke Hoogheid Prins Albert van York.

Prins Albert had een slechte gezondheid en was vaak ziek. Zijn ouders, de hertog en hertogin van York, waren vaak niet thuis. Als toekomstig koning en koningin waren ze vaak op reis. Albert stotterde hevig toen hij nog een klein kind was en had ook vaak last van maagproblemen. Ook leed de prins aan Genua valga, beter bekend als X-benen, en om dit te genezen moest hij metaalstroken langs zijn benen dragen, wat veel pijn veroorzaakte. Albert werd gedwongen om rechts te schrijven terwijl hij linkshandig was.

Koningin Victoria stierf op 22 januari 1901 en de prins van Wales, Alberts grootvader, volgde haar op als koning Eduard VII. De hertog van York werd de nieuwe prins van Wales. Alberts oudere broer werd de tweede in lijn van de troonopvolging en Albert zelf de derde.

Vanaf 1909 ging Albert naar de Royal Navy school in Osborne als een matroos. Hij begon onderaan, maar door zijn goede werk en goede reputatie kon hij in 1911 overgeplaatst worden naar het Royal Naval College in Dartmouth in Devon. Toen koning Eduard VII stierf op 6 mei 1910, werd Alberts vader de nieuwe koning als George V. Eduard werd de nieuwe prins van Wales op 2 juni 1910 en Albert werd tweede in de lijn van de troonopvolging.

Albert werd aangewezen als Adelborst (Engels: Midshipman) op 15 september 1913 en een jaar later begon de Eerste Wereldoorlog. Hij diende op het schip HMS Collingwood in de Zeeslag bij Jutland (31 mei – 1 juni 1916), die uitmondde in een tactische overwinning voor Duitsland, maar een strategische overwinning voor het Verenigd Koninkrijk. Albert moest de oorlog vroegtijdig verlaten omdat hij ziek werd, veroorzaakt door een maagzweer. In februari 1918 werd prins Albert aangewezen als Officer in Charge of Boys bij de Royal Naval Air Service (RNAS).

Na de oorlog, vanaf oktober 1919, ging prins Albert geschiedenis, economie en de leer van burgerrechten en –plichten studeren voor een jaar op het Trinity College in Cambridge. Op 3 juni 1920 werd prins Albert hertog van York, graaf van Inverness en baron van Killarney. Vanaf dat moment begon hij koninklijke plichten te vervullen om zijn vader de koning te vertegenwoordigen.

In een periode waarin er van de “royals” werd verwacht om te trouwen met kandidaten van koninklijken bloede, was het nogal ongewoon dat Albert veel vrijheid had in het kiezen van zijn vrouw. In 1920 ontmoette hij Lady Elizabeth Bowes-Lyon, de jongste dochter van Claude Bowes-Lyon, 14e graaf van Strathmore en Kinghorne en Cecilia Cavendish-Bentinck. Albert was vastbesloten om met haar te trouwen.

Elizabeth was, hoewel zij afstammeling was van koning Robert I van Schotland en van koning Hendrik VII van Engeland, een gewone burger voor de Britse wet. Elizabeth wees Albert twee keer af en aarzelde bijna twee jaar, omdat ze, naar men zegt, bang was fouten te maken binnen de koninklijke familie. Uiteindelijk accepteerde Elizabeth het aanzoek.

Albert en Elizabeth trouwden op 26 april 1923 in de Westminster Abbey. Lady Elizabeth werd door haar huwelijk Hare Koninklijke Hoogheid de Hertogin van York. Alberts keus voor een gewone burger werd als "modern" ontvangen bij het Britse volk.

De hertog en hertogin van York kregen twee kinderen, Elizabeth (die vaak “Lilibet” werd genoemd door de familie) werd geboren op 21 april 1926, zij volgde haar vader op als Elizabeth II, en Margaret, geboren op 21 augustus 1930. De hertog en hertogin en hun twee kinderen leidden een goed en rustig leven in hun Londense residentie, Piccadilly 145. Een van de weinige ministers die langskwamen was de Canadese minister-president, R.B. Bennett, die de hertog wilde aanwijzen als gouverneur-generaal van Canada in 1931, een verzoek dat de koning weigerde, op aanraden van zijn ministers.

Op 20 januari 1936 stierf koning George V en prins Eduard besteeg de troon als koning Eduard VIII. Koning Eduard had geen kinderen en daardoor was Albert de enige troonopvolger tot zijn broer kinderen zou krijgen of zou sterven. George V had bedenkingen over zijn oudste zoon Eduard. Hij zou eens gezegd hebben: “I pray God that my eldest son will never marry and that nothing will come between Bertie and Lilibet and the throne”. Vrij vertaald: “Ik bid tot God dat mijn oudste zoon nooit zal trouwen en dat niets in de weg zal staan tussen Bertie (Albert) en Lilibet (Elizabeth) en de troon”. Minder dan een jaar later, op 11 december 1936, abdiceerde koning Eduard VIII om te trouwen met Wallis Warfield Simpson. Eduard werd door de toenmalige minister-president geadviseerd dat hij niet én koning kon blijven én trouwen met een gescheiden vrouw van wie de twee ex-mannen nog steeds in leven waren. Eduard koos voor zijn liefde en abdiceerde. Dus werd prins Albert, de hertog van York, nu koning, een positie die hij aarzelend accepteerde. De dag voor de bestijging van de troon ging hij naar Londen om zijn moeder, koningin Mary, te bezoeken. Hij schreef in zijn dagboek: “When I told her what had happened, I broke down and sobbed like a child”. Vrij vertaald: “Toen ik haar vertelde wat er gebeurd was, verloor ik mijn zelfbeheersing en huilde als een kind”.

Er waren nog speculaties over de aanwijzing van Albert, omdat hij nog twee jongere broers had, Henry en George, van wie George zelfs een zoon had. Uiteindelijk bleef de keuze bij Albert. Hij koos voor de naam George, omdat koningin Victoria ooit de wens had geuit dat er nooit een koning Albert (de naam van haar betreurde echtgenoot) zou komen, en ook als eerbetoon aan zijn vader. De kroning van George VI vond plaats op 12 mei 1937. Er werd geen Durbar gehouden in Delhi voor George VI. Er werden twee buitenlandse staatsbezoeken gemaakt, naar Frankrijk en naar Noord-Amerika.

In 1939 ondernamen de koning en koningin een uitgebreide reis door Canada. Terwijl ze daar waren brachten ze ook een vluchtig bezoek aan de Verenigde Staten. Vanaf Ottawa werd het koninklijk koppel vergezeld door de minister-president van Canada en niet door een Britse minister; dit kwam doordat ze in Canada de titel Koning en Koningin van Canada hadden. George was de eerste regerende monarch van Canada die Noord-Amerika bezocht. Hij was al eerder in Canada geweest, maar toen als prins Albert, hertog van York. De toenmalige Canadese minister-president was William Lyon Mackenzie King, die de koning en koningin ontving in zijn residentie in Rideau Hall.

De gehele reis was bedoeld om Canada niet in een isolement (isolationisme) te laten vallen. Ook al was het grootste gedeelte van de rondreis politiek gezien heel belangrijk, vooral omdat er in Europa oorlog op handen was, toch werden de koning en koningin goed ontvangen door het Canadese volk. De vrees dat George minder geliefd zou zijn dan zijn voorganger, Eduard VIII, werd niet bewaarheid. Ze werden ook warm ontvangen door het Amerikaanse volk; ze bezochten in 1939 de New York World’s Fair, ook wel de wereldtentoonstelling van 1939 genoemd. Ze verbleven bij president Franklin D. Roosevelt in het Witte Huis en in zijn privéhuis in Hyde Park in New York.

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak in 1939, besloten koning George VI en zijn vrouw om in Londen te blijven en niet te vluchten naar Canada, zoals werd aanbevolen. De koning en koningin bleven in Buckingham Palace tijdens de oorlog, maar ’s nachts verbleven ze in Windsor Castle om de Blitz op Londen te ontwijken. George VI en koningin Elizabeth ontkwamen ternauwernood aan de dood, toen twee Duitse bommen in de tuin van Buckingham Palace terechtkwamen.

In 1940 werd Neville Chamberlain vervangen door minister-president Winston Churchill. Tijdens de oorlog legden de koning en koningin vele bezoeken af aan slachtoffers en aan munitiefabrieken. Verder spande de koninklijke familie zich in om het volk te verenigen.

De premier hield de koning op de hoogte van alle belangrijke politieke en militaire beslissingen. De koning was zelf slecht tegen de oorlogstaak opgewassen. Hij was zenuwpatiënt en werd discreet maar goed in de gaten gehouden door zijn medewerkers

De stress tijdens de oorlog had zijn tol geëist van de gezondheid van de koning. In januari 1952 zwaaide George zijn oudste dochter uit op het vliegveld. Zij ging op reis naar Australië. Een kinderjuf uit haar jeugd vergezelde Elizabeth tegen wie de koning had gezegd “Take care of Lilibet for me” (“Zorg goed voor Lilibet voor me”). De kinderjuf beloofde dat ze dat zou doen. Het was de laatste keer dat de koning zijn dochter zag. De koning, een kettingroker[2], leed aan longkanker. Uiteindelijk stierf hij op 6 februari 1952 in zijn slaap aan een hartaanval in Sandringham House in Norfolk, op de leeftijd van 56 jaar. Nadat hij was opgebaard in de Westminster Hall, werd hij bijgezet op 15 februari in de St. George’s Kapel in Windsor Castle. Op 9 februari 2002 stierf de jongste dochter van George VI, Margaret. Op 30 maart van datzelfde jaar stierf zijn weduwe Elizabeth, vijftig jaar na zijn dood. Zij werden naast hun vader en man bijgezet.

Zijn titels als lid van het huis Windsor.
Zijne Hoogheid Prins Albert van York (1895 - 1898)
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert van York (1898 - 1901)
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert van Cornwall en York (1901)
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert van Wales (1901 - 1910)
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins Albert (1910 - 1920)
Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van York (1920 - 1936)

Zijn titels als meervoudig staatshoofd.
Zijne Keizerlijke Majesteit, de Keizer van India, deze titel werd niet werkelijk gebruikt.
Zijne Majesteit, de Koning van Canada (1936-1952)
Zijne Majesteit, de Koning van Australië(1936-1952)
Zijne Majesteit, de Koning van Nieuw-Zeeland(1946-1952)
Zijne Majesteit, de Koning van Zuid-Afrika(1936-1952)
Zijne Majesteit, de Koning van Ceylon(1948-1952)
Zijne Majesteit, de Koning van Ierland(1936-1949)
Zijne Majesteit, de Koning van Pakistan(1947-1952)
Zijne Majesteit, de Koning van het Verenigd Koninkrijk (1936-1952)
Heerlijkheid:
van 11 december 1936 tot aan zijn dood in 1952 koning van het Verenigd Koninkrijk en van de Britse Overzeese Gebieden. Hij was van 1936 tot 1947 de laatste keizer van India en tot 1949 de laatste koning van Ierland.
George trouwde met Elizabeth Angela Marguerite Bowes-Lyon. Elizabeth is geboren op zaterdag 4 augustus 1900 in in of nabij Londen, dochter van Claude George Bowes-Lyon. Elizabeth is overleden op zaterdag 30 maart 2002 in Windsor, 101 jaar oud.
Notitie bij Elizabeth: Ze werd geboren in 1900, als negende van de tien kinderen van Claude George Bowes-Lyon, de veertiende Graaf van Strathmore en Kinghorn, en Cecilia Nina Cavendish-Bentinck, een rechtstreekse afstammeling van de derde Hertog van Portland. Ze trouwde in 1923 met de verlegen prins Albert, hertog van York, de tweede zoon van George V. Daardoor verkreeg zij de titel ’Hertogin (Duchess) van York’. Ze kregen twee dochters, Elizabeth en Margaret.

Ze was de laatste keizerin van India. Na de dood van George VI werd ze Queen Elizabeth The Queen Mother (de Koningin-Moeder) genoemd.

In 1936 trad de toenmalige Britse koning Eduard af om te kunnen trouwen met de gescheiden Amerikaanse Wallis Simpson. Zijn broer Albert werd in 1937 gekroond tot koning George VI. Hij stierf in 1952, waarna Elizabeth de titel "Her Majesty Queen Elizabeth, The Queen Mother" (koningin-moeder) kreeg. In de volksmond werd dit "Queen Mum".

Elizabeth werd enorm populair door tijdens de Tweede Wereldoorlog in Londen te blijven, zelfs nadat Buckingham Palace door een Duitse bom was getroffen. Bij voorgaande bezoekjes aan de zwaar getroffen arbeiderswijk East End was ze nog uitgejouwd. Zij zei dat zij door die gebeurtenis de mensen uit die wijk nu recht in het gezicht kon kijken.

De koningin stond bekend om haar anti-nazisme. Hitler noemde haar de gevaarlijkste vrouw van Europa. Na de oorlog was het gezin mateloos populair, samen met Churchill kregen ze veel huldeblijken van de Britten. Sindsdien verwierf de koningin een soort cult-status, en werd ze met veel respect bejegend.

Elizabeth hield van zingen rond de piano en van kunst, juwelen en antiek. Ze stond ook bekend om haar liefde voor dieren. Ze bezocht vaak races, inclusief het loket van het altijd aanwezige bookmakerskantoor Ladbrokes om een gokje te wagen. Daarnaast had ze een roedel corgi’s, die haar altijd gezelschap hielden. (Na haar dood nam haar dochter de honden over.) Haar exclusieve dansfeesten en haar vermogen om ’als een kerel te drinken’ waren algemeen bekend. Ze bouwde een privé-collectie met waardevolle kunst in haar residentie, Clarence House. In 1952 kocht ze in Schotland het Castle of Mey, en liet het restaureren met haar eigen geld. Dit kasteel werd geërfd door haar kleinzoon de Prins van Wales. Deze koninklijke residentie staat open voor bezoekers.

Wat betreft haar morele en politieke opvattingen stond ze te boek als uitgesproken conservatief. Dat prins Charles na de dood van Diana Frances Spencer wellicht zou trouwen met zijn eeuwige liefde Camilla Parker Bowles vond ze helemaal niets en het liefst zag ze een regering van Conservatieven met een stevige Labour-oppositie. Ze was een fan van de conservatieve premier Margaret Thatcher.

Met haar opvallende taaiheid, levenslust en humor was ze op het moment van haar overlijden ouder dan welk lid van welke koninklijke familie ter wereld dan ook. Een jaar later verbrak haar schoonzuster Prinses Alice, Hertogin van Gloucester echter haar leeftijdsrecord. Haar verjaardagen werden landelijk gevierd en, geliefd als ze was, hield zij de populariteit van de Engelse monarchie in stand. Prins Charles noemde haar "het cement van de koninklijke familie" en "een vrouw met wie je kon lachen tot de tranen over je wangen rolden".

Op 30 maart 2002, om 3.15 uur, overleed ze in de Royal Lodge van Windsor Castle aan de gevolgen van een verkoudheid en longontsteking. Kort voor haar was ook haar dochter Margaret overleden. Haar andere dochter Elizabeth zat aan haar sponde. Ze werd 101 jaar oud, en ze werd beschouwd als de laatste victoriaanse vorstin. Op 9 april 2002 kreeg ze een koninklijke ceremoniële begrafenis. Ze werd bij haar echtgenoot en dochter bijgezet in de Saint George’s Chapel in Windsor Castle.

Toen de kleine Elizabeth geboren werd was Victoria nog koningin. Aldus heeft ze zes Britse koningen gekend, en twee troonopvolgers
Kinderen van George en Elizabeth:
1 Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk, geboren op woensdag 21 april 1926 in Londen. Volgt 84.
2 Margaret Windsor, geboren op donderdag 21 augustus 1930 in Glamis Castle, Schotland. Volgt 91.
84 Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk is geboren op woensdag 21 april 1926 in Londen, dochter van George VI (Albert Frederik Arthur George) van het Verenigd Koninkrijk (zie 83) en Elizabeth Angela Marguerite Bowes-Lyon.
Notitie bij Elizabeth: Elizabeth was bij geboorte derde in rij voor troonopvolging, na haar oom Eduard VIII, de prins van Wales, en haar vader George VI. Er was geen reden aan te nemen dat Elizabeth ooit aanspraak zou kunnen maken op de troon, omdat werd verwacht dat Eduard in het huwelijk zou treden en zijn eventuele kinderen hoger op de opvolgingslijst zouden komen te staan. Eduard verkreeg geen legitieme troonopvolger en moest bovendien afstand doen van zijn rechten op de troon om te kunnen huwen met Wallis Simpson. Elizabeths kandidatuur had dan nog doorkruist kunnen worden als haar ouders mannelijke nakomelingen hadden gehad, hetgeen echter niet gebeurde. Elizabeth had alleen een jongere zus Margaret.

Elizabeth en haar zus werden thuis geschoold, en Elizabeth studeerde geschiedenis bij C.H.K. Marten van Eton College. Zij werd in godsdienst geschoold door de Aartsbisschop van Canterbury en is toegewijd lid van de Anglicaanse Kerk waar ze, als staatshoofd, overigens ook titulair leider (Supreme Governor) van is.

Toen haar vader in 1936 koning werd als gevolg van de abdicatie van zijn broer Eduard VIII werd Elizabeth eerste in lijn voor troonopvolging. Haar officiële titel werd Her Royal Highness The Princess Elizabeth. In Wales gingen stemmen op haar ook de titel van Prinses van Wales toe te kennen. Dit is echter geen zelfstandige titel, maar de titel die wordt gedragen door de echtgenote van de prins van Wales. Bovendien was er (in ieder geval nog theoretisch) kans dat George alsnog een mannelijke nakomeling zou verwekken die staatsrechtelijk aanspraak zou kunnen maken op de titel Prins van Wales.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Elizabeth en Margaret geëvacueerd naar Windsor Castle. Er werd overwogen de kinderen (Elizabeth was 13 en Margaret 10) over te brengen naar Canada, maar hun moeder weigerde dit categorisch: "The children could not possibly go without me, I will never leave the King, and the King will never leave his country" ("De kinderen kunnen onmogelijk zonder mij gaan, ik zal de koning nooit achterlaten, en de koning zal zijn land nooit achterlaten)". Op dertienjarige leeftijd ontmoette Elizabeth haar toekomstige echtgenoot Philip Mountbatten.

In 1945 wilde Elizabeth een directere rol spelen bij de oorlogsinspanningen. Ze nam dienst bij de Auxiliary Territorial Service, een vrouwenafdeling van het Britse leger. Ze werd opgeleid tot chauffeur en dit was de eerste keer dat ze klassikaal onderwijs volgde. Elizabeth was het eerste vrouwelijk lid van het Koninklijk Huis dat actief in militaire dienst was.

Na de oorlog vergezelde Elizabeth haar ouders in 1947 op een reis naar Zuid-Afrika, dit was haar eerste officiële staatsbezoek.

Zij trad op 20 november 1947 in het huwelijk met Philip Mountbatten, prins van Griekenland en Denemarken. Philip moest hiervoor zijn aanspraak op de Griekse troon opgeven, en deed, alvorens de titel van Hertog van Edinburgh te verwerven afstand van zijn eerdere titels. Philips verleden was overigens niet geheel onbesproken, hij was Grieks-Orthodox, had geen substantiële financiële middelen en had zusters die met nazi’s waren getrouwd.

Het pasgetrouwde stel betrok Clarence House in Londen. Philip was als officier van de Royal Navy echter regelmatig gestationeerd op Malta.

De gezondheid van haar vader werd begin jaren ’50 slechter, en Elizabeth nam al in 1951 voor hem waar bij publieke taken. Zo bracht ze dat jaar staatsbezoeken aan Griekenland, Malta en Italië. In oktober 1951 was ze in Canada en bracht ze een bezoek aan Harry S. Truman, de president van de Verenigde Staten. In januari 1952 vertrokken Elizabeth en Philip voor een reis door Australië en Nieuw-Zeeland. Deze reis werd echter abrupt afgebroken door het bericht van de dood van haar vader op 6 februari.

Elizabeths Proclamation of Accession werd uitgesproken op 7 februari 1952 tijdens een plechtigheid op St. James’s Palace. Haar kroning vond plaats op 2 juni 1953 in Westminster Abbey. Het koninklijk paar betrok Buckingham Palace, alhoewel het een publiek geheim is dat Elizabeth liever op Windsor Castle, Balmoral Castle in Schotland of Sandringham House in Norfolk verblijft.

Toen Elizabeth gekroond werd tot vorstin werd zij koningin van het Verenigd Koninkrijk, Canada, Pakistan, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Ceylon en Australië. Tegenwoordig zijn Zuid-Afrika, Sri Lanka en Pakistan allemaal onafhankelijke republieken en erkennen haar niet meer als staatshoofd. Ze regeert nog 15 onafhankelijke soevereine tronen naast de Britse Troon, ze is daardoor de enige persoon ter wereld die naast haar eigen moederland andere staten apart vertegenwoordigt.

Tussen 1953 en 1954 maakte zij met prins Philip een wereldreis van zes maanden en eind jaren ’50 bezocht zij de Verenigde Staten en Canada. In 1961 bezocht zij India en Pakistan en was daarna te gast in alle Europese landen. Ook is zij regelmatig aanwezig bij de vergaderingen van de regeringsleiders van de Gemenebest van Naties.

Tijdens de regeringsperiode van Elizabeth is er staatsrechtelijk, politiek en economisch veel veranderd. Zij was eerst staatshoofd van een van de grootste machten ter wereld, maar in de laatste vijftig jaar is het Britse Rijk getransformeerd tot de huidige Gemenebest van Naties, waarbij Elizabeth een belangrijke rol heeft gespeeld in het onderhouden van de goede betrekkingen.

Sinds 20 december 2007 is zij de oudste Engelse regerende monarch aller tijden. Zij passeerde toen de leeftijd waarop koningin Victoria in 1901 overleed.

In 1992 scheidde Elizabeths dochter Anne van Mark Philips en kondigden zowel prins Charles als prins Andrew aan gescheiden van hun echtgenotes te leven. In dat zelfde jaar werd een groot deel van Windsor Castle door brand verwoest. Elizabeth beschreef het jaar als een "Annus Horribilis" (Latijn voor "verschrikkelijk jaar"). Haar probleem bleef echter haar imago van wereldvreemde ijskoningin. Toen prinses Diana in 1997 verongelukte werd haar reactie op dit nieuws zelfs door de meest verstokte monarchisten kil gevonden. Ter verdediging van Elizabeth wordt wel aangevoerd dat zij niet afstandelijk, maar verlegen is en dat zij het koningschap slechts op zich heeft genomen omdat ze zich geroepen voelde door God. Na het overlijden in 2002 van haar zus Margaret en haar moeder bleek Elizabeth nog steeds op steun vanuit het volk te kunnen rekenen. Haar gouden jubileum in juli 2002 werd tegen veler verwachting in een groot feest.

Volgens de Britse opinie mag Elizabeth kennelijk nog wel een tijdje koningin blijven, al was het maar omdat troonopvolger prins Charles niet erg populair is en prins William nog te jong. Bovendien is het doen van troonsafstand niet conform de traditie in het Verenigd Koninkrijk; Britse monarchen regeren tot hun dood, zoals de vader en grootvader van Elizabeth II ook deden.
Heerlijkheid:
sinds 1952 koningin van het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Jamaica, Barbados, de Bahama’s, Grenada, Papoea-Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden, Tuvalu, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Antigua en Barbuda, Belize en Saint Kitts en Nevis. Ze is de vierde monarch van de Windsor-dynastie.
Elizabeth trouwde met Philip Mountbatten. Zie 124 voor persoonsgegevens van Philip.
Kinderen van Elizabeth en Philip:
1 Charles van Wales, geboren op zondag 14 november 1948 in Buckingham Palace. Volgt 85.
2 Anne Mountbatten-Windsor, geboren op dinsdag 15 augustus 1950 in Clarence House, Londen. Volgt 87.
3 Andrew Albert Christian Edward van York, geboren op vrijdag 19 februari 1960 in Buckingham Palace. Volgt 89.
4 Edward van Wessex, geboren op dinsdag 10 maart 1964 in Buckingham Palace, Londen. Volgt 90.
85 Charles van Wales is geboren op zondag 14 november 1948 in Buckingham Palace, zoon van Philip Mountbatten (zie 124) en Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk (zie 84).
Notitie bij Charles: Als hij zijn moeder zal opvolgen zal hij constitutioneel koning worden van Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Jamaica, Barbados, de Bahama’s, Grenada, Papoea-Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden, Tuvalu, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Antigua en Barbuda, Belize en Saint Kitts en Nevis. Hij zal echter niet noodzakelijkerwijs ook de titel Hoofd van het Gemenebest beërven. Verder overweegt de Britse kroonprins ook om na zijn troonsbestijging te regeren als George VII en niet als Karel III (of Charles III). Hij zou dat dan doen als eerbetoon aan zijn grootvader George VI en omdat er aan de naam Charles te veel negatieve connotaties hangen. Sinds januari 2007 is Charles de langst op de troonsbestijging wachtende troonopvolger uit de Britse geschiedenis.

Prins Charles is geboren op Buckingham Palace. Hij is de oudste zoon van koningin Elizabeth II en prins Philip.

Prins Charles trouwde op 29 juli 1981 op advies van zijn oudoom Lord Mountbatten met de 20-jarige Lady Diana Spencer. Het paar kreeg twee zoons - William (1982) en Harry (1984). Het huwelijk werd geen succes; volgens Diana omdat het huwelijk uit drie mensen bestond, Charles had namelijk een buitenechtelijke relatie met zijn vroegere geliefde Camilla Parker Bowles. Diana en Charles leefden een aantal jaren gescheiden, op 28 augustus 1996 werd het huwelijk officieel ontbonden.

Op 10 februari 2005 maakte het bureau van Charles bekend dat Charles en Parker Bowles op 8 april 2005 in het huwelijk zouden treden. Daarmee kreeg Parker Bowles een officiële functie, als gemalin van de prins. Het paar kent elkaar al sinds 1971. Zowel koningin Elizabeth II als de Anglicaanse Kerk heeft zich lange tijd tegen het huwelijk verzet. Door het overlijden van Paus Johannes Paulus II, waarbij Charles acte de présence diende te geven, werd besloten het huwelijk een dag te verzetten, naar 9 april 2005.

Prins Charles viel in de jaren 1980 op door pleidooien voor een meer traditionele architectuur. Hij liet zijn ideeën in praktijk brengen in het dorpje Poundbury in Dorset.

Begin 2005 kwam hij in opspraak toen bleek dat hij uit het hertogdom Cornwall een fors belastingvrij inkomen geniet: 18 miljoen euro in 2004. Een commissie van het Britse Lagerhuis stelde begin februari een onderzoek in. Vooral wilde men natrekken of Camilla Parker-Bowles, die op dat moment geen officiële functie vervulde, niet werd onderhouden op kosten van de Britse belastingbetaler.

Bovenstaande is ietwat subjectief, omdat Prins Charles als eerste van het Koningshuis en reeds sinds 1972 vrijwillig belasting betaalt over zijn vermogen. De 18 miljoen kwam vooral vrij door het succes van Poundbury.

Titels:
Prins van Wales
Hertog van Cornwall
Hertog van Rothesay
Graaf van Chester
Graaf van Carrick
Baron van Renfrew
Heer van de Eilanden
Prins en Opperhofmeester van Schotland
Heerlijkheid:
Prins van Wales, of in Schotland ZKH de Prins Charles, Hertog van Rothesay
Charles:
(1) trouwde, 32 jaar oud, op woensdag 29 juli 1981 in St Paul’s Cathedral in Londen. met Diana Frances Spencer, 20 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden op woensdag 28 augustus 1996. Diana is geboren op zaterdag 1 juli 1961 in Sandringham (Norfolk). Diana is overleden op zondag 31 augustus 1997 in Parijs, 36 jaar oud [bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Dood_van_Diana_Frances_Spencer].
Notitie bij Diana: Diana was de jongste dochter van de Hon. Frances Ruth Burke-Roche (dochter van de 4de baron Fermoy) en de Hon. Edward John Spencer, Viscount Althorp, waardoor Diana een afstammeling was van vele koningen van Engeland. Diana had twee zusters, Sarah en Jane, en een broer, Charles.

Na de dood van haar grootvader aan vaders zijde, de zevende Graaf Spencer in 1975, werd Lord Althorp de achtste Graaf Spencer, en zijn dochter kreeg de titel ’Lady Diana Spencer’. Ze kreeg haar opleiding in Norfolk en aan een kostschool in Kent, en werd beschouwd als een gemiddelde leerlinge. Toen ze 16 jaar was ging ze naar het Institut Alpin Videmanette, in Rougemont, Zwitserland, voor het laatste jaar van haar opleiding.

In 1980, toen ze 19 jaar oud was, werd ze opgemerkt door de Prins van Wales, Prins Charles, die haar uitnodigde voor een polowedstrijd. Een romance begon, en het stel verloofde zich op 24 februari 1981. Zij trouwden op 29 juli hetzelfde jaar onder grote publieke belangstelling in de St Paul’s Cathedral in Londen.

De nieuwe prinses werd ontzettend populair en was zeer geliefd. Ze werd beschermvrouwe van vele projecten en tijdens deze periode groeide haar collectie kledij, die later geveild zou worden voor het goede doel.

Diana kreeg twee kinderen: Prins Wiliam in 1982, en Prins Harry in 1984. Beide kinderen werden opgevoed met de nodige zorg, en de prinses waakte zelf over de kwaliteit van hun opvoeding .

Aan het begin van de jaren negentig liep het huwelijk op de klippen, deze scheiding werd breed uitgesmeerd in de Britse pers, en bracht het Britse hof in verlegenheid. De koningin en haar moeder zagen met afschuw hoe de pers smulde van de pikante details die boven water kwamen. In een interview vertelde de prinses dat haar echtgenoot haar reeds vele jaren bedroog met Camilla Parker-Bowles. De Prins kende Camilla inderdaad al lang voor zijn huwelijk.

Het koppel besloot in 1992 uit elkaar te gaan, al werd de scheiding pas in 1996 afgerond. Vele Britten wezen met een vinger naar de Prins en zijn entourage.

De prinses verloor haar predicaat Koninklijke Hoogheid, en trok zich terug uit het Britse Hof.

Aan het eind van de jaren tachtig kreeg ze steeds meer bekendheid door haar steun voor goede doelen. Ze heeft veel betekend in campagnes tegen het gebruik van landmijnen en in het verminderen van het stigma rondom Aids. In 1995 ontving ze de Humanitarian of the Year award.

Diana kwam om het leven op 31 augustus 1997 bij een auto-ongeluk in de Almatunnel in Parijs, samen met haar vriend Dodi Al-Fayed. Alhoewel er veel samenzweringstheorieën zijn opgeworpen in de media, wordt over het algemeen aangenomen dat het een ongeluk was, veroorzaakt door een chauffeur die alcohol had gedronken en met hoge snelheid paparazzi probeerde te ontlopen. Alleen Diana’s lijfwacht overleefde de klap, zijn gordel redde hem zijn leven. Diana, Dodi en hun chauffeur hadden hun gordel niet gedragen. Op 14 december 2006 bracht de Britse politie een rapport naar buiten, waarin stond dat het inderdaad een ongeluk was. De Britse rechtbankjury bevestigde de dood door schuld op 7 april 2008.

Haar dood veroorzaakte een bijzonder publiekelijke rouwperiode en naar schatting zes miljoen mensen waren getuige van de begrafenisplechtigheden die op 6 september plaatsvonden. Diana werd begraven in Althorp in Groot-Brittannië, op een eiland in het midden van een meer op het landgoed van haar broer. Bezoekers kunnen om het meer lopen en een tentoonstelling over Diana bekijken in een bezoekerscentrum.

Op 6 juli 2004 werd een monument voor haar geopend in Hyde Park (Londen). Het is een fontein in de vorm van een ovale ring van steen.

De Britse prinsen William en Harry organiseerden tien jaar na haar dood op haar verjaardag op 1 juli 2007 een concert in het nieuwe Wembley, met als gasten bands uit haar tijd en bands van nu die voldoen aan haar muzieksmaak zoals Elton John, Duran Duran en Nelly Furtado.

In de Guards Chapel te Londen werd op 31 augustus 2007 herdacht dat prinses Diana tien jaar geleden was overleden, op initiatief van haar zoons prins William (25) en prins Harry (22). Zij hielden daar een toespraak.

Op huwelijksreis met Diana droeg Prins Charles manchetknopen met daarin gegraveerd twee verstrengelde C’s. Het was een cadeau van Camilla Parker Bowles, zijn latere echtgenote.
Op 5 september 1997, zes dagen na Diana’s dood, overlijdt Moeder Teresa waar zij goed contact mee had.
(2) trouwde, 56 jaar oud, op zaterdag 9 april 2005 met Camilla (Rosemary Mountbatten-Windsor ) Parker Bowles, 57 jaar oud. Camilla is geboren op donderdag 17 juli 1947 in Shand, Londen.
Notitie bij Camilla: Haar achternaam Parker Bowles kreeg zij door haar huwelijk met de legerofficier Andrew Parker Bowles in 1973.

Ze werd geboren te Londen en is een achterkleinkind van Alice Keppel, de maîtresse van Eduard VII. Ze stamt ook af van Karel II en diens minnares, Louise de Kérouaille. In 1972 leerde ze prins Charles kennen. Omdat hij haar niet ten huwelijk vroeg werd hun verhouding beëindigd en in 1973 trouwde ze met Parker Bowles. Het paar kreeg twee kinderen, Thomas (1974) (van wie prins Charles peetoom is) en Laura (1978).

Prins Charles trouwde met Diana Spencer. Toch bleef hij zijn vroegere geliefde ontmoeten. In het begin van de jaren negentig lekten telefoongesprekken tussen de twee uit (Camillagate). Onder meer viel te horen hoe prins Charles vertelde dat hij het liefst de tampon van Camilla zou zijn.

Toen prins Charles in 1994 publiekelijk erkende dat hij overspel had gepleegd, scheidde Andrew Parker Bowles in 1995 van zijn vrouw. Hij hertrouwde korte tijd later met zijn minnares met wie hij al langere tijd een geheime verhouding had. Na de dood van Diana werden Charles en Camilla, die elkaar "Fred" en "Gladys" noemen, steeds vaker samen gezien. Zowel koningin Elizabeth II als de Anglicaanse Kerk verzetten zich echter lange tijd tegen een eventueel huwelijk.

In de Engelse "yellow press" kreeg Camilla de schuld van het mislukken van het "sprookjeshuwelijk". Toen Diana in 1997 verongelukte, moest Camilla zich maandenlang schuilhouden.[bron?]

In 2000 had Camilla voor het eerst een korte ontmoeting met koningin Elizabeth. Ze trok in bij Charles in Clarence House, maar bij officiële gelegenheden zat ze nooit naast hem. Op 10 februari 2005 maakte het bureau van prins Charles bekend dat het paar op 8 april 2005 in het huwelijk zou gaan treden. Na de dood van paus Johannes Paulus II werd echter besloten het huwelijk een dag te verplaatsen, naar 9 april 2005. Deze beslissing viel nog vóórdat door het Vaticaan bekend werd gemaakt dat op 8 april de bijzetting van de paus in de pontificale grafkelder zou plaatsvinden.

Sinds haar huwelijk met Charles wordt Camilla officieel aangeduid als Hare Koninklijke Hoogheid de hertogin van Cornwall (Her Royal Highness The Duchess of Cornwall). Ze noemt zich dus niet prinses van Wales, hoewel ze daar formeel recht op heeft (Charles draagt zowel de titel prins van Wales als hertog van Cornwall). In Schotland kan ze hertogin van Rothesay worden genoemd, een Schotse titel die haar echtgenoot eveneens voert. Zolang het Parlement van het Verenigd Koninkrijk de wet niet wijzigt, zal Camilla bij een troonsbestijging van haar echtgenoot wettelijk koningin zijn. Bij het huwelijk in 2005 werd echter gesteld dat het de intentie is dat ze zal worden aangeduid als Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses-Gemalin (Her Royal Highness The Princess Consort). Een meerderheid van de Britse bevolking zou haar -volgens polls- niet als koningin aanvaarden
Kinderen van Charles en Diana:
1 William van Wales, geboren op maandag 21 juni 1982 in Paddington. Volgt 86.
2 Henry Charles Albert David van Wales, geboren op zaterdag 15 september 1984 in Paddington. Hij is gedoopt op vrijdag 21 december 1984 in St. George’s Chapel (Windsor Castle) aartsbisschop van Canterbury, Robert Runcie.
Notitie bij Henry: Zijn moeder, prinses Diana, overleed op 31 augustus 1997, ten gevolge van een auto-ongeluk in Parijs, Frankrijk. Het ongeluk gebeurde een paar dagen nadat ze op vakantie was geweest in Zuid-Frankrijk met William en Harry. Ze waren op dat moment bij de Koningin in Balmoral Castle. Hun vader, Charles, maakte hen midden in de nacht wakker om ze het nieuws te vertellen.

Op de dag van prinses Diana’s begrafenis, liepen prins Harry, zijn vader (prins Charles), zijn broer (prins William), zijn opa (prins Phillip) en zijn oom (Charles Edward Maurice Spencer) mee van Buckingham Palace naar Westminster Abbey.

Evenals vele andere leden van de Britse koninklijke familie, volgde hij zijn schoolopleiding op het prestigieuze Eton. Daar ook ontwikkelde hij een grote liefde voor sport, met name voor polo en rugby. Na Eton reisde hij een jaar door de wereld en werkte hij een tijd op een Australische boerderij. In 2005 vervolgde hij zijn opleiding aan de militaire academie van Sandhurst.

De prins staat, anders dan zijn broer William, bekend om allerlei spraakmakende affaires. Zo gaf hij in 2002 toe hasj te hebben gerookt. Zijn vader verplichtte hem vervolgens om een afkickkliniek te bezoeken. In oktober 2004 raakte Harry in opspraak omdat hij in een Londense nachtclub een persfotograaf in elkaar had geslagen. Hij bood publiekelijk zijn verontschuldigingen aan.

Op 12 januari 2005, volgde een nieuw incident. Tijdens een gekostumeerd feest verscheen de prins verkleed als nazi. Het boulevardblad The Sun, publiceerde een foto van Harry, in het kostuum van het Afrikakorps van de Duitse generaal Rommel, inclusief de rode band met hakenkruis. Opnieuw bood hij zijn excuses aan, dit keer voor zijn "poor choice of costume". Niettemin was de verontwaardiging alom groot.

Toen op 10 februari 2005 de verloving van zijn vader met Camilla Parker Bowles bekend werd, bracht hij, samen met zijn broer William, een persbericht uit, waarin zij melding maakten van hun vreugde over het aanstaande huwelijk.

Harry en zijn regiment zijn sinds december 2007 actief in de oorlog tegen de Taliban in de provincie Helmand, Afghanistan, waar overigens de meeste Britse soldaten zijn gelegerd. Dit is op donderdag 28-02-2008 bekend gemaakt. Ook meldde het Engelse Hof dat Harry beschermheer wordt van Dolen Cymru, MapAction en WellChild.

Prins Harry had een knipperlichtrelatie met Chelsy Davy, maar zij maakte het uit omdat ze Harry’s feestgedrag niet kon waarderen.
Heerlijkheid:
Hij is de derde in de lijn van troonopvolging. Zijn volledige titel is: His Royal Highness Prince Henry of Wales (Zijne Koninklijke Hoogheid prins Henry van Wales).
86 William van Wales is geboren op maandag 21 juni 1982 in Paddington, zoon van Charles van Wales (zie 85) en Diana Frances Spencer.
Notitie bij William: William werd geboren in St. Mary’s Hospital in Paddington, Londen. Hij heeft één jongere broer, Prins Harry. William werd toen hij klein was, door zijn ouders vaak Wombat of Wills genoemd. Zijn peetouders zijn: Constantijn II van Griekenland, Laurens van der Post, Alexandra van Kent, Natalia Grosvenor, Norton Knatchbull, Lord Romsey en Susan Hussey.

Op 3 juni 1991 werd de prins opgenomen in het Royal Berkshire Hospital, nadat hij een klap tegen zijn voorhoofd had gehad van een andere leerling en werd daarna nog geopereerd in het Great Ormond Street Hospital, hij hield er een litteken aan over.

Zijn moeder, prinses Diana, overleed op 31 augustus 1997, als gevolg van een auto-ongeluk in Parijs, Frankrijk. Dit gebeurde een paar dagen nadat ze op vakantie was geweest in Zuid-Frankrijk met William en Harry. Ze waren op dat moment bij hun grootmoeder in Balmoral. Op de dag van Diana’s begrafenis, liepen de prinsen William, Charles en Harry, de Hertog van Edinburgh en Charles Edward Maurice Spencer (broer van Diana) mee van Buckingham Palace naar Westminster Abbey.

Toen op 10 februari 2005 de verloving van zijn vader met Camilla Parker Bowles bekend werd, bracht hij, samen met zijn broer Harry, een persbericht uit, waarin zij melding maakten van hun vreugde over het aanstaande huwelijk.

William was de eerste koninklijke prins die naar een gewone basisschool ging; hij kreeg dus geen privé-lessen. De prins studeerde daarna aan het college van Eton en behaalde daar zijn diploma. Tussen 2001 en 2005 studeerde de prins geografie aan de Universiteit van St Andrews in Schotland. Op 9 januari 2006 begon de prins aan zijn militaire opleiding op de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst, die hij in december dat jaar afrondde.

Nu zijn privaat-studie’s zijn afgerond, verschijnt de prins regelmatig op officiële ceremonies. Hij ontving ook zijn eigen wapenschild en secretaris. William is tevens beschermheer/voorzitter van een aantal verenigingen waaronder Centrepoint, The Tusk Trust, de Engelse voetbalbond, de Welsh Rugby Union, the Royal Marsden Hospital, Mountain Rescue England en English Schools Swimming Association (ESSA).

Als toekomstig opperbevelhebber der strijdkrachten is hij Commodore-in-Chief voor Schotland en de Royal Navy Submarine Service.

In 2005 vertegenwoordigde hij (alleen) zijn grootmoeder in Australië, tijdens de herdenkingen van de Tweede Wereldoorlog. Hij was ook samen met zijn stiefmoeder bij de herdenkingsceremonie aan de cenotaaf.

De prins werd op 16 juni 2008 geïnstalleerd als (1000ste) ridder in de Orde van de Kousenband.

William heeft sinds 2002 een relatie met zijn oud-huisgenote Kate Middleton. Op 16 november 2010 volgde de bekendmaking van de verloving, die in oktober in Kenia plaatsvond. Het huwelijk zal op 29 april 2011 plaatsvinden.

De prins is linkshandig
De prins is fan van Aston Villa FC, een voetbalclub uit Birmingham
Heerlijkheid:
William is tweede in lijn van de Britse troonopvolging, en daardoor na zijn vader troonopvolger van het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland, Jamaica, Barbados, de Bahama’s, Grenada, Papoea-Nieuw-Guinea, de Salomonseilanden, Tuvalu, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Antigua en Barbuda, Belize en Saint Kitts en Nevis.
William trouwde, 28 jaar oud, op vrijdag 29 april 2011 met Catherine (Kate) Middleton, 29 jaar oud. Catherine is geboren op zaterdag 9 januari 1982 in Reading. Catherine is overleden.
Notitie bij Catherine: Catherine werd geboren als Catherine Elizabeth Middleton. Zij is de oudste dochter van de Britse zakenman Michael Middleton en diens vrouw Carole. Samen met haar jongere zus Philippa en haar broer James groeide Catherine op in het Zuid-Engelse plaatsje Bucklebury. Ze volgde middelbaar onderwijs aan een privéschool in de stad Marlborough. Net als prins William studeerde ze aan de Universiteit van St Andrews, gelegen in het Schotse Fife. Daar behaalde ze een graad in de kunstgeschiedenis.

Na haar academische studies werkte ze korte tijd voor de kledinglijn Jigsaw, maar ze besloot later voor het bedrijf van haar ouders te gaan werken. Omdat zij nooit echt carrière maakte en haar tijd voornamelijk verdeelde tussen haar ouders en prins William werd ze in de Britse media herhaaldelijk Waity Katie genoemd.

Catherine ontmoette prins William in 2001, toen ze allebei in Fife studeerden. Op dat moment had ze al een vriend. Eind 2001 werden Catherine en prins William huisgenoten. De relatie met haar toenmalige vriend werd rond Kerstmis 2003 beëindigd. Sindsdien vormen Catherine en prins William een stel. Ze werden voor het eerst publiekelijk samen gezien in april 2004 tijdens een skitrip in Klosters. Sinds 2005 werd in de Britse pers regelmatig gespeculeerd over hun relatie.

Vanwege haar status kreeg Catherine in het verleden al veel aandacht van de Britse boulevardpers. Ze werd regelmatig gefotografeerd tijdens haar dagelijkse bezigheden. In 2005 klaagde ze over mediastalking, maar ze diende geen aanklacht in tegen paparazzi. Omdat ze destijds nog geen lid was van de koninklijke familie, kon ze bovendien geen aanspraak maken op bescherming van de Britse veiligheidsdiensten. In december 2005 publiceerde het Duitse tijdschrift Das Neue foto’s van Catherines woonplaats met vermelding van het adres.

Op 16 november 2010 werd officieel bekendgemaakt dat prins William Catherine Middleton ten huwelijk had gevraagd. Prins William stelde de vraag op vakantie in Kenia. Aanvankelijk wilde het stel hun verloving bekendmaken op 3 november 2010, maar vanwege het overlijden van Catherines grootvader werd de datum verschoven. Op 29 april 2011 traden ze in de echt.
Titel:
H.K.H. Catherine, hertogin van Cambridge
87 Anne Mountbatten-Windsor is geboren op dinsdag 15 augustus 1950 in Clarence House, Londen, dochter van Philip Mountbatten (zie 124) en Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk (zie 84).
Notitie bij Anne: Prinses Anne kreeg eerst op Buckingham Palace les en ging daarna naar een kostschool in Kent. Als ruiter heeft ze meegedaan aan de Olympische Zomerspelen 1976. Sinds 1988 is ze lid van het Internationaal Olympisch Comité.
Heerlijkheid:
Prinses Anne draagt de titel Princess Royal, een titel die aan de oudste dochter van een Brits monarch kan worden toegekend. Anne is momenteel tiende in lijn van de Britse troonopvolging.
Anne:
(1) trouwde, 23 jaar oud, op woensdag 14 november 1973 met Mark Phillips, 25 jaar oud. Mark is geboren op woensdag 22 september 1948 in Tetbury (Gloucestershire).
Notitie bij Mark: Hij is vooral bekend door de gouden medaille, die hij won op de Olympische Spelen, en door zijn huwelijk met Prinses Anne van het Verenigd Koninkrijk, de dochter van koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.

In 1972 nam Mark Phillips deel aan de Olympische Spelen in München, waar hij een gouden medaille haalde. Tijdens deze activiteiten ontmoette hij Prinses Anne, met wie hij een jaar later op 14 november zou trouwen in de Westminster Abbey. Uit hun huwelijk werden twee kinderen geboren: Peter (1977) en Zara (1981). Mark Phillips is ook de vader van een onwettig kind: Felicity Tonkin (1985), die leeft in Nieuw-Zeeland met haar moeder Heather Tonkin, een lerares kunst. In eerste instantie wilde Mark Phillips het kind niet erkennen, maar Heather Tonkin ging in 1991 naar de rechter en via een DNA-test werd vastgesteld dat hij wel degelijk de vader van haar kind was.

In augustus 1989 kondigde het paar een scheiding aan, die in april 1992 werd doorgevoerd. Datzelfde jaar nog, op 12 december, hertrouwde Anne met Timothy Laurence. Mark Phillips hertrouwde op 1 februari 1997 met Sandy Pflueger, met wie hij een dochter heeft: Stephanie (2 oktober 1997).
(2) trouwde, 42 jaar oud, op zaterdag 12 december 1992 met Timothy James Hamilton Laurence, 37 jaar oud. Timothy is geboren op dinsdag 1 maart 1955 in Camberwell (Surrey).
Notitie bij Timothy: Laurence is de zoon van Guy Stewart Laurence en Barbara Alison Laurence (meisjesnaam: Symons). Hij trouwde op 12 december 1992 met de in datzelfde jaar gescheiden Prinses Anne, de enige dochter van koningin Elizabeth II. Ze moesten in een Schotse kerk trouwen, omdat de Engelse kerk gescheiden mensen verbiedt te hertrouwen in hun kerken. Ze hebben geen kinderen samen en wonen in Buckingham Palace.
Kinderen van Anne en Mark:
1 Peter Phillips, geboren op dinsdag 15 november 1977 in Londen. Volgt 88.
2 Zara Anne Elizabeth Phillips, geboren op vrijdag 15 mei 1981 in Londen.
Notitie bij Zara: Zara werd onderwezen aan Port Regis Prep School in Dorset en daarna aan British Salem School in de Schotse stad Gordonstoun. Net als haar moeder is Zara een ruiter; ze zou zelfs meedoen aan de Olympische Zomerspelen in 2004, maar haar paard kreeg een beenblessure, waardoor ze niet deel kon nemen. Wel deed ze mee aan de Badminton Horse Trials in 2003, waar ze tweede werd, na Pippa Funnell. Op dit moment is Zara niet actief op koninklijk gebied, tenzij het iets met haar ruitercarrière te maken heeft.

Zara had een relatie met de ruiter Richard Johnson, maar hun relatie kwam door de aandacht van de pers zo onder druk te staan, dat ze uit elkaar gingen in november 2003, wat voorpaginanieuws werd. Later werd gezegd dat ze een verhouding had met de uit Nieuw-Zeeland afkomstige rugbyspeler Caleb Ralph, maar vlak daarna kreeg ze een relatie met de Engelse rugbyspeler Mike Tindall. In 2005 staken de geruchten de kop op dat het paar trouwplannen had. In december 2010 werd bekendgemaakt dat het paar zal gaan trouwen.

De Engelse roddelpers zag Zara als een ’koninklijke rebel’, toen ze een tongpiercing had genomen.
88 Peter Phillips is geboren op dinsdag 15 november 1977 in Londen, zoon van Mark Phillips en Anne Mountbatten-Windsor (zie 87).
Notitie bij Peter: Phillips is het oudste kleinkind van koningin Elizabeth II. Formeel is hij geen lid van het Koninklijk Huis, aangezien hij een afstammeling is via een vrouwelijke lijn. Desondanks is hij vaak te vinden bij officiële aangelegenheden van het Koninklijk Huis. Zo is hij soms te zien op het balkon van Buckingham Palace. Hij staat tiende in de lijn van de Britse troonopvolging.

Er wordt gezegd dat koningin Elizabeth haar kleinkind Peter de titel "prins" wilde geven, maar dat zijn moeder dat weigerde. Prinses Anne wilde niet dat haar kinderen getiteld door het leven zouden gaan. Ook zijn vader wilde nadat hij huwde met Anne geen titel dragen.

Phillips is op 17 mei 2008 getrouwd met de Canadese management accountant Autumn Kelly (geboren 3 mei 1978), dochter van Brian en Kitty Kelly. Op 30 april 2008 werd bekendgemaakt dat de katholieke Kelly is toegetreden tot de Church of England, zodat Phillips zijn rechten op de Britse troon behoudt. Op 8 juli 2010 maakten Peter en Autumn Phillips bekend dat ze in december hun eerste kind verwachten. Hun dochter werd op 29 december 2010 geboren, waarmee koningin Elizabeth II overgrootmoeder is geworden. Het dochtertje, Savannah, staat twaalfde in de lijn van de Britse troonopvolging.

Phillips ging naar de Schotse privéschool Gordonstoun. Hij was een zeer sportieve jongen en ging dan ook sportwetenschappen studeren aan de universiteit van Exeter.

Hij heeft geen verplichtingen aan het hof. Phillips werkt voor het Williams Formule I-raceteam.
Peter trouwde, 30 jaar oud, op zaterdag 17 mei 2008 in St. George’s Chapel in Windsor Castle. met Autumn Kelly, 30 jaar oud. Autumn is geboren op woensdag 3 mei 1978 in Montréal.
Notitie bij Autumn: Kelly is in 1978 in Montréal (Québec) geboren. Zij is de dochter van Brian en Kitty Kelly. Zij heeft een tweelingbroer Chris en een oudere broer Kevin. Ze is opgegroeid in Cedar Park, Pointe-Claire in het Engelssprekende gedeelte van Montréal, en is op 18 juni 1978 gedoopt in de St. John Fisher kerk in Pointe-Claire. Haar ouders zijn gescheiden toen zij 8 jaar oud was en haar moeder hertrouwde piloot Ron Magas. Kelly heeft East Asian Studies gestudeerd aan de McGill-universiteit en is management consultant.

Kelly en Phillips hebben elkaar in 2003 ontmoet tijdens de Grand Prix in Montréal. Zij werkte toen al bij een Amerikaanse computerfirma in Engeland. Sinds 2008 werkt zij als persoonlijk assistent van verslaggever Sir Michael Parkinson.

Op 30 april 2008 werd bekendgemaakt dat de katholieke Kelly tot de Church of England is toegetreden, zodat Phillips zijn rechten op de Britse troon behoudt. Zij zijn getrouwd op 17 mei 2008 in St. George’s Chapel in Windsor Castle.
Kind van Peter en Autumn:
1 Savannah Phillips, geboren op woensdag 29 december 2010.
89 Andrew Albert Christian Edward van York is geboren op vrijdag 19 februari 1960 in Buckingham Palace, zoon van Philip Mountbatten (zie 124) en Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk (zie 84).
Notitie bij Andrew: Prins Andrew zat eerst op een exclusieve school en ging in 1979 in dienst bij de Royal Navy (Koninklijke marine), waar hij werd opgeleid tot piloot. Respect binnen de Britse krijgsmacht kreeg hij o.a. nadat hij in 1980 de opleiding deed bij het Korps Mariniers, the Royal Marines.

Toen in 1982 de Falklandoorlog uitbrak, wilde hij daaraan deelnemen als piloot. Zijn moeder, Koningin Elizabeth, wilde echter niet dat haar zoon zou gaan vechten op de Falklandeilanden. Uiteindelijk besloot hij toch te gaan en werd hij ook daadwerkelijk als piloot ingezet.
Heerlijkheid:
ZKH Prins Andrew, Hertog van York
Andrew trouwde, 26 jaar oud, op woensdag 23 juli 1986 in Westminster Abbey, Londen met Sarah Margaret Ferguson, 26 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1996. Sarah is geboren op donderdag 15 oktober 1959 in Londen.
Notitie bij Sarah: Sarah is een verre afstammeling uit het Huis Stuart. Van vaders kant stamt zij oa af van: Karel II van Engeland, ook Maria Boleyn behoort tot haar (verre) familie.

Als kind hield Sarah erg van paardrijden en daar won ze veel prijzen mee. In 1972 scheidden haar ouders, Sarah was toen dertien. Haar moeder hertrouwde met een Argentijn, Hector Barrantes, waarna Sarah’s moeder met haar nieuwe echtgenoot naar Zuid-Amerika verhuisde.

Nadat Sarah op haar achttiende haar diploma haalde op het Queen’s Secretarial College, ging ze bij een PR-bedrijf werken. In 1985 werd ze uitgenodigd op Windsor Castle voor een privé-feestje om Royal Ascot te vieren. Op dit feest ontmoette ze prins Andrew. Ze kenden elkaar al vanaf hun kindertijd, en op het feest sloeg de vonk over tussen de twee.

Op 19 maart 1986 wordt de verloving bekendgemaakt en op 23 juli 1986 trouwt het stel in Westminster Abbey, Londen. De ceremonie wordt op televisie uitgezonden en miljoenen mensen volgen de plechtigheden. Sarah krijgt de titel Hertogin van York. Andrew en Sarah hebben twee kinderen, Beatrice (geboren in 1988) en Eugenie (geboren in 1990).

In het begin is de vrolijke Sarah geliefd bij de pers, ze wordt regelmatig gezien met haar schoonzus Diana. Maar al snel laten critici haar niet meer met rust, en met een man bij de marine die ze zelden ziet, is het leven niet makkelijk voor Sarah.

Ze zoekt haar rust in het schrijven van kinderboeken over Budgie The Helicopter. Maar ondanks haar succes heeft ze inmiddels hoge schulden opgebouwd door haar luxueuze levensstijl. In 1992 gaan Sarah en Andrew uit elkaar. Vijf maanden daarvoor zijn er foto’s gepubliceerd, waarop Sarah te zien is terwijl ze intieme momenten doorbrengt met financieel adviseur John Bryan. In 1996 scheidden Andrew en Sarah definitief, maar ze blijven als goede vrienden in hetzelfde huis wonen.

In 2005 is ze woordvoerster van de US Weight Watchers, en het gezicht van een campagne voor een financieel bedrijf. Ook heeft ze CNN’s Larry King vervangen toen hij met vakantie was.
Heerlijkheid:
Hertogin van York
Kinderen van Andrew en Sarah:
1 Beatrice Elizabeth Mary Mountbatten-Windsor van York, geboren op maandag 8 augustus 1988 in Londen. Zij is gedoopt op dinsdag 20 december 1988.
Notitie bij Beatrice: Toen Beatrice 8 jaar oud was, scheidden haar ouders. Haar moeder verloor daardoor de titel ’Hertogin van York’. Er werd ook over gesproken om Beatrice en Eugenie hun koninklijke titels af te nemen en ze door het leven te laten gaan als ’Lady Beatrice Windsor’ en ’Lady Eugenie Windsor’, maar prins Andrew was daar fel op tegen en zorgde ervoor dat zijn dochters hun koninklijke titel konden behouden.

Beatrice heeft in 2007 eindexamen gedaan aan de St George’s School in Ascot. In maart 2005 werd bekend dat de prinses een milde vorm van dyslexie heeft en daardoor hulp nodig had bij het maken van haar examens.
2 Eugenie van York, geboren op vrijdag 23 maart 1990 in Londen.
Notitie bij Eugenie: Toen Eugenie 6 jaar oud was, scheidden haar ouders. Haar moeder verloor daardoor de titel ’Hertogin van York’ en er werd ook over gesproken om Eugenie en Beatrice hun koninklijke titels af te nemen en ze door het leven te laten gaan als ’Lady Eugenie Windsor’ en ’Lady Beatrice Windsor’, maar prins Andrew was daar fel op tegen en zorgde ervoor dat zijn dochters hun koninklijke titel konden behouden.

oktober 2002 onderging prinses Eugenie (toen 12 jaar) een rugoperatie om haar scoliose niet erger te laten worden. De prinses is volledig hersteld en er wordt niet gedacht dat ze nog een keer geopereerd moet worden.

Ze zat in 1992 op Winkfield Montessori, Surrey. Daarna ging ze naar de Upton House School, Windsor, waar haar zus Beatrice ook zat. Beatrice en Eugenie gingen in 1995 naar Cowarth Park, Surrey. In 2001 haalde ze haar ’Common Entrance Examination’ en ging ze naar de St George’s School voor 2 jaar. Sinds 2003 volgt Eugenie les aan Marlborough College in Wiltshire onder de naam ’Eugenie York’. Eugenie haalde negen GCSE’s (General Certificate of Secondary Education) in 2006; ze haalde 2 tienen bij Engels en Kunst, 3 tienen bij geschiedenis, Engelse literatuur, godsdienst en 4 achten bij wiskunde, scheikunde, Spaans en Frans.
90 Edward van Wessex is geboren op dinsdag 10 maart 1964 in Buckingham Palace, Londen, zoon van Philip Mountbatten (zie 124) en Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk (zie 84).
Notitie bij Edward: Zijn peetouders zijn prins Richard, hertog van Gloucester, prins Lodewijk van Hessen en aan de Rijn, Antony Armstrong-Jones, graaf van Snowdon, Katharine Lucy Mary Windsor, gravin van Kent, en de prinsessen Marina en Sophie van Griekenland en Denemarken.
Heerlijkheid:
graaf van Wessex
Edward trouwde, 35 jaar oud, op zaterdag 19 juni 1999 in Londen met Sophie Helen Mountbatten-Windsor Rhys-Jones, 34 jaar oud. Sophie is geboren op woensdag 20 januari 1965 in Oxford.
Notitie bij Sophie: Sophie is de dochter van Christopher Bournes Rhys-Jones en Mary Rhys-Jones. Ze is geboren met de naam Sophie Helen Rhys-Jones. Ze heeft 1 oudere broer, David Rhys-Jones. Sophie heeft op de Dulwich College Preparatory School in Cranbook gezeten en daarna op het Kent College Pembury en uiteindelijk het West Kent College.

In 1996 startte ze samen met haar zakenpartner Murray Harkin haar eigen PR-bureau RJH Public Relations op.
Heerlijkheid:
Hare Koninklijke Hoogheid de Gravin van Wessex.
Kinderen van Edward en Sophie:
1 Louise Alice Elizabeth Mary Mountbatten-Windsor, geboren op zaterdag 8 november 2003. Zij is gedoopt op zaterdag 24 april 2004.
Notitie bij Louise: Louise is, sinds de geboorte van haar broertje, negende in de lijn van troonopvolging.

Louise kwam op 23 november uit het ziekenhuis en op 27 november werd haar naam bekend gemaakt. Ze gaat door het leven als Lady Louise Windsor, maar heeft als kleindochter van de monarch via mannelijke lijn recht op de titel Her Royal Highness Princess Louise of Wessex.
Haar peetouders zijn: Lord Ivar Mountbatten, Lady Sarah Chatto, Lady Alexandra Etherington, Francesca Schwarzenbach en Rupert Elli.
2 James Alexander Philip Theo Mountbatten-Windsor, geboren op maandag 17 december 2007 in Frimley Park Hospital in Surrey. Hij is gedoopt op zaterdag 19 april 2008.
Notitie bij James: James is geboren in het Frimley Park Hospital in Surrey via een keizersnede om 16.20 uur. Hij woog bij zijn geboorte 2800 gram. Zijn naam werd pas enkele dagen na zijn geboorte bekend gemaakt.

James, burggraaf Severn, heeft een oudere zus: Lady Louise Mountbatten-Windsor (8 november 2003). De burggraaf heeft met zijn geboorte zijn zus van de achtste plaats van troonopvolging verdrongen, aangezien mannen voor gaan op vrouwen. Hij is als oudste zoon opvolger van zijn vaders titel. Op dit moment zou dat betekenen dat hij de titel "graaf van Wessex" erft na diens dood.
91 Margaret Windsor is geboren op donderdag 21 augustus 1930 in Glamis Castle, Schotland, dochter van George VI (Albert Frederik Arthur George) van het Verenigd Koninkrijk (zie 83) en Elizabeth Angela Marguerite Bowes-Lyon. Margaret is overleden op zaterdag 9 februari 2002 in Londen, 71 jaar oud.
Notitie bij Margaret: Margaret Rose werd geboren op 21 augustus 1930 te Glamis Castle in Schotland. Vanaf haar geboorte kreeg Margaret meteen de titel Hare Koninklijke Hoogheid, dit omdat zij een kleindochter was van de toenmalige Britse koning. Toen ze geboren werd, werd ze meteen vierde in lijn van de troonopvolging. Ze werd geboren in Schotland, het laatste lid van de Britse koninklijke familie was koning Karel I van Engeland. Haar vader was Prins Albert, de hertog van York, de latere koning George VI van het Verenigd Koninkrijk en keizer van India. Haar moeder was Prinses Elizabeth, de hertogin van York. Zij werd geboren als Elizabeth Bowes-Lyon, een dochter van Claude Bowes-Lyon en Cecilia Cavendish-Bentinck. Elizabeth was het negende kind uit een gezin van tien. Eigenlijk wilde haar moeder de naam Ann Margaret geven aan haar tweede dochter. Ze vond Ann een mooie naam en vond Ann of York mooi staan. Ook vond ze Elizabeth en Ann prettig klinken. De toenmalige koning was het niet eens met de keuze. Hij ging akkoord met de namen Margaret Rose. Vier jaar voor haar geboorte werd haar oudere zus geboren: Elizabeth (1926).

Ze werd gedoopt op 30 oktober 1930 in de privé kapel van het Buckingham Palace door Cosmo Lang, de aartsbisschop van Canterbury. Haar meters en peters waren: Edward, de Prince of Wales (hij werd vertegenwoordigd door Prins George, hertog van Kent), kroonprinses Ingrid van Denemarken, een nicht van haar vader (zij werd vertegenwoordigd door Lady Patricia Ramsay), een tante van haar vader prinses Victoria Alexandra, haar tante aan moederskant Lady Rose Leveson-Gower, gravin van Granville, en haar oom aan moederskant David Bowes-Lyon.

In de jaren vijftig kreeg zij een relatie met RAF-piloot Peter Townsend. Doordat Townsend gescheiden was heeft prinses Margaret geen toestemming gekregen om met hem te trouwen.

Op 6 mei 1960 trad zij in het huwelijk met de fotograaf Antony Armstrong-Jones. Zij besloot echter pas met hem te trouwen op de dag dat ze een brief kreeg van Peter Townsend, waarin hij haar vertelde over zijn eigen trouwplannen. Antony Armstrong-Jones kreeg vlak voor de geboorte van het eerste kind van het paar de titel Lord Snowdon.
Margaret trouwde, 29 jaar oud, op vrijdag 6 mei 1960 met Antony Armstrong-Jones, 30 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1978. Antony is geboren op vrijdag 7 maart 1930.
Notitie bij Antony: Armstrong Jones werd geboren in Londen als zoon van een advocaat. Zijn moeder was actief binnen de Labourpartij. Hij studeerde aan Eton en aan de Universiteit van Cambridge. Nadat hij twee keer was gezakt voor het architectenexamen ging hij aan de slag als fotograaf. Hij maakte vooral veel foto’s op het gebied van mode, design en theater. In 1957 maakte hij officiële portretten van koning Elizabeth II en haar man prins Philip.

Op 26 februari 1960 verloofde hij zich met prinses Margaret, de zuster van koningin Elizabeth. Die was even daarvoor verlaten door de liefde van haar leven: RAF-vlieger Peter Townsend. Op 6 mei van datzelfde jaar trouwden ze en even later werd Armstrong-Jones als graaf van Snowdon en Burggraaf Linley in de adelstand verheven.

Het huwelijk was overigens geen succes. Prinses Margaret hield er een tamelijk uitbundige levensstijl op na die zich slecht verhield tot het serieuze karakter van Armstrong-Jones. Er waren regelmatig geweldige ruzies. Het paar scheidde in 1978.

In datzelfde jaar hertrouwde hij met Lucy Marie Davies, met wie hij een jaar later nog een dochter, Frances, kreeg. Twintig jaar later zou hij ook van haar scheiden, toen bekend werd dat hij al twintig jaar een verhouding had met Ann Hill. Deze laatste kwam in 1996 om het leven na een overdosis.

Bij Melanie Cable-Alexander, een redactrice bij Life Magazine, kreeg hij in 1997 nog een buitenechtelijke zoon, Jasper.
Beroep:
fotograaf en filmmaker
Titel:
1e graaf van Snowdon, baron Armstrong-Jones
Kinderen van Margaret en Antony:
1 David Armstrong-Jones, geboren op vrijdag 3 november 1961 in Clarence House (Londen). Volgt 92.
2 Sarah Frances Elizabeth Armstrong-Jones, geboren op vrijdag 1 mei 1964 in Kensington Palace (Londen). Volgt 93.
92 David Armstrong-Jones is geboren op vrijdag 3 november 1961 in Clarence House (Londen), zoon van Antony Armstrong-Jones en Margaret Windsor (zie 91).
Notitie bij David: Toen hij drie jaar oud was, werd hij geopereerd aan zijn flaporen.

David Armstrong-Jones had eerst een aantal, door de Britse roddelbladen goed gevolgde, romances, alvorens hij op 8 oktober 1993 trouwde met Serena Alleyne Stanhope.
David is van beroep meubelontwerper. Sinds 1985 heeft hij zijn eigen meubelmakerij, onder de naam Linley.
David trouwde met Serena Alleyne Stanhope.
Kinderen van David en Serena:
1 Charles Patrick Inigo Armstrong-Jones, geboren op donderdag 1 juli 1999 in Londen.
Notitie bij Charles: Charles werd geboren in Londen en is op dit moment de 13e in de Lijn van de Britse Troonopvolging. Hij heeft een jongere zus, Margarita. Zijn peetouders zijn: Lady Ruth Kennedy, Nigel Harvey, Nick Powell, Orlando Rock, Lucinda Cecil en Rita Konig.

Charles is, na zijn vader, de erfgenaam van Earldom of Snowdon. Hij heeft momenteel de titel The Honourable Charles Armstrong-Jones, maar als zijn vader de titel Earl of Snowdon erft van Charles’ opa, Antony Armstrong-Jones, krijgt Charles Viscount Linley als titel, die zijn vader nu heeft.

Hij is vernoemd naar Prins Charles, Saint Patrick, een beeld in de geboorteplaats van zijn moeder in Ierland, en als laatste naar de Engelse architect en ontwerper Inigo Jones.
2 Margarita Elizabeth Rose Alleyne Armstrong-Jones, geboren op dinsdag 14 mei 2002.
Notitie bij Margarita: Ze werd 3 maanden na de dood van haar grootmoeder Prinses Margaret geboren. Ze heeft de titel The Honourable Margarita Armstrong-Jones. Maar als haar vader de tweede Earl of Snowdon wordt, krijgt zij de titel ’Lady Margarita Armstrong-Jones’.

Margarita is op dit moment 14e in lijn van de Britse troonopvolging. Ze is vernoemd naar haar grootmoeder, Prinses Margaret, en naar Koningin Elizabeth en Koningin Elizabeth II. Rose was, volgens haar vader, geselecteerd door haar oudere broer Charles (1999). Alleyne is een naam van haar moeder.
93 Sarah Frances Elizabeth Armstrong-Jones is geboren op vrijdag 1 mei 1964 in Kensington Palace (Londen), dochter van Antony Armstrong-Jones en Margaret Windsor (zie 91).
Notitie bij Sarah: Ze is de 15de in lijn voor de troonopvolging. Sarah en haar nicht Anne Mountbatten-Windsor waren de enige kleindochters van Elizabeth Bowes-Lyon, de moeder van Koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.
Sarah heeft op de Camberwell School of Art and Middlesex Polytechnic gezeten en is nu een professioneel schilder. Ze is ook vicepresident van het Koninklijk Ballet.
Titel:
De Lady Sarah Armstrong-Jones (1964-1994), De Lady Sarah Chatto (1994-nu)
Sarah trouwde, 30 jaar oud, op donderdag 14 juli 1994 met Daniel Chatto.
Kinderen van Sarah en Daniel:
1 Samuel David Benedict Chatto Chatto, geboren op zondag 28 juli 1996.
2 Arthur Robert Nathaniel Chatto Chatto, geboren op vrijdag 5 februari 1999.
94 Victoria Alexandra Alice Mary Windsor is geboren op zondag 25 april 1897 in Sandringham, Norfolk, dochter van George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk (zie 81) en Victoria Maria van Teck. Victoria is overleden op zondag 28 maart 1965 in Harewood, West Yorkshire, 67 jaar oud.
Notitie bij Victoria: Prinses Mary werd geboren in het York Cottage op het landgoed van Sandringham House. Ze was het derde kind en enige dochter van prins George, Hertog van York (de latere koning George V) en diens echtgenote Mary, Hertogin van York (de latere koningin Mary). Prinses Mary’s vader was de zoon van de toenmalige Prins van Wales, Eduard (de latere koning Eduard VII), en dus een kleinzoon van koningin Victoria. Als achterkleindochter van de regerende vorst kreeg Mary bij haar geboorte de titel Hare Hoogheid Prinses Mary van York. In 1898 besloot de koningin echter dat de kinderen van de Hertog en Hertogin van York de aanspreektitel Koninklijke Hoogheid zouden dragen. Mary werd hierdoor Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mary van York. Bij haar geboorte was Mary vijfde in lijn voor troonopvolging, na haar grootvader Eduard, vader George en broers Eduard (latere koning Eduard VIII) en Albert (latere koning George VI).

De prinses werd gedoopt op 7 juni in een kerk in de buurt van Sandringham door William Dalrymple Maclagan, Aartsbisschop van York. De doopgetuigen waren koningin Victoria, haar grootouders Eduard en Alexandra, koning George I van Griekenland, haar andere grootvader Frans van Teck en haar tante Victoria Alexandra. Haar doopnaam was Victoria Alexandra Alice Mary, waarvan de laatste ook haar roepnaam was. Ze was vernoemd naar koningin Victoria (haar overgrootmoeder), prinses Alexandra (haar grootmoeder) en hertogin Mary van Teck (haar andere grootmoeder).

Mary kreeg les van een gouvernante, maar volgde sommige lessen met haar broers Eduard, Albert en Henry. Ze leerde de talen Duits en Frans vloeiend spreken en ontwikkelde een passie voor paarden, die ze haar leven lang zou behouden. Haar eerste officiële optreden was bij de kroning van haar ouders tot koning George V en koningin Alexandra in 1911.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bezocht prinses Mary o.a. ziekenhuizen met haar moeder. Ook had ze haar eigen project, het “Princess Mary’s Christmas Gift Fund”, dat tijdens de Kerstmis van 1914 cadeaus ter waarde van £100,000 gaf aan Britse soldaten en matrozen. Ze volgde in 1918 ook een verpleegsterscursus en ging werken in ziekenhuis. Ze kreeg voor haar werk met veel onderscheidingen en ereaanstellingen bij o.a. het Rode Kruis, het legerregiment “The Royal Scots” en de Verbindingsdienst.

In 1929 volgde Mary’s echtgenoot zijn vader op als de zesde Graaf van Harewood, Burggraaf Lascelles en Baron Harewood. Hun oudste zoon George kreeg hierop de titel Burggraaf Lascelles. In 1931 schonk koning George V zijn enige dochter de titel Princess Royal.

De prinses was erg hecht met haar oudste broer Eduard, de latere koning Eduard VIII, die David genoemd werd binnen zijn familie. Na de crisis rondom zijn aftreden in december 1936 woonde Mary en haar echtgenoot een tijdje in de buurt van Wenen bij Eduard, die de titel Hertog van Windsor had gekregen. In 1947 weigerde ze ook aanwezig te zijn bij de bruiloft van haar nichtje Elizabeth (de latere koningin Elizabeth II) met Philip Mountbatten, omdat haar broer niet was uitgenodigd.

Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bezocht de prinses verschillende legereenheden en bekleedde ze een aantal erefuncties. In 1956 werd ze zelfs gepromoveerd tot de ererang van generaal in het Britse leger en in 1949 werd er een regiment naar haar genoemd.

Na de dood van haar echtgenoot in 1947 woonde ze met haar zoon en zijn gezin op Harewood House. Ze bleef nog altijd officiële verplichtingen voldoen in binnen- en buitenland. Ze was aanwezig bij de kroning van koningin Elizabeth II in 1953 en was namens de koningin bij de onafhankelijkheidsvieringen van Trinidad en Tobago in 1962 en Zambia in 1964. Een van haar laatste officiële optredens was bij de begrafenis van koningin Louise van Zweden in 1965, waar ze namens de koningin aanwezig was.

De Princess Royal kreeg in datzelfde jaar een fatale hartaanval tijdens een wandeling met haar zoon en zijn kinderen op het landgoed van Harewood House. Ze werd daar ook begraven na een privé-ceremonie in York Minster. Prinses Mary stierf op 67-jarige leeftijd en heeft zes vorsten meegemaakt.

Titels:
Hare Hoogheid Prinses Mary van York (1897-1898)
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mary van York (1898-1901)
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mary van Cornwall en York (januari tot november 1901)
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mary van Wales (1901-1910)
Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses Mary (1910-1922)
Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses Mary, Burggravin Lascelles (1922-1929)
Hare Koninklijke Hoogheid De Prinses Mary, Gravin van Harewood (1929-1932)
Hare Koninklijke Hoogheid De Princess Royal (1932-1965)

De prinses werd geboren met de titel Hare Hoogheid Prinses Mary van York, maar een jaar na haar geboorte besloot koningin Victoria dat ze de aanspreektitel Koninklijke Hoogheid kreeg. Na de dood van de koningin en de troonsbestijging van haar grootvader was haar vader voor korte tijd Hertog van Cornwall en Hertog van Cornwall en York, waardoor ze Prinses Mary van Cornwall en York werd. Later kreeg hij echter de gebruikelijke titel Prins van Wales als oudste zoon van de regerende vorst en werd ze Prinses Mary van Wales. Toen haar vader de Britse troon besteeg werd ze HKH De Prinses Mary. Na haar huwelijk kwamen daar de titel van haar echtgenoot bij, die later Graaf van Harewood werd. Dit veranderde weer, toen haar vader Mary tot Princess Royal benoemde. Toen werd ze HKH De Princess Royal. Ondanks al deze verschillende titels en namen hield de prinses het zelf gewoon bij “Mary”.

Ze droeg ook nog verschillende eretitels, zoals “ Dame Grand Cross of the Order of the British Empire“ (GBE), waarvan ze vervolgens de betreffende letters achter haar naam mocht zetten.
Victoria trouwde, 24 jaar oud, op dinsdag 28 februari 1922 met Henry Lascelles, 39 jaar oud. Henry is geboren op zaterdag 9 september 1882. Henry is overleden op vrijdag 23 mei 1947, 64 jaar oud.
Kinderen van Victoria en Henry:
1 George Henry Hubert Lascelles, geboren op woensdag 7 februari 1923. Volgt 95.
2 Gerald David Lascelles, geboren op donderdag 21 augustus 1924 in Goldsborough Hall, dichtbij Knaresborough, North Yorkshire. Volgt 98.
95 George Henry Hubert Lascelles is geboren op woensdag 7 februari 1923, zoon van Henry Lascelles en Victoria Alexandra Alice Mary Windsor (zie 94).
Notitie bij George: George is een neef van Koningin Elizabeth II. Hij werd de Earl of Harewood op 24 mei 1947, toen zijn vader stierf. Hij is 39ste in de lijn van de Britse troonopvolging. Hij werd geboren in Harewood House, het huis van de familie Lascelles in Yorkshire. Hij heeft op Eton College en King’s College, Cambridge gestudeerd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vocht hij mee in Italië. De Duitsers hielden hem gevangen als krijgsgevangene in Colditz Castle vanaf 1944 tot mei 1945. In 1945-1946 vocht hij onder zijn oom, Alexander van Teck die tot Gouverneur-Generaal van Canada was benoemd, als adjudant.

Lord Harewood heeft een groot deel van zijn leven toegewijd aan opera. Hij was de editor van Opera Magazine vanaf 1950 tot 1953 en was de directeur van Royal Opera House vanaf 1951 tot 1953 en nog een keer vanaf 1969 tot 1972. Hij was voorzitter van English National Opera (ENO) vanaf 1986 tot 1995, muziek directeur van ENO vanaf 1972 tot 1985, artistiek directeur van de Edinburgh, Leeds, Adelaide Festivals. Hij heeft ook gewerkt bij de English National Opera North vanaf 1978 tot 1981. Ook is George gouverneur geweest van de British Broadcasting Corporation vanaf 1985 tot 1987, vanaf 1985 tot 1996 was hij voorzitter van de Film Classification.

Hij is schrijver of bewerker van deze 3 boeken:

Kobbé’s Complete Opera Book (1954, het heet nu The New Kobbé’s Opera Book)
The Tongs and the Bones (1981)
Kobbé’s Illustrated Opera Book (1989)
George hield ook erg veel van voetbal. Hij was de president van de Football Association vanaf 1963 tot 1972. Hij is sinds 1983 president van de Leeds United Football Club.

George heeft als kanselier gewerkt bij de University of York vanaf 1962 tot 1967. Hij staat op nummer 270 in de ’Sunday Times Rich List 2005’ met £ 148.000.000

Titels:
The Honourable George Lascelles (7 februari 1923 - 6 oktober 1929)
Viscount Lascelles (6 oktober 1929 - 24 mei 1947)
The Right Honourable The Earl of Harewood (24 mei 1947 - 1986)
The Right Honourable The Earl of Harewood, KBE (1986-)
Titel:
7th Earl of Harewood KBE
George trouwde, 26 jaar oud, op donderdag 29 september 1949 met Marion Donata Stein, 22 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1967. Marion is geboren op maandag 18 oktober 1926 in Wenen.
Notitie bij Marion: Zij is een Oostenrijkse pianiste en zageres. Zij was de ’Countess of Harewood’.

Ze werd geboren als Theresa Pamplamousse Stein, dochter van de muzikant Erwin Stein.
Kinderen van George en Marion:
1 David Henry George Lascelles, geboren op zaterdag 21 oktober 1950 in Bayswater, Londen. Volgt 96.
2 James Edward Lascelles, geboren op maandag 5 oktober 1953. Volgt 97.
3 Jeremy Lascelles, geboren op maandag 14 februari 1955.
96 David Henry George Lascelles is geboren op zaterdag 21 oktober 1950 in Bayswater, Londen, zoon van George Henry Hubert Lascelles (zie 95) en Marion Donata Stein. Hij is gedoopt in All Saints’ Church in Harewood.
Notitie bij David: Zijn peetouders zijn: Koningin Elizabeth II, Koningin Mary, The Viscountess Boyne, Benjamin Britten en Gerald Lascelles, zijn oom van vaders kant.
De twee oudste kinderen van David, Emily en Benjamin hebben geen recht op de Harewood titels. De twee jongste wel; Alexander is, na zijn vader, de erfgenaam van het Earldom of Harewood. Alexander en Edward zijn 41ste en 42ste in de lijn van de Britse troonopvolging, Emily en Benjamin staan er niet in.
Beroep:
filmproducent
David:
(1) trouwde, 28 jaar oud, op maandag 12 februari 1979 met Margaret Rosalind Messenger, 30 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1989. Margaret is geboren op donderdag 15 april 1948 in Cheltenham, Gloucestershire.
Beroep:
labo-assistente
(2) trouwde, 39 jaar oud, op zondag 11 maart 1990 in Australia met Diane Jane Howse, 33 jaar oud. Diane is geboren op vrijdag 9 november 1956 in Leafield, Oxfordshire.
Kinderen van David en Margaret:
1 Emily Lascelles, geboren op dinsdag 23 november 1976.
2 Benjamin George Lascelles, geboren op donderdag 23 november 1978.
3 Alexander Edgar Lascelles, geboren op dinsdag 13 mei 1980.
4 Edward Lascelles, geboren in 1982.
97 James Edward Lascelles is geboren op maandag 5 oktober 1953, zoon van George Henry Hubert Lascelles (zie 95) en Marion Donata Stein.
Notitie bij James: 44ste in lijn van de Britse troonopvolging
Lascelles’ jongste dochter, Tanit, staat niet in de lijn van de Britse troonopvolging omdat ze geboren is voordat haar moeder met Lascelles getrouwd was.
Beroep:
musikant
James:
(1) trouwde, 19 jaar oud, op woensdag 4 april 1973 in Wortham, Norfolk met Frederica Ann Duhrrsen, 18 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1985. Frederica is geboren op zaterdag 12 juni 1954 in Newport, Maine, U.S.A..
(2) trouwde, 31 jaar oud, op zaterdag 4 mei 1985 met Lori "Shadow" Susan Lee, 30 jaar oud. Lori is geboren op zondag 29 augustus 1954. Lori is overleden op vrijdag 29 juni 2001, 46 jaar oud.
(3) trouwde, 45 jaar oud, op zaterdag 30 januari 1999 met Joy Elias-Rilwan, 44 jaar oud. Joy is geboren op dinsdag 15 juni 1954.
Notitie bij Joy: Elias-Rilwan komt uit Nigeria en houdt zich actief bezig met het bestrijden van aids.
Kinderen van James en Frederica:
1 Sophie Lascelles, geboren op maandag 1 oktober 1973.
2 Rowan Lascelles, geboren op zondag 6 november 1977.
Kinderen van James en Lori:
3 Tanit Lascelles, geboren op woensdag 1 juli 1981.
4 Tewa Lascelles, geboren op zaterdag 8 juni 1985.
98 Gerald David Lascelles is geboren op donderdag 21 augustus 1924 in Goldsborough Hall, dichtbij Knaresborough, North Yorkshire, zoon van Henry Lascelles en Victoria Alexandra Alice Mary Windsor (zie 94). Gerald is overleden op vrijdag 27 februari 1998, 73 jaar oud.
Notitie bij Gerald: Hij had vanaf zijn geboorte de titel The Honourable Gerald Lascelles. Gerald werd geboren in Goldsborough Hall, dichtbij Knaresborough, North Yorkshire en werd gedoopt met Eduard VIII en Koningin Elizabeth als peetouders.

Hij was de president van de British Racing Drivers’ Club van 1964 tot 1991, nadat Francis Curzon was gestorven. Francis had hem gevraagd om hem op te volgen.
Gerald:
(1) trouwde, 27 jaar oud, op dinsdag 15 juli 1952 in St. Margaret’s Church, Westminster, London met Angela Estree Dowding, 33 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden in 1978. Angela is geboren op zondag 20 april 1919 in St. Margaret’s, Westminster. Angela is overleden.
(2) trouwde, 54 jaar oud, op vrijdag 17 november 1978 in Wenen met Elizabeth Evelyn Collingwood, 54 jaar oud. Elizabeth is geboren op woensdag 23 april 1924 in Wimbledon, London. Elizabeth is overleden op zaterdag 14 januari 2006, 81 jaar oud.
Kind van Gerald en Angela:
1 Henry Ulick Lascelles, geboren op dinsdag 19 mei 1953.
Kind van Gerald en Elizabeth:
2 Martin David Lascelles, geboren op vrijdag 9 februari 1962.
99 Hendrik van Gloucester is geboren op zaterdag 31 maart 1900 in Sandringham House, zoon van George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk (zie 81) en Victoria Maria van Teck. Hendrik is overleden op maandag 10 juni 1974 in Barnwell, Northamptonshire, 74 jaar oud.
Notitie bij Hendrik: Hendrik koos voor een militaire carrière en ging in 1919 naar Koninklijke Militaire Academie Sandhurst. Hierna was hij officier bij The King’s Royal Rifle Corps en de 10th Royal Hussars. In 1937 verliet hij het leger. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam hij opnieuw dienst en diende als verbindingsofficier. In 1955 werd hij benoemd tot veldmaarschalk, gevolgd door maarschalk van de Royal Air Force in 1958.

Eind 1944 werd hij benoemd tot Gouverneur-Generaal van Australië, maar dat was wegens gemis aan de benodigde kwaliteiten voor een dergelijke post geen succes. Maart 1947 legde hij de functie neer en keerde terug naar Engeland. Hierna vervulde hij nog enkel ceremoniële taken.
Titel:
Hertog van Gloucester
Hendrik trouwde, 35 jaar oud, op woensdag 6 november 1935 met Alice Christabel Montagu-Douglas-Scott, 33 jaar oud. Alice is geboren op woensdag 25 december 1901. Alice is overleden op vrijdag 29 oktober 2004, 102 jaar oud.
Notitie bij Alice: Zij groeide op in Northamptonshire waar ze verschillende scholen bezocht. Als jonge vrouw verbleef zij enige tijd in Frankrijk en Kenia. Pas op vrij late leeftijd, in 1935, trouwde zij met de zoon van George V. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte zij voor het Rode Kruis.

Na de oorlog hield zij zich voornamelijk bezig met het uitoefenen van allerlei representatieve taken en met liefdadigheid.

Haar jongste zoon, Richard, is de huidige hertog van Gloucester. Vanaf 1995 verscheen de prinses niet meer in het openbaar. In 1999 kondigde haar zoon aan dat de prinses met pensioen ging. Zij leed naar alle waarschijnlijkheid aan ernstig geheugenverlies. Geen lid van de Britse koninklijke familie werd ooit ouder dan Prinses Alice. Op 20 augustus 2003 evenaarde zij de leeftijd die de Queen Mum bereikte en werd daarmee het oudste lid ooit van de Britse koninklijke familie. Prinses Alice overleed op bijna 103-jarige leeftijd. Haar begrafenis vond plaats op 5 november 2004.
Kinderen van Hendrik en Alice:
1 William Henry Andrew Frederick van Gloucester, geboren op donderdag 18 december 1941 in Barnet. William is overleden op maandag 28 augustus 1972 in Wolverhampton, 30 jaar oud.
Notitie bij William: Prins William bezocht Eton College en studeerde vervolgens aan de Universiteit van Cambridge. Hij trad hierna in diplomatieke dienst. Zijn eerste post was in Lagos. In 1968 werd hij tweede secretaris op de Britse ambassade in Japan. Prins William was piloot en deed vaak mee aan vliegshows. In 1972 kwam hij om bij een vliegtuigongeluk nabij Wolverhampton. Hij werd begraven op Frogmore.

William was als oudste zoon erfgenaam van de titel Hertog van Gloucester. Na zijn dood gingen deze rechten over op zijn jongere broer Richard. Deze erfde de titel na de dood van zijn vader in 1974.
2 Richard Alexander Walter George Windsor, geboren op zaterdag 26 augustus 1944. Volgt 100.
100 Richard Alexander Walter George Windsor is geboren op zaterdag 26 augustus 1944, zoon van Hendrik van Gloucester (zie 99) en Alice Christabel Montagu-Douglas-Scott.
Notitie bij Richard: Hij is 19de in de lijn van de Britse troonopvolging

Prins Richard werd geboren op 26 augustus 1944 in Barnwell Manor (het huis van de ouders van Richard) in Northamptonshire. Hij was de zoon van Henry Windsor, Hertog van Gloucester, de derde zoon van Koning George V en Koningin Mary, en Prinses Alice, dochter van John Montagu-Douglas-Scott.

Richard was gedoopt in een privé kapel in Windsor Castle op 20 oktober 1944 door Lord Lang of Lambeth. Zijn peetouders zijn: Koningin Elizabeth (The Queen-Mum), Prinses Alica van Albany, Walter Montagu-Douglas-Scott, George Cambridge, Prinses Marie Louise, Lady Sybil Phipps en Harold Alexander.

Als kleinzoon van de Britse monarch in de mannelijke lijn, kreeg Richard bij zijn geboorte de titel: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Richard van Gloucester (His Royal Highness Prince Richard of Gloucester). Hij was toen 5e in lijn van de Britse troonopvolging. En 2e in lijn van zijn vaders titel Hertog van Gloucester, na zijn broer, Prins William van Gloucester.

Toen Richard vier maanden oud was, ging hij met zijn ouders mee naar Australië, waar zijn vader van 1945 tot 1947 Gouverneur-generaal was. De familie keerde terug naar Barnwell Manor in 1947.

Prins Richard kreeg eerst thuis les, later ging hij naar de Wellesley House in Broadstairs. Daarna ging hij naar Eton College. In 1963 ging hij naar Magdalene College, Cambridge om architectuur te studeren. In juni 1966 kreeg haalde hij zijn Bachelor of Arts.

Na de universiteit ging Prins Richard bij de (toen nog) ‘Offices Development Group of the Ministry of Public Building and Works’ voor een jaar. Hij ging terug naar Cambridge in 1967. In juni 1969 haalde hij beide delen van zijn diploma in architectuur op de universiteit. Na het behalen van zijn diploma ging hij ‘oefenen’ als partner bij een bedrijf in Londen.

Hoewel hij had gepland fulltime te gaan werken als architect, de dood van zijn oudere broer, Prins William van Gloucester, zorgde ervoor dat Richard de erfgenaam werd van zijn vaders ‘Dukedom’, en zo kreeg hij ook meer Koninklijke verplichtingen.
Op 10 juni 1974 stierf Richards vader. Richard erfde de titels Duke of Gloucester (Hertog van Gloucester), Earl of Ulster en Baron Culloden.

Zowel de Hertog als de Hertogin van Gloucester zijn populaire leden van de Koninklijke familie. Richard is het meest geïnteresseerd in architectuur. Hij werd lid van de Royal Institute of British Architects (RIBA) in 1972.

Hij is president van de Institute of Advanced Motorists geweest voor 32 jaar.

De Hertog en Hertogin’s officiële adres is Kensington Palace in Londen. Ze leasen Barnwell Manor sinds 1994. Op 29 oktober 2004 stierf Richards moeder, Prinses Alice op 102-jarige leeftijd. Ze is het langstlevende lid ooit van de Britse Koninklijke familie.

Titels:
His Royal Highness Prince Richard of Gloucester
His Royal Highness The Duke of Gloucester
His Royal Highness The Duke of Gloucester, GCVO
His Royal Highness The Duke of Gloucester, KG, GCVO

Onderscheidingen:
Knight of the Most Noble Order of the Garter (1997),
Knight Grand Cross of the Royal Victorian Order (1974),
Grand Prior of the Order of St. John (1975)
Grand Cross of the Order of St Olav, uit Noorwegen (1973)
The Royal Order of the Northern Star, uit Zweden (1975)

Hij heeft ook de ‘Queen Elizabeth II Coronation Medal’ (1953), de ‘Queen Elizabeth II Silver Jubilee Medal’ (1977) en de ‘Queen Elizabeth II Golden Jubilee Medal’ (2002).

Militaire onderscheidingen:
Colonel-in-Chief of the Royal Anglian Regiment
Colonel-in-Chief of the Royal Army Medical Corps
Colonel-in-Chief of the Royal Australian Army Education Corps
Deputy Colonel-in-Chief of the Royal Logistic Corps
Deputy Colonel-in-Chief of the Royal Gloucestershire, Berkshire and Wiltshire Regiment
Royal Colonel of the 6th (V) Battalion, The Rifles
The Royal Honorary Colonel of the Royal Monmouthshire Royal Engineers (Militia)
Honorary Air Commodore van RAF Odiham.
Honorary Air Commodore van 501 (County of Gloucester) Squadron, Royal Auxiliary Air Force.
Honorary Air Marshal, Royal Air Force.
Titel:
Hertog van Gloucester, KG, Royal Victorian Order (GCVO)
Richard trouwde met Birgitte Eva van Deurs. Birgitte is geboren op donderdag 20 juni 1946 in Odense.
Notitie bij Birgitte: Birgitte Eva Henriksen, is de dochter van jurist Asger Preben Knud Wissing Henriksen en Vivian van Deurs. Toen haar ouders scheidden, nam ze de naam van haar moeder - Van Deurs - aan. Na haar studie verhuisde ze naar Cambridge en werkte onder meer enige tijd op de Deense ambassade in Londen. In 1972 verloofde ze zich met Prins Richard van Gloucester, een achterneef van koningin Elizabeth II. Zes weken na hun huwelijk kwam Richards oudere broer William om bij een vliegtuigongeluk. Richard twee jaar later Hertog van Gloucester en Brigitte Hertogin.

De Hertogin van Gloucester is beschermvrouwe van talloze liefdadigheidsinstellingen.
Kinderen van Richard en Birgitte:
1 Alexander Patrick Gregers Richard Windsor, geboren op donderdag 24 oktober 1974 in Londen. Volgt 101.
2 Davina Elizabeth Alice Benedikte Windsor, geboren op zaterdag 19 november 1977 in St. Mary’s Hospital, Paddington, London. Volgt 102.
3 Rose Victoria Brigitte Louise Windsor, geboren op zaterdag 1 maart 1980 in St Mary’s Hospital, Paddington, Londen. Volgt 103.
101 Alexander Patrick Gregers Richard Windsor is geboren op donderdag 24 oktober 1974 in Londen, zoon van Richard Alexander Walter George Windsor (zie 100) en Birgitte Eva van Deurs.
Notitie bij Alexander: Hij is momenteel de 20ste in de opvolgingslijn voor de Britse troon.
Alexander Windsor is officier bij de Britse landmacht. Hij heeft onder andere gediend in Kosovo.
Titel:
graaf van Ulster.
Alexander trouwde, 27 jaar oud, op zaterdag 22 juni 2002 met Claire Booth, 24 jaar oud. Claire is geboren op donderdag 29 december 1977.
Kind van Alexander en Claire:
1 Xan Richard Anders Lord Culloden Windsor, geboren op maandag 12 maart 2007.
102 Davina Elizabeth Alice Benedikte Windsor is geboren op zaterdag 19 november 1977 in St. Mary’s Hospital, Paddington, London, dochter van Richard Alexander Walter George Windsor (zie 100) en Birgitte Eva van Deurs.
Notitie bij Davina: Ze heeft op de Kensington Preparatory School in Notting Hill gezeten, gevolgd door de St. George’s School in Ascot, Berkshire. Ze is afgestudeerd van de Universiteit van West-Engeland.

Davina trouwde op 21 juli 2004 met Gary Lewis (Gisborne, Nieuw-Zeeland, 15 augustus 1970), een Nieuw-Zeelander en neefje van de schrijver Witi Ihimaera. Ze trouwde in een kapel in Kensington Palace, waar Davina toen ze nog klein was gewoond had.

Gary werkt in de bouw en is een surfer. Hij heeft een zoon, Ari (1993) uit een eerdere relatie. Hij is de eerste Maori die lid is van de Britse Koninklijke familie.

Gary en Davina kende elkaar al vier jaar, ze hadden elkaar ontmoet toen ze op vakantie waren in Bali. Davina was toen net klaar met haar studie aan de Universiteit van West-Engeland. Behalve de ouders van Davina waren er verder geen leden van de koninklijke familie aanwezig op hun huwelijk.

Davina’s oma, Prinses Alice, was ook niet aanwezig op het huwelijk door haar leeftijd, maar bezocht het net getrouwde paar kort na de bruiloft.

In juni 2010 werd het eerste kind van het paar geboren, een dochter.

Davina heeft nu de titel Lady Davina Lewis. Ze is de 22ste in de lijn van de Britse Troonopvolging.
Davina trouwde met Gary Lewis. Gary is geboren op zaterdag 15 augustus 1970 in Gisborne, Nieuw-Zeeland.
103 Rose Victoria Brigitte Louise Windsor is geboren op zaterdag 1 maart 1980 in St Mary’s Hospital, Paddington, Londen, dochter van Richard Alexander Walter George Windsor (zie 100) en Birgitte Eva van Deurs.
Notitie bij Rose: Ze heeft op de St. George’s School in Ascot gezeten.
Ze is op dit moment 23ste in de lijn van de Britse Troonopvolging.
Rose trouwde met George Gilman.
104 George Windsor is geboren op zaterdag 20 december 1902 in Sandringham, zoon van George V (Frederik Ernst Albert) van het Verenigd Koninkrijk (zie 81) en Victoria Maria van Teck. George is overleden op dinsdag 25 augustus 1942 in Morven (Schotland), 39 jaar oud (oorzaak: een vliegtuigongeluk gedurende een oorlogsmissie). George trouwde, 31 jaar oud, op donderdag 29 november 1934 met Marina van Griekenland en Denemarken, 27 jaar oud. Zie 146 voor persoonsgegevens van Marina.
Kinderen van George en Marina:
1 Edward Nicholas Patrick Windsor, geboren op woensdag 9 oktober 1935 in Londen. Volgt 105.
2 Alexandra Helen Elizabeth Olga Christabel Windsor, geboren op vrijdag 25 december 1936 in Londen. Volgt 109.
3 Michael George Charles Franklin Windsor, geboren op zaterdag 4 juli 1942 in Iver, Buckinghamshire, Engeland. Volgt 111.
105 Edward Nicholas Patrick Windsor is geboren op woensdag 9 oktober 1935 in Londen, zoon van George Windsor (zie 104) en Marina van Griekenland en Denemarken (zie 146).
Notitie bij Edward: Edward heeft carrière gemaakt in het leger en vertegenwoordigt zijn nicht, koningin Elizabeth, regelmatig tijdens officiële gelegenheden. Edward is 24ste in lijn van troonopvolging.

Edward werd op 9 oktober 1935 geboren op Belgrave Square 3 in Londen als de oudste zoon van Prins George, Hertog van Kent, en diens echtgenote, Prinses Marina van Griekenland en Denemarken. Via zijn ouders stamt Edward af van koning George I van Griekenland, tsaar Alexander II van Rusland en koning George V van het Verenigd Koninkrijk. Als kleinzoon in mannelijke lijn van koning George V kreeg Edward bij zijn geboorte de titel “Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Edward van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland”.

Hij ging eerst naar de Ludgrove Preparatory School in Berkshire, voordat hij les kreeg aan Eton College en vervolgens aan Le Rosey in Zwitserland. Na deze scholen trad Edward toe tot de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst, waar hij bekend stond om zijn goede kennis van buitenlandse talen. In 1955 verliet Edward Sandhurst met de rang van tweede luitenant.

Op 25 augustus 1942 stierf zijn vader bij een vliegtuigongeluk in de buurt van Caithness, Schotland. Daardoor kreeg Edward de titels van zijn vader: “Hertog van Kent”, “Graaf van St. Andrews” en “Baron Downpatrick”. Later nam hij plaats in het House of Lords. Edward moest door de dood van zijn vader op vrije jonge leeftijd koninklijke verplichtingen nakomen. Zo liep hij achter de kist van zijn oom, koning George VI, op diens staatsbegrafenis in 1952. Ook was hij een jaar later aanwezig bij de kroning van zijn nicht, koningin Elizabeth II.

Na Edwards studie aan Sandhurst is hij naar verschillende landen uitgezonden. Zo vocht hij van 1962 tot 1963 in Hongkong en stond hij in 1970 aan het hoofd van een eskader in Cyprus. In 1976 ging Edward met pensioen met de rang van luitenant-kolonel. Na zijn pensioen werd hij in 1983 nog gepromoveerd tot generaal-majoor en in 1993 tot veldmaarschalk.

Edward heeft zijn nicht, koningin Elizabeth, gedurende vijftig jaar gerepresenteerd bij officiële gelegenheden als de onafhankelijkheidsvieringen van Sierra Leone, Oeganda, Guyana en Gambia. Bovendien treedt hij op als regent tijdens haar afwezigheid. Edward heeft ook op handelsvlak diverse malen voor de Engelse regering opgetreden.

Edward is ook president van verschillende organisaties, waaronder van het tennistoernooi Wimbledon, een functie die hij van zijn moeder heeft overgenomen. Ieder jaar reiken Edward en Katharine de beker (prijs van het mannenkampioenschap) en de schaal (prijs van het vrouwenkampioenschap) met veel ceremonieel uit.
Titel:
hertog van Kent
Edward trouwde, 25 jaar oud, op donderdag 8 juni 1961 in York met Katharine Lucy Mary Worsley, 28 jaar oud. Katharine is geboren op woensdag 22 februari 1933 in Yorkshire.
Notitie bij Katharine: Katharine kwam onder de aandacht, toen ze zich bekeerde tot de Rooms-katholieke Kerk. Ze is ook bekend van het tennistoernooi Wimbledon, waarbij zij en haar echtgenoot de prijzen uitreiken. Ze wordt niet graag met haar officiële titel (“Hare Koninklijke Hoogheid De Hertogin van Kent”) aangesproken, maar met “Katharine Kent” of “Katharine, hertogin van Kent”.

Katharine Lucy Mary Worsley werd geboren in 1933 in Yorkshire als de enige dochter van Sir William Arthrinton Worsley en diens echtgenote, Joyce Moran. Ze volgde les aan de Queen Margaret’s School in de buurt van York en aan de Runton Hill School in Norfolk. Op school maakte ze kennis met de wereld van de muziek en leerde ze piano, orgel en viool spelen, wat ze nu nog steeds doet. Ze werkte later af en toe in kindertehuis in York en op een kleuterschool in Londen, voordat ze in Oxford muziek ging studeren. Later zou ze muziekles gaan geven aan de Wansbeck Primary School in Hull.

Katharine bekeerde zich in 1994 tot de Rooms-katholieke Kerk. Het was een persoonlijk besluit, dat werd goedgekeurd door de koningin. In een interview met de BBC verklaarde ze: “Ik hou van richtlijnen en de Katholieke Kerk biedt je die. Dat heb ik altijd in mijn leven gewild.” (“I do love guidelines and the Catholic church offers you guidelines. I have always wanted that in my life.”)

Volgens de Act of Settlement uit 1701 hebben rooms-katholieken en leden van de koninklijke familie die met rooms-katholieken trouwen geen recht op de troon. Ondanks dit verloor Edward zijn rechten op de Britse troon niet; bij hun huwelijk was Katharine nog aangesloten bij de Anglicaanse Kerk. Na Katharine hebben meer leden van de koninklijke familie zich bekeerd tot de Rooms-katholieke Kerk.

Na het verlies van hun vierde kind in 1977 leed Katharine enige tijd aan depressies
Titel:
hertogin van Kent
Kinderen van Edward en Katharine:
1 George Philip Nicholas Windsor, geboren op dinsdag 26 juni 1962 in Londen. Volgt 106.
2 Helen Marina Lucy Taylor Windsor, geboren op dinsdag 28 april 1964 in Iver, Buckinghamshire, Engeland. Volgt 107.
3 Nicholas Charles Edward Jonathan Windsor, geboren op zaterdag 25 juli 1970 in Londen. Volgt 108.
106 George Philip Nicholas Windsor is geboren op dinsdag 26 juni 1962 in Londen, zoon van Edward Nicholas Patrick Windsor (zie 105) en Katharine Lucy Mary Worsley.
Titel:
Earl of St Andrews
George trouwde, 25 jaar oud, op zaterdag 9 januari 1988 in Edinburgh (Schotland) met Sylvana Palma Tomaselli.
Kinderen van George en Sylvana:
1 Edward Edmund Maximilian George Windsor, geboren in 1988.
2 Marina-Charlotte Alexandra Katharine Helen Windsor, geboren in 1992.
3 Amelia Sophia Theodora Mary Margaret Windsor, geboren in 1995.
107 Helen Marina Lucy Taylor Windsor is geboren op dinsdag 28 april 1964 in Iver, Buckinghamshire, Engeland, dochter van Edward Nicholas Patrick Windsor (zie 105) en Katharine Lucy Mary Worsley.
Notitie bij Helen: Zij is ambassadeur voor het Italiaanse modehuis Armani en de Italiaanse juwelier Bulgari. Helen is de 25ste in de lijn van de troonopvolging.
Helen trouwde, 28 jaar oud, op zaterdag 18 juli 1992 in St. George’s Chapel, Windsor Castle. met Timothy Taylor.
Kinderen van Helen en Timothy:
1 Columbus George Donald Taylor, geboren op zaterdag 6 augustus 1994.
2 Cassius Edward Taylor, geboren op donderdag 26 december 1996.
3 Eloise Olivia Katherine Taylor, geboren op zondag 2 maart 2003.
4 Estella Olga Elizabeth Taylor, geboren op dinsdag 21 december 2004.
108 Nicholas Charles Edward Jonathan Windsor is geboren op zaterdag 25 juli 1970 in Londen, zoon van Edward Nicholas Patrick Windsor (zie 105) en Katharine Lucy Mary Worsley.
Notitie bij Nicholas: Lord Nicholas Windsor werd in 1970 geboren in het University College Hospital te Londen, hij is het eerste lid van de Engelse koninklijke familie dat in een ziekenhuis is geboren. Hij heeft een oudere broer, George Windsor en een oudere zus, Helen Windsor. Nicholas werd gedoopt op 11 september 1970 in Windsor Castle. Zijn peetouders zijn Prins Charles en Donald Coggan.

Hij heeft gezeten op de Westminster School (voluit: The Royal College of St. Peter at Westminster), daarna ging hij naar de Harrow School. Uiteindelijk ging hij naar Manchester College in Oxford. Hij maakte zijn school echter niet af, hij ging van school om door Afrika te reizen.

In een privéceremonie in 2001 sloot Nicholas zich aan bij de Rooms-katholieke Kerk en daardoor was hij zijn plek in de lijn van de Britse troonopvolging kwijt, want volgens de ’Act of Settlement’ uit 1701 hebben rooms-katholieken en leden van de koninklijke familie die met rooms-katholieken trouwen geen recht op de troon. Ondanks dat, hoewel zijn moeder zich ook bekeerd heeft tot het rooms-katholicisme, is zijn vader zijn plek in de lijn van de Britse troonopvolging niet kwijtgeraakt. Katherine was namelijk nog aangesloten bij de Anglicaanse Kerk toen ze met Nicholas’ vader trouwde.

Lord Nicholas ontmoette Paola Doimi de Lupis Frankopan (7 augustus 1967), ook rooms-katholiek, op een feestje in New York en hun verloving werd bekend gemaakt op 26 september 2006. Ze trouwden op 19 oktober 2006, Paola kreeg toen de titel Lady Nicholas Windsor. Ze trouwden voor de kerk op 4 november in Vaticaanstad. Dit was de eerste keer dat een lid van de Engelse koninklijke familie in Vaticaanstad trouwde. Hun eerste kind, een zoon met de naam Albert, werd geboren op 22 september 2007. Hun tweede kind, eveneens een zoon werd geboren op 8 september 2009 en krijgt net als zijn broertje, geen titels.
Nicholas trouwde, 36 jaar oud, op donderdag 19 oktober 2006 met Paola Doimi de Lupis Frankopan, 39 jaar oud. Het kerkelijk huwelijk vond plaats op zaterdag 4 november 2006 in Vaticaanstad. Paola is geboren op maandag 7 augustus 1967.
Kinderen van Nicholas en Paola:
1 Albert Windsor, geboren op zaterdag 22 september 2007.
2 Leopold Windsor, geboren op dinsdag 8 september 2009.
109 Alexandra Helen Elizabeth Olga Christabel Windsor is geboren op vrijdag 25 december 1936 in Londen, dochter van George Windsor (zie 104) en Marina van Griekenland en Denemarken (zie 146).
Notitie bij Alexandra: Prinses Alexandra werd op 25 december 1936 op Belgrave Square 3 in Londen geboren als de dochter van Prins George, Hertog van Kent, en diens echtgenote, Prinses Marina van Griekenland en Denemarken. Via haar ouders stamt Alexandra af van koning George I van Griekenland, tsaar Alexander II van Rusland en koning George V van het Verenigd Koninkrijk. Als kleindochter in mannelijke lijn van koning George V kreeg Alexandra bij haar geboorte de titel “Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Alexandra van Kent”.

Ze groeide grotendeels op in Choppins, het buitenhuis van haar familie in de buurt van Buckinghamshire. Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde ze met haar grootmoeder, koningin Mary, in Badminton House te Gloucestershire. Alexandra’s vader stierf op 25 augustus 1942 bij een vliegtuigongeluk bij Caithness, Schotland, tijdens een oorlogsmissie.

Alexandra was op 20 november 1947 bruidsmeisje bij het huwelijk van haar nicht Elizabeth, de huidige koningin van Engeland.

De huwelijksceremonie was in Westminster Abbey en werd bijgewoond door alle leden van de koninklijke familie. Ook werd het huwelijk op tv door tweehonderd miljoen mensen wereldwijd gevolgd. Koningin Elizabeth bood Alexandra’s echtgenoot een graafschap aan, maar dat sloeg hij af. Hierdoor hebben hun kinderen geen titels.

Alexandra begon aan het einde van de jaren vijftig aan een uitgebreid programma van koninklijke verplichtingen. Ze representeerde de koningin tijdens verschillende officiële gelegenheden in het buitenland, bijvoorbeeld tijdens de onafhankelijkheidsvieringen in Nigeria. Voor het uitvoeren van haar koninklijke verplichtingen ontvangt Prinses Alexandra jaarlijks £ 225.000.

Alexandra is het hoofd van de Lancaster University sinds de oprichting in 1964. Ze legde deze functie neer in 2005. Alexandra is ook erelid van verschillende organisaties.

Net als veel andere leden van de Britse koninklijke familie zijn Alexandra en haar gezin een aantal keer in opspraak geraakt in de pers. Dat gebeurde bijvoorbeeld toen Lonrho, het bedrijf waar Sir Angus voor werkte, betrokken raakte in een groot schandaal. De toenmalige premier, Edward Heath, sprak openlijk kritiek uit over het bedrijf. Sir Angus nam ontslag; dit was het einde van zijn carrière.

In 1989 raakten Alexandra en Angus betrokken bij een publiek schandaal rondom hun dochter. Marina was namelijk zwanger van haar vriend Paul Mowatt, een freelance fotograaf. Ze verscheen toen in het Britse blad “Today”, waarin ze haar familie bekritiseerde. Marina en Paul trouwden een jaar later. Naast Alexandra en Angus waren er geen leden van de koninklijke familie aanwezig. Later scheidde het paar weer.
Alexandra trouwde, 26 jaar oud, op woensdag 24 april 1963 in Westminster Abbey met Angus James Bruce Ogilvy, 34 jaar oud. Angus is geboren op vrijdag 14 september 1928 in Londen. Angus is overleden op zondag 26 december 2004 in Londen, 76 jaar oud.
Kinderen van Alexandra en Angus:
1 James Ogilvy, geboren op zaterdag 29 februari 1964.
2 Marina Victoria Alexandria Ogilvy, geboren op zondag 31 juli 1966 in Londen. Volgt 110.
110 Marina Victoria Alexandria Ogilvy is geboren op zondag 31 juli 1966 in Londen, dochter van Angus James Bruce Ogilvy en Alexandra Helen Elizabeth Olga Christabel Windsor (zie 109).
Notitie bij Marina: Ze werd geboren in Thatched House Lodge, Richmond Park, Surrey. Haar peetoom is Prins Charles.
Marina is 36ste in lijn van de Britse troonopvolging
Marina trouwde, 23 jaar oud, op vrijdag 2 februari 1990 in de St. Andrew’s Church in Ham (Londen), met Paul Julian Mowatt, 27 jaar oud. Het huwelijk werd ontbonden op donderdag 4 december 1997. Paul is geboren op woensdag 28 november 1962.
Notitie bij Paul: Hij woont nu in South West Londen, waar hij als mode- en portretfotograaf werkt.
Beroep:
fotograaf
Kinderen van Marina en Paul:
1 Zenouska Mowatt.
2 Christian Mowatt, geboren in 1993.
111 Michael George Charles Franklin Windsor is geboren op zaterdag 4 juli 1942 in Iver, Buckinghamshire, Engeland, zoon van George Windsor (zie 104) en Marina van Griekenland en Denemarken (zie 146).
Notitie bij Michael: Zijn huwelijk met de rooms-katholieke, gescheiden barones Marie-Christine von Reibnitz zorgde voor veel ophef.

Prins Michael werd geboren te Iver, Buckinghamshire, als het derde kind van George, Hertog van Kent, en diens echtgenote, prinses Marina van Griekenland en Denemarken. Via zijn ouders stamt Michael af van koning George I van Griekenland, tsaar Alexander II van Rusland en koning George V van het Verenigd Koninkrijk. Als kleinzoon in mannelijke lijn van koning George V kreeg Michael bij zijn geboorte de titel “Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Michael van Kent”. Hij heeft een broer, Edward, en een zus, Alexandra.

Zijn doop was in augustus 1942. Eén van zijn peetooms was Franklin Delano Roosevelt, de president van de Verenigde Staten. Een paar dagen na de doop stierf zijn vader bij een vliegtuigongeluk bij Caithness, Schotland, tijdens een oorlogsmissie.

Michael kreeg les aan het Eton College en trad daarna in 1961 toe tot de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst. Hij had vervolgens een militaire carrière die twintig jaar besloeg; hij diende in Duitsland, Hongkong en Cyprus. In 1981 ging het met pensioen, hij had toen de rang van majoor. Later kreeg hij nog enkele erefuncties in het leger.

Als het derde kind van de vierde zoon van koning George V wordt er niet van Michael verwacht dat hij koninklijke verplichtingen vervult. Hij heeft dus ook nooit een inkomen van de staat gehad. Toch heeft hij een aantal keer de koning gerepresenteerd: bij staatsbegrafenissen in India, Cyprus en Swaziland, bij de onafhankelijkheidsvieringen in Swaziland en bij de kroning van koning Mswati II van Swaziland. Michael is wel lid van de Britse koninklijke familie en heeft sinds zijn huwelijk in 1978 een appartement in Kensington Palace. Omdat hij geen staatsinkomen heeft, gaf de koningin hem toestemming voor commerciële bedrijven te werken. Michael is manager van zijn eigen consultancybedrijf en doet wereldwijd zaken. Ook is hij gekwalificeerd tolk Russisch. Naast zijn werk doet hij veel voor liefdadigheidsinstellingen.

Prins Michael sloot op 30 juni 1978 in Oostenrijk een burgerlijk huwelijk met barones Marie-Christine von Reibnitz. Het was een omstreden huwelijk. Marie-Christine was namelijk eerder getrouwd met de bankier Thomas Troubridge. Het paar ging in 1973 uit elkaar en hun huwelijk werd in 1978, twee maanden voor haar tweede huwelijk, pas ontbonden. Ook was zij rooms-katholiek. Dit betekende dat Michael, volgens de Act of Settlement uit 1701, door zijn huwelijk zijn positie in de lijn van troonopvolging verloor. Hun kinderen werden echter in de Anglicaanse Kerk gedoopt en hebben daardoor wel een plaats in de lijn van troonopvolging.

Michael en Marie-Christine hertrouwden op 29 juli 1983 in Londen voor de kerk. Ze kwamen in een negatief daglicht te staan, toen ze ervan werden beschuldigd hun koninklijke status uit te buiten voor commerciële doeleinden. Ook werd onthuld dat ze slechts £69 aan huur betaalden voor hun appartement in Kensington Palace, waarop veel parlementsleden hun uitzetting eisten
Michael trouwde met Marie-Christine von Reibnitz. Marie-Christine is geboren op maandag 15 januari 1945 in Karlsbad.
Notitie bij Marie-Christine: Von Reibnitz heeft verscheidene boeken geschreven over de koninklijke families van Europa. Ze vervult zelden koninklijke verplichtingen voor koningin Elizabeth II, een nicht van Marie-Christine’s echtgenoot.

Marie-Christine werd geboren in Karlsbad, Tsjechië als de enige dochter van Günther Hubertus baron von Reibnitz en diens echtgenote Maria Anna Carolina Franziska Walpurga Bernadette gravin Szapáry von Muraszombath, Széchysziget und Szapár. Na de scheiding van haar ouders, verhuisde haar vader, die er ten onrechte van was beschuldigd een SS’er te zijn, naar Zuid-Afrika. Marie-Christine verhuisde met haar moeder een broer Frederik naar Australië, waar haar moeder een schoonheidssalon begon. In Sydney volgde Marie-Christine les aan Rose Bay Convent, een katholieke privé-school voor meisjes, dat werd geleid door nonnen van de Heilig-Hart-verering.

Haar eerste huwelijk was op 14 september 1971 in Londen met de Engelse bankier Thomas Troubridge, die ze tijdens de berenjacht in Duitsland had ontmoet. Twee jaar later ging het paar alweer uit elkaar en het huwelijk werd officieel ontbonden in mei 1978. Twee maanden later, op 30 juni, sloot Marie-Christine in Oostenrijk een burgerlijk huwelijk met prins Michael van Kent, een kleinzoon van koning George V en een neef van koningin Elizabeth II. Na haar huwelijk kreeg ze de titel ’Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Michael van Kent’. Nadat ze toestemming aan de paus hadden gevraagd voor het huwelijk, hertrouwde het paar op 29 juni 1983 in een rooms-katholieke ceremonie in Londen. Door te trouwen met een rooms-katholieke vrouw verloor prins Michael, toen achtste in lijn voor de troonopvolging, volgens de Act of Settlement uit 1701 zijn rechten op de Britse troon. Hun kinderen hebben echter wel rechten op de troon, omdat ze lid zijn van de Anglicaanse Kerk.

Als het derde kind van de vierde zoon van koning George V wordt er niet van Michael verwacht dat hij koninklijke verplichtingen vervult. Hij heeft dus ook nooit een inkomen van de staat gehad. Toch heeft hij een aantal keer de koningin gerepresenteerd: bij staatsbegrafenissen in India, Cyprus en Swaziland, bij de onafhankelijkheidsvieringen in Swaziland en bij de kroning van koning Mswati II van Swaziland. Michael is wel een lid van de Britse koninklijke familie en heeft sinds zijn huwelijk in 1978 een appartement in Kensington Palace, waar hij met Marie-Christine woont. Omdat hij geen staatsinkomen heeft, gaf de koningin hem toestemming voor commerciële bedrijven te werken. Michael is manager van zijn eigen consultancy bedrijf en doet wereldwijd zaken. Ook is hij een gekwalificeerd tolk Russisch. Naast zijn werk doet hij veel voor liefdadigheidsinstellingen.

Marie-Christine is de schrijfster van twee boeken: “Crowned in a Far Country: Eight Royal Brides” en “Cupid and the King – Five Royal Paramours”. Ze schrijft ook een column voor www.bestselections.com. Voor haar huwelijk was Marie-Christine echter een binnenhuisarchitect.

Sinds haar huwelijk heeft Marie-Christine veel negatieve aandacht van de pers gekregen. De pers beweert dat ze niet erg populair is bij de andere leden van de Britse koninklijke familie, zo had ze tegenover de pers verklaard dat zij meer koninklijke bloed had dan ieder ander persoon die in de koninklijke familie is getrouwd, sinds prins Philip. Toen prinses Diana en prinses Sarah in de koninklijke familie trouwden, kreeg prinses Marie-Christine een stuk minder aandacht.

Toch wist ze in mei 2004 de voorpagina’s te halen, omdat ze in een restaurant in New York tegen een groep zwarte gasten gezegd dat ze terug moesten gaan naar hun kolonies, toen ze klaagde over hun luidruchtigheid. In september 2005 verscheen ze weer in het nieuws, nadat ze tegenover journalist Mazher Mahmood een aantal heftige uitspraken had gedaan over andere leden van de koninklijke familie, waaronder prinses Diana.

Titels:
Barones Marie-Christine von Reibnitz (1945-1971)
Mevr. Thomas Troubridge (1971-1978)
Mevr. Marie-Christine Troubridge (1978)
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Michael van Kent (1978-)
Titel:
(prinses Michael van Kent, ook wel aangeduid als barones von Reibnitz,)
Kinderen van Michael en Marie-Christine:
1 Frederick Michael George David Louis Windsor, geboren op vrijdag 6 april 1979. Volgt 112.
2 Gabriella Marina Alexandra Ophelia Windsor, geboren op donderdag 23 april 1981 in St Mary’s Hospital, Londen.
Notitie bij Gabriella: In mei 2004 kreeg Gabriella haar diploma van Brown University in Providence (Rhode Island). Ze heeft artikelen geschreven voor The Spectator, The Daily Mail en andere tijdschriften en kranten.

Ze is de 31ste in de Lijn van de Britse Troonopvolging
112 Frederick Michael George David Louis Windsor is geboren op vrijdag 6 april 1979, zoon van Michael George Charles Franklin Windsor (zie 111) en Marie-Christine von Reibnitz.
Notitie bij Frederick: Prins Michael van Kent trouwde met een rooms-katholieke vrouw, waardoor hij volgens de Act of Settlement uit 1701 zijn rechten op de Britse troon verloor. Zijn kinderen werden echter bij de Anglicaanse Kerk gedoopt, waardoor Frederick wel recht heeft op de troon.

Frederick kreeg les aan Ludgrove in Wokingham, Berkshire, en vervolgens aan Eton College, Magdalen College en Oxford University. Hij heeft stage gelopen bij een bank, waarna hij in de pers werd zwartgemaakt voor cocaïnegebruik. Hij heeft modellenwerk gedaan voor Burberry.

Hij werkt als analist bij de investeringsbank JPMorgan in Londen.
Op 12 september 2009 trouwde hij met actrice Sophie Winkleman. Hij had hiervoor toestemming gekregen van koningin Elisabeth II, zoals vereist is krachtens de Royal Marriages Act (1772).
Frederick trouwde, 30 jaar oud, op zaterdag 12 september 2009 met Sophie Winkleman.
113 Louise van Saksen-Coburg en Gotha is geboren op woensdag 20 februari 1867 in Londen, dochter van Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk (zie 80) en Alexandra van Denemarken. Louise is overleden op zondag 4 januari 1931 in Londen, 63 jaar oud.
Notitie bij Louise: Prinses Louise werd op 20 februari 1867 geboren in het Marlborough House te Londen, waar haar ouders woonden. Ze was de oudste dochter van de toenmalige Prins van Wales, de latere koning Eduard VII en diens echtgenote Alexandra. Ze werd gedoopt in het Marlborough House op 10 mei 1867 door Charles Longley, Aartsbisschop van Canterbury. Hierbij waren o.a. koning George I van Griekenland, keizer Frederik III van Duitsland, groothertogin Augusta van Mecklenburg-Strelitz, koningin Louise van Denemarken (naar wie ze was vernoemd), tsarina Maria Fjodorovna en de Engelse prinsessen Alice, Helena en Louise als doopgetuigen aanwezig.

Prinses Louise, die door haar familie ook wel Lulu werd genoemd, had nog twee oudere broers (Albert Victor en George, de latere koning George V), een jongere broer (John) en nog twee jongere zussen (Victoria en Maud). De prinses bracht veel van haar jeugd door in Marlborough House, maar ook in het landhuis van haar ouders, Sandringham House. Net als haar zusjes Victoria en Maud heeft Louise weinig officieel onderwijs genoten.

De prinses trad op 27 juni 1889 in een privé-kapel van Buckingham Palace in het huwelijk met de achttien jaar oudere Alexander Duff, Graaf van Fife. Twee dagen later kreeg Alexander van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk de titel Hertog van Fife en Markies van Macduff. In de officiële papieren hiervoor stond dat deze titels over zouden gaan op een mannelijke erfgenaam.

Op 9 november 1905 schonk koning Eduard VII zijn dochter de titel Princess Royal, de hoogste eer voor vrouwelijke leden van de koninklijke familie. Ook besloot de koning dat Alexandra en Maud, de dochters van Louise, de titel “Prinses van Groot-Brittannië en Ierland” zouden krijgen en de aanspreektitel “Hoogheid”. Vanaf dat moment droegen de prinsessen dus niet meer de titels van hun vader en heetten ze Hare Hoogheid Prinses Alexandra van Fife en Hare Hoogheid Prinses Maud van Fife.

In december 1911 leed prinses Louise met haar gezin schipbreuk bij de kust van Marokko, terwijl ze naar Egypte voeren. Ze leken allemaal ongedeerd te zijn. Niet veel later echter kreeg Louises echtgenoot pleuritis, waarschijnlijk het gevolg van de schipbreuk. Hij stierf in Aswan, Egypte, in januari 1912. Prinses Alexandra volgde vervolgens haar vader op als de tweede Hertogin van Fife.

De prinses stierf op 4 januari 1931 in haar huis aan Portman Square, Londen. Haar begrafenis vond plaats in de St. George’s Chapel van Windsor Castle.
Louise trouwde, 22 jaar oud, op donderdag 27 juni 1889 in een privé-kapel van Buckingham Palace met Alexander William George Duff, 39 jaar oud. Alexander is geboren op zaterdag 10 november 1849 in Edinburgh (Schotland). Alexander is overleden op vrijdag 12 januari 1912 in Aswan, 62 jaar oud.
Notitie bij Alexander: Alexander werd geboren in 1849 te Edinburgh als de enige zoon van James Duff en diens echtgenote Lady Agnas Hay, dochter van William Hay, de 18e Graaf van Errol, en van Lady Elizabeth FitzClarence, een buitenechtelijke dochter van koning Willem IV van het Verenigd Koninkrijk. Zijn vader erfde het graafschap Fife in 1857, waardoor hij de 5de Graaf Fife werd. Alexander kreeg hierop de titel Burggraaf Macduff. Hij groeide op met vier zussen (Ida, Anna, Alexina en Agnes).

Hij ging van 1863 tot 1866 naar Eton College. Alexander was parlementslid voor het Schotse kiesdistrict Elginshire en Nairnshire van 1873 tot 1879 en had jarenlang verschillende militaire functies. Op 7 augustus 1879 stierf zijn vader en volgde hij hem op als de 6de Graaf Fife in de Ierse adelstand. In 1881 ridderde koningin Victoria hem in de Orde van de Distel. Ook schonk ze hem in 1885 de titel Graaf van Fife in de Britse adelstand.

Alexander trad op 27 juni 1889 in een privé-kapel van Buckingham Palace in het huwelijk met de achttien jaar jongere prinses Louise van het Verenigd Koninkrijk, dochter van de toenmalige Prins en Prinses van Wales (de latere koning Eduard VII en koningin Alexandra). Twee dagen na de bruiloft schonk koningin Victoria Alexander de titel Hertog van Fife en Markies van Macduff in de Britse adelstand. In de officiële papieren hiervoor stond dat deze titels over zouden gaan op een mannelijke erfgenaam. Het paar kreeg uiteindelijk in 1890 één zoon, Alastair, hij stierf echter na de geboorte. Later kreeg het paar nog twee dochters, Alexandra (1891-1959) en Maud (1893-1945). Daarom werden er nieuwe documenten opgesteld, zodat ook een dochter de titels kon erven bij gebrek aan een mannelijke erfgenaam. Bovendien benoemde koning Eduard VII Louise in 1905 tot Princess Royal. Ook besloot de koning dat Alexandra en Maud, de dochters van Louise, de titel “Prinses van Groot-Brittannië en Ierland” zouden krijgen en de aanspreektitel “Hoogheid”. Vanaf dat moment droegen de prinsessen dus niet meer de titels van hun vader en heetten ze Hare Hoogheid Prinses Alexandra van Fife en Hare Hoogheid Prinses Maud van Fife.

In 1902 kreeg Alexander het eerbetoon de Koninklijke Victoriaanse Ketting toegekend. Zijn schoonbroer George V benoemde hem ook nog tot Extra Ridder van de Kouseband. Vervolgens werd hij nog geridderd in de Orde van het Bad en werd hij een van de persoonlijke raadgevers van de vorst. Tijdens de kroning van zijn schoonvader tot Eduard VII in 1902 en van zijn schoonbroer tot George V in 1911 had Alexander een speciale ceremoniële functie als de zogenaamde “Lord High Constable”.

In december 1911 leden Alexander en zijn gezin schipbreuk voor de kust van Marokko, terwijl hij op weg was naar Egypte. Ze bleven allemaal ongedeerd, maar Alexander kreeg pleuritis, waarschijnlijk het gevolg van de schipbreuk. Hij stierf in Aswan, Egypte, in januari 1912. Prinses Alexandra volgde vervolgens haar vader op als de tweede Hertogin van Fife en Gravin van Macduff. Bij gebrek aan een mannelijke opvolger kwamen zijn andere titels te vervallen, waaronder die van Markies van Macduff. Alexander werd begraven in de privé-kapel van het Mar Lodge Mausoleum te Breamer, Aberdeenshire.
Titel:
Burggraaf Macduff van 1857 tot 1879, de titel Graaf Fife van 1879 tot 1889 en de titel Hertog van Fife van 1889 tot 1912.
Kinderen van Louise en Alexander:
1 Alastair Duff, geboren op maandag 16 juni 1890. Alastair is overleden op maandag 16 juni 1890, geen dag oud.
2 Alexandra van Fife, geboren op zondag 17 mei 1891 in Richmond upon Thames. Volgt 114.
114 Alexandra van Fife is geboren op zondag 17 mei 1891 in Richmond upon Thames, dochter van Alexander William George Duff en Louise van Saksen-Coburg en Gotha (zie 113). Alexandra is overleden op donderdag 26 februari 1959 in Londen, 67 jaar oud.
Notitie bij Alexandra: Alexandra was het oudste kind van Alexander Duff, 1ste hertog van Fife en prinses Louise van het Verenigd Koninkrijk, dochter van de Britse koning Eduard VII. Bij haar geboorte was ze vierde in lijn voor troonopvolging. Als kleindochter in vrouwelijke lijn van een Brits monarch had Alexandra geen recht op de titel prinses, maar kreeg ze de naam Lady Alexandra Duff, als dochter van een hertog. Haar vader had zijn hertogelijke titel twee dagen na zijn huwelijk met haar moeder gekregen. Toen later bleek dat haar ouders geen zoon zouden krijgen (ze hadden later nog een dochtertje, Maud, gekregen), is besloten dat haar vaders titel ook over kon gaan op een dochter bij gebrek aan een mannelijke erfgenaam.

In 1905 werd Alexandra’s moeder tot Princess Royal benoemd door koning Eduard VII. Ook besloot hij dat Alexandra en haar zusje Maud de titel “Prinses van Groot-Brittannië en Ierland” en de aanspreektitel “Hoogheid” zouden krijgen. Vanaf dat moment ging Alexandra dus door het leven als Hare Hoogheid Prinses Alexandra van Fife.

In december 1911 leed Alexandra’s familie schipbreuk voor de kust van Marokko, terwijl zij op weg waren naar Egypte. Ze bleven allemaal ongedeerd, maar Alexander kreeg pleuritis, waarschijnlijk als gevolg van de schipbreuk. Hij stierf in Aswan, Egypte, op 12 januari 1912. Prinses Alexandra volgde vervolgens haar vader op als de tweede Hertogin van Fife en Gravin van Macduff.

Rond 1910 had Alexandra een relatie met prins Christoffel van Griekenland, de jongste zoon van de Griekse koning George I. Hij was tevens familie; haar grootmoeder was de oudere zus van zijn vader. Alexandra en Christoffel verloofden zich. De verloving werd echter verbroken, toen hun ouders achter de verbintenis kwamen en die afkeurden.

Prinses Alexandra trouwde uiteindelijk op 15 oktober 1913 met prins Arthur van Connaught, een kleinzoon in mannelijke lijn van koningin Victoria. Na haar huwelijk werd naar Alexandra verwezen met de titels van haar man: “Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Arthur van Connaught”, ondanks haar eigen titels.

Alexandra en Arthur traden regelmatig op namens Alexandra’s oom, koning George V, en later haar neef, koning George VI. Alexandra diende ook als regentes tussen 1937 en 1944, waarvoor ze namens de vorst optrad tijdens diens afwezigheid in het land.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende de prinses als zuster in het St. Mary’s Hospital in Paddington. Toen haar man werd aangesteld als gouverneur-generaal van de Unie van Zuid-Afrika in 1920, vergezelde ze hem naar Pretoria, waar ze werkte voor een aantal plaatselijke ziekenhuizen. Bij hun terugkeer in Engeland nam ze nog regelmatig verplichtingen waar namens de vorst. Ze stierf uiteindelijk in 1959 in haar huis in Londen.

Hun zoon was al in 1943 overleden, een jaar nadat hij zijn grootvader Arthur was opgevolgd als Hertog van Connaught en Strathearn. Het Hertogdom van Fife ging daarom over op haar neef James Carnegie, de enige zoon van haar zus Maud.

Titels:
Lady Alexandra Duff (1891-1905)
Hare Hoogheid Prinses Alexandra van Fife (1905-1912)
Hare Hoogheid De Hertogin van Fife (1912-1913)
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Arthur van Connaught (1913-1959)
Titel:
Prinses van Groot-Brittannië en Ierland
Alexandra trouwde, 22 jaar oud, op zondag 12 oktober 1913 in in de kapel van St. James’s Palace, Londen met Arthur Frederick Patrick Albert van Saksen-Coburg en Gotha van Connaught, 30 jaar oud. Zie 189 voor persoonsgegevens van Arthur.
Kind van Alexandra en Arthur:
1 Alastair van Connaught en Strathearn, geboren op zondag 9 augustus 1914 in Londen. Alastair is overleden op maandag 26 april 1943 in Ottawa, 28 jaar oud.
Notitie bij Alastair: Alastair werd geboren in het ouders huis aan de Mount Street in Londen. Hij was de enige zoon van prins Arthur van Connaught (kleinzoon in mannelijke lijn van koningin Victoria) en prinses Alexandra, Hertogin van Fife (kleindochter in vrouwelijke lijn van Edward VII). Als achterkleinzoon in mannelijke lijn van koningin Victoria kreeg Alastair de titel Zijn Hoogheid Prins Alastair van Connaught bij zijn geboorte.

De prins werd thuis gedoopt en had als doopgetuigen koning George V, koningin Alexandra, koning Alfons XIII van Spanje, prinses Maria (de Princess Royal), hertog Arthur van Connaught en Strathearn en Louise, hertogin van Argyll.

Kort na de geboorte van Alastair brak de Eerste Wereldoorlog uit en ontstond er in het Verenigd Koninkrijk een sterke anti-Duitse sfeer. Koning George V reageerde hierop door o.a. de naam van het koninklijke huis te veranderen van Saksen-Coburg-Gotha in Windsor. In datzelfde jaar besloot George V dat alleen kinderen van een Brits monarch een prinselijke titel mochten dragen, met een aparte regel voor de kinderen van de Prins van Wales. Andere afstammelingen in mannelijke lijn kregen de titel en aanspreekvorm, die de kinderen van hertogen hebben. Alastair echter kreeg de titel Graaf van Macduff als zoon van de Hertogin van Fife. Zijn vader had namelijk zelf geen hertogelijke titel, maar was eerste in lijn van opvolging van het Hertogdom van Connaught en Strathearn. Alastair werd dus voortaan Alastair Arthur Windsor, Graaf van Macduff.

Alastair werd opgeleid aan de Bryanston School en vervolgens aan de Koninklijke Militaire Academie Sandhurst. In 1935 werd hij aangesteld als tweede luitenant bij de Scots Greys, waarin ook zijn vader had gediend. Hij werd vervolgens gestationeerd in Egypte en bleef daar tot hij in 1939 naar Canada werd verplaatst. In datzelfde jaar werd hij gepromoveerd tot eerste luitenant. In Canada diende hij als aide de camp van Alexander van Teck, de Gouverneur-Generaal.

Zijn vader stierf in 1938, waardoor Alastair eerste in lijn voor opvolging het Hertogdom van Connaught en Strathearn werd. Zijn grootvader, Arthur, Hertog van Connaught en Strathearn, stierf in 1942, waarna Alastair Hertog van Connaught en Strathearn en Graaf van Sussex werd.

De hertog stierf in 1943 in de Rideau Hall in Otawa, de residentie van de gouverneur-generaal. Hij was daar te gast bij Alexander van Teck en diens echtgenote Alice. De omstandigheden van zijn dood waren nogal ongewoon: hij was in slaap gevallen of buiten bewustzijn geraakt voor een open raam en stierf vervolgens door onderkoeling. Zijn as werd later bijgezet in de Mar Lodge Chapel te Breamer, Aberdeenshire. Met zijn dood verviel het Hertogdom van Connaught en Strathearn. Zijn neef James Carnegie volgde uiteindelijk zijn moeder Alexandra op als Hertog van Fife in 1959.
Titel:
Zijne Hoogheid Prins Alastair van Connaught (1914-1917), Graaf van MacDuff (1917-1942), Zijne Genade De Hertog van Connaught (1942-1943)
115 Maud van Saksen-Coburg en Gotha van Wales is geboren op vrijdag 26 november 1869 in Londen, dochter van Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk (zie 80) en Alexandra van Denemarken. Maud is overleden op zondag 20 november 1938 in Londen, 68 jaar oud.
Notitie bij Maud: Maud werd geboren op 26 november 1869 in het Marlborough House, Londen. Ze was de jongste dochter van de toenmalige Prins van Wales, de latere koning Eduard VII en diens echtgenote Alexandra, dochter van koning Christiaan IX van Denemarken. Ze werd op 24 december gedoopt op Marlborough House door John Jackson, Bisschop van Londen. Hierbij waren verschillende leden van de hoge adel als doopgetuigen aanwezig, waaronder koning Karel XV van Zweden en Noorwegen, prins Leopold, de latere tsarina Maria Fjodorovna en kroonprinses Louise van Denemarken.

De prinses had nog vier broers en zussen, Albert Victor, George, Louise en Victoria. En ze had ook een jonger broertje, John. Prinses Maud was een levendig kind en had de bijnaam “Harry”. De prinses ging regelmatig mee met de reizen die haar familie naar Denemarken ondernam en vergezelde haar moeder later op cruises naar Noorwegen en de Middellandse Zee.

Op 22 juli 1896 trad Maud in een privé-kapel van Buckingham Palace in het huwelijk met haar neef Karel van Denemarken. Hij was de tweede zoon van kroonprins Frederik van Denemarken, de oudere broer van haar moeder Alexandra. Van haar vader kreeg Maud het landhuis Appleton House te Sandringham voor de bezoeken die ze regelmatig aan Engeland zou brengen. Hier werd ook haar enige zoon, prins Alexander, geboren op 2 juli 1903.

Prins Karel diende bij de Deense marine en hij en zijn familie woonden vooral in Denemarken tot 1905. In dat jaar werd de oude band tussen Noorwegen en Zweden door het parlement van Noorwegen opgeheven en werd besloten de troon van Noorwegen aan Karel aan te bieden. Karel accepteerde het aanbod en besteeg de troon als Haakon VII, waarbij zijn zoon, de nieuwe kroonprins, de naam Olav kreeg. Koning Haakon en koningin Maud werden op 22 juni 1906 gekroond in de Nidaros-domkerk in Trondheim.

Koningin Maud bleef altijd erg gehecht aan Engeland, maar wist zich snel aan te passen aan haar nieuwe thuisland en haar taken als koningin. Ze steunde verschillende goede doelen, vooral degene voor kinderen en dieren, en moedigde muzikanten en artiesten aan. Haar laatste officiële optreden in Engeland was bij de kroning van haar neef tot koning George VI van het Verenigd Koninkrijk in 1937.

Maud stierf aan een hartverlamming in Londen in 1938, drie dagen na een operatie. Haar lichaam werd overgebracht naar Noorwegen en werd vervolgens begraven in het koninklijke mausoleum bij Akershus.

Verschillende gebieden, gebergten e.d. werden naar de koningin genoemd. De bekendste hiervan is het Koningin Maudland.
Maud trouwde, 26 jaar oud, op woensdag 22 juli 1896 in Buckingham Palace met Haakon VII van Denemarken van Noorwegen, 23 jaar oud. Haakon is geboren op zaterdag 3 augustus 1872 in Charlottenlund, zoon van Frederik VIII van Denemarken en Louise Van Zweden. Haakon is overleden op zaterdag 21 september 1957 in Oslo, 85 jaar oud.
Notitie bij Haakon: Haakon VII werd geboren als Karel van Denemarken (Carl) op 3 augustus 1872 te Charlottenlund nabij Kopenhagen. Hij was de tweede zoon van de latere koning Frederik VIII van Denemarken en diens vrouw koningin Louise van Zweden. Hij was een jongere broer van Christiaan (1870-1947), later als Christiaan X de koning van Denemarken, huwde Alexandrine Augusta van Mecklenburg-Schwerin. Hij was een oudere broer van: prinses Louise Caroline (1875-1906), huwde Frederik George van Schaumburg-Lippe. Prins Harald (1876-1949), huwde Helene Adelheid van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Prinses Ingeborg (1878-1958), huwde prins Karel van Zweden. Prinses Thyra (1880-1945), bleef ongehuwd. Prins Gustaaf (1887-1944), bleef ook ongehuwd. En prinses Dagmar (1890-1961), huwde Jørgen Castenskiold.

Via zijn vader was hij een kleinzoon van koning Christiaan IX en koningin Louise van Hessen-Kassel. En via zijn moeder was hij een kleinzoon van koning Karel XV van Zweden, die als Karel IV koning van Noorwegen was,en koningin Louise der Nederlanden, een kleindochter van koning Willem I der Nederlanden. Carl werd koning van Noorwegen nog voor zijn vader en broer koning van Denemarken werden. Tijdens zijn regering over Noorwegen zag hij zijn vader, Frederik VIII in 1906, zijn broer, Christiaan X in 1912, en zijn neefje Frederik IX, in 1947, de troon van Denemarken bestijgen. Carl was een prins uit het huis Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg, een zijtak uit het huis Oldenburg. Het huis Oldenburg is een invloedrijk Noord-Europees vorstengeslacht, en regeerde Denemarken als sinds 1448, en van 1536 tot 1814 regeerde dit geslacht ook over Noorwegen, verbonden met Denemarken in het koninkrijk Denemarken-Noorwegen. Dit geslacht kwam eigenlijk uit het noorden van Duitsland. De Oldenburg familie had al banden met Noorwegen sinds de late middeleeuwen. En via zijn vader stamde Carl af van meerdere Noorse koningen, die regeerden over een onafhankelijk Noorwegen, waaronder: Haakon V, Christiaan I, Frederik I, Christiaan III, Frederik II, Christiaan IV en Frederik III. Frederik III voegde Noorwegen samen met Sleeswijk en Holstein, waarna het tot 1814 geen onafhankelijke status had. Christiaan Frederik was van mei tot oktober 1814 koning van een onafhankelijk Noorwegen. Ook Christiaan Frederik was een voorvader van Carl.

Prins Carl werd opgevoed aan het hof van Kopenhagen, en ging later studeren aan de Koninklijke Deense Marine Academie.

Op 22 juli 1896 huwde hij te Buckingham Palace met Prinses Maud van Saksen-Coburg en Gotha (ook wel bekend als Maud van Wales). Maud was de jongste dochter van de latere koning Eduard VII van het Verenigd Koninkrijk en koningin Alexandra van Denemarken. Koningin Alexandra was de oudste dochter van koning Christiaan IX en koningin Louise. Koningin Alexandra was dus een tante van prins Carl.

Na enige jaren van politieke onrust koos het Noorse volk in 1905 ervoor zich van Zweden af te scheiden. Op 18 november van dat jaar koos het parlement, het Storting, Karel als koning van Noorwegen. Deze keuze werd in een referendum door het volk bevestigd. Karel werd op 22 juni 1906 gekroond in de Nidaros-kathedraal in Trondheim. Hij noemde zich nu Haakon, naar de gelijknamige middeleeuwse koningen van Noorwegen.

Toen de Duitsers met Operatie Weserübung Noorwegen in april 1940 bezetten leidde Haakon twee maanden lang het verzet en weigerde de nieuwe regering onder Vidkun Quisling te erkennen. Hierna week hij uit naar Engeland en leidde de regering in ballingschap in de Londense wijk Rotherhithe. Hij vormde een belangrijk symbool voor het Noorse verzet. In 1945 keerde hij weer naar zijn land terug.

Haakon stierf op 21 september 1957 in Oslo aan de gevolgen van een val in zijn badkamer, twee jaar eerder. Alexander volgde hem op als Olaf V.
Heerlijkheid:
van 1905 tot 1957 de eerste koning van Noorwegen na het einde van de personele unie met Zweden
Kind van Maud en Haakon:
1 Olaf V van Noorwegen, geboren op donderdag 2 juli 1903 in Appleton House bij Sandringham. Volgt 116.
116 Olaf V van Noorwegen is geboren op donderdag 2 juli 1903 in Appleton House bij Sandringham, zoon van Haakon VII van Denemarken van Noorwegen en Maud van Saksen-Coburg en Gotha van Wales (zie 115). Olaf is overleden op donderdag 17 januari 1991 in Oslo, 87 jaar oud.
Notitie bij Olaf: Toen de Duitsers Noorwegen in april 1940 bezetten leidde zijn vader Haakon VII twee maanden lang het verzet en weigerde de nieuwe regering onder Vidkun Quisling te erkennen. Daarna week hij uit naar Engeland en leidde de regering in ballingschap in de Londense wijk Rotherhithe. De overige leden van de koninklijke familie weken uit naar de Verenigde Staten. Ze reisden daar rond om steun te winnen voor de Noorse zaak. Märtha en de kinderen brachten deze tijd door in Washington D.C. alwaar zij goed bevriend raakte met Franklin Delano Roosevelt.

In 1945 keerde de familie terug naar Noorwegen. Prinses Märtha stierf op 5 april 1954 in een ziekenhuis in Oslo. Met de dood van Haakon VII op 21 september 1957 werd Olaf koning. In eerste instantie wilde de Noorse regering weinig aandacht besteden aan de troonsovername door Olaf. Het liefst had de regering dat Olaf door middel van een eedaflegging het koningschap op zich genomen zou hebben. Olaf zelf wilde echter ingezegend worden. Dit geschiedde op 22 juni 1958 in de kathedraal van Nidaros in Trondheim.

Er lag een zware druk op de schouders van Olaf. Zijn vader stond symbool voor de Noorse vrijheidsstrijd en zelfstandigheid. Het was nu aan Olaf om deze trend door te zetten. Door zijn sterke plichtsgevoel en medemenselijkheid en het verder uitdragen van zijn vaders motto "Alt for Norge" ("Alles voor Noorwegen") werd hij al snel een populaire en geliefde koning.

Een sprekend voorbeeld is dat hij het voor elkaar kreeg dat de plicht om in de auto een gordel te dragen voor hem niet gold, maar hij stond wel gewoon in de file in plaats van de rijbaan voor openbaar vervoer te gebruiken (waartoe hij het recht had). Tijdens de oliecrisis van 1973 was autorijden in Noorwegen verboden en daarom nam de koning de metro naar zijn skioord. Toen hij een kaartje wilde kopen zei de conducteur dat andere mensen dat al voor hem hadden gedaan. Toen een journalist hem vroeg of hij niet bang was onbeveiligd rond te lopen, antwoordde hij: "Waarom zou ik bang zijn? Ik heb vier miljoen lijfwachten!" - de Noren.

Olaf sportte graag en had in 1928 bij de Olympische Spelen zelfs goud gewonnen bij zeilen. Hij is voor zijn dood in 1991 nog actief geweest om de Winterspelen naar het Noorse Lillehammer 1994 te krijgen. Hij was ook geïnteresseerd in kunst - en dan met name 19e- en 20e-eeuwse Scandinavische schilderkunst - en kon opmerkelijk goed namen en gezichten onthouden.

Zijn overlijden op 17 januari 1991 werd gevolgd door massaal rouwbetoon van het Noorse volk. Zijn zoon Harald volgde hem op als koning.

Mediabestanden
Heerlijkheid:
was van 1957 tot 1991 als Olaf V (Noors: Olav V) koning van Noorwegen.
Olaf trouwde met Märtha Van Zweden. Märtha is geboren op donderdag 28 maart 1901 in Stockholm, dochter van Karel Van Zweden en Ingeborg van Denemarken. Märtha is overleden op maandag 5 april 1954 in Oslo, 53 jaar oud.
Notitie bij Märtha: Zij was de dochter van Prins Karel van Zweden en prinses Ingeborg van Denemarken en een oudere zuster van de latere Belgische koningin Astrid. Op 21 maart 1929 trouwde zij met de Noorse kroonprins Olav. Märtha en Olav waren neef en nicht (Märtha’s moeder was een zus van koning Haakon VII) en het huwelijk betekende een verbetering van de betrekkingen tussen Noorwegen en Zweden. Vijfentwintig jaar eerder was de unie tussen Noorwegen en Zweden opgeheven, en werd de grootvader van Märtha, Oscar II van Zweden van de Noorse troon gestoten.

Hoewel het huwelijk op het eerste gezicht een verstandshuwelijk leek, was het toch gelukkig. In 1979 vertelde Olav dat de dag van zijn huwelijk met Märtha, de gelukkigste dag van zijn leven was. Prinses Märtha overleed in 1954 aan de gevolgen van kanker, drie jaar voordat haar man koning Haakon VII zou opvolgen.
Heerlijkheid:
Van 1929 tot 1954 was zij kroonprinses van Noorwegen.
Kinderen van Olaf en Märtha:
1 Ragnhild van Noorwegen, geboren op maandag 9 juni 1930 in Oslo.
Notitie bij Ragnhild: Prinses Ragnhild trouwde op 15 mei 1953 met de Noorse bodybuilder Erling Sven Lorentsen. Het paar woont in Rio de Janeiro, Brazilië en kreeg drie kinderen (Haakon, Ingeborg en Ragnhild). Ragnhild staat bekend als buitengewoon conservatief. Hoewel zij zelf vermoedelijk een van de eerste prinsessen uit een regerend vorstenhuis was die met een burgerjongen trouwde, bekritiseerde zij in 2004 op de Noorse televisie openlijk haar neef kroonprins Haakon en diens zus Märtha Louise om het feit dat zij met gewone burgers waren getrouwd. Zij zei met name te vrezen dat het huwelijk van de kroonprins met Mette-Marit de Noorse monarchie om zeep zou helpen. Ook sprak ze uit er gelukkig over te zijn dat zij vermoedelijk al dood was, als Haakon en Mette-Marit de troon zouden bestijgen.
2 Astrid Maud Ingeborg van Noorwegen, geboren op vrijdag 12 februari 1932 in Oslo.
Notitie bij Astrid: Zij is de tweede dochter van koning Olav V en kroonprinses Märtha en een oudere zuster van de huidige koning Harald V.

Op 12 januari 1961 trouwde ze met Johan Martin Ferner, sindsdien staat ze bekend als "Prinses Astrid, mevrouw Ferner". Het paar woont in Oslo en kreeg vijf kinderen (Cathrine (1962), Benedikte (1963), Alexander (1965), Elisabeth (1969) en Carl-Christian (1972))

Sinds de dood van haar moeder, kroonprinses Märtha, in 1954 vergezelde ze haar vader vaak bij officiële gelegenheden. Ook is ze beschermvrouwe van tal van liefdadigheidsinstellingen. Haar bijzondere belangstelling geldt de jeugd. Ze zette zich onder meer in voor kinderen met dyslexie.

In 2002 besloot de Noorse regering haar van staatswege een pensioen toe te kennen.
3 Harald V van Noorwegen, geboren op zondag 21 februari 1937 in Skaugum bij Oslo.
117 Alice van Saksen-Coburg en Gotha is geboren op dinsdag 25 april 1843 in Londen, dochter van Albert van Saksen-Coburg en Gotha en Alexandrina Victoria van Hannover van het Verenigd Koninkrijk (zie 40). Alice is overleden op zaterdag 14 december 1878 in Darmstadt, 35 jaar oud.
Notitie bij Alice: Prinses Alice wordt in de geschiedenis vooral genoemd als de dochter van koningin Victoria en de moeder van tsarina Alexandra Fjodorovna. Ook was ze de overgrootmoeder van Prins Philip, de echtgenoot van koningin Elizabeth II. De plaats Alice in Zuid-Afrika is naar haar genoemd.

JeugdPrinses Alice werd in de eerste ochtend uren van 25 april 1843 te Buckingham Palace geboren als de tweede dochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Als dochter van de regerende vorstin kreeg Alice de titel "Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Alice van het Verenigd Koninkrijk". Haar naam Alice had ze te danken aan eerste minister William Lamb, Lord Melbourne, de eerste Britse premier onder koningin Victoria. Hij had ooit tegen koningin Victoria gezegd dat Alice zijn favoriete vrouwen naam was. De naam Maud is de oudengelse vorm van Mathilde, en die kreeg ze van prinses Sophia Matilda van Gloucester een dochter van prins Willem van Gloucester die weer een jongere broer was van koning George III. Sophia Matilda stierf in 1844. De naam Mary werd gekozen omdat ze op de zelfde dag was geboren als prinses Mary, Hertogin van Gloucester, een dochter van George III.

Ze werd op 2 juni 1843 gedoopt in de privé-kapel van Buckingham Palace door William Howley, Aartsbisschop van Canterbury. De doopgetuigen waren koning Ernst August I van Hannover, erfprins Ernst II van Saksen-Coburg en Gotha, prinses Sophia van Gloucester (een nicht van koning George III) en prinses Feodora zu Hohenlohe-Langenburg (een dochter van Hermann zu Hohenlohe-Langenburg).

Alice had niet veel contact met haar ouders en werd opgevoed door kinderjuffrouwen en privé-leraren had een goede relatie met haar broers en zussen. Ze kreeg les met haar oudere zus Victoria, met wie Alice ook vaak kattenkwaad uithaalde, en ze was in het bijzonder gehecht aan haar broer Albert Edward. Na prinses Victoria’s huwelijk met keizer Frederik III van Duitsland was Alice de oudste, thuiswonende dochter en werd ze de steun en toeverlaat van haar moeder. Toen haar vader in december 1861 tyfus kreeg, verzorgde de 18-jarige Alice hem tijdens de laatste weken van zijn leven, zodat de koningin zich met staatszaken bezig kon houden. In de avond van 14 december 1861 stierf hij.

Prinses Alice bouwde in haar jeugd een zeer goede band op met haar oudere broer, Albert Edward, en haar oudste zus, Victoria, de Princess Royal. Alice was zeer verdrietig toen Victoria in 1858 trouwde met de Pruisische kroonprins.

De familie was nog in rouw, toen Alice op 1 juli 1862 in Osborne House op het Isle of Wight met groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt in het huwelijk trad. Bij het huwelijk kreeg Lodewijk van koningin Victoria het predicaat "Koninklijke Hoogheid" en de titel "Ridder in de Orde van de Kousenband". Het predicaat was alleen in het Verenigd Koninkrijk geldig, in Duitsland droeg hij nog steeds het predicaat van "Groothertogelijke Hoogheid". Het paar ging in de Duitse stad Darmstadt wonen. Het was geen gelukkig huwelijk: Alice en Lodewijk hadden geen enkel raakvlak en voerden weinig gesprekken.

Tijdens de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog merkte prinses Alice op dat de zorgomstandigheden voor gewonde soldaten zeer slecht waren. Daarom richtte ze de Alice-Frauenverein (ook wel Vrouwen Unie genoemd) op. Deze organisatie leidde verpleegsters en hulpverleensters op. Op deze manier raakte de prinses bevriend met Florence Nightingale, een bekende, Britse verpleegster. In Darmstadt richtte de prinses het Alice-Hospital op, dat - anno 2008 - nog steeds bestaat.

Op 13 juni 1877 volgde prins Lodewijk zijn oom op als Grootvorst van Hessen en aan de Rijn, waardoor prinses Alice de titel van grootvorstin kreeg.
Prinses Alice was een draagster van hemofilie, waaraan één van haar zoons overleed en waarvan meerdere dochters ook draagster werden.
Alice trouwde, 19 jaar oud, op dinsdag 1 juli 1862 in op het eiland Wight met Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt, 24 jaar oud. Lodewijk is geboren op dinsdag 12 september 1837 in Bessungen, zoon van Karel Willem Lodewijk van Hessen-Darmstadt en Marie Elisabeth Caroline Victoria van Pruisen. Lodewijk is overleden op zondag 13 maart 1892 in Darmstadt, 54 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Hij was de zoon van Karel van Hessen-Darmstadt, een broer van groothertog Lodewijk III, en van Elisabeth van Pruisen.

Op 1 juli 1862 huwde hij op het eiland Wight prinses Alice, de tweede dochter van de Britse koningin Victoria en verkreeg van zijn schoonmoeder het predicaat Koninklijke Hoogheid en de titel ridder in de Orde van de Kousenband. Zijn nieuwe predicaat was overigens slechts geldig in Groot-Brittannië, in Duitsland behield hij zijn status van Groothertogelijke Hoogheid. Alice was een zuster van prinses Victoria, waardoor Lodewijk een zwager van zijn jeugdvriend de latere keizer Frederik III werd.

Lodewijk streed in de Oostenrijks-Pruisische Oorlog van 1866 als aanvoerder van de Hessische cavalerie aan Oostenrijkse zijde. Nadat dit land de strijd had verloren voegde Lodewijk III zich bij Pruisen. Gedurende de Frans-Pruisische Oorlog van 1870-1871 leidde hij het Hessische contingent van de legers van de Noord-Duitse Bond. Bij de dood van zijn kinderloos gebleven oom op 13 juni 1877 verkreeg hij als Lodewijk IV de groothertogelijke titel.

De in het naburige Bonn studerende Pruisische prins Wilhelm (II) bezocht het gezin regelmatig en werd hopeloos verliefd op Lodewijks dochter Elisabeth ("Ella") - zijn nicht. Er zijn aanwijzingen dat er enige tijd sprake was van een huwelijk tussen de twee, maar zij wees hem af en een huwelijk tussen neef en nicht werd toch niet raadzaam geacht.

Groothertogin Alice stierf in 1878. Lodewijk sloot op 30 april 1884 een morganatisch huwelijk met Alexandrina Hutten-Czapska, voormalig echtgenote van Alexander Kolémine, Russisch zaakgelastigde te Darmstadt. Hij schonk haar de titel gravin van Romrod. Dit huwelijk veroorzaakte echter een groot schandaal en werd nog datzelfde jaar ontbonden.

Op 1 mei 1882 benoemde koning Willem III der Nederlanden Lodewijk IV tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde. Het was een onderscheiding uit beleefdheid.

Lodewijk IV stierf op 13 maart 1892 en werd opgevolgd door zijn zoon Ernst Lodewijk. Lodewijk IV ligt begraven in het groothertogelijke mausoleum te Rosenhöhe bij Darmstadt. Zijn dochter Alix ("Sunny") was als Alexandra Fjodorovna gehuwd met de Russische tsaar Nicolaas II.
Titel:
was van 1877 tot 1892 groothertog van Hessen en aan de Rijn
Kinderen van Alice en Lodewijk:
1 Victoria Maria van Hessen-Darmstadt, geboren op zondag 5 april 1863 in Windsor. Volgt 118.
2 Elizabeth Alexandra Louise Alice van Hessen-Darmstadt, geboren op dinsdag 1 november 1864 in Darmstadt, Duitsland. Volgt 132.
3 Irene van Hessen-Darmstadt, geboren op woensdag 11 juli 1866 in Darmstadt. Volgt 133.
4 Ernst Lodewijk II van Hessen-Darmstadt, geboren op woensdag 25 november 1868 in Darmstadt. Volgt 134.
5 Frederik Willem Augustus Victor Leopold Lodewijk van Hessen-Darmstadt, geboren op vrijdag 7 oktober 1870. Frederik is overleden op donderdag 29 mei 1873, 2 jaar oud.
Notitie bij Frederik: Frederik, die in het gezin Fritti werd genoemd, was een levendig en vrolijk kind. Hij leed, evenals zijn peetoom Leopold, hertog van Albany (en vele andere nazaten van koningin Victoria) aan hemofilie.

De ziekte werd in januari 1873 vastgesteld, toen hij een snee in zijn oor had en drie dagen lang bleef bloeden. In mei 1873 waren Frederik en zijn broertje Ernst Lodewijk aan het spelen op de slaapkamer van hun moeder. Ernst rende uit de kamer naar een ander vertrek, dat haaks op deze slaapkamer stond. Daar hing hij uit het raam en zwaaide naar zijn broertje. Hun moeder zag dit en holde naar Ernst om hem bij het raam weg te halen. Tezelfdertijd was Frittie in de slaapkamer op een stoel geklommen, om daar uit het raam terug te kunnen zwaaien naar Ernst. De stoel viel om en Frederik viel zes meter lager op een balustrade. Hij overleed enkele uren later aan een intracerebraal hematoom.

De dood van de kleine prins was een eerste slag in het gezin dat later nog door veel ellende zou worden getroffen. Vijf jaar later overleed het jongste kind van het gezin, Marie aan difterie. Twee andere kinderen, Elisabeth en Alexandra zouden slachtoffer worden van de Russische Revolutie. Verschillende nazaten hadden eveneens hemofilie. Een zoon en twee kleinzoons van Ernst Lodewijk zouden omkomen bij een Vliegtuig ongeluk bij Oostende.
6 Alix van Hessen-Darmstadt, geboren op donderdag 6 juni 1872 in Darmstadt. Volgt 137.
7 Marie Victoria Feodora Leopoldina van Hessen-Darmstadt, geboren op zondag 24 mei 1874 in Darmstadt. Marie is overleden op zaterdag 16 november 1878 in Darmstadt, 4 jaar oud.
Notitie bij Marie: May overleed op vierjarige leeftijd aan de gevolgen van difterie. Bijna alle leden van het gezin waren door deze ziekte getroffen. May was de eerste die aan de gevolgen hiervan overleed. Op 14 december van het zelfde jaar overleed ook haar moeder, prinses Alice. Ze werden in dezelfde tombe begraven. Op de tombe werd een standbeeld geplaatst, van Alice, die de kleine May in haar armen hield.
118 Victoria Maria van Hessen-Darmstadt is geboren op zondag 5 april 1863 in Windsor, dochter van Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt en Alice van Saksen-Coburg en Gotha (zie 117). Victoria is overleden op zondag 24 september 1950 in Londen, 87 jaar oud. Victoria trouwde, 21 jaar oud, op woensdag 30 april 1884 met Lodewijk Alexander van Battenberg, 29 jaar oud. Lodewijk is geboren op woensdag 24 mei 1854. Lodewijk is overleden op zondag 11 september 1921, 67 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Prins Lodewijk Alexander werd op 24 mei 1854 geboren in Graz, Oostenrijk, als de oudste zoon van Prins Alexander van Hessen en Julia van Hauke. Hij was de broer van o.a. Alexander van Bulgarije en Hendrik Maurits van Battenberg, die trouwde met Prinses Beatrice, de jongste dochter van Koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk.

Prins Lodewijk Alexander werd in 1868 op 14-jarige leeftijd genaturaliseerd als inwoner van het Verenigd Koninkrijk, waarna hij een militaire carrière startte bij de Royal Navy. Hij begon zijn militaire carrière als adelborst. In 1876 vergezelde hij de Prins van Wales, de toekomstige koning Eduard VII op zijn reis naar Indië, en in 1883 werd hij door Koningin Victoria aangesteld als luitenant van haar jacht ‘Victoria en Albert’. In de jaren daarna steeg hij steeds in rang, tot hij in 1912 tot admiraal werd benoemd. In zijn jaren bij de marine heeft Prins Lodewijk Alexander verscheidene onderscheidingen gekregen. Vlak voor zijn dood werd hij in augustus 1921 nog benoemd tot Admiraal van de Vloot.

Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog deed Prins Lodewijk Alexander, op verzoek van Koning George V, afstand van zijn Duitse titel ‘Prins van Battenberg’ op 14 juli 1917 en veranderde hij zijn familienaam ‘Battenberg’ in ‘Mountbatten’. Op 17 juli werd hij benoemd tot Markies van Milford Haven, Graaf van Medina en Burggraaf Alderney. Ook zijn vrouw en drie jongste kinderen deden afstand van hun prinselijke titels en namen de titels als vrouw en kinderen van een markies aan. Alleen zijn oudste dochter Alice nam nooit de achternaam ‘Mountbatten’ aan, omdat ze in 1903 al in de koninklijke familie van Griekenland was getrouwd. Haar enige zoon Prins Filips nam de achternaam wel aan.

Prins Lodewijk Alexander stierf op 11 september 1921, vlak nadat hij de titel ‘Admiraal van de Vloot’ had ontvangen. Hij werd begraven in de Whippingham Church op Isle of Wight.
Kinderen van Victoria en Lodewijk:
1 Alice van Battenberg, geboren op woensdag 25 februari 1885 in Windsor Castle. Volgt 119.
2 Louise Mountbatten, geboren op zaterdag 13 juli 1889. Volgt 125.
3 George Mountbatten, geboren op dinsdag 6 december 1892 in Hessen, Duitsland. Volgt 126.
4 Lodewijk Frans Albert Victor Nicolaas Mountbatten, geboren op maandag 25 juni 1900 in Frogmore. Volgt 127.
119 Alice van Battenberg is geboren op woensdag 25 februari 1885 in Windsor Castle, dochter van Lodewijk Alexander van Battenberg en Victoria Maria van Hessen-Darmstadt (zie 118). Alice is overleden op vrijdag 5 december 1969 in Buckingham Palace, 84 jaar oud. Zij is begraven in de Maria Magdalenakerk bij Getsemane op de Olijfberg te Jeruzalem.
Notitie bij Alice: Zij was het eerste kind van Lodewijk Alexander van Battenberg en prinses Victoria Maria van Hessen-Darmstadt. Haar moeder was de oudste dochter van prinses Alice, de tweede dochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Prinses Alice trouwde met prins Andreas van Griekenland, met wie ze vijf kinderen kreeg, waaronder prins Philip, de echtgenoot van de huidige Britse koningin Elizabeth II.

Prinses Alice bracht het grootste deel van haar jeugd door in Londen. Er werd bij haar aangeboren doofheid geconstateerd. Toch was dat voor prinses Alice niet onoverkomelijk; ze leerde liplezen in het Engels, Frans, Duits en later ook in het Grieks.

Nadat er in Griekenland in 1922 een staatsgreep had plaatsgevonden, werd Andreas beschuldigd van hoogverraad en gevangengenomen. Na tussenkomst van de Engelse regering werd hij vrijgelaten en ging hij met zijn gezin in ballingschap in Frankrijk, waar ze in de buurt van Parijs gingen wonen.

Prinses Alice kreeg in 1930 een zenuwinzinking, waarna ze in een sanatorium in Zwitserland werd geplaatst. Na haar verblijf in het sanatorium kwam ze nog enkele keren in verschillende inrichtingen terecht.

Tijdens haar verblijf in het sanatorium groeiden prinses Alice en prins Andreas uit elkaar, wat er toe leidde dat ze op verschillende plaatsen in Europa gingen wonen. Prins Andreas vestigde zich in Monaco, waar hij in 1944 ook overleed. Prinses Alice ging in Athene wonen, waar ze tijdens de Tweede Wereldoorlog een joods gezin bij haar liet onderduiken, waarvoor ze postuum werd onderscheiden met de titel Rechtvaardige onder de Volkeren.

In 1947 ging prinses Alice naar Engeland om de bruiloft van haar zoon Philip en de Engelse prinses Elizabeth bij te wonen. Vervolgens leefde ze twintig jaar lang in Griekenland, dat werd geregeerd door koning Constantijn II. In 1949 richtte ze een Grieks-orthodoxe nonnenorde op, de Christelijke Zusterschap van Martha en Maria.

Toen de koning in 1967 in vrijwillige ballingschap ging vanwege een nieuwe staatsgreep, werd prinses Alice door haar zoon en schoondochter uitgenodigd om in Engeland te wonen. Dat aanbod nam ze aan. Prinses Alice stierf eind 1969 op 84-jarige leeftijd op Buckingham Palace.

Voor haar heengaan had zij te kennen gegeven in de Maria Magdalenakerk bij Getsemane op de Olijfberg te Jeruzalem te willen worden begraven; in 1988 werden haar stoffelijke resten aldaar bijgezet.
Alice trouwde met Andreas van Griekenland. Andreas is geboren op vrijdag 20 januari 1882 in Athene. Andreas is overleden op zondag 3 december 1944 in Monte Carlo, 62 jaar oud.
Notitie bij Andreas: Als kind leerde hij Engels spreken van zijn kindermeisjes en ook met zijn ouders onderhield hij zich meestentijds in deze taal.

Na een staatsgreep in 1922 werd Andreas beschuldigd van hoogverraad en ging hij met zijn gezin in Frankrijk in ballingschap. In die tijd viel het gezin meer en meer uit elkaar. Alice vestigde zich met haar dochters in Duitsland, terwijl Philip werd ondergebracht bij familie in Engeland. Andreas vertrok naar Monaco, waar hij in 1944 overleed.
Kinderen van Alice en Andreas:
1 Margaretha van Griekenland en Denemarken, geboren op dinsdag 18 april 1905 in Korfoe. Volgt 120.
2 Theodora van Griekenland en Denemarken, geboren op woensdag 30 mei 1906 in Athene. Volgt 121.
3 Cecilia van Griekenland en Denemarken, geboren op donderdag 22 juni 1911 in Tatoi, nabij Athene. Volgt 122.
4 Sophia van Griekenland en Denemarken, geboren op vrijdag 26 juni 1914 in Korfoe. Volgt 123.
5 Philip Mountbatten, geboren op vrijdag 10 juni 1921 in Korfoe. Volgt 124.
120 Margaretha van Griekenland en Denemarken is geboren op dinsdag 18 april 1905 in Korfoe, dochter van Andreas van Griekenland en Alice van Battenberg (zie 119). Margaretha is overleden op vrijdag 24 april 1981 in Langenburg, Duitsland, 76 jaar oud.
Notitie bij Margaretha: Van haar vaders kant was ze de kleindochter van George I van Griekenland en Olga Konstantinova van Rusland en stamt ze af van Nicolaas I van Rusland. Van moederskant was zij de achter-achter-kleindochter van koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk (haar moeder is de kleindochter van Alice van Hessen-Darmstadt, de tweede dochter van Victoria).

Margaretha was de zus van prins Philip, die getrouwd is met de huidige koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.
Margaretha trouwde, 26 jaar oud, op maandag 20 april 1931 met Gottfried zu Hohenlohe-Langenburg, 34 jaar oud. Zie 166 voor persoonsgegevens van Gottfried.
Kinderen van Margaretha en Gottfried:
1 Kraft Alexander Ernst Ludwig Georg Emich zu Hohenlohe-Langenburg, geboren op dinsdag 25 juni 1935.
2 Beatrix Alice Marie Melita Margarethe zu Hohenlohe-Langenburg, geboren op woensdag 10 juni 1936.
3 Georg Andreas Heinrich zu Hohenlohe-Langenburg, geboren op donderdag 24 november 1938.
4 Rupprecht Sigismund Philipp Ernst zu Hohenlohe-Langenburg, geboren op vrijdag 7 april 1944.
5 Albrecht Wolfgang Christoph zu Hohenlohe-Langenburg, geboren op vrijdag 7 april 1944.
121 Theodora van Griekenland en Denemarken is geboren op woensdag 30 mei 1906 in Athene, dochter van Andreas van Griekenland en Alice van Battenberg (zie 119). Theodora is overleden op donderdag 16 oktober 1969 in Konstanz, 63 jaar oud.
Notitie bij Theodora: Van haar vaderskant was zij de kleindochter van George I van Griekenland en Olga Konstantinova van Rusland en stamt ze af van Nicolaas I van Rusland. Van haar moederskant is zij de achter-achter-kleindochter van Koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk (haar moeder is de kleindochter van Alice van Hessen-Darmstadt, de tweede dochter van Victoria).

Theodora was de zus van Prins Philip, die getrouwd is met de huidige koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.

Zij kregen drie kinderen:
Margarita Alice Thyra Viktoria Marie Louise Scholastica (1932), getrouwd met Tomislav van Joegoslavië, gescheiden in 1981
Maximilian (Max) Andreas Friedrich Gustav Ernst August Bernhard (1933), getrouwd met Valerie Isabella van Oostenrijk-Toscane, een dochter van Hubert Salvator van Oostenrijk en Rosemary van Salm-Salm
Ludwig Wilhelm Georg Ernst Christoph (1937), getrouwd met Marianne von Auersperg-Berunner
Theodora trouwde, 25 jaar oud, op maandag 17 augustus 1931 met Berthold Van Baden, 25 jaar oud. Zie 214 voor persoonsgegevens van Berthold.
122 Cecilia van Griekenland en Denemarken is geboren op donderdag 22 juni 1911 in Tatoi, nabij Athene, dochter van Andreas van Griekenland en Alice van Battenberg (zie 119). Cecilia is overleden op dinsdag 16 november 1937 in Oostende, 26 jaar oud.
Notitie bij Cecilia: Ze stamde af van verscheidene vorsten, waaronder George I van Griekenland, Nicolaas I van Rusland en Victoria van het Verenigd Koninkrijk. Cecilia was een zuster van Philip, de latere echtgenoot van koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.

Cecilia overleed op 16 november 1937 tijdens een vliegtuigongeluk. De zwangere prinses was met onder anderen haar echtgenoot, hun twee zonen en haar schoonmoeder Eleonore onderweg naar Engeland om daar het huwelijk bij te wonen van haar zwager Lodewijk van Hessen-Darmstadt, toen het vliegtuig een fabrieksschoorsteen in Oostende raakte. Het vliegtuig stortte brandend neer, alle inzittenden kwamen om het leven. Cecilia was hoogzwanger tijdens het ongeluk en de overblijfselen van haar kind werden in het wrak gevonden, waaruit af te lijden is dat ze aan het bevallen was.

Cecilia werd met haar echtgenoot, twee zonen en doodgeboren kindje in Darmstadt begraven.

Haar dochter Johanna werd door familieleden opgevangen; zij stierf twee jaar later aan een hersenvliesontsteking. Ze werd bij haar familie begraven.
Cecilia trouwde, 19 jaar oud, op maandag 2 februari 1931 in Darmstadt met George Donatus van Hessen-Darmstadt, 24 jaar oud. Zie 135 voor persoonsgegevens van George.
Kinderen van Cecilia en George:
1 Lodewijk Ernst van Hessen-Darmstadt, geboren op zondag 25 oktober 1931 in Darmstadt. Lodewijk is overleden op dinsdag 16 november 1937 in Oostende, 6 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Hij was de oudste zoon van George Donatus van Hessen-Darmstadt en Cecilia van Griekenland en Denemarken, de oudere zuster van de Britse prins-gemaal Philip, Hertog van Edinburgh. Hij kwam met zijn ouders en grootmoeder (Eleonore van Solms-Hohensolms-Lich) en jongere broertje Alexander om het leven tijdens het vliegtuigongeluk bij Oostende in 1937. Zij waren onderweg naar Londen om het huwelijk bij te wonen van Lodewijks oom, prins Lodewijk met Margaret Geddes.

Lodewijk Ernst had nog een jonger zusje, Johanna, maar die was thuisgebleven en overleefde dus al enige van het gezin. Zij werd geadopteerd door haar oom en tante, maar overleed op jonge leeftijd aan de gevolgen van een hersenvliesontsteking.
2 Alexander George van Hessen-Darmstadt, geboren op vrijdag 14 april 1933 in Darmstadt. Alexander is overleden op dinsdag 16 november 1937 in Oostende, 4 jaar oud.
Notitie bij Alexander: Hij was de jongste zoon van George Donatus van Hessen-Darmstadt en Cecilia van Griekenland en Denemarken, de oudere zuster van de Britse prins-gemaal Philip, Hertog van Edinburgh. Hij kwam met zijn ouders en grootmoeder (Eleonore van Solms-Hohensolms-Lich) en oudere broertje Lodewijk Ernst om het leven tijdens het vliegtuigongeluk bij Oostende in 1937. Zij waren onderweg naar Londen om het huwelijk bij te wonen van Alexanders oom, prins Lodewijk met Margaret Geddes.

Lodewijk Ernst had nog een jonger zusje, Johanna, maar die was thuisgebleven en overleefde dus al enige van het gezin. Zij werd geadopteerd door haar oom en tante, maar overleed op jonge leeftijd aan de gevolgen van een hersenvliesontsteking.
3 Johanna van Hessen-Darmstadt, geboren op zondag 20 september 1936 in Darmstadt. Johanna is overleden op woensdag 14 juni 1939 in Darmstadt, 2 jaar oud.
Notitie bij Johanna: Zij verloor op zeer jeugdige leeftijd haar ouders en broers, die omkwamen bij het vliegtuigongeluk bij Oostende in 1937. Haar familie was onderweg naar Londen om daar het huwelijk bij te wonen van Johanna’s oom Lodewijk van Hessen-Darmstadt met Margaret Geddes. Na het ongeluk was Johanna wees. Lodewijk en zijn vrouw (hun huwelijksvoltrekking vond wel plaats als gepland, maar zowel de bruidegom als de bruid waren in rouw gekleed), adopteerden hierop hun nichtje, met de bedoeling het als hun eigen kind op te voeden. Het meisje ontwikkelde evenwel een hersenvliesontsteking, aan de gevolgen waarvan ze op tweeënhalfjarige leeftijd overleed.
123 Sophia van Griekenland en Denemarken is geboren op vrijdag 26 juni 1914 in Korfoe, dochter van Andreas van Griekenland en Alice van Battenberg (zie 119). Sophia is overleden op zaterdag 3 november 2001 in München, 87 jaar oud.
Notitie bij Sophia: Van vaderskant was ze de kleindochter van George I van Griekenland en Olga Konstantinova van Rusland en stamde ze af van Nicolaas I van Rusland. Van moederskant was zij de achter-achter-kleindochter van Victoria van het Verenigd Koninkrijk (haar moeder was de kleindochter van Alice van Saksen-Coburg en Gotha, de tweede dochter van Victoria).

Sophia was de zus van Philip, die getrouwd is met de huidige koningin Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk.
Heerlijkheid:
prinses van Griekenland en Denemarken
Sophia:
(1) trouwde, 16 jaar oud, op maandag 15 december 1930 in Berlijn met Christoffel van Hessen-Kassel, 29 jaar oud. Zie 78 voor persoonsgegevens van Christoffel.
(2) trouwde, 31 jaar oud, op dinsdag 23 april 1946 in Salem met George Willem van Brunswijk, 31 jaar oud. Zie 55 voor persoonsgegevens van George.
Kinderen van Sophia en Christoffel: zie 78.
Kinderen van Sophia en George: zie 55.
124 Philip Mountbatten is geboren op vrijdag 10 juni 1921 in Korfoe, zoon van Andreas van Griekenland en Alice van Battenberg (zie 119).
Notitie bij Philip: Philip werd geboren als prins Filips van Griekenland en Denemarken (Grieks: ??????pa? F???pp?? t?? ????d?? ?a? ?a??a?), zoon van prins Andreas van Griekenland en prinses Alice van Battenberg.

Deze titels legde hij echter af toen hij in 1947 Brits staatsburger werd. Op dat moment nam hij de naam "Mountbatten" aan, een verengelste versie van "Battenberg", een naam van zijn moeders kant van de familie. Van zijn vaders kant was hij eigenlijk een telg uit het geslacht Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. Zijn oom Lord Mountbatten kwam om het leven door een terreuraanslag van de IRA.

Philip en Elizabeth zijn beiden nakomelingen van koningin Victoria. Philip is een achterkleinzoon van de tweede dochter van koningin Victoria, prinses Alice, en Elizabeth is een achterkleindochter van haar oudste zoon, de latere koning Eduard VII.

Koningin Louise van Zweden was zijn tante langs moederszijde. Langs vaderszijde had hij koning Constantijn I van Griekenland, prinses Marie Bonaparte en grootvorst Georgi Michajlovitsj van Rusland als ooms en tantes. Koning Paul I van Griekenland, de vader van de Spaanse koningin Sofia was zijn neef. Juan Carlos van Spanje, de echtgenoot van koningin Sofia was op zijn beurt een rechtstreekse kleinzoon van koningin Victoria Eugénie van Battenberg, die dan weer een achterneef is van Prins Philip.

Toen de lichamen van de laatste Tsaar waren ontdekt, stond Philip DNA af voor de identificatie. Hij is immers familie van de laatste tsaar. Zijn grootmoeder was grootvorstin Olga van Rusland. Zijn groottantes Alexandra was koningin van Groot-Brittannië, terwijl haar zus Dagmar, Keizerin van Rusland was. Ook een andere groottante langs moederskant was Alix van Hessen-Darmstadt, Keizerin van Rusland. Anna Anderson beweerde gedurende lange tijd dat zij grootvorstin Anastasia van Rusland was. Het lichaam van de grootvorstin was niet teruggevonden, waardoor er speculatie was over haar dood. Door het DNA van de hertog kon deze stelling ontkend worden.

Bij zijn huwelijk ontving hij de dynastieke titel Hertog van Edinburgh, sindsdien staat hij officieel bekend als Zijne Koninklijke Hoogheid de Hertog van Edinburgh.

In verschillende interviews heeft Prins Philip te kennen gegeven de overbevolking in de wereld als een groot probleem te zien. De groei van de bevolking is in zijn ogen de belangrijkste bedreiging voor de overlevingskansen van de mens en funest voor de natuur. Een van zijn bekendste uitspraken in dit opzicht deed hij in een boek in 1987: "In het geval, dat ik reïncarneer, zou ik willen terugkeren als een dodelijk virus, om zo iets te doen aan de overbevolking".

Prins Philip heeft wel meer controversiële uitspraken gedaan, waaronder racistische. Tegen een groep Britse studenten die in China verbleven, zei hij: "Als jullie hier veel langer blijven, krijgen jullie allemaal spleetogen." En tegen een Aboriginal, in 2002: "Gooien jullie nog steeds speren naar elkaar?".

Het Wapen van Philip Mountbatten, Hertog van Edinburgh toont elementen van zijn afkomst als Prins van Griekenland en Denemarken, zowel als een verwijzing naar het wapen van Mountbatten en dat van de stad Edinburgh.

In het eerste kwartier is het wapen van Denemarken te zien, met drie azuren passante leeuwen op een veld van goud. Het tweede kwartier toont het wapen van Griekenland, met een wit kruis op een veld van azuur. Het derde kwartier laat twee zwarte verticale lijnen zien, op een veld van wit. Dit is het familiewapen van de familie Mountbatten. Het vierde kwartier, tenslotte, toont het wapen van Edinburgh: een rood met zwart kasteel.

De steunfiguren van het schild tonen dexter: Hercules die voorkomt op het wapen van de Griekse Koniklijke familie, en sinister: een gouden leeuw, met een hertogelijke kroon. Om zijn hals draagt hij een zogenaamde Naval Crown, een verwijzing naar Philips loopbaan bij de marine. De band om het wapen toont de wapenspreuk van de Orde van de Kousenband, in welke orde Prins Philip in 1947 werd opgenomen.

De wapenspreuk van Prins Philip is God is my Help (God is mijn hulp).
Heerlijkheid:
Hertog van Edinburgh
Philip trouwde met Elizabeth II van het Verenigd Koninkrijk. Zie 84 voor persoonsgegevens van Elizabeth.
Kinderen van Philip en Elizabeth: zie 84.
125 Louise Mountbatten is geboren op zaterdag 13 juli 1889, dochter van Lodewijk Alexander van Battenberg en Victoria Maria van Hessen-Darmstadt (zie 118). Louise is overleden op zondag 7 maart 1965, 75 jaar oud.
Notitie bij Louise: Zij werd als Louise van Battenberg geboren, als tweede dochter van Louis Alexander van Battenberg en prinses Victoria Maria van Hessen-Darmstadt en een achterkleindochter van Koningin Victoria. Toen de Engelse Battenbergs in 1917, ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog afstand deden van de Duitse titels, kreeg zij de naam Lady Louise Mountbatten.
Louise trouwde, 34 jaar oud, op zaterdag 3 november 1923 in in het St. James’s Palace met Gustaaf VI Adolf Van Zweden, 41 jaar oud. Zie 262 voor persoonsgegevens van Gustaaf.
126 George Mountbatten is geboren op dinsdag 6 december 1892 in Hessen, Duitsland, zoon van Lodewijk Alexander van Battenberg en Victoria Maria van Hessen-Darmstadt (zie 118). George is overleden op vrijdag 8 april 1938, 45 jaar oud.
Titel:
2de Markies van Milford Haven (Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins George van Battenberg (1892-1917)
Mr. George Mountbatten (1917-1917)
Graaf van Medina (1917-1921)
De Hooggeboren De Markies van Milford Haven (1921-1938))
George trouwde met Nadezhda “Nada” van Rusland. Nadezhda is geboren op zaterdag 28 maart 1896, dochter van Michaël Michajlovitsj van Rusland en Sophie Nikolaievna van Merenberg. Nadezhda is overleden op dinsdag 22 januari 1963, 66 jaar oud.
Kinderen van George en Nadezhda:
1 Tatiana Mountbatten, geboren op zondag 16 december 1917. Tatiana is overleden op zondag 15 mei 1988, 70 jaar oud.
2 David Michael Mountbatten, geboren op maandag 12 mei 1919. David is overleden op dinsdag 14 april 1970, 50 jaar oud.
127 Lodewijk Frans Albert Victor Nicolaas Mountbatten is geboren op maandag 25 juni 1900 in Frogmore, zoon van Lodewijk Alexander van Battenberg en Victoria Maria van Hessen-Darmstadt (zie 118). Lodewijk is overleden op maandag 27 augustus 1979 in Sligo (Ierland), 79 jaar oud.
Notitie bij Lodewijk: Louis werd geboren op 25 juni 1900 te Frogmore House, Engeland, als de tweede zoon van Lodewijk Alexander van Battenberg en diens vrouw Victoria Maria, een kleindochter van koningin Victoria. Louis was de broer van Alice van Battenberg, die in het Griekse vorstenhuis trouwde, en Louise Mountbatten, die koningin van Zweden werd.

Hij mocht zich bij zijn geboorte ‘Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Lodewijk van Battenberg’ noemen maar in 1917 deed de gehele Britse tak van zijn familie afstand van de Duitse titels vanwege de anti-Duitse stemming in Engeland. Zijn vader veranderde de familienaam in ‘Mountbatten’; Louis nam die familienaam over. Hij hield op een "Serene Highness" te zijn maar werd als jongere zoon van een Britse markies wèl Lord Louis Mountbatten genoemd.

Louis diende in de Royal Navy tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Hij viel op door zijn, in de ogen van zijn mede-officieren "typisch Duitse", perfectionisme en zijn vlijt. Ook zijn familierelatie met de koning legde hem geen windeieren. Mountbatten bekleedde veel belangrijke posities en kreeg voor zijn werk verschillende hoge onderscheidingen.In 1941 werd het fregat waarover hij het commando voerde na hevige gevechten bij Kreta tot zinken gebracht. Mountbatten werd onderscheiden voor zijn moed en voerde daarna het commando over de infiltraties in bezet Europa en het Britse leger dat in Birma tegen Japan vocht. In 1947 werd de progressief ingestelde edelman door de Labour-regering van Clement Attlee aangesteld als laatste onderkoning van Indië met als opdracht Brits-Indië te begeleiden op de weg naar een snelle onafhankelijkheid. Hij werd vervolgens benoemd tot eerste Gouverneur-generaal, de vertegenwoordiger van de Engelse koning in het land. Mountbatten had nu alles bereikt wat een marine-officier zou kunnen bereiken maar hij weigerde met pensioen te gaan. Na zijn terugkeer naar Engeland bekleedde hij daarom opnieuw verschillende hoge posities in de Royal Navy.
In 1952 maakte hij zijn langgekoesterde droom waar en werd hij First Sea Lord (bevelhebber van de Britse Marine). Dat was de functie waaruit zijn vader in de Eerste Wereldoorlog ten onrechte ontslagen was met het excuus dat hij teveel Duitse familieleden had.

Louis stierf op 27 augustus 1979 tijdens een vakantie in Ierland na een bomontploffing op zijn boot Shadow V. De aanslag werd later opgeëist door de IRA. Nog drie anderen kwamen om het leven: Patricia’s vierde zoon Nicholas (14), haar schoonmoeder Lady Doreen Brabourne (83) en Paul Maxwell (15) die als bootsman assisteerde op de boot. Op 23 november werd de dader, Thomas McMahon, tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Hij werd echter in 1998 vrijgelaten na het Goede Vrijdag-akkoord.

Na een staatsbegrafenis en een dienst in Westminster Abbey, Londen, werd Louis Mountbatten bijgezet in Romsey Abbey, Hampshire.

Titels:
1937: Grootkruis in de Koninklijke Orde van Victoria
1941: Companion in de Orde voor Belangrijke Diensten
1943: Rechtsridder in de Orde van Sint-Jan
1946: Ridder in de Orde van de Kousenband
1947: Ridder Grootcommandeur in de Orde van de Ster van Indië
1947: Ridder Grootcommandeur in de Orde van het Indische Keizerrijk
Companion in 1943, Ridder Commandeur in 1947 en in 1955 Ridder Grootkruis in de Orde van het Bad
1965: Lid van de Order of Merit

Louis Mountbatten was Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw, het Legioen van Eer en de Orde van Thiri Thudamma (Grand Commander of the Order of Thiri Thudhamma) (Birma).
Titel:
1e graaf Mountbatten van Birma
Lodewijk trouwde, 22 jaar oud, op dinsdag 18 juli 1922 met Edwina Cynthia Annette Ashley, 20 jaar oud.
Notitie bij het huwelijk van Lodewijk en Edwina: Ondanks de vele affaires die beiden hadden, van Louis wordt gezegd dat hij een voorliefde voor jonge mannen had, Edwina had een affaire met Nehru, was het paar toegewijd aan elkaar en hadden ze een gelukkig huwelijk tot Edwina’s plotselinge dood op 21 februari 1960.
Edwina is geboren op donderdag 28 november 1901. Edwina is overleden op zondag 21 februari 1960, 58 jaar oud.
Notitie bij Edwina: Ze werd in 1901 geboren als de dochter van Wilfred Ahsley, een parlementslid, en Amalia Mary Maud Cassel, de enige dochter van de Britse bankier Ernest Cassel. Toen haar grootvader in 1921 stierf, liet hij Edwina, zijn favoriete kleindochter, een enorm fortuin na.

Lady Edwina ontmoette Louis Mountbatten in 1920 voor het eerst. Op 18 juli 1922 trouwden ze in nabijheid van de gehele Britse Koninklijke Familie. Lady en Lord Mountbatten hadden beiden vele affaires, toch waren ze toegewijd aan elkaar en hadden ze een gelukkig huwelijk. Er werd daarom gespeculeerd dat het paar een ‘open relatie’ had.

Titels:
Miss Edwina Ashley (1901 – 1922)
Lady Louis Mountbatten (1922 – 1946)
Vicountess Mountbatten van Birma (1946 – 1947)
Countess Mountbatten van Birma (1947 – 1960)
Titel:
Countess Mountbatten van Birma
Kinderen van Lodewijk en Edwina:
1 Patricia Edwina Victoria Mountbatten, geboren op donderdag 14 februari 1924. Volgt 128.
2 Pamela Carmen Louise Mountbatten, geboren op vrijdag 19 april 1929. Volgt 130.
128 Patricia Edwina Victoria Mountbatten is geboren op donderdag 14 februari 1924, dochter van Lodewijk Frans Albert Victor Nicolaas Mountbatten (zie 127) en Edwina Cynthia Annette Ashley.
Notitie bij Patricia: Patricia werd op 14 februari 1924 geboren als de oudste dochter van LodewijkMountbatten, een achterkleinzoon van Koningin Victoria van het Verenigd Koninkrijk, en Edwina Cynthia Annette Ashley. Na het overlijden van haar vader op 27 augustus 1979 volgde zij haar vader op als de tweede gravin Mountbatten van Birma. Prins Philip is een volle neef van haar.
Patricia trouwde, 22 jaar oud, op zaterdag 26 oktober 1946 met John Ulick Knatchbull, 21 jaar oud. John is geboren op zondag 9 november 1924. John is overleden op vrijdag 23 september 2005, 80 jaar oud.
Notitie bij John: Hij kreeg les aan het Eton College en Brasenose College, Oxford. Hij vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk.
John Knatchbull had een carrière als schoolhoofd en televisieproducer. Voor zijn prestaties als producer werd hij in 1993 onderscheiden als ‘Commander of the Order of the British Empire’.
Titel:
7th Baron Brabourne
Kinderen van Patricia en John:
1 Norton Louis Philip Knatchbull, geboren op woensdag 8 oktober 1947. Volgt 129.
2 Michael-John Ulick Knatchbull, geboren op woensdag 24 mei 1950.
3 Joanna Edwina Doreen Knatchbull, geboren op zaterdag 5 maart 1955.
4 Amanda Patricia Victoria Knatchbull, geboren op woensdag 26 juni 1957.
5 Philip Wyndham Ashley Knatchbull, geboren op zaterdag 2 december 1961.
6 Timothy Nicholas Sean Knatchbull, geboren op woensdag 18 november 1964.
7 Nicholas Timothy Charles Knatchbull, geboren op woensdag 18 november 1964. Nicholas is overleden op maandag 27 augustus 1979, 14 jaar oud (oorzaak: stierf bij een bomaanslag van de IRA).